Den koddigen opdisser. Deel 1

[p. 157]

Beschrijvinge eens wonderlijcken propheets in Engelandt.

BInnen Londen onthout sig dees tijt een PROPHEET, seydt sijn afkomste te zijn uyt Engelandt; Hy en weet van geen Ouders te seggen; Heeft noyt Moeders Borsten gesogen, sijn geslacht is voor Adam in de Werelt geweest; Heef een bloedige Kroon op 't Hooft met een rooden Baert, gaet barrevoets als een grauwen Moninck, met onghedeckten hoofde; Heeft een Rock met veelder hande coleuren, niet geverruwt of genaeyt, gebraeyt of geweven, noch van hayr, wol, zyde oft lijnwaet, maer konstelijck gemaeckt met een schoonen glans, en drinckt noch Bier noch Wijn, niet dan Water, en laet sich met geringe spijs genoegen: Hy acht geen geldt, of men hem 't selve geven wil, neemt het niet aen: Heeft gordel, stock,

[p. 158]

staf noch swaert, gaet evenwel sijn vyanden vrymoedigh onder de oogen, werpt hem dickwils in de hooghte, en komt met weynigh letsel weder op de aerde, en wort oock menighmael van de boose menschen afgeslooten, doch verdraeght het al, en laet een yder by sijn Religie, en disputeert met niemandt, beklaeght hem seer over de Gereformeerde, hout meer van de Roomsch-gesinde, die hem inde Vasten gelijck geven: Doch beklaegt hem seer over eenige Bisschoppen die hem geen geloof en bouden: Rusten den gantschen dagh weynigh, wandelt stadigh van den eenen plaets tot den ander, slaept op geen bedde, maer staet of sit op 't hout neder, so dat een yder over sijn waecksaemheyt verwondert is: Roept met uytghestreckte armen dagh en nacht over de boose Werelt, in sprake is hy in sulcken gestalte so ervaren, dat men hem in alle Landen verstaen kan: hy weckt de menschen op, ja dat meer is, verkondight haer den jongsten dagh des Heeren,

[p. 159]

en dat met sulcken kracht, dat deuren en vensteren daer van open-springen, en heeft sulcx dickwils gepropheteert: hy beeft veel Vrouwen, en hout van geen trouwen, doch leght by geen van allen, en als sy oneens zijn, maeckt terslont vrede onder haer: Hy is een liefhebber van Have en Ackers, de voornaamste luyde hebben hem dickwils by haer: Hy propheteert vreemde dingen die men niet recht verstaen kan, hoe wel daer veel luyden zijn die aen sijn prophetie geloven, nogtans verdient hy by vele weynig dank; Hy groet niemant, hout met de menschen weynig ommegang: vele menschen gelooven dat sijn gestacht sal dueren tot den jongsten dag, en ook dat hy in de Arke Noë geweest is, en hy propheteert selve dat by geen natuerlijcke doot sal sterven, maer dat hem de godlose werelt, principael ruyters en soldaten vervolgen sullen: hy is by kruyssinge Christi geweest: en gelooft geen op standinge des vleeschs, nog eeuwig leven, anders spreekt hy geen geloofs Artijckelen tegen.

[p. 160]

Nota.

Staet aen te mercken dat seecker Persoon reysende naer Jerusalem, dit las, was soo verwondert, en sprack, wel vijftigh mijlen uyt sijn wegh wilde reysen om desen wonderlijcken Propheet te mogen sien en spreecken.