Den koddigen opdisser. Deel 1(1678)–Anoniem Koddigen opdisser, Den– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina X] [p. X] Aenspraeck tot Hollandt, op desen tegenwoordigen tijdt, Anno 1672. HOllant kleyn in't begrip, maar groot van macht en staet, Sijt waardigh men u roemt tot in den hoogsten graet; U naam en lof die blinckt door de geheele werelt, U daden zyn bekent, gekroont en oock beperelt, Wat heeft den vromen Leeuw al rampen uytgestaen? Veel ongeluck gestilt, veel quaed te niet gedaen; Nu word hy op een nieuw seer vinnigh aangetast; Hy die geen argh en docht, word metter haest verrast, Van alle kant bestreen, te water ende te Land; Waar dat hy keert of wend, hy vindt'er tegenstand: Maar hy die 't al gebiedt in Hemel en op Aard, Die geeft verstand en kracht waar uyt dat Vryheyd baart. H. v. Bulderen. Vorige Volgende