Den vermakelycken opdisser. Deel 2
(1677)–Anoniem Koddigen opdisser, Den– Auteursrechtvrij
[pagina 120]
| |
Toon: Prins Robbert is een Jentelman, &c.FRis op, en laat dit droomen staan,
Koom maakje mond eens reê.
Snapope
Zet 3 Roemers op een Tafelbord
Wie kan die taal verstaan?Klink, Klink. Dat 's een, dat 's twee:
De darde zal de Voerman zijn,
Zie Landsaart, dat'sje veur.
Zacht Schaapje, schrik niet. Ach! oy mijn!
Kust een Vryster
| |
[pagina 121]
| |
Daar klopt een aanje deur.
Hoe kijkje dus mijn zoete Moer?
Ey! laat de Liefde eens in.
Snapop. De Min zit hier aan 't roer,
Klinck, klanck was heur begin,
Nu moet de Roemer aaen de Mond,
De Fransman buiten boordt.
Snapop is voor de Maag gezond.
Al moet de Wijsheid voort.
De koele dauw verquikt het kruid.
De Wijn verfrist den Gaest.
Snapop voegt altijd by de Bruid.
Klinck klanck gaat meê ter Feest.
| |
[pagina 122]
| |
Zie toe, hoe lonckt ANGEETJE daar,
Heur vreugden KRAMER an.
Drinckt 2 Roemers uit, en kust.
Snapop. Die twee zijn net een paar.
Mooy weertje voor Sant Jan.
Wat zo ziet! Dat 's de rechte slag.
Daar eelhart, doeje best.
Geeft 3 Roemers op een Tafelbord, over.
Snapop, terwijl 't je beuren mag.
Klinck, klanck is voor de rest.
Vat an. Knap. Veeg dat kind de stuit,
En voelje dan noch brandt?
Snip, snap. Zo doof'er zoenende uit.
Koom, doeje keel geen schandt.
Heer Bruydegom, dus luidt men hier,
| |
[pagina 123]
| |
Vrouw Venus Kermis in.
Snapop is vrô, en vol Pleizier,
Klinck klanck speelt, met de Min:
Ey lieve Leuw! koom kus mee nou:
Ontkliedtje. voort. te bedt.
Snip, snap, en vaerdig by de Vrouw.
Vroeg in de Wey, vroeg vet.
|
|