Den vermakelycken opdisser. Deel 2(1677)–Anoniem Koddigen opdisser, Den– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 106] [p. 106] Boere vryagie, Wyse: Bocxvoetje. OCh Liisje, men troosje, och mogt ick eens weer Al kussende blussen miin Zieltjes begeer, Ik waegde bygants, Soo rustig een kants Dat hondert bedoude u wangetjes teer. 2. Schoon Meisjen, hoe staje! wel wilje dan niet, Nu Krelis wat scheel is, siin Hertjes verdriet Verligten? een brand Sal al miin verstangd Benemen soo gy geen verkoeling en biet. [pagina 107] [p. 107] 3. Daaromme miin Leven! miin Liefje miin Lust! Miin Zieltje, bevieltje dat Krelis eens kust Siin vlammetjes af, Soo dempje miin graf Wanneer ik soet inne u arremtjes rust. Vorige Volgende