Kluchtige tafereelen van Grootje Goedsloof met haar aardig hondje Blaf(ca. 1850-1860)–Anoniem Kluchtige tafereelen van Grootje Goedsloof met haar aardig hondje Blaf– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] Blaf, dien ge aan het venster ziet, rookt een pijp, maak - 't smaakt hem niet. Grootje, gansch en al verblijd, Zong een liedje uit d' ouden tijd, En, om 't hondje te trakteren, Ging zij ras een bot'ram smeren, Voegde er bij een stukje pens, - Toen had blaf het naar zijn wensch; Maar voor 't goed, aan hem verrigt, Blies hij rook in haar gezigt. Vorige Volgende