Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek
(1992)–Anoniem Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek– Auteursrechtelijk beschermd361. Hoedanig men de kinderen beminnen moetAls AristippusGa naar voetnoot* ongehoorsame en boose kinderen had, heeft hy se ten laetsten ten huyse uytgeworpen en voor de sijne niet gekent. Maer daerover van een vrient bestraft zijnde, dat hy al | |
[pagina 97]
| |
te wreet was en dat de kinderen van sijn lichaem geboren zijnde gelijkerwijs een deel desselfs waren, daerop Aristippus antwoorde: ‘Oock mijne luysen en 't snot uyt mijn hooft vallende, welck ick nochtans gewilliglick van my weg smijt omdat se nergens toe nut zijn.’ |
|