Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek
(1992)–Anoniem Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek– Auteursrechtelijk beschermd318. Wie gedult heeftEen boertighGa naar voetnoot* mensch sijnen vriend besoeckende, welck om sijnen schulden naGa naar voetnoot* een klooster of heylige plaets gevlught was, en den selven vol sorgen en gedachten siende, vraegde hy hem, hoewel hy alle saken wel wist, waerom hy soo droevig was? Denwelcken antwoorde: ‘Voorwaer, soo lang ick leef zal de droevigheyt niet van my wyken. Ghy weet wel, meyn ick, hoeveel duysent ducaten ick niet door myn schult, maer door de boosheyt van de fortuyn in korten tyd verloren heb. En nu dreygen mijne schuldtheerenGa naar voetnoot*, met 't overige van mijn goet niet tevreden sijnde, my in de boeyen te setten en sy willen geensins met my accorderen. En voorwaer, ick zou myselven al lang om hals gebraght hebben, dewijl my alle hoop benomen is, 't en waerGa naar voetnoot* my seker boeck van de patiëntieGa naar voetnoot* in handen gekomen was, waerdoor ick aessem en krachten wat herhaeldtGa naar voetnoot* heb, welck boeck ick meyne dat my door de godtlijcke bestieringh toeghesonden is, opdat ick van sulcken feyt ofstaen sou en my beter bedenckenGa naar voetnoot*.’ Daerop Paulus seyde: ‘Soo zijn dan uwe schuldtheeren voldaen?’ ‘Neen,’ sey hy. Doe sey Paulus weder: ‘Het waer beter dat sy dit boeck van de patiëntie dan teghens haren danckGa naar voetnoot* lesen, omdat sy hetghene missen moeten welck ghy haerlieden schuldigh zijt.’ |
|