Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek

296. Aardige ontmoeting van een schilder des konings van Vranckrijck

Een groote^* vrou van Vranckrijck wesende op een sekeren dagh te Fontainebleau en aenschouwende de kostelijke schilderijen welk den koning Françoys daer dede maken door de konst en wetenschap van de vermaerden Rossus Florentin^*, sagh onder anderen het naeckte beelt^* van Apollo^*, op welck sy lange starooghden en met groote verwonderingh aensagh. Onder dat besichtigen quam Rossus, welck van het een op het ander^* liep, voor haer by ghelopen. Doende haer seer groote reverentie, vraegde hy wat haer van die schildery docht, waerop sy antwoorde: ‘Voorwaer, meester Rosse, dese schildery is volmaeckt ten waer dat^* er (mijns bedunkens) een kleyne fout in was gebetert^*.’ ‘Wel, wat is dat, mevrou?’ sey den schilder. Doe heeft se soetelijck lachende met een heusche stem gheantwoordt: ‘My dunckt dat het natuyrlijke lidt^* ten aensien van de andere wel ghemaeckte en overeenstemmende leden veel te kleyn is.’ Terstont antwoorde haer Rossus met een eerlijck gelaet: ‘Mevrouw, sal u gelieven te weten dat op dien tijden de vrouwen soo groot van natuyr niet waren als huydensdaegs.’

* groote: vooraanstaande

* Rossus Florentin: Giovanni Battista Rosso bijgenaamd il Rosso Fiorentino, Italiaans schilder (1494-1540). In 1540 werd hij door koning Frans I van Frankrijk naar Fontainebleau geroepen.

* beelt: afbeelding

* Apollo: Griekse god van de muziek en de dichtkunst, tevens zonnegod

* van het een op het ander: heen en weer

* ten waer dat: ware het niet dat; hier: als

* was gebetert: zou zijn hersteld

* het natuyrlijke lidt: het geslachtsdeel