Klimop. Deel 5(1927)–Anoniem Klimop. Deel 5– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] 16. Na jaren. Hij toog naar vreemde landen Met groenen wandelstaf; Na jaren kwam hij weder; Toen viel het herfstloof af. Aan 't huisje van zijn moeder Daar bleef de zwerver staan; De kind'ren weken bange, De heemhond gromde 'em aan. Hij keek naar 't oude venster, Hij keek naar 't oude dak; Hij hoorde een vreemde spreken, Waar eens zijn moeder sprak. En oogen spiedden vragend En schuw door 't vensterglas; 't Leek alles hem zoo vreemd nu, Wat eens zoo innig was. De gele linde glimlacht' In 't avondrood zoo moe, Maar stak den vriend van vroeger Trouwhartig de armen toe. En zij sprak nog haar tale Met de eigen innigheid, En neurde, op de oude wijze, Een lied uit vroeger tijd. Uit: ‘Licht Geluid’ van G.W. Lovendaal. Uitgave van P. Noordhoff Groningen. Vorige Volgende