schichtig geworden paarden snelden ons voorbij; elk oogenblik liepen we gevaar, in de rivier te loopen. Er heerschte een Egyptische duisternis, zoodat we letterlijk geen hand voor de oogen konden zien.
Gelukkig kwam de wagen aanrijden met een lantaarn op. Spoedig was ik nu thuis, waar Moe mij met boorwater de oogen uitwiesch.
De dieren waren al even ontsteld als de menschen. Vogels, vleermuizen, kikvorschen, alles kwam in huis. Rijstvogeltjes waren als verlamd, zoodat ik ze zoo in de hand kon nemen, zonder dat ze zich verroerden.
Tegen tweeën was er een roode gloed aan den hemel zichtbaar, en om een uur of vier brak er een wit licht door de aschwolk heen. Men kon het huis nog niet verlaten door den aschregen, maar o, het was zoo prachtig buiten. Alles was als met sneeuw bedekt; net een Hollandsen winterlandschap bij maneschijn.
Toen het lichter werd, veranderde echter spoedig dit tooneel; de vaalgrauwe asch, die op den grond en op de daken zes c.M. hoog lag, leek thans een afschuwelijk somber lijkkleed, waaraan niets moois was. Iedereen dacht, dat de Merapi had gewerkt, maar later bleek het de Kloet te zijn geweest.
Je weet zeker wel, dat de vulkanen hier geen lava, maar lahar uitbraken. Lahar is gloeiend zand, vermengd met het water uit het kratenneer. Zoo'n lahar- of modderstroom vernietigt alles, wat hij op zijn weg ontmoet. Welk een treurige berichten ontvingen we dan ook een dag later! Heel veel menschen en dieren waren door den laharstroom overvallen en gedood. Maar bedenk daarentegen eens, hoe gelukkig het is, dat zoo'n stroom het land niet jaren en jaren in een