Klioos kraam. Deel 2(1657)–Anoniem Klioos kraam– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de Hebreeusche heldin. Van Willem Heemskerk. HOe sprong het hert van blyschap, op de tongen Der burgeren; wanneer Bethulia Den Hemel loofde en dankte om zijn genaa! Toen was het slot van Stadts-beleg ontsprongen. Zy zellef, die haar vyandt hadt verslaagen, Hadt nieuwe en nooyt genoeg volpreeze stof; En zong, voor 't volck, des Hemels zeege-lof, Waar van het landt scheen om end' om te waagen. Zy sprak: de nazaat zal dit stuk verhaalen Dat Israël, door Judith, is verlost; Wanneer de Faam, al snorrende te post, Dees tyding draagt, aan alderhande taalen, [pagina 148] [p. 148] Noch onbekent, voor Jooden en Hebreeuwen, Daar 's Hemels hert zoo teeder over hing; Wanneer haar volck geen slimme weegen ging. Nu zien wy dat, na veel verloopen eeuwen, Vervult, op Holofernes treurtoneelen, Nu Heemskerk met zijn dichten heeft gezet Zijn gulde mondt aan Judiths lof-trompet Om 't Helden-stuk van Godts Heldin te speelen. R. Anslo Vorige Volgende