Klioos kraam. Deel 2(1657)–Anoniem Klioos kraam– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de grafstee van den Admiraal Marten Harperts Tromp 'T Aloude Roomen stofft op kaizarlijke kroonen, En op de statuën, in d' een en d'andre boogh: Maar 't prinsselijke Delfft, versmaande zulke troonen, Stelt an de Christenheit wat anders voor het oogh, Wanneer 't het laat bezien op Hollants zeegewaagen, Den grootsten Ammiraal, en bouwer van de zee; Die niet alleen Castielj', en Napels, heeft verslagen, Maar an Brittanjen ook gedachten gaf van vree; Wanneer hy Blaak, en Pen, de lenden naa deed sleepen, Mits dat hy als een helt op staande voeten storff. Men kroont met rechte den beschermer onzer scheepen, Met die gaeljoenen, die hy stervend', noch verworf. Anders. ZO klimt dien grooten Tromp op Hollants zeegewaagen, En voert den gaffel als Neptunus in de vuist, [pagina 149] [p. 149] Om dat hy 't heiloos volck (met 's konings bloet begruist) Zo voor, als na zijn doot, heeft uit de zee geslaagen. Anders. DUs zal den dappren Tromp veel eeuwen triomffeeren, En praalen op zijn graff, in 't blinkend marmorsteen. De gladde Watergoôn die zwemmen voor hem heên, Om met haar zeegeluit, zijn grootheit te vermeeren. Anders. ZO leeft dien Admiraal, en Dolfijn van de Staaten, Die voor zijn Vaderlandt, als stuurman, zat an 't roer. Off schoon 't verraaders loot, hem door den boezem voer, Zo zal zijn braaf heits geur de werelt nooit verlaaten. H.F. Waterloos. Vorige Volgende