Klioos kraam. Deel 1(1656)–Anoniem Klioos kraam– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] De vier Deelen der Aerde. Europa. IN staet, in krijgs bestier, in konsten allerhand, Heb ick mijn' susteren noyt boven my geleden. Mijn goud en glory-sucht heeft Asiën vermant, 't Woest Libiën verwoest, America vertreden, Dus ben, dus word ick dan niet onbequaem geseyt De kleenste van begrip, de grootste van beleyd. Asia. O My rampsalige! die eertijds heb gebloncken, Die eerst gebloncken heb van 't Hemels helder woord, Lig nu als in een nacht van dwalingen versmoort, En in onwetenheyd en beestigheyd versoncken. Het geestelijcke licht heeft als de Son gedaen; Het wilde my eerst op my oock eerst ondergaen. Africa. MYn slinsieck ongediert en kan de dolle lusten Der holle Gierigheyd niet keeren van mijn kusten. Al ben ick overal of sand-woestijn of woud, Al word ick van de Kreeft en van de Bock gebraeden, Ja swart geroost als peck, noch weet noch vindse paden Of binnen door mijn sand, of buyten door mijn sout. America. DAt ick voor 't vierde deel der wereld word gegroet, Dat stond, dat staet my noch op vryheyd goud en bloed: [pagina 55] [p. 55] 't Waer beter onberucht en onberoemt gebleven, Als sulck een' roem gekocht voor vryheyd, goud en leven. Ick heb Euroop met goud en silver sonder maet Tot berstens toe vervuldt; maer, leyder! niet versaet. J. de Decker. Vorige Volgende