Het kinderleven geschetst in een tiental liederen
(ca. 1830-1840)–Anoniem Het kinderleven geschetst in een tiental liederen – Auteursrechtvrij
[pagina 14]
| |
[pagina 15]
| |
2.Nu zwerven en dartlen wij rond in het bosch,
Of rollen en stoeijen op 't donsige mos,
Of vangen elkander, of kaatsen den bal,
Of roepen den koekoek met davrend geschal.
| |
3.Geest allen u over aan stoorlooze vreugd,
En schertst nu en dartelt, van harte verheugd;
Maar stelt al krakeelen en twisten ter zij,
Want anders is 't met ons genoegen voorbij.
| |
4.Ja, makkers, schuwt steeds het baldadig vermaak,
Dat elk onzer dus ook voorzigtiglijk waak':
De woestheid zij steeds van ons spelen geweerd,
Ligt wordt soms de blijdschap in droefheid verkeerd.
|
|