Jong Dietschland. Jaargang 8
(1905-1906)– [tijdschrift] Jong Dietschland–
[pagina 227]
| |
Athalie - sonnettenGa naar voetnoot(1)I
| |
II
| |
[pagina 228]
| |
Zij luistert hoe in 't wiegje, speelsgezind,
De kleine telg, - wat blijdschap in haar rouw! -
Bijwijlen kalt en zwijgt en herbegint,
En doet alsof het medezingen wou.
‘Die stem... zij weet dat eens diezelfde stem
Gelijk een krijgstrompet door 't land zal schallen
En Achab's tempel zal in 't stof doen vallen!
Zij weet... zij meent alreeds de taal te hooren,
Het mannazoete taalgeluid van Hèm, -
Die eenmaal uit het wichtje wordt geboren!
| |
III
|
|