Jong Dietschland. Jaargang 7(1904-1905)– [tijdschrift] Jong Dietschland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 215] [p. 215] Strooisel Zongouden lichten vloeien uit den hemel, Heel zacht gestreeld door milde bloemengeuren, Die stijgen uit het levendig gewemel Der blijde kindrenschaar, vol bonte kleuren... Hoor nu op maat die belle zilvertinkend...! Zie toch, hoe al die witte kinderhandjes Uit rijk-vergulde, volle bloemenmandjes, Voor 't heilig Hostie-oog, wit-zonnig blinkend, Frisch strooisel strooien...: Ach en ik alleen En vind geen enkel bloemken levend staan, Dat ik kan plukken voor mijn lieven Heere... ‘Zie Jezus, al mijn bloemkes zijn vergaan, Maar van mijn doode Levensbloem wil 'k éen Voor éen de blaadjes strooien... t'uwer eere...!’ Dirk van Elzen. Vorige Volgende