Jong Dietschland. Jaargang 7(1904-1905)– [tijdschrift] Jong Dietschland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 157] [p. 157] De Slang Een kromgekrulde slang, bij 't zinken der koopren zonne sliert en sluipt door 't klettrend gers en kruipt in 't water om een zeup te drinken; Haar muil een zoete zeupe zuipt en in heur krinkels en heur linken doet de avondzon het water blinken dat van heur groene kele druipt. Gezapig keert z' heur om en weder, verdwijnt ze glibbrend door het gras en duwt de halmen op en neder. En achter heur lijk dompend glas ligt 't effen water weer te doomen en onder de avondzon te droomen. Leuven. Emiel Vereecken Vorige Volgende