Jong Dietschland. Jaargang 5

[p. 252]

Liefde.

Ik zit zoo lang reeds in uwe oude kerke, Jezu,
en voel geen liefde nog in mijn koud herte branden;
'k moet hooger reiken dan mijn ziel, met witte handen,
en dieper buigen 't hoofd voor uwen autaar, Jezu.

O schenk aan 't hert mij toch den vreê, den vreê zoo zoet,
den vrede dien 'k begeer uit al mijn levenskrachten;
o laat mij in uw huis op hulp niet langer wachten,
maar geef mij Liefde hier, die mij de ziel voldoet.

En moet mijn leven dan door edel deugden-werk,
gelijk die bogen hier, tot eenen tempel groeien,
o Heer, laat in mijn hert uw stille liefde bloeien
en 'k bouw met blijden moed mijn hooge en schoone kerk.

Mortsel, 7/12/02.

Joost van Etsel.