Jong Dietschland. Jaargang 5(1902-1903)– [tijdschrift] Jong Dietschland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 251] [p. 251] Vrede. Nog drijven late vogels deur het kalme goud der avondluchten zoo eenig en zoo droomerig. Ik hoor van ver hun zoet gepiep heel liefelijk trillen door de stilte, die eindeloos stille stervens-stilte van dezen tooverenden avond. De zon is weg en 't komt gelijk een geest van vreê uit al die zoetgekleurde kimmen. O kwaam die vrede nu in mij al spreiden lief coleur in dees mijn ongeruste moede ziel die zoekt en vreê niet vinden kan. 26/11/02. Vorige Volgende