Jong Dietschland. Jaargang 5(1902-1903)– [tijdschrift] Jong Dietschland– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 160] [p. 160] Nagras. Hoe komt het, dat het gras, Zoo dikwijls afgeschoren, Zoo groene lijk het was, Steeds groener wordt herboren, En immer groene schiet, Zoo groene lijk te voren? - 'k Begrijp het bijna niet. Hoe komt het, dat de weiden, Al zijn we in 't Najaar, thans, Zoo lief hun groen verspreiden, Lijk in de Lent' bekans? Wie kan het mij verklaren, Hoe zij alleen nu gansch Hun verwe trouw bewaren? Die 't weet, 't is Hij alleen, Die 't Leven is van 't leven, Want buiten Hem is geen, Die groener stof kan weven, Zoo groene 'lijk het gras, Dat groen ook is gebleven, Zoo groene lijk het was! 19/9/1902. Vorige Volgende