- In zijn nummer van 28 September bracht ‘het Nederlandsch Tooneel’ van Antwerpen eene bijzondere hulde aan Edward Keurvels, ‘door kooplieden uit het Nederlandsch Opera gedreven, door kunstenaars er weer ingevoerd.’ ‘Conscience heet het’ leerde zijn volk lezen, Benoit leerde het zingen, Keurvels leerde ‘het - (lees: de Antwerpsche bevolking) - luisteren.’
‘Nederlandsch Opera, Gent. Men mag zeggen dat dit jaar te Gent een Nederlandsch Opera ontstaan is; de bestuurder van den Nederlandschen schouwburg heeft althans besloten eene ruimere plaats aan de muziek te verleenen; hij heeft het zelfs aangedurfd een opera, lijk ‘De Bruid der Zee,’ met eigen krachten te laten opvoeren; het verwierf ongemeenen bijval. De decors waren heel wat beter dan te Antwerpen. Het repertorium bestaat nog uit ‘Achter Slot’ (oorspronkelijk) van Oscar Roels, orkestmeester in den schouwburg, ‘Liva’ (oorspronkelijk) van Vandermeulen, waarvan men veel goeds zegt; en uit vertalingen van Weber, Millöcker, von Suppé en Zeller.
Indien die loffelijke poging bekroond wordt, mogen we het ontstaan verhopen van een ernstig Nederlandsch Opera te Gent. De gemeenteraad van Gent verleent betrekkelijk weinig steun aan den Nederlandschen schouwburg en verspilt jaarlijksch tienduizenden aan den Franschen, alwaar een aantal weinig beduidende en ontstichtende Fransche Operetten gespeeld worden en het zangspel ‘Messaline,’ een, naar men zegt, door en door onzedelijk stuk overgrooten bijval bekomt. Men ziet het, hier ook is een Nederlandsch Opera, ook in 't belang van openbare zedelijkheid en volksontwikkeling, er dringend noodig. Ook de katholieke gemeenteraad van Brugge bevoordeeligt het Fransch tooneel van Gent.
- ‘Het Tooneel’ van Gent heeft zijn titel veranderd in ‘Het Kunstblad.’
Voor wat Brussel betreft, niet meldenswaardigs in Vlaamschmuzikaal opzicht, tenzij dat Blockx' laatste opera in de Munt herhaaldelijk met den grootsten bijval opgevoerd wordt.