Boekbeoordeeling.
Katholieke Kanselredenaars der Nederlanden,
door Dr Ch. Caeymaex, professor in het groot seminarie van Mechelen, diocesanen schoolopzier.
Het is den schrijver van dit boek reeds in vele tijdschriften gezegd geworden, wat een verdienstelijk werk hij gedaan heeft met het verwaarloosde hoofdstuk onzer lettergeschiedenis, namelijk dat der gewijde welsprekendheid, wederom in eere te brengen, en wat meer is, ernstig te behandelen.
Die dank is verdiend, en wij kunnen hem niet genoeg herhalen. De eerw. heer Caeymaex heeft een nieuw. een nuttig en belangwekkend boek geleverd.
Het eerste deel van het werk is historisch. en voor zooveel als het in 's schrijvers bestek ligt, ook kritisch. Na een kort overzicht der kanselwelsprekendheid tot de XVIe eeuw, zoo in het Noorden als in het Zuiden, komen voor elke eeuw afzonderlijke hoofdstukken, waarin telkens een artikel de Noord-Nederlandsche, een andere de Zuid-Nederlandsche kanselredenaars bespreekt.
Men heeft er genoegen aan, die reeks van vaderlandsche priesters te zien opkomen, en hun ieverig woord te hooren bespr eken en prijzen. Beziet den naamwijzer: hoeveel er zijn, en hoe onbegrijpelijk is het niet dat vele van die verdienstelijke mannen zoolang doodgezwegen waren? Zoo veel te inniger wordt er de vreugd voor, die wij bij het doorloopen van het boek gevoelen.
En toch heeft men nog spijt dat de lijst niet vollediger is, dat de sermoenen, alleen in handschrift bestaande, niet beoordeeld, noch hunne makers gemeld worden. Maar het is zeker dat de eerw. schrijver niets beters wenschte, en dat verdere on nauwere opzoekingen. door het enge bestek uitgesloten. hunnen tijd van verschijnen afwachten. Het veld is uitgestrekt en de oogst groot, maar de maaier is werkzaam genoeg om ons, na deze eerste schooven, geheel zijne schuur te laten genieten.
Misschien ook is hier en daar een predikant mis ingelijst, en staat in t Noorden waar hij zou in 't Zuiden moeten stáan, of omgekeerd; misschien ook is de opmerking gegrond, dat de uittreksels van het tweede deel - eene bloemlezing uit de beste redenaars - soms wat al te kort zijn, màar 't is moeilijk iedereen te voldoen of alle vereischten van den eersten keer te vervullen.
Alle Vlamingen, studenten vooral, toekomende priesters zeker, moeten dit. boek hebben, het is een nieuwe gezichteinder over het verleden van onze letteren, en een verblijdend teeken voor de toekomst. Eene kunde; eene wetenschap, eene veerdigheid moet doorstudie gerijpt en gekweekt zijn, ook die van het spreken, en die van het gewijde woord. Het eerste en noodzakelijkste daartoe is: den band aanknoopen met wat voor ons gedaan is. Zoo zal het vers van Ledeganck:
‘of slechts nog ongetooid ten stoel der waarheid stijgt’
nu reeds gedeeltelijk onwaar, in 't korte geheel valsch wezen en slechts een naklank blijven van een' droevigen toestand.
Al. Walgrave.