Visschers met de vork.
Juist spraken we van visschen met den hengel, en nu aanschouwt ge hier een manier van visschen zooals zeker nog niemand het heeft gedroomd.
Ligt hebt ge in de vaart met een kruisnet zien visschen, of een bijzonder vischrijke sloot met schakels zien afzetten, in welker netten de argelooze baarzen, snoeken en zeelten, door de polstokken verstrikt werden. Misschien hebt ge een of anderen echten peuëraar wel eens snoeken zien strikken; doch vischvangen met een vork ken ik alleen wanneer hij gekookt of gebakken op een schotel wordt voorgediend, en ik met mijn vork een of ander vet tongetje of scholletje voor een val op 't hagelwit tafellaken behoed.
Hier zijn drie jeugdige visschers echter bezig allerlei vischjes, die in de naauwe watersleuf van het heldere beekje neêrschieten, met een stalen vork te steken. Heel barbaarsch, naar mijne meening.
De jongen heeft er een helsch pleizier in om naar 't spartelen van 't geprikte diertje te kijken, en de oudere broeder die 't hoogste staat, wedijvert met het meisje, wie het in oplettendheid zal winnen, en de meeste vischjes zal steken.
Ik weet wel dat het niet barbaarscher is dan hengelen, maar liever ving ik er tien aan 't haakje dan er een met den vork te doorpriemen.
Willen we dus dit vermaak maar eenvoudig aan de jeugdige bewoners van den Elzas in Frankrijk overlaten? 't Is al akelig genoeg om een wurm aan te slaan als wê hengelen, en de Engelschen, die waarlijk teêrhartig zijn, gebruiken daarvoor altijd nagemaakte vliegen en insekten, waarop de visch aast.