Woord van welkom
Als voorzitter van de Jan Campert-Stichting heet ik u allen van harte welkom. In het bijzonder natuurlijk Els Pelgrom, een van diegenen die wij de schuld kunnen geven van het feit dat we hier vandaag bij elkaar zijn.
Mocht u zich afvragen: Waartoe is de Jan Campert-Stichting op aarde? Dan zou ik zeggen: Bel Mensje van Keulen, die dit jaar de Constantijn Huygens-prijs heeft gekregen. Of bel lezers die dankzij onze literaire prijzen op het spoor zijn gekomen van het werk van Mensje van Keulen, Jan van Mersbergen, Piet Gerbrandy, Bas Heijne, of van de festivals van Behoud de Begeerte. Zij allen vielen in de prijzen die de Jan Campert-Stichting namens de gemeente Den Haag dit jaar heeft toegekend.
Het toekennen van literaire prijzen voor wat mooi en goed is, is een van onze taken. Een anwb-bord in de boekenwereld, die de lezer leidt naar het beloofde land van literaire meesterwerken. Zoiets is de Jan Campert-Stichting. Maar dan een beetje meer.
Naast het strooien met literaire prijzen organiseren wij jaarlijks een symposium. Dit jaar gewijd aan een klavertje vijf van klassieke kinderboeken uit de periode 1950-1990. In zekere zin is deze dag een vervolg op het symposium dat nu bijna een kwart eeuw geleden georganiseerd werd onder de titel Literatuur zonder leeftijd. Alleen heel oude mensen, zoals ik, dus mensen juist met heel veel leeftijd, weten dat nog. Het werd dan ook wel weer eens tijd ons vizier op de jeugdliteratuur te richten.
U krijgt vandaag een stortvloed van woorden over u heen gestort. 12 voordrachten, 1 interview en 1 rondetafelgesprek om heel precies te zijn. Er zal ook beeld zijn, want geen Jip en Janneke zonder Fiep Westendorp, geen Kleine Kapitein zonder Carl Hollander en geen Madelief zonder Mance Post. De illustratoren gaven deze literaire kinderhelden letterlijk een gezicht.