kansarme allochtoon in zijn jeugd banken overvallen, hij koestert een uitgesproken seksuele voorkeur voor dikke negerinnen, hij bedroog zijn doodzieke vrouw op haar sterfbed, hij bekroont zichzelf in dwdd tegenover een jonge actrice tot befkoning, of heeft zich - op principiële gronden - aangemeld als lid van de pedofielenvereniging. De vrouwelijke evenknie dient minstens bij Pauw & Witteman haar moyenne open en bloot op tafel te leggen of er met de drummer van de band vandoor te gaan.
Ik schets maar even wat ik in mijn beroepspraktijk - ik wilde bijna zegen: ‘kliniek’ - als tv-kijker de laatste jaren voorbij heb zien komen in het literaire discours.
Ik wil hier geen jammerklacht laten horen, want dat is ook helemaal niet nodig, maar we kunnen hier wel vrij objectief een paar constateringen doen.
Voor menig schrijver is schrijven nog slechts een bijproduct van zijn hele onderneming. Die onderneming verkoopt niet zozeer een boek, alswel een totaalpakket, waarbij de persoon, imago en o ja: een boek, zijn opgenomen. Er zijn nog steeds uitzonderingen, maar over het algemeen geldt: een schrijver die wil leven van zijn schrijven, moet op tv. En dat hadden Bomans en Carmiggelt natuurlijk al heel goed begrepen.
Misschien is het ook wel daarom dat hun boeken al snel na hun overlijden geen lezers meer vonden: televisieroem is tijdelijk, per definitie. Voorbij wanneer het licht is gedoofd.
Natuurlijk heb ik me, na vele uren terugkijken in andere tijden, afgevraagd wie de hedendaagse Carmiggelt en Bomans zijn, als die al bestaan.
Sylvia Witteman, die met haar geestige columns openlijk in de voetsporen treedt van de Amsterdamse chroniqueur Carmiggelt? Met haar stukjes komt ze een eind in buurt, maar ze weigert vrijwel elk tv-optreden. Zo word je natuurlijk nooit een televisieschrijver.
In de reislust van Boudewijn Büch konden we een weerspiegeling van Bomans zien - ook hij ging, net als Bomans, veel op reis voor tv, en schreef daarover - een kruisbestuiving die de oplagen aanzienlijk vergrootten. Maar Büch is ook al