Constantijn Huygensprijs 2013
Tom Lanoye
Juryrapport
Wie Lanoye leest, hoort stemmen. Levensechte stemmen die een persoonlijkheid tekenen. Neem de stem van Tom, de legendarische ‘slagerszoon met brilletje’ uit zijn debuut, de jonge schelm Tony Hanssen uit Alles moet weg, de herboren Shakesperarekarakters uit Ten oorlog, de illusieloze Maarten Seebregs uit Het derde huwelijk, of de Zuid-Afrikaanse vrijheidsstrijder die plotsklaps zijn levensverhaal uit de doeken doet in Gelukkige slaven. Al dertig jaar wordt het werk van Tom Lanoye bevolkt door mensen die hun stem laten horen. Het woord nemen en hun verhaal doen. Dat ze daarbij van pijnlijke eerlijkheid kunnen omslaan in de meest doorzichtige pogingen tot bedrog - zelfbedrog niet in de laatste plaats - maakt ze voor Lanoye (Sint-Niklaas, 1958) alleen maar interessanter.
Alle personages in Lanoyes werk, of dat nu zijn toneelstukken zijn of zijn romans, kiezen een rol die ze willen spelen. Ze maken tot op zekere hoogte een voorstelling van hun leven. Hun monologen zijn een vorm van theater, van uitvergroting vaak ook, die echter niet dient om de werkelijkheid te verhullen. Het draait elke keer opnieuw om de stem waarmee ze die rol vorm geven, om de taal die ze kiezen. Die zegt meer over ze dan wat dan ook. Lanoye toont zijn helden binnenstebuiten aan de wereld. En zichzelf, zeker wanneer de naar eigen zeggen ‘acteur in het lijf van een schrijver’ voor een eigen voorstelling de bühne betreedt.
Hoe persoonlijk al zijn werk daarmee ook is, steeds heeft Lanoye zijn vizier nadrukkelijk op de buitenwereld gericht: in columns, essays en talloze media-optredens benadrukte hij zijn sociale en politieke engagement. Lanoye is óók een propagandist. Hij is een auteur die zich heeft voorgenomen om de wereld nooit te laten rusten, om zijn woorden altijd op de anderen af te vuren. Die vastberadenheid uit zich onder meer in een onvermoeibare strijd tegen de opkomst van extreem-