Inleiding
Het honderdste geboortejaar van Louis Paul Boon (1912-1979), een van de grootste schrijvers uit het Nederlands taalgebied, was aanleiding het jaarlijks symposium van de Jan Campert-Stichting in 2012 te wijden aan deze Vlaamse meester. Op vrijdag 14 december vond deze dag plaats, in het Letterkundig Museum. De bezoekers maakten gretig gebruik van de geboden mogelijkheid de vaste opstelling Het Pantheon. 100 schrijvers - 1000 jaar literatuur te bekijken. Louis Paul Boon behoort vanzelfsprekend tot de honderd geëxposeerden.
De Jan Campert-Stichting heeft altijd een Vlaamse tint gehad. Niet alleen vanwege de bekroonde auteurs afkomstig uit Vlaanderen, maar ook door bestuur- en jurylidmaatschappen. In het verleden maakten bijvoorbeeld Paul de Wispelaere en Bart Vervaeck deel uit van bestuur en jury en tegenwoordig zijn Lut Missinne (die overigens in 2013 afscheid neemt), Annemarie Leysen en Carl De Strycker onze Vlaamse collega's.
Helaas moest Hugo Brems wegens ziekte het symposium aan zich voorbij laten gaan. Gelukkig was de tekst van zijn openingslezing wel voorhanden, zodat de symposiumgangers toch een goed beeld kregen van Boons plaats in de geschiedenis van de Nederlandse literatuur.
De teksten die tijdens het symposium werden uitgesproken, zijn hierachter opgenomen, met uitzondering van de bijdragen van Geert Buelens, Anne Provoost en Jannetje Koelewijn. Laatstgenoemde sprak over Boon als journalist en eerstgenoemde ging in op de ‘Boon Forschung’ buiten ons taalgebied. Buelens' bijdrage stemde nederig. Maar de relatief geringe buitenlandse aandacht voor de schrijver van De Kapellekensbaan is geen uitzondering. Hetzelfde kan opgemerkt worden over het werk van Reve, Hermans en Mulisch, en van een jonge auteur als Arnon Grunberg, zo betoogde Buelens. Anne Provoost liet haar licht schijnen over de fenomenale feminatheek, meer in het bijzonder over een expositie die zij daarvan in Gent organiseerde in 2008 en de commotie die deze tentoonstelling veroorzaakte. Zij hield een vurig pleidooi