Dankwoord
Vroeger, in mijn kindertijd, was danken een dagelijks ritueel. We dankten voor de maaltijd. We dankten zingend voor de nieuwe morgen. We leerden dat het niet vanzelfsprekend was wat we hadden en kregen.
Dankbaar gedenk ik mijn ouders die dat danken voordeden. Zij gaven ons de kracht van boeken mee en de vreugde van muziek en vonden creatief denken en zingeving veel belangrijker dan geld.
Dank aan mijn moederland Nederland, waar ik - in Den Haag - ben geboren, en aan mijn vaderland België, waar ik op mijn dertiende terechtkwam. Mijn komst als jong grietje naar Brussel heeft mijn taal en mijn blik sterk beïnvloed. Er was opeens nog veel meer niet vanzelfsprekend. Het is een voedingsbodem gebleken voor mijn werk. Beide landen kennen een vrijheid van denken en onder woorden brengen die evenmin vanzelfsprekend is, en ondanks vervlakking en afbraak blijft er ruimte voor stimulans en weerklank. Dat blijkt ook vandaag.
Dank aan wie mij lief is en zijn. Wie mij als geliefde, zoon, broer of zus, vriend, vriendin omringd hebben en omringen, aan wie klankbord was en is, wie deelde, wie met de eigen talenten mij heeft opgetild.
Dank aan mijn lezers voor wat zij mij teruggaven. Verhalen uit hun leven waarin die van mij een plaats mochten vinden.