Welkomstwoord
Als voorzitter van de Jan Campert-Stichting heet ik u allen hartelijk welkom bij de uitreiking van de jaarlijkse literaire prijzen van de gemeente Den Haag. Uiteraard een speciaal woord van welkom aan het adres van onze laureaten, die ik vanaf deze plaats van harte feliciteer: Erik Spinoy, Gustaaf Peek, Benny Lindelauf en Matthijs Ponte, die Stichting Perdu vertegenwoordigt.
Helaas heb ik de voorgaande woorden niet ook kunnen richten aan A.F.Th. van der Heijden. Hij kan er niet bij zijn vanmiddag, maar daar hebben we iets op gevonden. Nog even geduld.
Den Haag mag trots zijn op haar literaire prijzen, die al bijna 65 jaar worden toegekend en is dat gelukkig ook. Met name de Constantijn Huygens-prijs is een uitstekend exportproduct - om het maar eens in city marketing termen uit te drukken - naar de rest van Nederland en soms zelfs naar het buitenland. Zo las ik onlangs in de Frankfurter Allgemeine Zeitung: ‘Die nach dem berühmten Naturforscher, Literaten und Politiker der Rembrandt-Zeit benannte Auszeichnung gilt als einer der bedeutendsten der Niederlande, ist mit zehntausend Euro dotiert und wird im Januar in Den Haag überreicht.’ Zo, dan hoort u het ook eens van een ander en bovendien: in het Duits klinkt het toch net echt.
Den Haag, wortelend in een rijke literaire traditie, is met haar festivals, haar letterenmusea en haar literaire prijzen een echte literatuurstad. Wij hopen niet alleen dat dat zo blijft, maar dat deze kwaliteit van de stad verder wordt uitgebouwd, juist vanuit de ambities die Den Haag koestert richting Culturele Hoofdstad 2018.
Nog even terug naar de hommage aan Hella Haasse, waarvan wij voor de pauze getuige zijn geweest. Uiteraard werd ook zij in het verleden door de Jan Campert-Stichting gelauwerd en wel in 1981 met de Constantijn Huygens-prijs. Ooit vroeg ik haar, toen het Letterkundig Museum een expositie maakte over de dood in de literatuur, haar favoriete doods-