Dankwoord
Dank aan het woord, het wooooh en het oord Dank ik het woord,
Prijs ik de frases die mij invielen & de uitspraken die mij verwonderden, irriteerden, mijn woede, vrolijkheid, hoon opriepen,
Eer ik de zinnen die bleven hameren in mijn hoofd en zich loszongen van hun context & de zinnen die ik las of dacht te lezen en met mijn verbeelding op de loop gingen,
Vier ik het klinken van de taal en het ritme dat mij tijdens het dichten op sleeptouw nam,
Respecteer ik de sprong in het diepe - dat is wat het schrijven van poëzie voor mij is, ik laat het grotendeels gebeuren, volg de klanken, het ritme, de toon, de structuur en de logica van het gedicht die al schrijvend ontstaan -,
Hoop ik dat iedere bundel, iedere reeks, ieder gedicht zo'n sprong in het diepe blijft,
Koester ik dus de durf om het wonderlijke dichtproces wonderlijk te laten zijn, geen maniertjes te ontwikkelen, geen schrijfmethode,
Dank ik het wooooh bij de onverwachte richting waarin het gedicht zich ontwikkelt - de onverwachte betekenis, vorm of structuur - & het wooooh bij de realisatie dat het gedicht werkt en klopt,
Hoogacht ik de rommel en het rommelen, de wirwar van kladjes, aanzetten, aantekeningen en losse regels, de chaos van verschillende versies die bij ieder nieuw gedicht ontstaat en groeit,
Hoogacht ik de lange adem waardoor ik geen genoegen neem met een eerste ingeving, een eerste betekenis, een eerste structuur, een eerste logica & waardoor ik blijf rommelen: uitproberen, herschikken, herschrijven net zo lang tot het werkt en het klopt,
Vier ik de vele versies die het niet haalden maar wel het gedicht op weg hielpen,
Haal ik opgelucht adem om de vele probeersels die ik weggooide,