Jaerboeken van het souvereine gilde der kolveniers, busschieters en kanonniers gezegd hoofdgilde van Sint Antone, te Gent . Deel 1
(1867)–Anoniem Jaerboeken van het souvereine gilde der kolveniers, busschieters en kanonniers gezegd hoofdgilde van Sint Antone, te Gent– Auteursrechtvrij[1600-1699]1600.Intrede binnen Gent der Aertshertogen Albert en Isabelle. De Prins van Arenberg, als oppervalkenier hunner Koninklyke Hoogheden, doet de bussen van Maerten Imschoot, van Willem Van de Velde en van Pieter Eeckman, die zich ter jagt begeven hadden, in beslag nemen. Op het mondelyk verslag en de aenmerkingen gedaen door Lodewyk De Blaesere, Heere van Ydewalle, watergraef en moermeester van Vlaenderen, door Jonkheer Philips De Gruutere, Heere van Exaerde, en door Jonkheer Jaek Borluut, Heere van Schoonberghe, die opvolgenlyk gedurende verscheiden jaren, Heuverdekens geweest waren, bevestigt de Oppervalkenier, zoo als deszelfs voorzaet, | |||||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||||
Jonkheer De Mol hetzelve reeds gedaen had, de voorrechten van den Gilde. | |||||||||||||||
1603, 5 maert.De Hoofdman, Dekens, Proviseurs en gemeene Supposten van den Gilde van St. Antone binnen Gent vertoonen aen den admirael Prins Karel van Arenberg, hoe dat de voorzaten der Supplianten, in het jaer 1515 verkregen hebben van Z.M. den Koning van Spanje, in dien tyde Grave van Vlaenderen, zekere opene letteren van octrooi nopens de inrigting van 't voornoemde Gilde, waerby, onder vele andere schikkingen, zy voortaen het regt hadden, ongestoord te mogen gaen achter lande dragende hunne bussen en jagende, behalve dat zy noch zwanen, noch reigers, noch putooren of dergelyk vliegend wild mogten schieten, en dat het aen geene bedienden of beambten geoorloofd was, onder voorwendsel van eenig verbod of ordonnantie hen in overtreding te verklaren of hunnen doelstok af te nemen. Diensvolgens, alhoewel de Supplianten het volle betrouwen hebben, dat de Prins van Arenberg hen geenszins in het genot hunner privilegiën zoude willen benadeelen, bidden zy hem, dat hy gelieve hun te verleenen act van confirmatie of behoud van 't voormelde octrooi, behoudens dat de leden van 't Gilde daer toe vry wezende, zich zullen voorzien van een teeken afgeleverd door hunnen Hoofdman, vooraleer dat zy zullen mogen jagen, en dat zy zullen gemagtigd zyn alle overtreders, in beslag te nemen. Op marge stond het navolgende: Alhoewel de Supplianten niet gerechtigd zyn in hunne vordering, staet zyne Hoogheid, door byzondere gunst; hun toe, zes leden van hun Gilde te benoemen, welken het zal geoorloofd zyn te gaen jagen, maer niet nader dan eene halve uer van de Stad, en zonder te mogen schieten op | |||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||
zwanen, reigers, putooren, patryzen noch fazanten. Zy zullen de namen van degene, die zullen gekozen zyn, aengeven aen den Opper-valkenier of aen deszelfs plaetsbekleeder, en hunne snaphanen met een teeken bekleeden, opdat niemand anders zich het zelfde voorrecht aenmatige, en voorders zweren, byaldien zy een ander persoon vonden jagende zonder schriftelyke toelating van zyne Hoogheid of van deszelfs Oppervalkenier, hem in overtreding te nemen, en daervan kennis te geven aen den Oppervalkenier of aen deszelfs plaetsbekleeder, ten einde den pligtige voor de rechtbank te doen verschynen en hem tot de boete te doen verwyzen, als by plakbrieven bepaeld, op straf, in geval van nalatendheid, de hier toegestane gunst te verliezen. Dit alles by provisie en tot voorder bevel. | |||||||||||||||
1605, 29 november.Besluit genomen, door Schepenen van der Keure. Van de vier Hoofdgilden der stad Gent, nemen dry dagelyks af en verminderen, die van den Kruisboog, van den Handboog en van de Busse, ter oorzake dat vele ordentelyke burgers er zwarigheid in vinden zich in dezelve te laten opnemen; vervolgens zoude men hunnen ondergang in 't kort kunnen te gemoet zien, indien er geene maetregels genomen wierden om zoo eenen voor de Stad noodlottigen uitslag te voorkomen. Daerom is besloten, dat al degene die in stadsdienst zyn en nog komen zullen, als Schepenen, Pensionnarissen en Secretarissen van beide de banken, Tresorier, Ontvanger, gezworene Klerken, Kontroleurs, Kommisen en Ontvangers ten komptoiren der Stad en hunne opvolgers en die door Schepenen zullen bekwaem en geschikt geoordeeld worden om van de voorzeide Gilden deel te maken, zullen gehou- | |||||||||||||||
[pagina 32]
| |||||||||||||||
den zyn een derzelve te kiezen, en zich in hetzelve als Gildebroeder bekend te maken. Ten einde dit besluit al zyn uitwerksel bekome, hebben Heeren Schepenen raedzaem gevonden hetzelve mede te deelen aen den byzonderen Raed hunner Hoogheden en daervan acte in forma, te doen ligten. | |||||||||||||||
1606, 9 january.Goedkeuring en bekrachtiging door hunne Hoogheden de Aertshertogen Albert en Isabelle van het bevel uitgegeven door heeren Schepenen van der Keure der stad Gent, waerby aen alle stadsbedienden de pligt wordt opgelegd van zich in een der vier Hoofdgilden te laten inschryven. De heeren Schepenen verkeerden in eenige bekommering nopens den wederstand en de weigering, die hun bevel op de verpligtende deelneming van alle stadsbeambten en Hoofdlieden der vrye Neringen in de voorzeide Gilden, zoude kunnen ontmoeten. Daerom hadden zy het gezag en den steun van het Opperbestuer ingeroepen. Hun vertoog wordt hier bereidwillig beantwoord. Hunne Hoogheden, na den Raed van Vlaenderen over de zaek geraedpleegd te hebben, en het hunne willende bydragen tot de goede instandhouding en den bloei der bovengemelde Gilden, verklaren, dat het besluit van heeren Schepenen van der Keure ten dien opzigte uitgevaerdigd, zal moeten stipt nagevolgd worden. | |||||||||||||||
[pagina 33]
| |||||||||||||||
toebehoorten van den Gilde van St. Antone, gelegen op den Vogelzang, om de achterstallen te bekomen van renten daerop bezet, den heyligen Geest en de kerke toebehoorende, en dat 't voorzeide Hof met het uitbranden van de keers verbleven is aen Gillis Van der Venne, gewezen Deken van 't zelfde Gilde, voor de somme van honderd gulden, boven alle renten, die hy t' zynen laste neemt. Deze aenkoop gedaen zynde, doet Gillis Van der Venne afstand van al zyn regt op 't voorgaende Hof ten profyte der Stad, volgens kontrakt met heeren Schepenen en Raed, op aenzoek van den Hoofdman, Koning, Deken, Proviseurs en Gildebroeders van St. Antone, om reden dat vele ordentelyke persoonen, ter oorzake van de voorzeide renten en lasten, zich in het Gilde niet willen laten inschryven, en alzoo 't Gilde gevaer loopt geheel ten onderen te gaen. Er wordt tevens door gemelde Gildebroeders verzocht om, na het overnemen van 't voorzeide Hof door de Stad, daer te mogen hunne dagelyksche oefeningen voortzetten met de bussen, en vervolgens: 1o zulke toelage uit Stads kas te genieten als te voren, van vier schellingen grooten by de week voor wyngeld, vier en twintig schellingen grooten voor twaelf kannen wyn, telken St.-Antoniusavond, dry pond grooten telken St.-Antoniusdag, om het feest te vieren van den Hoofdman en andere heeren, en twintig schellingen grooten voor papegaeigeld. 2o Dat de Knape of Concierge van het Gilde zal belast zyn onvergeld de schyven en de aerden doelen te onderhouden, de toortsen, in de processie door de Gildebroeders gedragen, te kroonen en hun dezelve te huis te bezorgen, en in alles, het Gilde betreffende, den Hoofdman, Koning, Deken, en de Proviseurs ten dienste zal staen, mits de Eed hem leveren zal de toortsen en de keersen en betalen het celebreren van den goddelyken dienst. | |||||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||||
Ter bestryding van welke kosten de Gildebroeders zullen behouden ten hunne voordeele de doodschulden verschenen sedert 8sten october 1605 en degene die namaels zullen vallen, van welke doodschulden elke Deken aen den Eed jaerlyks rekening zal geven. 3o Om de Gildebroeders te helpen in den aenkoop van kruit en lood voor hunne oefeningen en van hunne zondagspryzen, zal de Stad hun schenken dry schellingen vier grooten ter weke. 4o De Eed zal mogen al zulke verordeningen maken, welke men in 't schieten en in de kamer onderhouden moet, blyvende aen de Gildebroeders het regt om zich te beklagen aen het Magistraet, ware het zake dat zy zich beleedigd vonden. 4o Ten opzichte welker voordeelen voornoemde Hoofdman, Koning, Deken en Proviseurs, Ouderlingen, Notabelen en gemeene Gildebroeders zich verbinden, boven alle andere Gildebroeders van andere Hoven, poorters en ingezetenen dezer Stad, met alle vlyt zich te begeven, de eerste en de bereidste, met hunne wapens en doelstokken, om Heeren en Wet by te staen, volgens den alouden eed gedaen in der maniere naschreven: Ick zweere te wezen van den Gulde van myn Heere St. Anthuenis, busschieter deser stede van Ghendt, de heylighe catholicqe religie vooren te staene, den Grave ende Gravinne van Vlaenderen ghetrauwe te syne, Heere ende Wet deser stede bystandich te wesen, ende te ghevalle comen t' allen tyden alst van noode werdt, ende voorts al te doene dat een goedt ende ghetrauwe Guldebroeder van St. Anthuenis schuldich is van doene; zoo moet my Godt helpen ende al zyne heylighen. 5o Niemand zal aenveerd worden in voorzeide Gilde dan degene wezende van een goed, eerlyk en katholyk leven. De Gildebroeders zullen voorzien worden van doelstokken en zullen zich daermede vlytig exerceren, tot welk einde | |||||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||||
heeren Schepenen, om de Gildebroeders aen te moedigen jaerlyks dry zilveren pryzen zullen schenken, welke zullen geschoten worden in 't zelfde Hof, door den Eed en de Gildebroeders voorzien van hunne eigen doelstokken. Heeren Schepenen en Raed, om de redenen voorschreven, en om het Gilde te herstellen in zynen ouden fleur, staen toe aen voornoemden Hoofdman, Deken, Koning, Proviseurs en gemeene Gildebroeders, gebruik te maken van den voorzeiden hove, doelen, schiethuizen en kamers, en verklaren voorders 't Gilde te behouden in de toelagen en voordeelen, welke het van oude tyden genoten heeft. Eindelyk zal het Gilde in bezit blyven van al de oude voorrechten, voordeelen en bekrachtigingen aen hetzelve toegestaen en gejond van onheuglyke tyden af, door de Graven en de Gravinnen van Vlaenderen. | |||||||||||||||
1607, 9 oogst.Op verzoek van den Eed der dry Hoofdgilden van St. Joris, St. Sebastiaen en St. Antone, ten einde de dry Gilden te herstellen in hunnen vorigen bloei en om eeniegelyk op te wekken zich in dezelve te laten inschryven, is door heeren Schepenen van der Keure, tot hulpe en inkoop der wekelyksche pryzen, de stedelyke toelage gebragt tot op vyftig gulden 's jaers, met last om van die somme goed gebruik te maken, op straf, wierd zy van hare bestemming afgewend, dezelve te verliezen. Stads-schatmeester is gelast de dry bovengemelde Gilden de hier toegestane gunst te laten genieten. | |||||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||||
en is om dezelve reden ontheven geweest door heeren Schepenen van den dienst der burgerwacht. Nu ligt genoemde Arent Petit gevaerlyk ziek, zoodat de geneesheeren alle hoop op beternis hebben opgegeven. In geval van deszelfs overlyden, zoude Robert Daneels, ook bus- of wapenmaker van beroep, en wiens bedrevenheid genoegzaem bekend is, den genoemden Arent Petit willen opvolgen als busmaker van 't Gilden, op voorwaerde dat het den Heeren zoude gelieven hem ook van den dienst der burgerwacht te ontslaen. Dit verzoek wordt verzonden door het Kollegie aen den heer Hoogbaljuw, door deze aen Schepenen van der Keur en door deze laetsten toegestaen. | |||||||||||||||
1609, 30 april.Toelage van zes pond groot voor het schieten van den papegaei. Een rekwest wordt ingediend aen heeren Schepenen van der Keure door den Eed van den Gilde van St. Antone. Om den wapenstilstand na de voorgaende langdurige oorlogen waerdiglyk te vieren, heeft het Gilde besloten den papegaei te schieten en zyne oude en nuttige oefeningen te hernemen. Men zal by dit feest en deze byeenkomsten al de nuttelooze onkosten vermyden, en men verzoekt: 1o Dat de Stad gelieve te verleenen het hulpgeld van zes of zeven pond groot, hetwelk reeds van 1525 af is aen het Gilde ten dien einde toegestaen geweest. 2o Dat de wyn en het bier, die men zal drinken ten Hove op den dag van het papegaeischieten, zal vry zyn van alle landelyke en stedelyke belastingen en accynsen. 3o Om de schutters aen te moedigen en hunnen vlyt op te wekken in het oefenen der wapens, dat de Koning, met geheel zyn huisgezin zal vry zyn van alle belastingen en accynsen voor den termyn van tien jaren. Dit verzoekschrift wordt gunstig beantwoord. Het Gilde van St. Antone zal genieten eene jaerlyksche toelage van | |||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||
zes pond groot voor het schieten van den papegaei. De gene die den vogel zal afschieten, zal vrystelling bekomen van alle stedelyke belastingen en accynsen voor den tyd van twee jaren. Wat aengaet de ontheffing van regten voor de te verbruiken dranken in de maeltyd, welke ter dier gelegenheid plaets heeft, zullen de Gildebroeders aen heeren Schepenen eenen register mogen aenbieden om daerop, naer gelang van den tyd, te beslissen. Eindelyk zullen het gaeischieten en de maeltyd moeten plaets hebben binnen de Stad of in haer vrygebied. Stads-tresorier zal de zes pond groot aen het Gilde betalen op den papegaeidag, wezende den tweeden zondag na Paschen, maer dit jaer, by uitzondering, den tweeden Sinksendag. | |||||||||||||||
1609, 24 mei.Reglement op het schieten van den papegaei, gemaekt door mynheeren Koning, Hoofdman, Deken en Proviseurs van den Gilde van St. Antone: De papegaei zal geschoten worden alle jaren, den tweeden Sinksendag. Daeraen zullen mogen deel nemen al de Gildebroeders en ook andere liefhebbers, die met dit schieten Gildebroeders zullen worden. Op papegaeidag, Guldemisse te St. Michiels, om 8 ure, bygewoond door den Eed, Gildebroeders en liefhebbers, die mede schieten willen. Van daer, naer het Stadhuis om te loten, wie eerst schieten zal, en zoo voort, en de plaets aen te wyzen, waer elk zal staen in 't schieten. Voorop schiet de heer Hoogbaljuw eene scheut van eer uit name van den Grave van Vlaenderen, en eene tweede uit name van de Gravinne, daerna de Koning en de Hoofdman, en de andere schutters elk op zyn beurt. De loting gedaen zynde, zal een kort ontbyt plaets hebben op het voorzeide Stadhuis, in de vier-leden kamer. Om elf ure stipt, kamperen al de Gildebroeders binnen den Hove, van daer, in goede orde, naer de schietplaets. | |||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||
Voorop marcheert de Hoofdman, vervolgens de Deken en vaendrig, de tamboers en fyfers, opleidende het geheele Gilde, met doelstokken, musketten en andere bussen. De Deken met den Eed ryden te peerd. Edelen, Notabelen en Ouderlingen is 't geoorloofd een zygeweer te dragen. Zy zullen hunne bussen mogen doen dragen. Afwezig zynde ten voornoemden dage, zal elk Proviseur twee gulden boete betalen en de andere Gildebroeders twintig stuivers, ten profyte van het banket. Al de Gildebroeders zyn verpligt, na het afschieten van den papegaei, den Koning te vereeren, in persoone, te voet of te peerde, al hadden zy ook niet geschoten. Het bedrag van wedding op het afschieten van den vogel is van tienmael den inleg, en dat van stuk of gaei van zesmael; alle andere weddingen voor hoogere sommen zyn verboden, en zullen op den voorgaenden voet bekort worden. 't Verlies zal dadelyk moeten betaeld worden. De vogel zal schutterlyk opgezet worden en gerigt in tegenwoordigheid van den Eed en der heeren gecommiteerden van het Magistraet, indien zy zich daer aenbieden, zooals zy daertoe zullen uitgenoodigd worden. Voordat men begint te schieten, zal de Baljuw van den Hove den vogel wettelyk bannen en verbieden daeraen te komen. Na trommelslag zal hy eeniegelyk waerschuwen zich te wachten van alle gevaer en ongeluk. Men zal op geene schadeloosstelling konnen aenspraek maken voor dergelyk ongeval. Na deze aenkondiging zal de schieting beginnen elk op zyne beurt en met orde, met eene busse alleen. Nogtans zal men nog eenen anderen doelstok mogen by zich hebben en dien gebruiken in geval de eerste onbruikbaer wierd. Het is streng verboden anders te schieten dan schutterlyk, met eenen enkelen kogel, op straf van uitsluiting uit het Gilde. Den vogel afgeschoten zynde, zal de Eed verklaren wie regtveerdiglyk Koning is, en de papegaei van den | |||||||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||||||
Gilde zal door den aftredenden Koning den nieuwen Koning om den hals gedaen worden. Deze zal zich naer het Stadhuis begeven, rydende te peerd nevens den aftredenden Koning, den Hoogbaljuw of deszelfs gedelegeerde, den Voorschepen of de gemagtigde van het Magistraet, den Deken en Proviseurs, de Edelen, de Ouderlingen en de Notabelen, allen te peerd en vergezelschapt van al de Gildebroeders, onder slaende trommels, spelende fyfers, blazende trompetten en vliegende vaendels. Men zal onmiddellyk na 't afschieten van den vogel, aenkondigen, langs welke straten en plaetsen de Koning zal voorby trekken, en het zal geoorloofd wezen den Koning en het Gilde te beschenken onder wege met wyn of bier. 's Avonds na 't afschieten, zal banquet gehouden worden ten Stadhuize, op de vier-leden-kamer. De bloedverwanten van den Koning zullen er worden toegelaten, benevens al de Gildebroeders en liefhebbers, die medegeschoten hebben. Alwie gehouden is aen de schieting deel te nemen, en degene die ter maeltyd komen, al hadden zy niet geschoten, zullen de kosten moeten helpen dragen en binnen de dry dagen in handen van de Hofmeesters moeten betalen. Ter inrigting van welke festiviteiten zullen benoemd worden alle jaren by meerderheid van stemmen, twee Hofmeesters. Deze zullen ook belast worden met de verdeeling der zes ponden groot door de Stad jaerlyks toegelegd voor het papegaeischieten, maeltyd en andere onkosten. Insgelyks zullen de Hofmeesters zich verstaen met de trommelaers, fyfers en trompetters, mitsgaders met al zulke persoonen, die zy voor het Gilde noodig zullen vinden, behoudens goedkeuring van den Eed. Immers zy zullen verzorgen al hetgene tot het schieten van den papegaei en het banket betrekkelyk is. Door besluit van 30 april laetstleden is de Koning met zyn huisgezin vrygesteld van alle stedelyke rechten en accynsen. Vervolgens, indien men de | |||||||||||||||
[pagina 40]
| |||||||||||||||
oude gebruiken volgde, zoude hy alleen de kosten der maeltyd en vele andere moeten betalen. Niettemin wordt er besloten, dat de Gildebroeders zich vergaderen om zich in den wapenhandel te oefenen en te vermaken en geenszins uit baetzucht noch om Koning of andere Gildebroeders onkost aen te doen. Dientengevolge zal de Koning slechts schenken dertig stoopen wyn, in gelde, vry van accynsen, 'twelk doende zal hy vry zyn van de voorzeide onkosten der maeltyd, alsook van de andere banketten van den Gilde gedurende zyn Koningdom. De Hofmeesters zullen zes pektonnen doen plaetsen voor het huis van den Koning om 's avonds ontstoken te worden. Voor zyne woning gekomen zynde, zal de Koning zyn geleide bedanken en alle andere onkosten vermyden. 's Anderdags gaet de Eed, op boete van tien stuivers met de andere Gildebroeders en liefhebbers dien het gelieven zal, naer de kerk van St. Michiels, om 8 ure, den Koning, zonder geweer, begeleidende tot den Autaer van den H. Antonius, waer eene solemnele mis gecelebreerd wordt. Van daer, in goede orde, naer het Stadhuis, waer gelot wordt, om ten zelfden dage, na een kort ontbyt, tot de schieting der dry zilveren pryzen over te gaen. 's Avonds banket, met een matelyk byvoegsel, en rekening, door de Hofmeesters. Alle schulden zullen moeten betaeld worden. De schikkingen hierboven en alles, waerop geschil zoude ontstaen, staen ter interpretatie en ter uitvoering aen den Koning, Hoofdman, Deken en Proviseurs van den Gilde. | |||||||||||||||
[pagina 41]
| |||||||||||||||
den Gilde van St. Antone overgebragt en getoond het Gildeboek of Register waerin alle degene opgeschreven worden, die zich uit eigen en vryen wil als Gildebroeders aengeven, en aenteekening gehouden wordt van hetgene elk Gildebroeder biedt te betalen voor zyne doodschuld ten voordeele van hetzelfde Gilde. In denzelfden Register fo xo, aen 't Kapittel van de Edelen, wordt gevonden de naem van Mr Karel van Redeghem, heere van Liedekercke, welke voor zyne doodschuld de som van tien gouden kroonen gesteld heeft, en vermits voornoemd Gildeboek voor authentiek, dat is, geloofwaerdig, doorgaet, zoo zyn door heeren Schepenen brieven van vidimus of ratificatie verleend, by welke nog door Schepenen van der Keure bevestigd wordt, dat meester Hendrik Montenbroeck, advocaet, tegenwoordig Deken is van den voornoemden souvereinen Gilde, en dat men in zyne handen alle doodschulden moet betalen van 'tzelfde Gilde, als wezende de Deken met de inzameling derzelve gelast, die daerover moet verantwoorden in zyne eerste rekening. | |||||||||||||||
1610, 19 february.Volmagt gegeven om in regte te procedeeren ter inning van eenige doodschulden. Ten voornoemden dage is door den Eed van den souvereinen Gilde van St. Antone in de stad Gent byzondere volmagt gegeven aen Willem Cuvillon en aen eenen andere, procureurs te Ryssel, om alle actien, die het Gilde zoude kunnen hebben in die Stad en in hare omstreken, 't zy als eischer, 't zy als verweerder, in te spannen en te verdedigen, zelfs ware het zake dat het geval eenen byzonderen lastbrief zoude vereischen. Al wat voornoemde procureurs zullen doen voor het Gilde, 't zy gezamentlyk, 't zy afzonderlyk, zal voor goed en welgedaen gehouden worden. | |||||||||||||||
[pagina 42]
| |||||||||||||||
1610, 16 mei.Boeten te betalen door de Gildebroeders, die bij 't schieten van den papegaei zouden afwezig zyn. Aenvraeg aen heeren Schepenen van der Keure door den Eed van den Gilde van St. Antone om gemagtigd te worden de hier ondervolgende schikkingen, genomen krachtens privilegiën ten jare 1515 toegestaen, te mogen invoeren ten einde de boeten te doen betalen. Is verzonden door het Collegie aen den Hoogbaljuw, die de vraeg toestemt; vervolgens wordt dezelve toegestaen door heeren Schepenen van der Keure, en last gegeven aen den eersten officier, daer toe verzocht, om deze nieuwe ordonnantie ten uitvoer te brengen. (Actum 24 mei). | |||||||||||||||
1610, 16 mei.Gebod van wege den Eed aen al de Gildebroeders van St. Antone om zich te bevinden in den Hove, den 31 dezer loopende maend, zynde den 2en Sinksendag, om 11 ure stipt, met behoorlyk geweer. De Ouderlingen en de Notabelen behoeven slechts een zygeweer te dragen, om den Koning te vereeren en te vergezellen ter plaetse waer men den papegaei schieten zal, en van daer naer het Stadhuis, op boete van twintig stuivers, en de Proviseurs, dobbel, in geval van afwezigheid zonder wettelyke redenen. By zendbrief van wege den Eed wordt kennis gegeven dat men den papegaei zal schieten op den 2en Sinksendag, en de zilveren pryzen den volgenden dag, ter gewoone plaets. Afwezigen zullen gestraft worden. | |||||||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||||||
Krachtens octrooi in 1515 door Karel, prins van Spanje en graef van Vlaenderen verleend, wordt de Eed van den Gilde van St. Antone gemagtigd, om, onder goedkeuring van den heer Hoogbaljuw en de heeren Schepenen, al zulke maetregelen te nemen, die voor den dienst, het sieraed en de bevordering van het Gilde zouden noodig geacht worden. Dientengevolge is, bevolen door den Eed, dat al de Gildebroeders zullen gehouden zyn, telken jare, op den papegaeidag, dat is, den tweeden Sinksendag, om twaelf ure stipt, zich ten Hove te bevinden, voorzien met behoorlyk geweer, om den Koning te vergezellen en te vereeren. De Eed, de Edelen en de Ouderlingen zullen mogen komen te peerd ter plaetse der schieting. De afwezigen, by gebrek aen wettige redenen, zullen gestraft worden met eene boete van vyf schellingen groot, voor de enkele Gildebroeders, en van het dubbele, voor de Proviseurs. De heer Hoogbaljuw en de heeren Schepenen van der Keure, wenschende het voorzeide Gilde te herstellen (24 mei 1610) in zynen ouden goeden staet, en hetzelve beschouwende als het noodigste van al de Gilden, in alle tyden van oorlog en in de tegenwoordig moeijelyke omstandigheden, keuren goed en bekrachtigen bovengemeld besluit, gebieden aen den eersten officier, daertoe verzocht, de hand te leenen ter uitvoering van hetzelve. | |||||||||||||||
1611, 2 january.Vergadering ter kamer, van Deken, gemeene Gildebroeders en Wynman, in 't bywezen van den Koning. Er wordt besloten, dat de wynschieting zal beginnen om een uer stipt, van Baefmis tot half-maert, en om twee ure stipt, van half-maert tot Baefmis. Alwie zich terzelfder uren niet zal bevinden met zynen doelstok, ter balie, gereed om te schieten, uiterlyk vóór het omgaen van den toer, zal niet vertoefd worden, maer zal mogen overgeschrikt worden, en dus den wyn niet genieten. | |||||||||||||||
[pagina 44]
| |||||||||||||||
1611, 17 january.Smeekschrift door den Eed en de Gildebroeders van St. Antone, den Aertshertogen Albert en Isabelle aengeboden om geoorloofd te worden ten platten lande uit te gaen met hunne bussen en doelstokken ter jagt op vliegende wild. De Supplianten vertoogen, dat het Gilde van St. Antone ten allen tyde een groot, schoon en edel gezelschap geweest is. Men oefent er zich met den loffelyksten iever in den wapenhandel, zoo met de handbussen als met het grof geschut; de Gildebroeders, getrouw aen den eed, dien zy gedaen hebben, achten het als eenen heiligen pligt ten allen tyde, in oorlog en in vrede, in de moeijelykste omstandigheden de goede orde te bewaren, Stad en Vorst by te staen. Doch, ten gevolge van de beroerten en de langdurende oorlogen in ons Vaderland, is het Gilde zeer vervallen, zyne schatten, juweelen en boeken zyn geroofd geworden en verdwenen, de bewyzen zyner oude voorrechten en vryheden zyn vernield en de toepassing van het verbod, door de Regeering, na 't sluiten van den wapenstilstand, genomen, van ten platten lande, met handbussen of ander schietgeweer uit te gaen, zou den Gilde allernoodlottigst zyn en het aenwerven van nieuwe Gildebroeders geheel en al beletten. Dientengevolge, gelieven de Aertshertogen het Gilde in zyn bovengemeld aloude recht en privilegië te herstellen. De Aertshertogen, na den Hoogbaljuw, Schepenen en Raed van Gent geraedpleegd te hebben, willende deze aenvraeg gunstig beantwoorden, staen toe en verleenen aen voorzeide Gildebroeders het vrye vermogen om met bussen en doelstokken, ten allen tyde van het jaer uit te gaen ten platten lande en te schieten naer alle ongeprivilegiëerde vogels als zyn eendvogels, duikers, bruwieren, kraeijen, meerlen, lysters en alle andere mindere vogels, behoudens | |||||||||||||||
[pagina 45]
| |||||||||||||||
dat zy geene zwanen, ooijevaers, reigers, putoren, fazanten, patryzen of andere geprivilegiëerde vogels zullen mogen schieten. | |||||||||||||||
1611, 28 january.De heer Hoogbaljuw en de heeren Schepenen van der Keure bewilligen en bekrachtigen een besluit genomen door den Overdeken, Deken en de Proviseurs van den Gilde van St. Antone ten einde middelen te vinden om de onkosten te dekken benoodigd tot het herstellen van 't voorzeide Gilde in zynen ouden luister, het maken van eene nieuwe vane of standaerd, het kleeden van den teekenaer, en zoo voorts. Er zal eene omstelling of algemeene belasting te betalen zyn van vyf schellingen grooten door alle de Gildebroeders. En vermits bovengemeld besluit, krachtens het reglement, niet mag ten uitvoer gebragt worden zonder toestemming en goedkeuring van den heer Hoogbaljuw en de heeren Schepenen, zoo rigt zich den Eed tot deze Heeren ten einde de noodige bemagtiging te bekomen, welke hun wordt toegestaen op voorwaerde van rekening te geven van het gebruik der ontvangene gelden, ten allen tyde, daer toe verzocht zynde. | |||||||||||||||
1611, 23 april.Geloofwaerdige getuigenissen vóór Thomas de Mets, Notaris van den Raed van Vlaenderen, door vier Ouderlingen van den Gilde van St. Antone afgelegd, ten bewyze van het privilegie van 't Gilde nopens de vrye jagt. Nicolaus Serré, oud 70 jaer, Gildebroeder sedert 50 jaer; Jan Aertsens, oud 71 jaer, 47 jaer Gildebroeder; Pieter Van Quaille 56 jaer oud, 30 jaer Gildebroeder; Joos Molin, oud 65 jaer, 39 jaer Gildebroeder, leggen eensluidende getuigenissen af. De Gildebroeders van St. Antone hebben ten allen tyde vrye jagt gehad op de niet geprivile- | |||||||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||||||
giëerde vogels. Nooit zyn zy daeromtrent ontrust geweest; zy hebben overal, tot in de Polders en in Zeeland, met hunne doelstokken en bussen, ten platten lande, zich vertoond, schietende op voornoemd vliegend wild, en er is nooit schyn geweest hen in overtreding te verklaren. Dit voorrecht van gemelde Gildebroeders was zoo wel gekend, dat andere jagers daer toe geen oorlof hebbende, ten einde niet gestraft te worden, meermalen hebben gepoogd zich voor Gildebroeders van St. Antone te doen doorgaen. Wat meer is, gemelde Gildebroeders hebben zulke jagers verscheidene keeren in overtreding verklaerd en hun vuerroer afgenomen. Ook vlugten de pensjagers wanneer zy eenen jagenden Gildebroeder ontmoeten. | |||||||||||||||
(1611).Bevel van Koning, Overdeken, Deken en Proviseurs, betrekkelyk het schieten van den papegaei. Al degene, die aen deze schieting zullen deel nemen, zyn verpligt schutterlyk te schieten met enkel lood, volgens den eed, dien elk Gildebroeder gedaen heeft. Overtreders zullen gestraft worden als meineedigen, en anderszins, naer gelang van het misdryf. | |||||||||||||||
1612, 3 juny.Bevel van den Eed aen den Hofmeester gerigt: De heeren van den Eed hebben vernomen, dat de Hofmeester in de laetste vergadering gekozen voornemens is gemelde bediening niet te aenvaerden. Er wordt denzelven voorgeschreven en bevolen al de pligten van zyn ambt waer te nemen, of zoo veel te doen, dat iemand van den Eed zich daermede belaste in zyne plaets, op straf van te betalen dobbel gelag en alle schaden en intresten, die het Gilde, door zyne weigering en uitstel, zoude kunnen ondergaen. | |||||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||||
meesters telken jare ingebragt, dat zy geene spoedige betaling konden bekomen van de gelagen in de papegaeischieting en in het banket gedaen, wordt uitdrukkelyk bevolen door den Eed, dat dergelyke schulden zullen spoedig moeten betaeld worden, ten uiterste binnen de dry dagen, op straf van eene boet tot tien schellingen grooten, ten profyte van het autaer van 't Gilde, en daertoe, krachtens het recht van 't Gilde, rechterlyk gedwongen te worden. Dit besluit is toepasselyk op alle de verteringen gedaen in de andere vergaderingen en banketten van den Gilde. | |||||||||||||||
1612, 5 oogst.Aenstelling door den Eed van den Gilde, als Baljuw, van Laureins Volckaert, die genoegzame blyken gegeven heeft van bekwaemheid en geschiktheid tot voorschrevene bediening. Hy heeft den gewoonlyken eed afgelegd. Vervolgens zullen hem alle de Gildebroeders de achting toedragen, den Baljuw verschuldigd, en hem alle hulp en bystand leenen daer het van noode zoude zyn. Hy zal de profyten en baten genieten, die aen bovengemelde bediening vast zyn. | |||||||||||||||
1614, 5 april.Ten gevolge van het besluit genomen door de Gilden van St. Joris en van St. Antone den 22 january en den 4 maert 1612, wordt beslist door den heer Hoogbaljuw en door heeren Schepenen van der Keure, dat alle degene die zich bevinden in meer dan één van de dry Hoofdgilden, het zullen mogen ontstaen met zich aen den dienst van één Gilde, waervan zy de verkiezing zullen doen, te onderwerpen, behoudens nogtans dat zy in het andere Gilde of Gilden zullen verbonden blyven wat de doodschuld betreft. | |||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||
1o De akte van heeren Schepenen van der Keure, 1614, blyft in voege. 2o Zy die in verscheiden Gilden zyn en nog geen byzonder Gilde, om daer dienst te doen, gekozen hebben, zullen zulks moeten doen binnen de maend, op straf van te moeten dienen in het eerste Gilde, daer zy in geweest zyn. 3o De Gildebroeders, die zich in een ander Gilde begeven, moeten in het eerste blyven dienen. 4o De nieuwintredende Gildebroeders en die nooit van eenig Gilde hebben deel gemaekt, moeten in het eerste, waer zy ingekomen zyn, blyven, en zyn verpligt daer dienst te doen, niettegenstaende zy later zich in een ander kwamen te begeven. 5o Zoo iemand van de Gildebroeders in twee of dry Gilden zynde, aldaer gekozen wierd als Proviseur, zal dit niet mogen geschieden in elk Gilde dan van zeven jaren tot zeven jaren. Deze punten zyn toepasselyk op de Gildebroeders van St. Antone en op de dry andere Hoofdgildens. | |||||||||||||||
1616, 7 juny.Gebod door het Hof van Vlaenderen, aen den eersten deurwaerder en andere prinselyke officieren by denzelfden Hove, van ten uitvoer te brengen al de vonnissen uitgesproken door den Eed van den Gilde van St. Antone ten laste zoo wel van de onderhoorigen van den Hove als van de andere Gildebroeders. De gelastigde deurwaerder en officieren zullen op een billyk salaris mogen aenspraek maken. | |||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||
beliefven in deliberatie te legghen met heurliederen Eedt zondaghe vierentwintichsten decembris xvie zeventhiene de naervolghende poincten:’ ‘Eerst of niet goet en waere dat alle vier de Gulden hielden twee ordinaire vergaderynghen tsiaers bove de extraordinaire alst noot is, te wetene tsondaechs naer beloken Paesschen ende tsondaechs naer Ste Baefsdach omme by elck aldaer te proponeren al dat goet ende proffyctich waere voor de generaliteyt.’ ‘Item dat alle de resolutien die de vier Guldens by vervoisinghe tzamen zullen nemen, datmen die zal scryven in eenen bouck die rusten zal onder den Greffier van Ste Jooris, die ghehouden wert eenen yeghelicken van dandere Gulden daertoe acces te gheven ende extract te verleenen dies verzocht zynde ende datmen zulcke resolutien int zelve registre zal doen onderteeckenen byde vier Dekens op dat naermaels niemant en segghe dat hy daerover niet gheweest en heeft.’ ‘Item oft men aen Schepenen vander Keure vervolghen zal dat alle de Capitainen, Lieutenanten, Hooftmannen ende Gheswoorenen van de Neerynghe gheordonneert zy elck een Gulde te kiesen, midts zy alle mediatelyck ofte immediatelyck zyn in den dienst van de Stadt.’ | |||||||||||||||
1618, mei.Verzoek ingezonden aen heeren Schepenen van der Keure door de vier Hoofdgilden der stad Gent en strekkende om al degene die in Stads dienst zyn, namelyk de Kapiteins, de Luitenanten en de Vaendrigs der burgerwacht, mitsgaders de Hoofdmannen en de gezworenen van de Neringen te verpligten een der vier Gilden te kiezen en zich in het zelve te laten inschryven. Dit verzoekschrift wyst terug op het besluit van heeren Schepenen, in dato van 29 november 1605, en op de daer- | |||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||
op volgende akte van Hunne Hoogheden, waerin gezegde verpligting is uitgedrukt, daer zy de eenige maetregel is om de Gilden met deftige borgers te vervullen, en aen dezelve hunne ouden bloeijenden toestand terug te geven. Dit verzoek, op bevel van heeren Schepenen, wordt verzonden aen de oversten en gezworenen der Neringen alsmede aen de Kapiteins, Luitenanten en Vaendrigs der burgerwacht. (25 mei 1618). Den daerop volgenden dag, 26 mei, op den inhoud van bovenstaende verzoek nader gelet hebbende, gebieden Schepenen van der Keure aen al de oversten der Neringen en aen voorzeide officieren der burgerwacht, zich te schikken naer den inhoud van het besluit van 29 november 1605. | |||||||||||||||
1618, 7 october.‘Hedent zyn te samen vergadert de vier Gulden deser Stede van Ghendt, te wetene over die van Sente Sebastiaen den Coninck Jor Franchoys de Stoppeleere, Charles de Pours, Gheeraert Dhollandere, Jan vanden Plassche, Bailliu, ende Jan Brant, Clercq, over die van Sente Anthonis Jacques Claeyssone ende Jacques Claerbaut, ende over die van Sente Michiel den Coninck Govaert, Jor Pieter de Buck, Pieter Bosschaert ende Dominicus vande Fonteyne.’ ‘Eerst, datmen ten ghemeenen coste anden Prince zal vervolghen ende verzoucken executoriael generael voor alle de vier Gulden, tot innynghe van de dootschulden, boeten van absentie, metgaders tot betalynghe van haerlieden verteerde ghelaghen, inde generale vergaderynghe geschiedt, alles zonder verjaeren. ‘Voorts, gheproponeert de grootte vande boete te stellen, ten laste vanden ghonen in faulte blyfvende te compareren als tGulde heere van doene zal hebben, ende daertoe verobligiert is, waerup gheresolveert zal worden ter naester | |||||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||||
vergaderynghe, oock up de differente vande ghone die in twee vry Guldens zyn.’ ‘Ten anderen, te lichten de resolutien van onder den pensionnaris vander Mandere dienaengaende ghehouden.’ ‘Es oock gheproponeert wat boete datmen stellen zal ten laste vande ghone metelcanderen schimpende ende gheckende, ende hoe die boete zal ghedeelt worden, ende is by ghemeene resolutie gheordonneert dat voor deerste reyse de boete wesen zal thien schellinghen grooten, de tweede reyse dobbele, ende de derde reyse ter arbitraige vanden Eedt, welcke boete zal wesen tot proffycte vande gheinjurieerden naer behoorelicke verificatien ten minsten met eene ghetuyghe ende den Eedt vanden gheinjurieerden.’ ‘Item dat alle de ghone die ghecoren zullen worden tot eenich offitie zoo wat het zy, ende niet en bedient, zal verbeuren de boete van twintich schellinghen grooten, ten proffycte vanden Gulde, ten waere legitime excuse.’ ‘Voorts gheresolveert an haerlieder Sme Hoocheden te vervolghen eenen dach van keeremesse, omme byde vier Guldens in wapene te gaen, twelck zoude moghen geschieden den 1en sondach naer Ste Jans onthoofdynghe.’ ‘Item datmen conforme d'ordonnantie van Scepenen vander Keure zoude doen dachvaerden voor de zelve Scepenen alle de Capitainen, Lieutenanten ende Vinders, metgaders de Hooftmannen van alle de Neerynghen, omme te kiesen een Gulden, ende datte jeghens dyssendaghe ende acht daghen, wesende den xvie deser maent, jeghens den neghen hueren int vergaderen van Scepenen, ten welcken fyne men zal requeste presenteren an myne heeren Scepenen.’ | |||||||||||||||
[pagina 52]
| |||||||||||||||
Ste Antheunis, Jor Andries vander Sare, Jacques Claeyssone, Mattheeus Winnebroot, meester Jaspar Schamelaerts, Bauduyn de Cock, Bailliu, ende Franchois Zevecote, Greffier, ende van weghe die van Sente Michiel joncheer Pieter de Buck, Niclaeys Vermeere ende meester Pieter van Hoorebeke. Ten zelven daghe is gheresolveert byde vier Guldene, datmen twee persoonen deputeren zal tot het solliciteren tghone byde voorseyde vier Guldenen gheconcipieert, waertoe ghecoren zyn meester Marcus Snoucq ende Jacques Claeyssone.’ ‘Dat de vergaderynghe vande generaele Guldenen geschieden twee mael tsiaers, te weten sondaghe naer beloken Paesschen ende sondaghe naer Bamesse.’ | |||||||||||||||
1619, 3 february.‘Present den vollen Eedt ende heeren notable ende schutters nopende de propositie van weghen myn heere den Hoochbailliu ende Scepenen vander Keure ghedaen.’ ‘Up het eerste poinct, dat die vanden Gulde vanden Ed. Rudder Ste Jooris bereet zyn hemlieden te reguleren conforme de propositie, behalvens dat dandere Guldens yemant kiesende, hem niet en verminderen nochte in leegher plaetse en stellen als hy in het voorgaende Gulde van Ste Jooris zoude moghen ghedient hebben.’ ‘Soo van ghelycken dat zy gheene oncosten ofte ommestellynghen subiect en zullen wesen dan alleenelyck int Gulde daer elck Guldebroeder oudts in Eedt zal zyn ofte waepen zal draghen, ten waere het jaer dat hy diende, ende in zynen tyt ommestellynghe gheschiede, zulcx dat elck Proviseerder zal ontstaen midts betalende doncosten van dat jaer dat hy als Proviseerder is dienende.’ ‘Up tweede poinct, dat elck Guldebroeder ghehouden zal worden ten daghe van tschieten vanden papegaey het Gulde eere te doene in wapene ghelyck hy ghewoone is, | |||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||
up de pene daertoe staende, ende als alle de vier Guldens tzamen in wapenen zullen gaen, zal alsdan een ieghelick ghehouden worden te gaene int Gulde daer hy oudts in Eedt is, ten welcken fyne byde vier Greffiers vande respective Guldens ghemaect zal worden een lyste van alle de Guldebroeders.’ ‘Up tderde point, fiat volghende de propositie.’ | |||||||||||||||
1620, 17 mei.‘Gheresolveert an Scepenen vander Keure requeste te presenteren ten fyne dat de ghone in Eedt zynde voor dat jaer zouden exempt zyn van te gaene inde processie generale met die vanden Raede.’ ‘Voorts alzoomen verstaet dat sommeghe Thiendemans composeren ter causen vande boeten byde Guldebroeders gheincurreert ter causen dat zy niet ghecompareert en hebben, int upgaen ende wederkeeren int schieten vanden papegaey, ofte andere extraordinaire vergaderynghen, zoo es gheresolveert dat alleenelyck deen helft vande boete van thien schellynghen groote zal commen tot proffycte vanden Thiendeman ende dander helft tot proffycte van elck Gulde daeronder de defaillanten sorteren.’ ‘Item gheproponeert dat elck Guldebroeder jaerlicx zoude betaelen vier, vyf, zoo zes stuvers tsiaers tot hulpe van alle doneosten zoo van poedere als anderssins.’ | |||||||||||||||
1621, 25 april.‘Gheresolveert datmen zal voorts procederen mette resolutie ghenomen nopende de Capitainen, Lieutenanten, Venders, etc. in ghevolghe vande ordonnantie vande Scepenen vander Keure, ten welcken fyne zal andermael requeste ghepresenteert worden ten fyne te compareren int Collegie, ende met eene verzoucken dat dHoofdmannen van alle de Neerynghen oock gheordonneert zal worden een Gulde te kiesen by zoo verre zy in gheen en zyn.’ ‘Voorts datmen zal requeste presenteren up de name | |||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||
vande vier Gulden, of gheradich waere, midts dezen aenstaende oorloghe, te schieten naer den papegaey.’ | |||||||||||||||
1622, 2 october.‘Ten selve daghe zyn ghecompareert die vanden Gulde van Ste Sebastiaen ende Ste Anthonis, ende is gheresolveert datmen ter naester vergaderynghe zal advyseren of de Conynghen zullen vry ende exempt blyfven van ghelaghe ende schieten met den Eedt den zelveren stedeprys of dat zy zullen loten als andere schutters. Item oock gheresolveert datmen alsdan van ghelycken zal adviseren nopende het schieten inde hoofmesse ende vesperen.’ | |||||||||||||||
1623, 9 october.‘Gheresolveert dat de Conynghen niet langher en zullen ghenieten den vrydom dan den tyt die zy van te vooren vry zyn gheweest alsser een ander in haerlieder plaetse ghesuccedeert is. Oock dat den Coninck afghegaen naer het jaer van zyn Coninckschap, zal loten mette schutters, indien hy begheert te schieten naer den zelveren stedeprys.’ | |||||||||||||||
1624, 29 september.‘Gheresolveert datmen requeste zal presenteren an myne Ed. heeren Scepenen vander Keure omme thebben de zes ponden grooten die de voorseyde heeren tot nochtoe ghegheven hebben tot hulpe vande groote oncosten dier vallen int bancquet int schieten vande zelveren stedeprys midts den tresorier deser stede tzelve is refuserende ende datte up den name vande voorseyde vier Guldenen waertoe elck Collegie twee zullen deputeren tot het presenteren ende solliciteren vanden zelven requeste. Voorts zalmen an myne heeren Scepenen vander Keure | |||||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||||
te kennen gheven dat het poedere commende uut het magazyn deser stede, van cleene weerde is ende by dien dat het beter ware te verzoucken een somme van ghelde om tzelve te coopen. Item datmen myne heeren Scepenen zal te kennen gheven de desordre die er valt zoo wel int marcheren vande vier Gulden, inhaelen eenighe Princen ofte andere Heeren, als oock int wederkeeren ende bydien dat myne Heeren zouden daerup gheliefve ordre te stellen.’ | |||||||||||||||
1626, 26 mei.Vertoog door den Eed van het Hoofdgilde van St Antone aen den Raed van Vlaenderen, ten einde dwangbevelen te bekomen ten laste der Gildebroeders, die in gebreke blyven hunne schulden te betalen. Requireerenden wyzen terug op de magtiging door Keizer Karel en Hunne Hoogheden Albert en Isabelle aen den Eed van 't Gilde verleend om al zulke verordeningen te maken, voor den welstand van hetzelve vereischt; van dit recht gebruik makende heeft de Eed, onder anderen, bevolen, dat al de gelagen, in de banketten, door de Gildebroeders gemaekt en andere onkosten, zouden moeten betaeld worden, ten uiterste, binnen de dry daerop volgende dagen, op straf van daertoe rechterlyk gedwongen te worden. Dit besluit is door den heer Hoogbaljuw en de heeren Schepenen bekrachtigd geworden. Daerna is de Eed genoodzaekt geweest aen voorzeide heeren dwangbrieven te vragen, welke hem ook zyn toegestaen geweest. In dier voege heeft de inning der gelden den Gilde toekomende, gedurende verscheiden jaren, plaets gehad. Nu is het gebeurd dat een groot getal supposten van den Hove van Vlaenderen Gilde- | |||||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||||
broeders geworden zyn, en in die hoedanigheid al de oefeningen, vermaken en banketten van het Gilde bywonen, waer zy de schulden, nevens hunne medegildebroeders gemaekt, en ook de boeten, die zy ondergaen hebben, niet betalen; maer wat erg is, de Supplianten kunnen niemand vinden, die het op zich wil nemen deze schulden en boeten te doen betalen, dewyl de schuldpligtigen beweren voor het Hof van Vlaanderen te rechte te staen en niet dan door eenen deurwaerder van hetzelfde Hof te kunnen gedwongen worden. Het Hof verleent de dwangbevelen alhier vermeld. | |||||||||||||||
1627, 18 april.‘Gheresolveert te schieten den papegaey upden tweeden Synxendach.’ Later werd beslist den papegaei te schieten in 1628, 1629, 1635, 1636, 1637, 1638, 1639, 1640, 1646, 1649, 1650, 1651, 1652, 1653, 1654, 1657, 1660, 1661, 1662, 1663, 1665, 1667, 1669, 1670, 1681, 1686, 1687, 1688, 1699, Er wierd beslist, den papegaei niet te schieten in 1630, 1631, 1633, 1641, 1642, 1643, 1644, 1645, 1647, 1648 (ter oorzaek van de inneming van Kortryk door de Franschen) 1655, 1656, 1658, 1659, 1664, 1666, 1668, 1671, 1672, 1673, 1674, 1675, 1676, 1677, 1678, 1679, 1680, 1682, 1683, 1684, 1685, 1689, 1690, 1691, 1692, 1693, 1694, 1695, 1696, 1697, 1698, 1700, 1701 en 1702. Het is te bemerken, dat in de vergaderingen der Eeden van de vier Hoofdgilden, die van St. Antone byna altyd stemmen voor het Koningschieten; maer dewyl dit besluit met meerderheid der stemmen moest genomen worden, werd hun wensch niet altyd vervuld. | |||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||
dootschulden te moghen toespreken een hoir alleene vanden overledenen Guldebroeder, zonder dat tzelve hoir zal vermoghen afwysynghe te doene, ende datte omme sommighe cleene dootschulden ende multiplicatie van processen ende groote oncosten te schuwen, midts hebbende den aenghesproken hoir zyn regres up zyne medehoirs.’ ‘Voorts, nopende het vervolch ghedaen by die van Ste Anthonis, te weten of de Coninghen zullen gaen in wapene naer haerlieden tweede jaer ende oock of de zelve zullen moeten dienen, oock de afgaende Dekens, waertoe alle de Guldens int generale zullen convoceren haerlieder ghemeente omme ter naester vergaderynghe rapport te doene ende alsdan gheresolveert te worden.’ | |||||||||||||||
1628, 7 mei.Vergadering in het Hof van St Jooris der Eeden van de vier Hoofdgilden der stad Gent. Er wordt besloten: 1o Dat het besluit van den 6 mei 1615 stiptelyk zal nagekomen worden, dat men hetzelve zal doen bekrachtigen door heeren Schepenen van der Keure en daervan akte in forma verzoeken. 2o Op voorstel van de Koningen en Dekens, in dato 10 october 1627, wordt insgelyks beslist, dat de afgeschoten Koning zal gaen tusschen de twee eerste Proviseurs, twee jaren als Notabel, en van daer voorts zal hy geteld worden als enkel Gildebroeder; 't zevende jaer zal hy gehouden worden te dienen als Proviseur, indien hy daertoe gekozen wordt. Hetzelfde zal gelden de Dekens. Dezelfde Koningen blyven ontheven van alle onkosten den Gilde rakende gedurende den termyn door heeren Schepenen bepaeld. | |||||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||||
van der Keure van 'tgeen besloten is in de vergadering der Eeden van de vier Hoofdgilden. De aenvraeg aen heeren Schepenen gericht, na door hen aen den heer Hoogbaljuw te zyn verzonden geweest, wordt door dezen goedgekeurd. Daer op volgt het besluit, waerby heeren Schepenen de meergemelde punten, zooals die beslist zyn, in de algemeene vergadering der vier Eeden, tot wederroeping, goedkeuren. | |||||||||||||||
1628, 8 october.‘Zyn ghecompareert de vier generaele Guldens ende es gheresolveert zoo yemant vande voorseyde Guldens quame ghedeputeert te worden tot vervolch van eenighe zaecken de voorseyde vier Guldens raeckende, zal ter naester vergaderynghe overbrynghen zyn deboursementen ter causen van dien ghedaen, twelcke hem alsdan zal betaelt worden byde vier Dekens elck zyn contingent, twelcke alsnu ende in toecommende tyde zal onderhouden worden.’ | |||||||||||||||
1629, 7 october.‘Gheresolveert dat int aenveerden vande ancommende Guldebroeders, de zelve hemlieden zullen verobligieren voor haerlieder dootschult heurlieden hoirs ende naercommers in solidum ende den ghonen hemlieden afnemende den Eedt hem tzelve poinct zal ghehouden worden vooren te houden waermede compt te cesseren de resolutie van den xe octobris 1627.’ ‘Item an Schepenen te verzoucken zekeren taux, op dat den eenen Greffier niet meer en trecke van sallaris dan den anderen.’ ‘Voorts is oock gheresolveert te deputeren Commissarissen van elck Gulde om an Schepenen te verzoucken executoriael omme de sententien, byde voornoemde vier Guldens ghewesen, ter executie te stellen.’ | |||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||
‘Item dat niemant el vry wesen en zal van parade te doene dan den Eedt vande voornoemde vier Guldens daer vute zullen ghecosen worden de ghecommitteerde omme den nieuwen Coninck, naer het afschieten vanden papegay te begroeten, ende by zoo verre yemant vande voornoemde vier Guldens waeren deputerende andere Guldebroeders inden Eedt niet zynde en zal daeromme niet gheexcuseert worden inde andere Guldens, daerinne hy oock is, van op te gaene in waepene, ofte anderssins tzelve eere te doene, alzoo hy daertoe ghedachvaert zal zyn.’ | |||||||||||||||
1630, 14 april.‘Gheresolveert te stellen requeste omme te verzoucken volcommynghe vande resolutie van vije octobris 1629.’ ‘Item is gheresolveert datmen desen jaere 1630 niet en zal schieten naer den papegay, nemaer wel den zelveren prys.’ ‘Voorts is oock gheresolveert dat niemant vande Guldens en zal schieten nochte spelen naer den papegay ofte zelvere stedeprys, op anderen dach dan den ordinairen, te weten die van Ste Michiels sondaechs voor Syncxenen, emmers wel daervooren ende niet daernaer, die van Ste Anthonis opden tweeden Syncxendach, ende hiernaer die van Ste Sebastiaen, ende alsdan die van St Jooris.’ | |||||||||||||||
1630, 6 october.‘Is gheresolveert byde vier Guldens te vervolghen betalynghen vande zes ponden groot metgaders de xxiiij sch. gr. over de twaelf cannen wyns die by myn heeren Schepenen vander Keure jaerlicx ghegheven wordt tot hulpe vande oncosten vande maeltyt, die byde voornoemde vier Guldens ghehouden wordt int schieten van haerliederen papegay ofte zelvere stedeprysen.’ | |||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||
1632, 25 april.‘Compareerden de vier Guldens ende hebben gheresolveert datmen zoude compareren voor Schepenen vander Keure jeghens de pachters vanden impost, ter causen van haerlieden ghepretendeerde rechten vanden impost die te vooren byde Guldens niet en is betaelt gheweest.’ | |||||||||||||||
1633, 2 october.‘Gheproponeert by de voornoemde Eeden, oft niet gheradich en waere te versoucken executoriaele van dootschulden, die ghevallen syn, soo die van Brugghe, gheleden corten tyt, hebben vercreghen. De Greffier van Ste Sebastiaen, verclaert dat up den naeme vande vier Guldens verereghen is executoriael ende dat tzelve berust in haerlieden secret ende heeft beloft danof communicatie ende copie te verleenen.’ ‘Voorts oock ter naester vergaderynghe te resolveren oft niet gheradich en waere te verlegghen de daghen van dese vergaderynghen, deurdien up de ghestelde tyden de messen van het een Gulde vrougher ghedaen worden als dandere.’ | |||||||||||||||
1634, 30 april.‘Ter vergaderynghe vanden Eedt vanden souverainen Gulde van Ste Jooris, zyn ghecompareert den Eedt van Sinte Anthonis, Ste Sebastiaen ende Ste Michiel.’ ‘Ghevraecht propositie vanden tweeden octobris 1633 van verlegghen vanden dach vande vergaderynghen up tsondaechs naer Bamesse, is gheresolveert dat den dach ende huere blyven soude ghelyck te vooren gheuseert is gheweest. | |||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||
Int regardt van het schieten vanden papegaey, zyn dienaengaende ghevallen de voysen ghelyck ende bydien ghedraghen hemlieden in sulcx myne Ed. heeren Schepenen vander Keure sullen ordonneren. De post is by Schepenen gheresolveert te schieten.’ | |||||||||||||||
1634, 8 october.‘Gheresolveert tappeleren van eene sententie inde saecke van myn Ed. heere den Hoochbailliu hre causa officii jeghens Jan Maes, verweerdere, ter causen dat den verweerdere, in den Hove van Ste Sebastiaen, metter handt ghesmeten hadde Baudewyn de Guick.’ ‘Voorts gheresolveert dat zoo wien van den Eedt van elck Gulde absent sullen blyfven, sullen telcken reyse verbueren de boete van twee ponden grooten ende van ghedisponeert zullen worden naer discretie byde gone present wesende, inghevolghe resolutie vanden 18en oct. 1620.’ | |||||||||||||||
1635, 30 december.Aenvraeg aen de heeren Schepenen gericht door Hendrik De Graeve, busmaeker van beroep, ten einde vrystelling te bekomen van den dienst der burgerwacht. Requierant herinnert dat Robert Daneels en daer te voren Arent Petit, die het Gilde van St Antone gediend hebben als busmakers en by hetzelve ten pensioene hebben gestaen, uit dien hoofde zyn vrygesteld geweest van te dienen in de burgerwacht; dus koestert hy de hoop, daer hy nu aenvaerd is als opvolger van Robert Daneels, dat het den heeren Schepenen van der Keure zal believen hem insgelyks van gemelden dienst vry te verklaren. Ten gevolge dezer aenvraeg wordt Hendrik De Graeve van de burgerwacht vry verklaerd. | |||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||
vanden papegaey, zyn, omme de conjoncture des tyts, de vooysen dienangaende ghelyck, ende bydien ghedraghen hemlieden respectivelyck inde wtspraecke van myn Ed. heeren Schepenen vander Keure.’ ‘Aengaende het vervolch van het executoriael vande dootschulden tselve heeft Parmentier, Deken vanden Gulde van Sinte Anthonis, tsynen laste ghenomen.’ | |||||||||||||||
1639, 8 mei.‘Dispositie nopende het innen der dootschulden ter voldoenynghe vande ordonnantie ghegheven in priveen Raede van zyne Co. Majesteyt tot het vercryghen van letteren executoriaele ende vande dootschulden ghevallen ende te vallen.’ ‘Aengaende de resolutie ghetrocken den iiij octobris 1637 ende den iij octobris 1638 gheordonneert te vervolghen, is volcommen ende is by myn Ed. heeren van het Magistraet deser Stede gheaccordeert ende overzulcx by hemlieden gheordonneert, dat elck persoon zynde in Eedt ende officie deser Stede, is verobligiert te commen in een vande vier Guldens.’ | |||||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||||
1639, 9 october.‘Gheordonneert tonderhouden dat de Conynghen telcken vergaderynghe zullen commen met haerlieder ketens aen.’ ‘Voorts alzoo dheeren vanden Eedt van Gulde van Sinte Sebastiaen hemlieden hebben beclaecht dat die van het Gulde van Sinte Anthonis ende van Sinte Michiel hemlieden hebben gheanticipeert by het vooren gaen in het begroeten vande nieuwe Conynghen, daer dat ter contrarien altyts onderhouden is gheweest dat het oudtste Gulde, te weten Sinte Jooris eerst is gaende, daernaer Sinte Sebastiaen, ende alsdan Sinte Anthonis, ende daernaer van Sinte Michiels, zal daeroppe ter naester vergaderynghe worden gheresolveert ende ordre ghestelt.’ ‘Ende alzoo die van Sinte Anthonis ende Michiels Gulde hemlieden intituleren te wesen souveraine Guldens, zal daerup ter naester vergaderynghe gheordonneert worden.’ | |||||||||||||||
1640, 22 april.‘Aengaende beclach ghedaen den ix octobris 1639 int regard van het begroeten vande Conynghen, is byde vier Guldens gheresolveert, dat die eerst zal ghedaen worden by die van Sinte Jooris, daernaer Sinte Sebastiaen, alsdan Sinte Anthonis ende daernaer Sinte Michiels, zonder elcanderen dienaengaende te anticiperen, ten waere dat deen of dandere binnen competenten ende behoorlycken tyt niet en quamen.’ ‘Raeckende het tweede poinct, zullen die van Sinte Sebastiaen ende Sinte Jooris hemlieden dienaengaende moghen beclaghen daer ende zoo zy in raede zullen vinden.’ ‘Voorts dat die van Ste Anthone den aentsaende zomer zullen schieten den gaey.’ | |||||||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||||||
ruime geldmiddelen, zoodat het Hof in 1641 kon gebouwd en voltrokken worden, zooals men zien kan door het jaercyfer, op den voorgevel naer den kant van de Lieve. Dit gebouw was met eenen vierkanten toren bekroond, welke in 1821 afgebroken werd. (Aenteekening van wylen den heer Goetghebuer). | |||||||||||||||
1641, 6 october.‘Is byde heeren vande vier Guldens gheauthoriseert Anthonis De Grave Deken vanden Gulde van Sinte Anthonis, omme voorts te vervolghen het executoriael vande dootschulden, die inde voornoemde Guldens zyn vallende, twelck te vooren byden Deken Parmentier zynen voorzaten ghedaen is gheweest ende by hem De Grave gheaccepteert up de conditien ende bespreken ghelyck den voornoemden Parmentier is toegheseyt.’ | |||||||||||||||
1642, 15 july.Milddadigheid van Pieter De Lileers, poorter van Gent. Ter vergadering van Koning en Proviseurs van 't Gilde van St Antone, neemt schriftelyk Pieter De Lileers de verbintenis aen om jaerlyks, op St Antones-dag, onder de misse, eenen zak tarwen brood, onkost den Gilde, te doen uitdeelen aen den armen, en dit, gedurende twaelf jaren, ingaende met St Antones-dag eerstkomende. Hy voegt er deze voorwaerde by, dat het Gilde, hem, De Lileers, of zyne erfgenamen daertoe zullen aenmanen ten minste acht dagen te voren, en hun ter hand stellen twaelf looden of broodkaerten om die uit te deelen naer believen. Koning en Proviseurs van 't Gilde aenvaerden het aenbod en de voorwaerden daerby gevoegd. | |||||||||||||||
[pagina 65]
| |||||||||||||||
maer en zal doen ten neghen hueren in plaetse van acht hueren.’ | |||||||||||||||
1643, 4 october.‘Die van Ste Sebastiaen niet ghecompareert zynde, wordt ghegheven defaut ende alzoo ghevallen inde boete van twee ponden grooten. Oock gheresolveert dat alle de ordonnantien ende resolutien in bouck ghestelt, rustende onder den Gulde van Ste Jooris, zullen gheteeckent worden byde vier Greffiers in plaetse vande Dekens.’ | |||||||||||||||
1644, 2 october.‘Gheresolveert dat de ghecommineerde boeten gheroert byde resolutie van iiijen octobris 1643 zullen onderblyven ende dat van nu voorts de Guldens up de twee ordinaire daghen, metten Bailliu ofte Cnape van het Gulde van Ste Jooris, zullen vermaent worden telcken dry of vier daghen van te vooren, ende tzelve alzoo ghedaen zynde, zullen dabsente alsdan incurreren de ghestatueerde boete ende anderssins niet.’ Uit een handboeksken voor titel voerende: Deboursen ende wtgeven ghedaen by my Jan Vilain als Conynck van het souverain Gulde van Ste Antheunis deser stede, tot coopen vande materialen, aerbeytsloon ende anders, ghelyck hier achter volcht, begonnen den 28 novembris 1644:
| |||||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||||
| |||||||||||||||
1646, 13 april.Vertoog aen heeren Hoogbaljuw en Schepenen van der Keure: Het Gilde van St Antone telt tegenwoordig ongeveer 900 leden. Aen dit Gilde heeft de stad Gent te danken, dat hare burgerwacht uit de behendigste schutters is samengesteld, die men ergens vinden kan. Nu is men voornemens de Gildebroeders ook te oefenen in het laden en losbranden van het kanon, en een stuk kanon zal gegoten worden ten koste van het Gilde, om daermede de Gildebroeders te oefenen, zoodat in alle tyden van gevaer, de stad Gent zal mogen rekenen, voor het behoud der goede orde en voor hare verdediging, op het Gilde van Ste Antone. Deze diensten, die het Gilde ten allen tyde bewezen heeft en bewyzen zal, worden aengehaeld, omdat het verplicht | |||||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||||
is zynen toevlucht te nemen tot de Stad voor de betaling van een te kort in zyne geldmiddelen ter bestryding der kosten van zyn onlangs uit den gronde nieuw gebouwd gesticht. Dit te kort beloopt tot de som van 1509 ponden groot, 3 schellingen, 10 grooten. De kooplieden, die de bouwstoffen geleverd hebben, en de werklieden, die voor het Gilde gewerkt hebben, willen de hand slaen aen dezen eigendom, ten einde hunne schuldvorderingen te verzekeren, en zoo zullen de nuttige wapenoefeningen van de Gildebroeders onderbroken worden. Vervolgens, als reddingsmiddel, gelieve de Stad aen den Gilde toe te staen om vier mannen van elke compagnie van de burgerwacht te mogen ontslaen van dienst, hun leven lang. Die vrystelling zal aen tamelyk groot geld verkocht worden, en het Gilde zal daermede in staet zyn zyne schulden te betalen. Toegestaen door heeren Hoogbaljuw en Schepenen, op voorwaerde dat de lyst van de vrygekochte burgerwachten zal overgelegd worden, dat die vrydom zal persoonlyk zyn en niet zal kunnen aen anderen overgaen door verkoop of erfenis, en dat in dringenden nood de vrygestelden zullen kunnen opgeroepen worden. | |||||||||||||||
1647, 6 october.‘Wiert, byden Keyser van Gulde van Ste Jooris ghedaen vertooghen hoe dat hy ghemolesteert wiert tot betalynghe van sCo. impost ende impositie van het schaughelt, de rechten up het branthaut ende andere specien, dat nochtans, volghende de oude usantie, alle voorgaende Keysers daervan vry ende exempt zyn gheweest ende midtsdien ande Guldens ghevraecht zynde of den zelven vrydom | |||||||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||||||
by hemlieden ghesaemdelyck zoude worden ghemaintineert ofte wel datmen tHove daervan zoude verzoucken particuliere acte. Is daerupe by hemlieden gheandwoort dat zy hem niet voorder en willen diffenderen dan voor zoo veele als zoude aengaen de stadts rechten daervan de Conynghen van oude tyden vry zyn gheweest.’ | |||||||||||||||
1648, 4 october.‘Hebben dheeren vanden Eedt vande vier Guldens gheresolveert te onderhouden de ordonnantien die byde respective Guldens ghemaect zullen worden, ende int regard dat elck zoude houden zynen ordinairen dach in het schieten vanden papegaey ofte zelvere stedeprysen, daervan zal ter naester vergaderynghe den dach ghestelt worden.’ | |||||||||||||||
1649, 18 april.‘Is gheresolveert by die vanden Gulde van Sinte Michiels ende van Sinte Anthonis te spelen naer het Coninckschap ende te schieten, ende die van Ste Jooris ende Sebastiaen dat neen, ten respecte vande conjoncture des tyts, ten waere dat daerinne veranderynghe quame, ende in cas dat by dheeren van het Magistraet weerde gheordonneert te schieten, zoo zullen in zulcke ghevalle schieten naer costume ende naer de ordonnantie die het Magistraet daerup zal gheven. Voorts hebben die van Sinte Michiel ende Sinte Anthonis ghesustineert dat van nu voorts elck zyn resolutie zal overgheven in gheschrifte omme die ghesaem- | |||||||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||||||
delyck te openen, up datter daerinne gheene veranderynghe en zoude gheschieden.’ | |||||||||||||||
1649, 3 october.‘Ande vier Guldens in haerlieder vergaderynghe vooren ghehouden zynde, dat Jan Odemaer, Coninc van het Gulde van Sinte Anthonis, mede gheschoten hadde naer het Conincschap inden Gulde van Sinte Jooris, is by ghemeene voyse gheresolveert dat de ghone wesende Coninc in een Gulde gheduerende zyn Conincschap nu voortsaen niet en zal vermoghen te schieten ofte spelen metten sweerde in een ander Gulde om Coninc te wesen.’ | |||||||||||||||
1650, 2 october.‘Wiert byden Gulde van Sinte Jooris ghevraecht dat oft gheschiede dat een Proviseerder quame Coninc te bedyden, of hy alsdan zoude vry wesen van ghelach, daeruppe die van Sinte Sebastiaen ende Sinte Michiels gheseyt hebben dat jae, ende die van Sinte Anthonis te wesen anders in usantie, alwaer den Coninc zynen vrydom maer en gheniet naer het bancket tot zyn afgaen.’ | |||||||||||||||
1652, 14 april.‘Voorts is oock gheresolveert dat elck Gulde int begroeten vande Coninghen, in redemptie vanden wyn die hemlieden alsdan wordt ghepresenteert, daervooren in ghelde ghezonden zal worden tot twee ponden grooten van elck Gulde. (Get.) E. Everaert, 1652. G. Lammens. J. d'Hurtere. J. de Jonckere, 1652.’ | |||||||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||||||
vander Keure ende van Ghedeele, in het schieten ofte spelen naer het Conincschap van dat eenighe vande voornoemde ghecommitteerde begheerden mede ghelot te worden, twelck niet en behoorde te wesen, ten respecte dat de zelve heeren niet en compareren als Guldebroeders, nemaer als ghecommitteerde jugen up tzelve schieten ende spelen, soo is daeruppe gheresolveert, datmen niemant vande zelve ghecommiteerde en zal laeten mede schieten, ende zulex willende doen als Guldebroeder, zullen eerst moeten laeten surrogueren in haerlieder plaetse andere ghecommitteerde.’ | |||||||||||||||
1656, 30 april.‘Zyn tzamen ghecompareert de vier Guldens ende ghevraecht up het schieten ende spelen naer tConinckschap, hebben die van Ste Jooris gheresolveert te schieten naer den papegaey zonder parade te doene, ende Ste Anthonis, maer datmen parade zoude doen, ende die van Ste Sebastiaen ende van Ste Michiels datmen niet schieten noch spelen en zoude. Daernaer is andermael in deliberatie gheleyt of men schieten zoude met ofte zonder tdoen van parade, is by die van Sinte Jooris ende Sebastiaen gheresolveert te schieten zonder parade ende die van Sinte Anthonis ende Michiel datmen parade, zoude doen alsmen schieten zoude. Ende midts de voornoemde voysen andermael waeren stekenden, is ghesaemdelick ghesloten andermael te vergaederen upden 28 meye 1656, ten acht hueren en half voor noene.’ ‘Den 28 meye 1656, andermael comparerende ter causen voorschreven, waerup tGulde van Sinte Jooris ende Sinte Anthonis ghevoyst hebben datmen schieten zoude ende parade doen, Ste Sebastiaen ende Ste Michiel datmen noch schieten noch spelen en zoude, waerop dat verzocht zal worden duytsprake van myn Ed. heeren Schepenen vander Keure.’ | |||||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||||
1656, 15 october.‘Upde vraghe ghedaen van weghen den Gulde van Ste Michiel, oft niet en is een oude usantie tusschen de vier Guldens dat den Eedt upden dach van elcx patroon, naer het doen van ordinairelicken Goddelicken dienst, zyn ordinairelick houden een maeltyt ende dat daerinne moeten contribueren zo wel de ghone present als absent zynde. Waeroppe den Gulde van Ste Jooris, Ste Sebastiaen ende Ste Athonis hebben verclaert dat jae ende dat zulcx by hemlieden naer de oude costume ende usantie by hemlieden altyts alzo is gheuseert gheweest ende noch doet.’ | |||||||||||||||
1657, 27 january.Uitstel van betaling toegestaen aen het Gilde van St Antone. De heeren van den Raed van Vlaenderen zullen de schuldeischers van St Antone ontbieden en hen trachten te bewilligen om eenen behoorlyken termyn van uitstel hunner schuldvorderingen toe te staen. In geval er moeijelykheden zouden opryzen, zal men Zyne Majesteit dadelyk verwittigen, die er in voorzien zal. Tot nader bescheid zal het Gilde en zyne borgen, voor eene maend, geene in beslagneming te duchten hebben, mits deze uitstel de eerste is dien zy bekomen. Onderwylen zullen zy hunne eigendommen, roerende noch onroerende goederen mogen verkoopen of belasten op straf van nulliteit. Ingevolge het schriftelyk antwoord van den Commissaris door den Raed in zyn midden gelast, en gelykvormig deszelfs advies op het verslag der te dien einde gehoudene beraedslaging, een uitstel van dry jaren om zyne schulden te betalen, werd den Gilde toegestaen, schulden voortspruitende uit het, met groote kosten, aenbouwen van zyn heerlyk lokael. Doch het Gildehof en de oefeningsplaets, op eene waerde van by de veertig duizend gulden geschat, werden als onderpand gegeven. De schulden van 't Gilde beliepen slechts tot tien duizend gulden. | |||||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||||
1657, 7 october.‘Is byde vier Guldens gheresolveert dat upden dach van elcx respective patroon, naer het doen vande ordinaire misse, dat elck die vanden Eedt zyn, ghehouden sullen zyn te compareren inde recreatie ofte maeltyt, die ten zelven daeghe sal woorden ghehouden, ende dat dabsenten soo wel zullen moeten betaelen als de presenten ende dat de selve resolutie alzoo alle jaeren puntuelyk zal worden onderhouden, ende dat alsdan de boeten sullen verteert ofte voor baete inde maeltyt ghebrocht worden, die totten dach sullen zyn verschenen, ende de gonne het gheheel jaer staende te verschynen.’ | |||||||||||||||
1658, 6 october.‘Gheresolveert te presenteren requeste aen syn Mats priveen Raedt, upde naem vande voornoemde vier Guldens, ende daerby tenderen tot executoriael van dat de schulden inde voornoemde vier Guldens ghemaeckt, soo aengaende de ordinaire bancquetten byde Proviseerders, als de dootschulden, boeten, schulden vande loten ende jaercosten sauden ligghen in parat executie naer voorgaende sommatie emmers tot namptissement incluys, ende dat de selve executien sullen vermoghen ghedaen te worden byden eersten officier of deurwaerder daertoe aensocht.’ | |||||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||||
groote moeijelykheden te worstelen en zelfs processen in te spannen, om de inning te bekomen van 't geen door Gildebroeders en Proviseurs verschuldigd is voor hun gelag in banketten, boeten, jaergelden en doodschulden. Dat gaet zoo verre, dat men welhaest geene Hofmeesters of Dekens meer vinden zal, daer deze heeren gedurig verpligt zyn verschot te doen voor de achterstallen. Vervolgens hebben voornoemde Eeden opene brieven van executie verzocht om na sommatie, op zicht van een behoorlyk en geloofwaerdig uittreksel uit het register van 't Gilde, goed en kort recht te bekomen. Bovengemelde brieven worden aen de vier Eeden verleend. Elk deurwaerder des Konings zal zich moeten gelasten, in den zin als hier boven, de schuldenaers tot betaling te dwingen. In geval van oppositie zal moeten pand gesteld worden. Wat de doodschulden betreft, men zal de erfgenamen ter betaling vervolgen, in solidum. | |||||||||||||||
1659, 15 mei.‘Zyn gecompareert ten einde onder de vier Guldens te resolveren mette publicatie vanden stilstant van waepenen ingevolge vande bovenschreven resolutie of men soude schieten naer den papegaey, ende spelen naer het Conynckschap met het sweert ofte wel datmen soude veranderynghe doen vande respective gestelde daegen, soo ist dat het Gulde van Sinte Michiel, hemlieden gepresenteert hebbende in tvoorseyde Gulde van Ste Jooris sonder tanhooren eenige propositie ofte wel te nemen haerlieder ordinaire plaetse, vutte selve camer syn vertrocken, dien- | |||||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||||
volgende alsoo tselve vertreck heeft het effect van absentie, hebben de voorseyde dry Guldens geresolveert tvoorseyde Gulde van Ste Michiel te condemneren in eene boete van twee ponden grooten.’ ‘Ende hebben de dry andere Guldens getrocken haerlieder resolutie of men soude schieten naer den papegaey, ende hebben gedelibereert hun taddresseren midts zy verschillig waeren in voysen, aen myn Ed. heeren Schepenen vander Keure.’ | |||||||||||||||
1660, 3 october.‘By pluraliteyt van voysen vande dry Guldens te weten van Sente Jooris, Sente Sebastiaen ende Sente Anthone geresolveert ende nietmin geordonneert tot laste van die van tGulde van Sente Michiel ter executie te leggen de condemnatie alhier thaerlieder laste gegeven op den 15e meye 1659.’ | |||||||||||||||
1661, 1e mei.‘By pluraliteyt van voysen geresolveert datmen, naer oudde gewoonte, naer het doen van parade, desen aenstaende somersaisoene, sal schieten naer de respective Conynckgayen ende oock sal spelen metten sweerde.’ ‘Ten voorschreven daege, by die van Sinte Michiel verthoont geweest synde dat by myn Ed. heeren Schepenen vander Keure deser stede hadden by haere deffinitive sententie in staete gehauden dat de gemeene pynders souden verobligiert wesen te kiesen eenige vande vier Guldens, niet jegenstaende tselve by voorgaende acte van Schepenen voornoemt was geordonneert, ende daerop byde voorschreven | |||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||
vier Guldens geresolveert synde, hebben die van Ste Michiel ende Ste Anthone geresolveert ende geraedich gevonden vande selve acte tappelleren in Vierschaere, ende die van Ste Sebastiaen ende Ste Jooris datmen de selve sententie sal laeten sorteren haer vol effect.’ | |||||||||||||||
1662, 22 juny.Verordening van wege Heere en de Wet op het Koningschieten. Namens de vier Hoofdgilden is vertoog gedaen in het Collegie, en de wensch uitgedrukt, dat de manier op de welke zy malkanderen zullen moeten vereeren en begroeten, na het afschieten van den papegaei en het spelen met het zweerd, door stads-overheid worde voorgeschreven. Dientengevolge, om alle misbegrip of wanorde in dergelyke omstandigheden te voorkomen, is er bepaeldelyk besloten van wege Heere ende Wet, dat zoo iemand van de vier Hoofdgilden zal Koning geworden zyn, de andere dry Gilden, vergezeld met hunnen onderlingen Koning, Overdeken, Deken en den Eed, zullen gehouden zyn voornoemden Koning te komen vereeren en gelukwenschen op het estrade, onder straf van honderd Carolus gulden boet voor elk daerin te kort blyvende Gilde. | |||||||||||||||
1662, 16 december.Vonnis uitgesproken door den Raed van Vlaenderen ten voordeele der Gildebroeders van St Antone, op het stuk van vrye jagt naer water- en niet geprivilegieerd vliegend wild. Als eischers, Koning, Overdeken, Deken en Proviseurs van den Gilde, ter zake van Willem Helaut en Karel de Keysere, Gildebroeders, staen in rechte tegenover Jacob de Cottrel, heere van Lessenbosch, Drongen, enz., als verweerder, de zaek aenvaerd hebbende voor Karel Van der | |||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||
Guchte, baljuw, Pieter Sucaet en Adriaen Denys veldwachters van 't voorzeide Drongen. Eischers vertoonen, dat zy ten allen tyde het recht hebben gehad aen de Gildebroeders schriftelyk oorlof te geven om ten platten lande met hunne doelstokken en handbussen jagt te maken op vliegend en niet geprivilegieerd wild. Den 2 november 1654, voornoemde Gildebroeders zich naer Drongen begeven hebbende om daer te jagen, heeft men hun roer en handbus afgenomen niettegenstaende zy voorzien waren van de vereischte toelating. Van daer de klagt door den Eed van den Gilde ingediend, met vraeg van duizend Gulden voor aengedane schade. Als rechtmiddelen gelden: 1o Het privilegie in 1611 door de Aertshertogen Albrecht en Isabelle den Gilde verleend, en toch was dit maer eene nieuwe bekrachtiging van een veel ouder voorrecht. 2o Eene rechterlyk gewonnene zaek, in gelyke omstandigheden, ten laste van 's verweerders voorzaten, in 1613. 3o Eene uitspraek ten Hove verleend den 11 december 1619, waerby veroordeeld wordt zekere Huybrecht De Schepper, Amptman van 't voorzeide Drongen aen Jan De Brabandere, medebroeder van St Antone deszelfs afgenomen roer terug te geven. 4o Uittrek uit het boek van den Gilde, ten betooge dat De Keysere en Helaut de hoedanigheid van Gildebroeders bezitten, en 5o De commissie of schriftelyke toelating van den Eed verkregen, ten einde op het platte land te mogen gaen schieten. Van wege den verweerder wordt daer tegen ingebragt: 1o Het is niet geloofbaer, dat de eischers in bezit waren van voornoemd recht op Drongen, aengezien, elken keer als zy daer gekomen zyn om te jagen, men hun roer heeft afgenomen. 2o Onder voorwendsel van naer waterwild te schieten, hebben voorzeide Gildebroeders een bosch afgejaegd, naer patryzen geschoten, de gebruikelyke geroepen of gefluit laten hoorende, alzoo men | |||||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||||
pleegt te doen op patryzenjagt; zy waren vergezeld met spanieulen of patryshonden. Op dit laetste hebben de eischers geantwoord, dat de honden, welke voornoemde Guldebroeders by zich hadden geene spanieulen of jagthonden, maer kortharige waterhonden waren, waervan zy zich maer bedienden, om het geschoten wild te doen halen in de waters en in de grachten, welke men in de meerschen overal aentreft. De gezegden van beide partyen rypelyk overwogen hebbende, besluit de Raed dat het Gilde van St Antone zal, als voren, het recht van vrye jagt genieten mits de Gildebroeders van de daertoe noodige commissie zullen voorzien zyn en zullen uitgaen om te schieten ten platten lande, op tyd en stond daertoe bepaeld, zoo wel op Drongen als op andere dorpen. Verbod wordt gedaen aen verweerder en deszelfs officieren of dienaers den jagenden Gildebroeders eenige hinderpael of beletsel aen te doen, en veroordeeld hem voor stoornis, in de boet van dry ponden parisis, ten profyte zyner Majesteit. Wat de schade betreft door de Gildebroeders geleden, deze zal door deskundigen geschat worden. | |||||||||||||||
1664, 27 april.‘Ghevraecht wesende of men het aenstaende somersaisoen soude schieten naer de respective coninckgayen ende oock spelen metten sweerde, hebben die van Ste Jooris, Ste Sebastiaen ende Ste Michiel gheresolveert dat neen, ende die van Ste Anthone dat jae, ende alsoo sy waeren overvoyst hebben geprotesteert hun daerover te beclaghen an myn Ed. heeren Schepenen vander Keure, daertoe sy worden gelaeten onverlet.’ ‘Ende gevraecht op het stellen vande daghen tot het bancquet ende tschieten ende spelen naer de stedeprysen, syn de selve ghestelt naer ordinaire.’ | |||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||
‘Wordende van nu voorts gheauthoriseert de vier Greffiers vande respective Guldens, omme de gone wesende in eedt vande Stadt, te bedwynghe tot het kiesen van een Gulde thunnen coste ende dat sy ter naester vergaderynghe sullen overbringhen wie Guldebroeder geworden is.’ ‘Ten selve daghe oock ghevraecht synde of men de gone van nu voorts commende in eenighe vande respective Guldens soude moghen aenveerden met exemptie van dienste voor eenighe jaeren, is met pluraliteyt van voysen gheresolveert dat neen, up wat pretext tselve soude moghen wesen.’ | |||||||||||||||
1664, 5 october.‘Gheproponeert synde of dit voorleden saisoen eenighe difficulteyt gevallen waere de vier Guldens raeckende, hebben die van Ste Sebastiaen ghevraecht of het inde macht vande Schepenen vander Keure was, iemant texcuseren vanden dienst als Proviseerder, up het pretext van aermoede, hebben deendere dry Guldens gheresolveert dat sy sich tselve niet en verstonden an te trecken, maer dat tGulde van Ste Sebastiaen sich soude deffenderen in justitie als naer raede.’ | |||||||||||||||
1665, 19 april.‘Ghevraecht synde of men dit anstaende somersaisoen soude schieten naer den papegaey ende spelen metten sweerde naer elcx respectief coninckschap, hebben die van tGulde van Ste Michiel gesustineert datmen de voysen ghesaemdelyck soude overgheven met beslotene billietten, ende daarup ghevraecht synde dandere heeren vande Guldens, is gheresolveert datmen de voysen soude gheven overluyt ende daerinne achtervolghen den auden voet ende usantie.’ ‘Dienvolghende hebben die van Ste Michiel angaende deerste propositie nopende tschieten ende spelen naer elcx | |||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||
coninckschap gheresolveert dat neen, ende die van Ste Anthone, Ste Sebastiaen ende Ste Jooris dat jae, ende alsoo deerste waeren overvoyst syn de daghen daertoe ghestelt naer ordinaire.’ ‘Ghelyck ten selve daghe oock gheresolveert is dat niemant van de resolutien, die by overvoysynghe tusschen de vier Guldens ghetrocken sullen worden, hen en sal vermoghen te beclaghen, niet meer by requeste dan anderssins, maer sullen de selve resolutien precies moeten blyfven staen en achtervolght worden, up peyne van te verbeuren de boete van twee ponden grooten, ten proffycte van elck Gulde, de selve boete te verhaelen tot laste vanden Eedt van wiens weghe de clachte wort ghedaen, die haeren garrant sullen moeten haelen up haere claghers ofte claghere.’ | |||||||||||||||
1667, 24 april.‘Gheproponeert synde of men dit anstaende somersaisoen soude schieten naer den papegaey, is by die van Ste Jooris ende Ste Anthonis ghevoyst gheweest dat jae, ende by die van Ste Sebastiaen ende Ste Michiels dat neen, ende alsoo de voysen waeren ghelyck is gheresolveert daerover taddresseren an myne Ed. heeren Schepenen vander Keure. Ende syn nietmin de daghen ghestelt tot het hauden vande respective vergaderynghe ende tschieten vande selvere stedeprysen.’ ‘Ten selven daghe is oock gheresolveert dat de gone wesende meer dan in een vande vier souveraine Guldens deser stede, gehauden sullen wesen te dienen als Proviseerder int Gulde daer hy audts Guldebroeder is, sonder dat hy van dies geexcuseert sal wesen met te dienen in een vande andere Guldens daer hy jongher Guldebroeder is.’ ‘Is oock gheresolveert datmen sal voortgaen mette voorgaende resolutie, van te doen dachvaerden om een Gulde | |||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||
te kiesen de gone wesende ende die noch sullen commen in eede vande Stadt.’ | |||||||||||||||
1668, 15 april.‘Is geresolveert dat de Coninghen met twee gedeputeerden van elck Gulde sullen gaen int Collegie op den 24 deser omme te versoucken ordonnantie van dat de gone commende tot eenighe officie sullen moeten kiesen een Gulde ende dat Schepenen niet en souden commen jeghens de voorgaende ordonnantie.’ | |||||||||||||||
1670, 15 november.Vraeg: Gildebroeders van verscheidene Gilden deel makende, in hetwelk moeten zy dienst doen? Het antwoord is: krachtens het reglement van den jare 1615, in het oudste Gilde, waerin zy geweest zyn, als blykt uit het volgende. Meester Leo Mahieu, licentiaet in de rechten, by rekwest van 13 september en 13 october 1670, betrekt vóór heeren Schepenen van der Keure den Eed van het Gilde van St Joris, ten einde van den dienst, door voorzeiden Eed hem opgelegd, vry te blyven. De Eed raedpleegt twee rechtsgeleerden, wier advies is, dat de eischer in zyne besluitselen niet ontvankelyk moet worden verklaerd en verwezen in de kosten van het proces. Dit gevoelen is hier op gegrond: Krachtens voornoemd reglement, zullen degenen die van verscheidene Gilden deel maken, moeten binnen de maend, een Gilde kiezen om daerin dienst te doen, zoo niet, zullen zy moeten blyven dienen in het oudste Gilde, waerin zy geweest zyn. | |||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||
1672, 4 february.Gevoelen van twee rechtsgeleerden nopens eene inbeslagneming door den Eed van St Antone uitgevoerd. Frans Sinoy dient eene klagt in by heeren Schepenen vander Keure tegen den Eed van het Gilde van St Antone. Op grond van eene doodschuld te innen, welke door voornoemden Frans Sinoy reeds sedert vyf dagen betaeld was, had de Eed eenig tinwerk doen afhalen ten huize van denzelfden Frans Sinoy, in deszelfs afwezigheid. Van daer een proces tegen den Eed vóór Schepenen van der Keure ingespannen, en ter zake van den eischer, advies door twee geraedpleegde rechtsgeleerden afgegeven. Voormelde inbeslagneming wordt kwaed, nietig en van geener waerde verklaerd: de Eed zal dezelve laten varen en de kosten van het proces betalen. | |||||||||||||||
1672, 1 mei.‘Geproponeert zynde of men het anstaende somersaisoen zoude schieten den papegaey ende doen dordinaire parade, is gheresolveert by die van Ste Michiels, Ste Sebastiaen ende Ste Jooris dat neen, ende by die van Ste Anthonis dat jae, ende dienvolghende de selve overvoyst synde is de voordere resolutie tselve te kennen te geven an myn Ed. heeren Schepenen vander Keure. Ende syn niettemin de daghen ghestelt tot het schieten vande selvere stedeprysen.’ | |||||||||||||||
1672, 2 october.‘By die van tGulde van Sinte Anthonis geproponeert synde oft niet geraedich en waere de toecommende Coninghen, sonder exceptie van persoonen, te doen stellen seker voor de weerde van de keten, is by die van Ste Jooris en Ste Michiel gheresolveert dat neen, ende by die van Sinte Sebastiaen ende Sinte Anthonis dat jae, | |||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||
dienvolghende elck int syne te doen soo sy in raede wordt.’ ‘Ten voornoemde daghe, by die van tGulde van Sinte Sebastiaen gevraecht synde of de vier souveraine Guldens deser Stede niet geprefereert en syn int convoyeren van eenighe lycken van haerlieder Guldebroeders ende int doen van de offerande, voor andere Guldens ofte Confrerien die onderhauden worden in eenighe kercken ofte cloosters, is met alle voysen geresolveert dat jae, ende dat gheene vande vier souveraine Guldens niet anders en sullen gaen in diergelycke occasien, ten sy hebbende de selve preferentie.’ | |||||||||||||||
1673, 16 april.‘Gevraecht synde of men het anstaende somersaisoen soude schieten naer den papegaey, is geresolveert by die van Ste Michiels, Ste Anthonis ende Ste Jooris dat neen, ende by die van Ste Sebastiaen dat jae, ende by dien syn de selve overvoyst. Dienvolghende syn de daghen tot het schieten vande selvere stedeprysen gestelt naer ordinaire.’ ‘Alsoo den Coninck van tGulde van Sinte Anthonis hem vanden Eedt van tselve Gulde was beclaghende, van dat hem afghehaelt was ende onthauden wiert de keten sonder hem die overteleveren. Daerjeghens by den Eedt van tselve Gulde door haerlieden Greffier geproponeert synde exceptie declinatoire, van dat sy ter cause van dien voor de vier Guldens ende inde vergaderynghe derselver niet te rechte en stonden. Soo is by resolutie vande andere dry Guldens anden Eedt van tGulde van Ste Anthonis afgeslaghen haerlieder voorschreven exceptie declinatoire ende hemlieden geordonneert, up tversouck ende propositie van haerlieder Coninck, ten principalen tandwoorden ende contesteren.’ | |||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||
1673, 8 october.‘Is geresolveert vut crachte van sententie gewesen ten nadeele van Sr Jan Masureel, den 31 july 1673, hem texecuteren ten eynde hy, ingevolghe van dien soude hebben te kiesen een van de vier Guldens, sonder prejudice nochtans nopende de compensatie van costen.’ | |||||||||||||||
1674, 26 mei.‘Voorengehauden synde de propositie getrocken by die van tGulde van Sinte Jooris den 8 april 1674, nopende het grief dat iemant door het schieten soude moghen anghedaen worden buyten den Hove, is geresolveert ande voorseyde andere dry Guldens over te leveren copie vande voornoemde propositie, die daerop haerlieder respective resolutie sullen overbringhen ten naesten.’ | |||||||||||||||
1674, 7 october.‘By tGulde van Sinte Anthone te ken nen gegeven synde dat die van tGulde van Sinte Michiel commen retracteren de resolutie getrocken op den 6 october 1658, ende dat daerop voor Schepenen vander Keure proces was hanghende ongedecideert, is by die van Sinte Jooris, Sinte Sebastiaen ende Sinte Anthonis geresolveert hemlieden te voughen int voorschreven proces, omme te maintineren de resolutie.’ ‘Ten selven daghe by die van tGulde van Ste Sebastiaen gevraecht synde, hoe langhe dat eenen afgaenden Coninck inde jaerlicxsche bancquetten vry ende exempt gehauden wordt, is by de dry andere Guldens unanimelyck gedeclareert tewesen een audt gebruyck ende observantie, dat de afgaende Coninghen niet voorder vry nochte exempt en syn geweest als int bancquet gehauden ten tyde als sy afgeschoten ofte afgespeelt worden.’ | |||||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||||
de vier Greffiers vande respective Guldens soude stellen in Eede van dat sy naer de lottynghe omme de gone wesende in dienste van de Stadt te doen kiesen een vande voorseyde Guldens, niemant vande selve persoonen en soude versmuycken ofte door de vingheren sien, midts soo sy allegierden eenighe vande selve Greffiers waeren die tselve voor desen hadden gedaen, daerjeghens de Greffiers van het Gulde van Sinte Jooris ende Sinte Anthonis versochte declaratie vande gone die sulcx souden hebben gedaen, ende midts dabsentie vande gone van Ste Michiel, dat den selven soude bebben te compareren omme hem dienangaende neffens hun te diffenderen, alswanneer sy bereet waeren hemlieden in alles te acquitteren op den eedt by hun ten ancommen van jaerlycksche functie gedaen, gelyck oock dede de Greffier van tvoornoemde Gulde van Sinte Sebastiaen, behaudens by hemlieden vande Guldens genietende sallaris vande debvoiren die sy daerinne souden doen emmers vande gone die vry redenen ofte by Schepenen van officie weghe sullen geexcuseert worden, ende waervan sy sullen doen consteren. Is geresolveert dat de voornoemde lotynghe van nu voorts sal geschieden telcker vergaderyng vande vier Guldens, die gestelt sal worden door de respective Dekens, die daer vut, by laste van elck Gulde, sal doen praemen sulcke persoonen als hun by lotynghe gevallen is, alswanneer nopende den geheeschten sallaris naerder resolutie getrocken sal worden.’ | |||||||||||||||
1676, 19 april.‘Ten voornoemde daghe, in deliberatie gelegt synde of men ten gemeene coste soude betrecken de practesienen van beeder de bancken ende andere wesende in dienste deser Stede, ten eynde deselve souden kiesen ende comen in een vande voorseyde Guldens, is geresolveert mette voorseyde propositie voorts te gaen ende te doen effectueren.’ | |||||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||||
1678.By de capitulatie toegestaen door den coning van Vrankryk, der stede van Gent in 1678, het artikel 32 luidt als volgt: De Broederschappen van St Antone, St Sebastiaen, St Jooris ende St Michiel, zullen genieten ende behouden syn in hunne privilegiën, costumen en ghewoonten. | |||||||||||||||
1678, 24 april.‘Geresolveert het anstaende somersaisoen niet te schieten naer den papegaey. Dese vergaderynghe is geschiet naer voorgaende consent vanden grave van Montbron als gouverneur van de Stadt, op het stadthuys inde capellecamer, ten respecte alle de Hoven vande Guldens beleyt waeren met fransche soldaeten.’ | |||||||||||||||
1678, 2 october.‘Die van Sinte Anthonis gevraecht hebbende of niet geradich en waere dat de vier Guldens hun souden tsamen voughen tot het versoucken ende vervolghen vande recompense vande schaede gedaen ande respectieve Hoven ende huysen vande Guldens, ende ooc het belegghen met soldaten, is by die van Sinte Michiel voor andwoorde gegeven, dat hunne huysen ende schole was competerende ande Stadt ende dat sy alsoo vande selve schade niet en conden claghen, maer dat sy eventwel in cas van clachte, bereet waeren hun mede te voughen, ende by die van Sinte Jooris ende Sente Sebastiaen is geresolveert dat hem elck int particulier soude beclaghen ende syne schade te vervolghen, als naer raede, midts elcx intrest diversche ende separaet is.’ | |||||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||||
die van Sinte Jooris ende Sinte Sebastiaen, datmen soude spelen, ende schieten, sonder het doen van parade, ende alsoo de voysen waeren stekende, is geresolveert omme dienangaende decisie thebben gesaemdelick taddresseren an mynen Ed. heeren Schepenen vander Keure, daerjeghens by den Coninck Matton geprotesteert wiert, datmen, in cas van het schieten ende veranderen van Coninck, oock soude moeten doen dordinaire parade ende de eere ghelyck ande voorgaende Coninghen was geschiet. Ende al tselve ten voornoemde daghe byde vier Guldens vertoont synde an myne voornoemde Ed. heeren Schepenen, is byde selve gedeclareert ende verstaen datmen dit jaer noch spelen noch schieten en soude om het Coninckschap, velemin doen eenighe parade. Dienvolghende syn de daghen gestelt tot het spelen ende schieten vande silvere stedeprysen.’ | |||||||||||||||
1679, 20 oogst.‘Is met alle voysen gheresolveert te maintineren dat de gone wesende ende die noch commen sullen in dienste vande Stadt, gehauden syn te kiesen eene vande selve Guldens, in conformiteyte vande respective ordonnantie by myn Ed. heeren Schepenen vander Keure dienangaende gemaeckt, ende by haerl. Sme Hoocheden geconfirmeert ende dienvolghende, datmen de saken daerover alreede ingestelt ende noch in te stellen metsgaders de gone daerinne de contrarie mach verstaen syn sal involghen by alle weghen van justitie, ten coste vande selve vier Guldens, soo int regard vande heuverste vande Neerynghen, Capitainen, Luytenanten ende Alpherissen als alle andere die syn ende noch commen sullen inden dienst vande Stadt; ten effecte van welcke ende omme tselve vut te wercken, van ider Gulde gecommitteert syn twee Proviseerders, te weten: van die van Ste Jooris, dadvocaeten Scheppere ende Ameye, van die van Sinte Sebastiaen, den docteur van Daele | |||||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||||
ende Lucas van Zele, van die van Ste Anthonis, den advocaet van Hooren ende Sr de Wulf, ende die van Sinte Michiels, dheer Jacques de Richebourch ende Sr Gillis Steuperaert, die daertoe jeghens de gone alreede betrocken synde sullen compareren op morghen int Collegie van myne Ed. heeren Schepenen vander Keure ende hun vinden op de saele aldaer, voor den neghen hueren en half, op peyne vande gone in faulte blyfven, te verbeuren eene boete van viij schel. gr. alswanneer oock versocht sal worden dat de respective heeren van beede de Collegien, soo Schepenen als pensionarissen, die tot noch toe ande voorseyde ordonnantie niet en hebben volcommen, daer anne sullen hebben te voldoen.’ ‘Soo oock met pluraliteyt van voysen gheresolveert is, ten coste als voorseyde, te vervolghen daer ende soo tbehoort, dat de Raetsheeren, Greffiers vanden Raede, Luytenant civil ende andere dierghelycke persoonen int generael wesende, ofte hun beghevende als Guldebroeders, gehauden ende verobligiert sullen syn te dienen als Proviseerders, op hunnen tour, ghelyck andere Guldebroeders syn doende, daertoe ande voornoemde gecommitteerde geadministreert sullen worden de stucx ende andere bescheeden daertoe noodich.’ | |||||||||||||||
1679, 8 october.‘Geresolveert datmen sal appelleren in Vierschaeren vande respective sententie gegeven in faveure vande advocaeten van Hamme ende Lombaert, als Hoofmannen van eenighe Neerynghen, ten effecte vande selve te bedwynghen tot het kiesen van een vande selve Guldens, metsgaders oock datmen sal compareren int Collegie ende aldaer versoucken dat de respective heeren Schepenen pensionnarissen ende secretarissen, voor alsnoch gheen Gulde ghecosen hebbende, daeranne souden beliefven te voldoen, daertoe tvoorgaende committimus wordt gecon- | |||||||||||||||
[pagina 88]
| |||||||||||||||
tinueert, ten eynde van by hun deselve comparitie ende versouck te doen op dysendach eerstcomende.’ | |||||||||||||||
1680, 5 mei.‘Geproponeert synde of men het anstaende somersaisoen soude schieten naer den papegaey, is gheresolveert by die van Ste Michiel ende Ste Anthone niet te schieten, by die van Ste Sebastiaen datmen den Coninckgaey schieten soude, sonder het doen van parade, ende by die van Ste Jooris, datmen sal doen dordinaire parade, metsgaders schieten ende spelen, naer elcx respectyf Coninckschap, ende alsoo de voysen niet en waeren overeencommende, soo is de voordere resolutie daerover te vraghen de vuytspraecke ende decisie van myne Ed. heeren Schepenen vander Keure, synde niet min in cas van toestaen daertoe, ende oock tot het schieten vande silvere stadtsprysen de daghen ghestelt.’ ‘Schepenen vander Keure hebben het opgaen ende tdoen van parade, metsgaders het schieten ende spelen om het Coninckschap voor dit jaer geexcuseert 6 meye 1680.’ | |||||||||||||||
1680, 6 october.‘By die van tGulde van Sinte Michiel te kennen gegeven synde, dat eenighe van haerlieder Proviseerders, inden bancquette gehauden Ste Michielsdach lestleden, niet en hadden gecompareert nochte niet en verstonden te betaelen haerlieder contingent, ende hebben dienvolghende gevraecht, of sy, in conformiteyte vande resolutie vanden 7 october 1657, daertoe niet en zyn verobligeert, is met alle voysen van dandere Guldens geresolveert dat jae, ende dat de voornoemde resolutie moet blyfven staen ende punctuelyck worden achtervolght, metsgaders dat de defaillanten, vut crachte van het octroy vande Mat, voor haerlieden quote sullen moghen gedaeght worden.’ | |||||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||||
1682, 5 october.‘Geresolveert te senden gecommitteerde byden heere Raet Mantels, inde zaeke nopende het kiesen van een Gulde door de persoonen wesende in eede vande Stadt.’ | |||||||||||||||
1683, 3 october.‘Gheproponeert synde of niet geradich en waere requeste te presenteren an myn Ed. heeren Schepenen vander Keure, ten eynde van te versoucken dat de vrye mannen vande Guldens by comissie vande Stadt, sullen moghen waken in tyde van noode onder de thiendemannen ghelyck geuseert is geweest, is geresolveert dat jae, ende ten effecte van welck uyt elck Gulde gecommitteert syn twee persoonen, te weten, van die van Ste Jooris, den Deken Cocquyt ende Sr Charles de Casteckere, van die van Ste Sebastiaen, den Deken Thysbaert ende Jor Jan Bapte van Vaernewyck, ende van die van Ste Anthonis, mynheeren Delvael ende d'Hase, midts die van Sinte Michiel hun daerop waeren excuserende, daertoe dach gestelt op dysendach toecommende int vergaederen van Collegie.’ ‘Is oock geresolveert dat de respective heeren Heuverdekens, Dekens ende dandere gecommitteerde, beneffens de Greffiers vande vier Guldens, sullen gaen int Collegie ende aldaer versoucken maintenue vanden vrydom vande wacht vande lest afgegaene Coninghen vande Guldens, ende in cas van refuys, in te gaen den wech van appeele vande condemnatie gewesen in crychraet ten laste van Marten Bruynsteen den 31 july 1683.’ | |||||||||||||||
[pagina 90]
| |||||||||||||||
verste vande Neerynghe, Capitainen, Luytenanten, Alpherissen vande borghelike wacht, ende diergelycke daer vut angaende tvercryghen van favorable rescriptie in Raede van Vlaenderen.’ ‘Ende gheproponeert wesende of het niet goet en geradich en waere yemant vutte generaliteyt vande Guldens, ende ten coste vande selve, naer het lichten vande briefven van rescriptie, te senden naer Brussel om aldaer te vervolghen een goet succes vande sake, is geresolveert met pluraliteyt van voysen dat jae, ende syn midts desen daertoe gecommitteert Jor Jan Jaecques Peeters, Heuverdeken van tGulde van Ste Sebastiaen beneffens den Greffier van tGulde van Ste Jooris.’ | |||||||||||||||
1684, 2 october.Besluit van Z.M., krachtens hetwelk al de Oversten der Neringen, Luitenanten en Vaendrigs der burgerwachten gehouden zyn zich te laten inschryven in een der vier Hoofdgilden. De Eeden der vier Hoofdgilden der Stad Gent vertoogen dat, ten jare 1605, Schepenen van der Keure, wel wetende dat het bestaen en de welstand der voorzeide Gilden allernuttigst is voor de verdediging en het sieraed der Stad, en dat het van het grootste belang is, dat dezelve het meeste getal mogelyk treffelyke lieden in hunnen schoot tellen, bevolen hebben, dat Schepenen, Ontvangers, Penningmeesters, immers al de voornaemste Stadsbedienden verpligt zyn zich in een der Hoofdgilden te laten inschryven, en dat voorzeide Schepenen, ten einde aen hun bevel meer kracht by te zetten en hetzelve als wet te doen doorgaen, zich tot Zyne Majesteit gewend hebben, in 1606, om hun gemeld bevel te doen goedkeuren en bekrachtigen, hetgeen zy inderdaed bekomen hebben, zoo is hun bevel, zonder tegenspraek nagevolgd geworden tot den jare 1618, toen de | |||||||||||||||
[pagina 91]
| |||||||||||||||
Oversten der Neringen, de Kapiteins, Luitenanten en Vaendrigs der burgerwachten, gepoogd hebben zich aen voormelde verpligting te onttrekken, onder voorwendsel dat zy, noch in het bevel van Schepenen van den jare 1605, noch in het dekreet van zyne Majesteit van 1606 uitdrukkelyk vermeld waren, waertegen de Eeden der Gilden zich hebben voorzien en by rekweste vertoond dat voormelde persoonen, in de uitdrukking van al de gene die in Stede-dienst zyn, begrepen waren, en in dien zin, is het geschil door heeren Schepenen van der Keure, by bevel van 25 mei 1618, afgedaen geweest. Een iegelyk heeft zich daer naer geschikt en al de daerop volgende ordonnantiën zyn daerop gegrond. Nu hebben de Eeden der Gilden redenen om te vreezen, dat eenige onwilligen zich zouden willen verzetten tegen voornoemd bevel, en beweren dat Schepenen van der Keure, ten jare 1618, niet gemagtigd waren om de Oversten der Neringen en Officieren der burgerwacht voorzeide ver pligting op te leggen, en aengezien de geldmiddelen der Gilden niet toelaten gedurige processen in te spannen om hunne rechten te verdedigen, zoo wenden zy zich tot Zyne Majesteit en verzoeken, dat de ordonnantie van 25 mei 1618 bekrachtigd worde, met de verklaring dat de Oversten der Neringen, Kapiteins, Luitenanten en Vaendrigs der burgerwacht verpligt en gehouden, zyn zich als Gildebroeders te laten inschryven. Dit verzoek, wordt door Zyne Majesteit, op advies van Voorzitter en leden des Raeds van Vlaenderen, ingewilligd, met byvoeging dat de Gilden niet zullen vergaderen dan om eenig besluit te nemen, of anderszins, tenzy als het volstrekt noodig zal wezen. | |||||||||||||||
[pagina 92]
| |||||||||||||||
syne plaetse gesurogeert Jor Jan Guillaume Vilain Heuverdeken van tGulde van Sinte Jooris.’ | |||||||||||||||
1684, 12 october.‘Andermael geconvoceert synde de andere dry Guldens, ende voorengelesen wesende dacte declaratoire by de Majesteyt verleent den 12 deser, van dat dHeuverste vande Neerynghen, Capitainen, Luytenanten ende Venders vande borghelicke wachten deser Stede gehauden ende verobligiert waeren te kiesen een vande vier Guldens deser Stede, is geresolveert daermede voorts te gaen, ende die te doen effectueren, daertoe midts desen geauthoriseert worden de vier Greffiers vande voorn. Guldens.’ | |||||||||||||||
1685, 6 mei.‘Is, omme de jeghenwoordighe conjuncture des tyts, ende de groote tachterheyt vande Guldens, met alle voysen geresolveert dit somersaisoen niet te schieten den papegay. Niet te min syn de daghen tot het schieten vande silvere stedeprysen vastgestelt.’ ‘Ten selven daghe is met pluraliteyt van voysen oock geresolveert, in gevalle myn Ed. heeren Schepenen vander Keure ande Guldens quamen tordonneren te spelen naer elcx Coninckschap, ofte dat sulcx in toecommende tyden wierde geresolveert, datmen van nu voorts geene Coninghen en sal thuys convoyeren, nochte doen eenighe vierynghen, ende dat men ten respecte van dien andeselve Coninghen niet meer en sal betaelen de twee ponden grooten die ieder Gulde an elcken Coninck placht te vereeren voor wyn tot hulpe van haerlieder oncosten.’ | |||||||||||||||
[pagina 93]
| |||||||||||||||
oock myn Ed. heere den Hoochbailliu, verclaeren hunne resolutie ende intentie te wesen dat de vier Guldens sullen schieten ende spelen naer het Coninckschap ter plaetsen ordinaire, sonder nochtans te moeten doen parade ofte eenighe solempniteyten van thuys leedynghe vande Coninghen ende vierynghen, ordonnerende de selve vier Guldens hun daernaer te reguleren. Actum int Collegie den xix meye 1685. Onderteekent, Doorissele.’ | |||||||||||||||
1686, 28 april.‘Is gheresolveert by die van Sinte Michiel te doen dordinaire parade met het schieten naer het Coninckschap, ende by die van Ste Jooris, Ste Sebastiaen ende Ste Anthone datmen soude schieten sonder het doen van parade. Synde nietmin de daghen daertoe ende tot het schieten vande Stads silvere prysen ghestelt.’ ‘Op den 29 dito, de voorenstaende resolutie by ghecommitteerde vande vier Guldens overgedraghen wesende int Collegie van myn Ed. heeren Schepenen vander Keure, is die by deselve geapproheert.’ | |||||||||||||||
1687, 13 april.‘Is met alle voysen geresolveert te schieten naer het Coninckschap sonder het doen van parade, op den voet ende maniere ghelyck ten jaere 1685 ende 1686 ghebeurt is. Synde nietmin de daghen daertoe tot het schieten vande silvere Stadsprysen gestelt.’ ‘Schepenen vander Keure der stede van Ghendt ghehoort hebbende in haerlieder Collegie eenighe heeren ghecommitteerden vande bovenstaende vier Guldens overbringhende de voorenstaende resolutie omme by het Collegie te worden gheapprobeert ende al ghesien, approberen de selve resolutie, voor soo veel angaet het schieten ende spelen naer het Coninckschap, maer dat hunne intentie is ende by desen gheordonneert wort, dat men sal doen de | |||||||||||||||
[pagina 94]
| |||||||||||||||
parade met schieten ende tdoen van triumphe al ordinaire, considererende dat oock sal gaen den ommeganck vande Eerw. paters Augustynen als ordinaire, up welcken dach een vande selve Guldens sullen moeten doen deselve parade ende des anderendaechs schieten ofte spelen naer het Coninckschap, daerup sy tusschen hun sullen convenieren op sondach toecommende, ende smaendaechs daernaer, overbringhen aen het Collegie de ghenomen resolutie om te worden gheapprobeert ofte ghedesapprobeert. Actum int Collegie den xiiij april 1687, onderteekent J. Doorissele.’ ‘Schepenen nader ghelet hebbende op de resolutie ghenomen byde vier Guldens, ende namentlyck op de tachterheyt der selver alhier verthoont, approberen voor dit jaer de resolutie byde selve ghenomen. Actum int Collegie den xxij april 1687 ten overstaen van myn Ed. heere den Hoochbailliu deser stede, onderteekent P. Zoetaert.’ | |||||||||||||||
1688, 2 mei.‘Geresolveert met alle voysen dat de respective Greffiers sullen bedwynghen by justitie alle persoonen die in Stadts dienste syn, sonder eenighe texempteren, tot het kiesen van een Gulde.’ ‘Soo oock geresolveert datmen niemant en sal aenveerden inde selve Guldens vry van dienst. (Vide resolutie vanden 27 april 1664). Voorts oock datmen alle persoonen inde selve Guldens wesende sal presseren tot het dienen, schoon de selve persoonen mochten besproken hebben vry van dienst te willen wesen, mits dat tselve bespreek niet en can wercken. (Vide resolutie van 20 ougst 1679).’ | |||||||||||||||
[pagina 95]
| |||||||||||||||
St Jooris seer cierelijck inde wapenen op-trecken, ende des namiddaghs dry voghels van plaisantie gheschoten worden, ghelijck oock dynsdaghs insghelijcken sal doen de Gilde van St Antone, waertoe alle liefhebbers van const uyt d'omligghende steden ghenoot worden om d'eer te behaelen van 't afschieten der prys-voghelen.’ | |||||||||||||||
1688.Ter gelegenheid van den plegtigen omgang van het H. Bloed, by de paters Augustynen binnen Gent, trekt het Gilde van St Antone, met al de liefhebbers der andere Gilden, welke uitgenoodigd waren geweest, zeer sierlyk onder de wapens vooruit, des namiddags 22 juny, om tot het afschieten der dry prysvogels over te gaen. | |||||||||||||||
1688, 1 oogst.‘Geresolveert te convoceren de dry andere Greffiers vande Guldens, ende hun vooren te hauden dat dheeren van desen Eedt geradich vinden te deputeren twee heeren wt elck Gulden, beneffens den Greffier, Coninck ende Deken, om te resolveren of niet beter en waere te versoucken exclairsissement van syne Majt, dat in syn decreet begrepen syn de respective Procureurs ende andere persoonen hun opposerende jeghens het betreck om een Gulden te kiesen, om alsoo oncosten, processen ende moyelickheden te ontgaen, ende om elcken Greffier dese resolutie aen hemlieden Eedt te kennen te geven int stille sonder devulgatie omme voorder oppositien te voorcommen, ende om elck resolutie ghehoort naerder geresolveert te worden, alles tot beter welstant ende proffyct vande vier Guldens deser stede.’ | |||||||||||||||
[pagina 96]
| |||||||||||||||
niet d'intentie vande Majt gheweest en is dat alle persoonen, wesende in Stadts dienst, ende subject ten ancommen van hunne officien, ampten, ofte functien te betaelen den taux vander Stadt ter tresorie, te kiesen een vande vier Guldens, te weten de Procureurs postulerende voor myn Ed. heeren Schepenen vander Keure ende Ghedeele, de Vinderen ende Halheeren, mitsgaders Dekens, ghecommitteerde ende gheswoorne vande respective Neeringhen. Ten tweeden, dat oock conveniert voor het welvaeren vande Guldens, eene particuliere requeste te presenteren ten gemeenen coste alsvooren, ende daerby ande Majt te vraeghen, of haere intentie niet en is, dat alle de gone hun inde voorseyde Guldens verbonden hebbende ende naer daete gepromoveert worden tot de qualiteyt van Raetsheer ofte dierghelycke royale patente hebbende, als oock Greffiers, Clercquen, Advocaeten ende Procureurs byden Rade van Vlaenderen, te blyfven continueren ende te betaelen in alle lasten ghelyck alle andere Proviseerders schuldich syn te doene. Waerop gheresolveert is dat elck van dese rapport sal doen an hunnen vollen Eedt, ende waertoe an elcken Greffier copie gelevert sal worden, ende anderen dach gestelt om hierop voorder te resolveren.’ | |||||||||||||||
1689, 24 april.‘Synde te kennen gegeven door den Greffier van Ste Anthone dat Sr Jan Bapt. Vergult, afgegaen Coninck vanden selven Gulde, refus was gedaen vanden officiael ten wyncomptoire, van hem te verleenen billet van vrydom ordinaire, ghelyck de afgegaene Coninghen ordinairelyck genieten, ende of men alsoo requeste soude presenteren an myne Edele heeren Schepenen vander Keure omme daerin te blyfven gemaintneert.’ ‘Soo oock te kennen gegeven is door den Greffier van Ste Michiel, dat aldaer een ordinaire was, dat soo wanneer | |||||||||||||||
[pagina 97]
| |||||||||||||||
eenen Coninck comt te sterfven, dat den afgegaenen Coninck niet alleene en blyft continueren inde ordinaire previlegien, nemaer dat oock den gonen te vooren afgegaen synde, by middel van het afsterfven vanden presenten Coninck, daerinne oock blyft continueren, versoeckende oversulcx elcx resolutie in dat regaert ende ofmen daertoe oock requeste soude presenteren, ofte niet?’ ‘Angaende het eerste poinct is geresolveert daertoe requeste te presenteren om daerin gemaintineert te worden. Ende int regaert van het tweede poinct, syn die van Ste Michiel, Ste Anthone ende Ste Sebastiaen by resolutie gevallen dat sulcx oock moet gheschieden, ende het Gulde van St Jooris contrarie.’ | |||||||||||||||
1690. 9 april.‘Synde geproponeert ofmen an de Schepenen soude bidden te willen declareren of sylieden geresolveert syn datmen, niet jeghenstaende de Guldenhuysen beset syn met soldaeten, sal moghen exercitien doen ende prysen schieten, ende of deselve heeren Schepenen de goetheyt sullen hebben van te verleenen de ordinaire silvere prysen, ofte niet om daerop daernaer voorder geresolveert te worden, is daerop geresolveert dat jae.’ | |||||||||||||||
[pagina 98]
| |||||||||||||||
thoont door my Greffier by laste vanden Eedt, dat die van het Gulden van Ste Anthone hebben gepexeert ende misdaen jeghens de oude ghewoonte ende jeghens het respect van op den 4 january 1695 te compareren op de vrydachmerct, om in te haelen, verwillecommen ende convoyeren syne Hoochweerdicheyt den Bisschop Philippus Erardus van der Noot met hunnen standaert, sonder Guidon ofte te peerde, maer gedreghen te voet door eenen anderen persoon, waerover themlieden laste correctie gepretendeert wiert naer bevindt van saeke, waerop door den Greffier van het Gulden van Ste Anthone eenighe discoursen wierden gesproken, doch heeft soo verre gecommen van te sustineren dat het zelfde Gulden daerover niet en conde gecorrigiert worden door andere Guldens, ende dat tselve themlieden kennisse niet en stont, doch de voorseyde andere Guldens, wt consideratie, hebben eenpaerlyck geseyt tselve voor dese reyse te laeten passeren sonder te trecken in consequentie, waerop de voorseyde Greffier wederom heeft gepersisteert alsvooren, alswanneer byde andere ghelast wiert daeran alsoo notitie ghehauden te worden, om daernaer voorder daerop geresolveert te worden naer behooren.’ | |||||||||||||||
1696, 6 mei.‘Geresolveert niet te schieten den Coninckgacy; synde nietmin, naer oude gewoonte, de daeghen ghestelt tot dordinaire vergaderynghen ende tvernieuwen vande respective Eeden.’ ‘Ten voornoemde daeghe verthoont synde datter diversche persoonen waeren subject an het kiesen van eene vande voorseyde Guldens die nochtans gheene en hadden gecoren, is tusschen de selve Guldens eenpaerlyck geresolveert, ende de Greffiers belast voorts te gaen, tot laste van alle de voorseyde persoonen, geene gereserveert, ten effecte van een Gulden te kiesen, ende deselve te betrecken ter justitie al ten gemeene coste vande vier Guldens.’ | |||||||||||||||
[pagina 99]
| |||||||||||||||
1698, 5 october.‘Door den Greffier van Ste Anthone voorengehauden dat sy van intentie syn te vraeghen vande Stadt de wekelycke prysen ende kanne, ende versocht dat de dry andere Guldens souden willen mede voughen ende deputeren commissarissen om int Collegie te gaen, waerop dheeren van Ste Jooris hebben gheseyt te sullen kiesen ende ten eynde dies resolveren.’ | |||||||||||||||
1699, 3 mei.‘Ghevraecht synde ofmen dit anstaende somersaisoen soude spelen ende schieten naer het Coninckschap, hebben die van Ste Michiels geresolveert niet te spelen, die van Ste Anthone te schieten sonder te doen eenighe parade ofte formaliteyten ende te bidden an dheeren van het Magistraet datmen soude moghen hebben dordinaire silvere prysen, mitsgaders wekelycxsche cannen ende thene prysen, die van Ste Sebastiaen syn geresolveert niet te schieten tot consideratie dat sy niet en syn in staet ghelyck dander dry souvereyne Guldens, ende oock de quade conjuncture des tydts, ende die van Ste Jooris hebben geresolveert oock niet te schieten, om de voorseyde quade conjuncture des tydts, ende bydien syn die van Sinte Anthone overvoyst, sullende nietmin dese an myn Ed. heeren Schepenen vander Keure overghedraghen worden om daerop thebben hemlieder resolutie naer oude usantie. Synde op de voordere resolutie by die van Ste Anthone van te versoeken de wekelycksche kanne ende thene prysen andermael an de andere Guldens in deliberatie gheleyt, waerop sy adhereren.’ ‘Eyndelyck is by dheeren van Ste Jooris gheproponeert, of het niet noodich ende geradich en waere datmen ten ghemeenen coste vande Majt soude versoeken interpretatie, dat het syn intentie gheweest is int verleenen van het octroy tot innynghe vande dootschulden vande Guldebroeders, dat | |||||||||||||||
[pagina 100]
| |||||||||||||||
daerinne soo wel begrepen syn de minderjarigghe als meerderjarigghe, is suclx gheleyt in deliberaetie, waerop dheeren van Ste Michiel hebben geresolveert dat sy hun dese propositie niet en willen andraeghen, dheeren van Ste Anthone draeghen hun consent en syn van resolutie dat ten ghemeenen koste soude versocht worden het voorgeseyde decreet ofte interpretatie met voorder versoeck by requeste te doen dat in cas van difficulteyt de Majt soude gedient syn de rescriptie te vraghen by myn Ed. heeren Schepenen vander Keure, als wesende superintendenten vande respective Guldens, dheeren van Ste Sebastiaen adhereren hun naer de resolutie van dheeren vanden aertsinghel Ste Michiel, ende die van Ste Jooris adhereren hun ande resolutie van die van Ste Anthone, soo dat de voysen desen angaende egael staen.’ |
|