Jaerboeken van het souvereine gilde der kolveniers, busschieters en kanonniers gezegd hoofdgilde van Sint Antone, te Gent . Deel 1
(1867)–Anoniem Jaerboeken van het souvereine gilde der kolveniers, busschieters en kanonniers gezegd hoofdgilde van Sint Antone, te Gent– Auteursrechtvrij1703, 3 april.Vertoog aen zyne Majesteit den Koning, door Schepenen van der Keure en Raed der Stad Gent, ten einde de afschaffing der vier Hoofdgilden te bekomen: Gedurende de oorlogen die zoo lang gewoed hebben, is men genoodzaekt geweest het krygsvolk in de Gildehoven te legeren, of deze gestichten als hospitalen voor zieke of gekwetste militairen, zelfs als stallingen voor de ruitery te gebruiken. Ook is men verpligt geweest aen dezelve veelvuldige werken te verrichten, nieuwe kamers aen te bouwen, ten einde dezelve voor hunne nieuwe bestemming geschikt te maken. Van daer menigvuldige onkosten en processen voor de Stad, in geval dat voornoemde Gildehoven op hunnen | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 101]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
ouden voet zouden moeten hersteld worden. En nogtans zyn de vier Gilden niet alleen ondienstige, maer zelfs bezwaerlyke instellingen of maetschappyen, bezonderlyk voor lieden van geringen stand, die er in groot getal deel van maken, en alle zeven jaeren verpligt zyn negen a tien pond groot te betalen, als het hunne beurt valt het ambt van Proviseur te vervullen. Die Gilden zyn niet anders voor gemeene burgers dan eene gelegenheid om geld te verteren, om te drinken en te spelen, van daer: ydele hoofden en ydele beurzen, twisten en krakeelen, 't is al wat er van komt. Vele leden laten met den noen hun werk liggen, brengen het overig van den dag in de Gildehoven door, en verteren daer 'tgeen zy vóór den noen gewonnen hebben. De stad Gent trekt van die Gilden geen den minsten dienst, dewyl in andere steden van ons land dezelfde Broederschappen de wacht optrekken en zich met de bewaring der Stads-poorten belasten. Daerenboven zyn de vier Gilden overladen met schulden, zoo verre dat die van St Antone en van St Sebastiaen door hunne schuldeischers vervolgd zyn geworden en bedreigd met executie. Het afschaffen der voornoemde Gilden zoude des te voordeeliger in de tegenwoordige omstandigheden voorkomen, daer het door zyne Majesteit is bevolen eene lakenhalle op te richten, en dat men daertoe het Gildehof van St Jooris, te midden der Stad gelegen, allerbest zou kunnen gebruiken. Overzulks zoude het onder alle opzichten voordeelig zyn, dat de vier Hoofdgilden kwamen te onderblyven. Vertoogers verzoeken dus, dat de Gilden afgeschaft en derzelver Hoven aen de Stad afgestaen worden. De Gildebroeders zullen van hunne schulden ontslagen worden. Het korps van honderd mannen, welke hunne vrystelling uit de burgerlyke wacht van het Gilde van St Michiel afkoopen, zal in Stadsdienst overgaen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 102]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
De aenvraeg van heeren Schepenen wordt door den Koning gunstig beantwoord. De vier Hoofdgilden worden afgeschaft. Het Hof van St Jooris zal als lakenhalle gebruikt worden; hetgene van St Antone, als logement voor oude officieren en soldaten; die van St Sebastiaen en van St Michiel, als cazernen voor het krygsvolk. Alle lasten en schulden der afgeschafte Gilden zal de Stad op zich nemen. Het goedvinden, dat zou kunnen bestaen, zal in Stadskas gestort worden, ten profyte van bovengemeld invaliden-huis. De commissien van vrystelling zullen op den zelfden voet als die bezeten waren door het Gilde van St Michiel, aen de Stad overgaen. De vergunningen van vrye jagt ten profyte van het Gilde van St Antone worden ingetrokken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1719, 3 february.Verzoek op herstelling van het Gilde van St Antone ondersteund en aenbevolen door den Raed van Vlaenderen. Afgeschaft gelyk alle de andere Gilden der Stad Gent, door het decreet van 3 april 1703, met verbeuring van huis en hof, meubelen, juweelen enz., wendt zich het Gilde van St Antone tot den Keizer en vraegt om wettig en plegtig hersteld te worden, met teruggaef van eigendom, meubelen, juweelen en van zyne aloude voorrechten. De Raed heeft dit verzoek verzonden aen Stads Schepenen, en tot drywerf toe, geschreven zonder antwoord te bekomen, hetgeen wil zeggen, dat heeren Schepenen niets goeds in te brengen hebben tegen de herstelling van het Gilde. Hier op komen vervolgens de besluitselen des Raeds neder: De Gilden zyn zeer nuttige instellingen, mede voor den lande en voor de Stad; zy zyn ten allen tyde door de vorsten begunstigd geweest. Verscheidene dezer vorsten hebben er zich als leden laten in schryven, en niemand werd in het Magistraet benoemd zoo hy niet kon bewyzen van broeder | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 103]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
in het een of het andere dier Gilden te zyn. Wat de teruggave van eigendommen, meubelen, juweelen betreft, niets is billyker. Wel is waer heeft de Staet recht om byzondere eigendommen ten voordeele van het land uit te winnen, maer met behoorlyke schadeloosstelling. Doch welk recht of belang heeft de Staet gehad om aen meubelen en juweelen de hand te slaen? Vervolgens moet het Gilde van St Antone hersteld worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1752, 10 november.Herstelling van het Gilde van St Antone. ‘Maria Theresia by der gratie Godts Rooms Keyserinne, Coninginne van Duytslant, van Hongarien, van Bohemen, van Dalmatien......alle de ghone die dese teghenwoordighe sullen sien, salut. Wy hebben ontfangen d'oodtmoedighe supplicatie ende requeste van Jacobus Noiret, Joannes De Bleecker, Joannes Baptiste De Waghenere, Joannes Coppens, Gregorius Van Loo, Joannes De Smet d'aude, Pieter De Bruyne, Albertus Doré, Joannes De Smet, Joannes Van Eechaute, François Morel, Pieter De Smet, Sebastiaen De Roo, ende Marcus Marist, met consorten alle insetene van onse Stadt Ghendt, inhaudende hoe dat de respective Guldens van den edelen Ridder St Jooris, onderhauden met den voet ende cruysboghen, Sinte Sebastiaen met den hantboghen, Ste Antheunis met de busse, ende van den aertsenghel Sinte Michiel onderhauden met den sweirde ende andere waepenen binnen de voorse Stadt by acte van den 3 april 1703 ghesupprimeert synde geweest, daer naer het voornoemde Gilde van Sinte Michiel op den 6 september 1706 erstelt was geworden in alle syne fonctien, privilegien ende exercitien, mitsgaeders prerogativen daervan dependerende soo ende gelyck het zelve te vooren was geweest, als oock het voorse Gulde vanden edelen Ridder Ste Jooris by opene | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 104]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
brieven van den 12 november 1727, ende het voorseyde van den edelen Ridder Ste Sebastiaen, by opene brieven van octroy van den 20 april 1731, ter reserve alleen dat zy daer by versocht ende becommen hadden eene nieuwe erectie, mits de becommertheden van het aut ghesupprimeert Gulden voortsgecommen soo door troubelen van oorloge als andersints, dat de verthoonders bevonden, datter van het Gulde van den voornomden Ste Antheunis verleent uyt crachte van octroy van wylen Keyser Carel den V ende gheconfirmeert by wylen de Aertshertoghen Albertus ende Isabella den 16 january 1611 nogh exteerden ofte in leven waeren eenighe aude confreers de welcke hun uyt vreese van gelycke becommertheden ofte schulden daermede het selve Gulde saude moghen belast syn hun niet en durfven presenteren tot erstellynghe ofte retablissement van diere, mits hunlieden Guldenhuys naer daete van de selve suppressie door Schepenen van der Keure onser voorse Stadt altydt ende tot den dagh van heden gebruyckt is geworden tot een hospitael van onse troepen als andersints, ende de gheannexeerde erfven, alwaer de confreers van het ghesupprimeert Gulde hun exercitien waeren doende, uyt crachte van decreet vercocht waeren geweest voor merckelycke somme van pennynghen, ende alsoo de verthoonders de voorseyde exercitien geerne sauden willen ernemen, ende dat sy verhopen datter daertoe met den eersten menighvuldighe treffelycke persoonen sullen oock gheamunieert worden, hebben sy ons seer oodtmoedelyck gebeden hun onse opene brieven te verleenen tot d'erectie van een nieuw Gulden van de caloveniers, canoniers ende busschieters, onder den titel van den heylighen Antheunis, met alsulcke vryheden ende preeminentien gelyck voor desen geploghen was, ofte alsulcke andere als ons believen saude sonder hun verthoonders ofte desselfs naercommelynghen, in eenigher manieren | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 105]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
nochtans verobligeert te worden aen eenighe schulden van het voornomde ghesupprimeert Gulde. Doen te weten dat wy, het ghene voorschreven is aengemerckt ende daerop het advys gehadt van de Schepenen van der Keure van onse Stadt Ghendt, geneghen wesende ter oodtmoedighe bede ende begeerte van deselve Supplianten, hebben hun toegestaen, gegunt, verleent ende gheconsenteert, toestaen, gunnen, verleenen ende consenteren mits desen, dat sy sullen moghen oprechten de voorseyde nieuwe Gulde, onder den titel van den heylighen Antheunis, op laste ende conditie dat de supplianten gehauden sullen syn hun te voorsien op hunnen coste van eenen behoorelycken huyse, tot hunne exercitien ende andere gebruycken, waervan sy hun niet en sullen moghen bedienen aleer van ons, over deselve, onse amortisaetie brieven becommen te hebben, dat sy hun in gheenen tydt niet en sullen moghen presenteren ten platten lande, met de bussen, om de jachte te exerceren, alsoo hunne voorsaeten hier voormaels dat ghepretendeert hebben te doen, verclaerende voorts, dat de Supplianten niet gehauden en sullen syn aen de betaelynghe van de schulden der aude ghesupprimeerde Gulde, ende eyndelyck, dat aleer de voorseyde exercitie te ernemen, sy verobligeert sullen syn aen die Schepenen van der Keure van onse Stadt Ghendt een project van reglement te presenteren, om by de selve gheapprobeert ende ghedecreteert te worden, ontbieden daer omme ende bevelen onse seer lieve ende getrauwe die Hooft ende Presidenten ende luyden van onse priveen ende grooten Raeden, President ende luyden van onsen Raede in Vlaenderen, ende alle andere onse rechteren, Officieren ende Ondersaeten, die dit, aengaen sal, dat sy van dese onse tegenwordighe gratie ende octroy, inder vueghen ende maniere soo voorschreven is, de voorse Supplianten doen laeten ende gedooghen, volcommentlyck ende rustelyck genieten | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 106]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
ende gebruycken, sonder hun daerinne te doen ofte laeten geschieden eenigh hinder, letsel ofte moeyenisse ter contrarie, want het ons alsoo gelieft. Des toorconden hebbe wy onsen grooten seghel hier aen doen hanghen. Gegeven in onse Stadt Brussel, den 10 november in 't jaer ons Heere 1752 ende van onse rycken het derthiende, ende was onderteeckent Steenh. Vit, ende op de ploye stont: by de Keyserinne ende Coninginne, in haeren Raede, ondt J.J. Le Roy, ende was uythangende de waepen van haere voorseyde Majestydt in rooden wasse met dobbelen sterten.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1752Ga naar voetnoot(1), 19 november.‘Actum in extraordinaire vergaederinghe van de heeren gheassocieerde tot oprechtynghe van het Souverain Hooftgilden van den H. Anthonius, onderhauden by de coluvriniers, canonniers ende busschieters binnen de Stadt Ghendt, den 19 november 1752.’ ‘Ten voornoemden daeghe, syn ghecompareert alle de gheunieerde (uytghenomen Sr Sebastianus De Roo, die buyten dese Stadt was), de welcke openende de brieven van octroye aen hun by de Majt verleent, ende naer lecture der selve, eenstemmigh resolveerden datter tot beter directie deser Confrerie hoogh noodigh was te maecken ende verkiesen eenen Eedt, conforme aen de andere Souveraine Gilden deser Stadt, dit voor een jaer, ende onder expresse conditie, dat elck niet alleenelyck en saude moeten content syn met het officie waer toe hy saude verkosen worden, maer oock het selve gheduerende een jaer saude moeten bedienen, sonder eenigh vergelt, ingevolghe van welcke | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 107]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
resolutie, soo isser, omnium votis, verkosen tot Prost deser Confrerie heer ende meester Amandus-Josephus Van Aelbroucq, priester, welcken voornoemden heer van een ieder afgenommen hebbende de voysen, soo isser, door pluraliteyt van stemmen, verkosen voor Heuverdeken d'Hr Jacobus Noiret, voor Deken Sr Joannes Jacobus De Grave, ende voor Proviseerders Sr Joannes Coppens, Sr Joannes-Baptiste De Smet, Sr Joannes-Baptiste De Waghenere, Sr Petrus Willems, Sr Sebastianus De Roo ende Sr Petrus De Smet, voor Ontfangher Sr Joannes De Bleecker, voor Deken van de schutters Sr Franciscus Van Elegem, Greffier Sr Petrus-Joannes De Bruyne, Capiteyn Sr Joan. De Bleecker, voor Guidon Sr Gregorius Van Loo, fs P., Constabel Sr Joan.-Baptiste De Smet junior, Alpheris Sr Joannes-Petrus Van Eechaute, ende voor Bailliu, Sr Franciscus Morel, de welcke het selve alsoo hebben aenveirt, in der manieren voorschreven, synde ten selven daeghe met ghemeenen consente aengestelt voor Cnaepe Joannes Cools, ende voor Recreatiefmeester Carolus Van Gusseme, aldus wel ende ter goeder trauwen gheresolveert, gevoyst ende gheapprobeert. In teecken der waerheyt is dese by den voornoemden heer Prost benevens den Greffier onderteeckent, date ut supra. (Ondt) A.-J. Van Aelbroucq praep. S. Anton. P.-J. De Bruyne, Greffier.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1752, 23 november.‘Actum in extraordinaire vergaederinghe van Heuverdeken, Deken ende Eedt van het Souverain Hooftgilden van den heylighen Anthonius onderhauden by de coluvriniers, canonniers ende busschieters, binnen dese Stadt, den 23 november 1752.’ ‘Ten voornoemde daeghe syn ghecompareert de Heuverde ken, Deken, Proviseerders, Capiteyn, Deken van de schutters, Greffier, Guidon, Constabel, Alpheris en Bailliu, de welcke resolveerden dat aengesien den Ontfangher Sr de Bleecker | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 108]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
alreede een merckelycke somme hadde ghedebourseert, tot betaelynghe van de oncosten, soo van de ghonne gheresen op het vervolgh van het becommen octroy, als andere alreede betaelt ende nogh te betaelen, men niet beter nogh proffytiger en conde doen, dan te lichten eene somme van vyftigh ponden grooten wisselgelt, ten minsten intreste doendelyck, t'welcke alsoo, met ghemeenen consente, is goetgekeurt, daerenboven dat men saude voorts procederen tot het becommen van decretement op het geprojecteerde reglement, ende daertoe te presenteren requeste aen myne Edele heeren Schepenen van der Keure deser Stadt, mitsgaders voort te vaeren met het coopen van een huys op de Slypstraete bequaem om een Hof en schutbaene te maecken, ten besten coop dat het doendelyck is, op conditie dat men tydt sal hebben om den coop finabelyck toe te slaen, tot dat wy van de Majestydt sullen becommen hebben de brieven van amortisatie, ende in cas wy die niet en conden becommen, dat den coop sal onderblyven. Aldus gheresolveert, enz. (Get.) P.-J. De Bruyne.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1752, 23 november.Statuten van het Gilde van St Antone, bevattende het reglement voor de verschillige bedieningen en waerdigheden in het Gilde, de schietingen, de burgerlyke en godsdienstige verpligtingen. Gemelde statuten werden goedgekeurd door Schepenen van der Keure, op gunstig advies van den Hoogbaljuw van Gent, den 6 december 1752. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 109]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
mitsgaders den geheelen Eedt, de welcke altemael op he dent waeren gedaeghtvaert, soo Joannes Cools, Cnaepe, relateert, welcke presente heeren resolveerden dat aenghesien het huys op Slypstraete aen dese Confrerie heel schaedelyck was, van den coop van het selve te scheeden, mits dat d'heeren den ghedanen coop niet en verstonden t'agreeren, mitsgaders datter tot meerder proffyt deser Confrerie geraedigher gevonden wiert van de heeren leden deser provintie te versoecken een dryhoeckte stuck landt, geleghen ontrent de nieuwe Coupure, by de Baerge caye, ende danof te laeten maecken een plan door eenen gheexperimenteerden baes, bovendien om de geduerighe byeencomsten te menageren, te authoriseren zes heeren Confreers, die deselve saecke sullen versoecken ende uytvoeren, sonder nochtans van den bauw te maecken positif accort, sonder consent van den vollen Eedt, ingevolghe van welcke resolutie, voor ghecommitteerden gestelt syn den heer Prost, den heer Heuverdeken, den Deken, Sr Jan-Baptiste De Smet, Sr De Bleecker, den Greffier, ende Sr A.-F. Van Haerde, de welcke het geresolveerde van morghen sullen moeten in t'werk stellen, bovendien dat oock door den Ontfangher sal besorgt worden het maecken van den standaert, vendel ende alle voordere noodighe ornamenten deser Confrerie, ende die soo veele doendelyck is, gereet te hebben jeghens den feestdagh van den H. Anthonius onsen patroon, dat oock sullen gedruckt worden de briefkens om de Confreers te vermaenen, van gelycken de reglementen deser Confrerie. Hebbende Sr Frans Morel ghesangeert met Sr Van Eechaute, soo dat Sr Eechaute nu sal wesen Bailliu ende Sr Morel Alpheris; mitsgaders is voor Proviseerder gestelt Sr Adrianus-François Van Haerde.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 110]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
gedecreteerde ordonnantie gedagvaert alle de heeren Confreers deser Confrerie, de welcke gecompareert synde, ende betaelt hebbende hunne redemtie, hebben wy desen eersten feestdag van onsen patroon den heyligen Anthonius gesolemniseert, met eene solemnele misse, inde kercke van Sinte Nicolaes, ende van daer ten banquette onder het losbranden van het kanon van desen Gilden.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1753Ga naar voetnoot(1), 24 maert.‘Actum ter vergaederinghe extraordinaire van onder Coninck, Proost, Heuverdeken ende Proviseerders van het Souvereyn Gilde vanden Ed. Ridder mynheer St Jooris, binnen de Stadt Ghendt, op de groote Gilde camer.’ ‘Ten voornoemden daeghe, ten thien uren en half voor middagh, den ghemelden Eedt, benevens den gonnen van den Souvereynen Gilde van den Aerts-engel Sinte Michiel, ende den Eedt van het Gilde van den Edn Ridder St Sebastiaen vergaedert synde op de voorseyde camer, syn aldaer ghecompareert Sr Joannes De Grave, Deken, ende Joannes De Bleecker, d'heer Jacobus Noiret, Heuverdeken, heer Joannes-Amandus Van Aelbroucq, Proost, gecommitteerde van het Gilde van St Anthone, binnen de voorseyde Stadt Ghendt, de welcke hebben gheexhibeert het Keyserlyck octroy aen hun verleent van daten, 13 november 1752, versoeckende inghevolghe van dien, als een Souvereyn Gilde gheadmitteert, erkent ende gherespecteert te worden, soo van het voornoemde van St Jooris als van St Michiel ende St Sebastiaen, met belofte vande selve Gildens reciproquelyck te eeren ende vriendtschap te bewysen, gelyck de selve elckanderen syn doende; bydien wiert, by de gemelde dry Gildens van St Jooris, | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 111]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
St Michiel ende St Sebastiaen, het voornoemde Gilde van St Anthone achtervolghende hemlieden voorseyde vercreghen octroy, voor een Souvereyn, wettigh ende vierde Gilde erkent met belofte van hun in diervoughen te sullen eeren ende respecteren, soo sy insgelycx aen de voorseyde dry Gildens beloft hebben te sullen doen, ende wanof aen het voornoemde Gilde van St Anthone verleent is acte in forma.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1753, 24 maert.‘Syn op het versoeck vande andere Souveraine Confrerien deser Stede, gecompareert ter Gilde kamer van de Confrerie van Ste Jooris (alwaer de gecommitteerde van de Confrerien van Sinte Michiel ende van Ste Sebastiaen vergaedert waeren), den heer Prost ende den heer Heuverdeken van desen Gilden, geassisteert met Sr Adrianus-Fransciscus Van Haerde, Proviseerder, ende Sr Joannes De Bleecker, Ontfanger en Capiteyn, de welcke naer dat aen hun was vooren gehouden, dat de nieuw erstelde Confrerien aen de andere moeten overbringen hun bekomen octroy, aleer sy konnen erkent woorden als Souveraine Confrerie, ende naer dat aen hun waeren vooren gelesen de acten daer anne conform, hebben sy, in voldoeninge van diere, geexhibeert het origineel octroy by de Majesteyt aen ons verleent, naer lecture van welcke, d'heeren gecommitteerde van de dry voornoemde Confrerien hun hebben gefeliciteert, ende dese Confrerie erkent voor een Souverain Gilden, ende 't selve alsoo t'hunnen boecke geannotteert, waer naer wy in corpore syn gemarcheert naer de schermschole, ende van daer met hun, beneffens de Confrerien van Ste Jooris ende Ste Sebastiaen, naer de kercke van Ste Anna op het Sant, om te hooren ende assisteren in het uytvaert van den heer Fotergil, Koninck der Schermers, synde onsen eersten publicquen act die wy als Souveraine Confrerie hebben gedaen; om welcke reden geresolveert is 't selve te | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 112]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
annotteren t' onsen resolutieboecke, omme te valideren als naer behooren. Actum ut supra. (Get.) P.-J. De Bruyne, Greffier.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1753, 1 april.‘Actum in extraordinairen boet ende eedt van Prost, Heuverdeken, Deken ende Proviseerders deser Confrerie van den heyligen Antonius, binnen de Stadt Ghendt.’ ‘Ten voornoemde daege, synde volgens relatie van Joannes Cools, Knaepe, by billiette gedagvaert alle de heeren van den Eedt deser Confrerie, de welcke ten meerderen deele gecompareert synde, eenstemmig resolveerden, datter tot beter politie ende naerder unie deser Confrerie, noodig waeren, onder de heeren van den Eedt geobserveert te woorden, eenige constitutien ende regels boven de gonne begrepen in het reglement gedecreteert by myn Edele heeren Schepenen vander Keure, 't welcke gemerckt, soo hebben de voornoemde heeren geconcipieert ende geresolveert voortaen te achtervolgen ende onderhouden het gonne naerschreven.’ 1. ‘Alvooren sal in het toekomende den Eedt gereguleert woorden ende bestaen in vyfentwintig dienende heeren ofte wel meer, indien't d'heeren van den Eedt goetdenckt, als te weten boven d'heeren Coninck ende Prost, eenen Heuverdeken, eenen Deken, veerthien heeren Proviseerders, eenen Greffier, eenen Deken vande schutters, eenen Capiteyn, eenen Guidon, eenen Lieutenant of Constabel, eenen Bailliu ende eenen Alpheris.’ 2. ‘Sullende de selve gecoren woorden by meerderheyt van stemme, ende sal elck syn offitic waertoe hy gecoren is geduerende den gestelden tyt, sonder eenigen tegenseg, moeten bedienen, ten waere sy met consente vanden Eedt eenen anderen Confrere presenteerden die de selve bedieninge in hunne plaetse wilde aenveirden.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 113]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
3. ‘Den Eedt sal vernieuwt worden alle jaeren, ofte wel blyven continueren, indien 't de dienende heeren (die den Eedt moeten veranderen) goetvinden, sullende alle Confreers gehouden syn, elck 't synen toure, te dienen, ende als het ront is, wederom aenkomen, op pene van te moeten betaelen alle de onkosten die geduerende den tyt van syne bedieninge t' synen laste souden komen te vallen, boven eene boete van vyf schellingen grooten ten proffyte deser Confrerie.’ 4. ‘Maer den Eedt (reden hebbende hun daer toe moverende) sullen mogen iemant in den Eedt stellen, schoon synen tour noch niet en waere gekomen, sonder aen het Corpus te moeten declareren, waerom sulcx gebeurt, ende sal den gonnen alsoo in den Eedt gestelt synde, het selve moeten bedienen op pene als boven.’ 5. ‘Den heer Prost (indien hy Confrere is) sal naer den heer Koninck den eersten voys hebben in den Eedt, ende andersints vry wesen in alle banquetten ende onkosten den Gilde regaerderende, beneffens den heer Koninck soo ende gelyk art. 13 van de gedecreteerde ordonnantie int regard van den heer Koninck is gestatueert.’ 6. ‘D'heeren Heuverdeken en Deken sullen naer den heer Koninck en Prost het opperste gezag hebben, in alle by-een-komsten, ende aen de te veel sprekende Confreers silentie imposeren, sullende een ieder hem naer d'orders der selve moeten reguleren op pene van arbitraire correctie.’ 7. ‘Item sullen d'heeren Proviseerders, naer rang, het gonne in den voorschreven art. vervadt, moeten subministreren, sullen oock arbiters wesen in alle mefaiten, ende besorgen dat d'ordonnantien pointuelyck worden achtervolgt.’ 8. ‘Den Greffier sal getrouwelyck moeten opschryven ende ten boecke stellen alle de resolutien, soo in ordinaire als extraordinaire boeten en eeden getrocken, ende die | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 114]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
(beneffens alle andere saecken ende acten dese Confrerie regaerderende) onderteekenen, die daertoe by desen wort geauthoriseert, wordende van nu voor altyt soodanige acten ende resolutien, by hem alreede onderteekent ende noch te onderteekenen, gehouden voor goet ende van weirden ende voor soo vele noodt, mits desen geapprobeert ende geratificeert.’ 9. ‘Den Deken van de schutters sal notitie houden ende ontfanck nemen van de boeten van den Eedt, ende die distribuere, soo hier naer sal gereguleert worden, synde het gonne van syn offitie voorder dependeert begrepen in de gedecreteerde ordonnantie.’ 10. ‘De bedieninge van de heeren Capiteyn, Guidon ende Alpheris, bestaet inde marche, de welcke gereguleert sal worden conform aen de andere Souveraine Confrerien deser Stede. Sullende den Guidon in consideratie van d'onkosten by hem t' elckens te draegen, vry wesen in alle banquetten, wel verstaende nochtans indien hy niet mede en schiet. 11. ‘Den Constabel sal alleene de sorge hebben van het kanon, te weten als er moet geschotten woorden in rejouissancen ofte andersints, sonder dat hem iemant, met het laeden ofte afschieten van het selve (sonder syn orders) sal mogen bemoyen, op pene van te moeten betaele soodanige boete, als de heeren van den Eedt sullen vinden te behooren.’ 12. ‘Het offitie van den Bailliu is begrepen inde gedecreteerde ordonnantie.’ 13. ‘Den heer Koninck ofte in syn absentie den heer Prost, Heuverdeken ofte Deken, sal vermogen boet ende eedt te leggen als het hem gelieven sal (den noodt sulcx vereysschende) ende sullen alle de heeren van den Eedt te vooren door den Knaepe behoorelyck by billiette gedag- | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
vaert synde, gehouden syn aldaer te compareren met het slaen van den lesten klokslag van de ure die in het billiet sal gemarqueert syn, op de boete van zes grooten.’ 14. ‘Doch indien hy niet en quaeme met den lesten klokslag van de eerste alf ure daer naer, sal verbeuren noch een gelycke boete van zes groote.’ 15. ‘In alle boet-en-eeden, sullen de presente vervangen d'absente, ende sullen alle saecken by pluraliteyt van voysen gedecideert ende vaste gestelt worden, nemaer de voysen egael synde, sal den heer Koninck ofte in syn absentie den heer Prost, ofte Heuverdeken, eenen dobbelen voys hebben den welcken de saecke sal decideren.’ 16. ‘Het geresolveerde sal pointuelyck achtervolgt worden sonder dat het iemant sal georloft syn het selve te veranderen ofte syn gegeven woort te retracteren, niet meer op pretext van absentie als andersints, op pene van nulliteyt boven soodanige boete als de heeren vanden Eedt sullen vinden te behooren.’ 17. ‘D'heeren Confreers sullen in alle byeenkomsten malkandere respect draegen, ende en sullen niet vermogen te schreeuwen nochte disputeren, vele min malkanderen injurieeren, maer sullen paisibelyck moeten aenhooren de propositien die alsdan sullen vooren gehouden worden, waer op elck syn resolutie gevraegt synde, sal een ieder t' synen toure, syn goetdencken lieberlyck sonder dissimulatie moeten uytspreken, ende syn gevoelen met soodanige reden mogen verstercken als het hem gelieven sal, sonder dat het iemant sal georloft syn een ander te interomperen, maer soo haest iemant door den presiderenden heer geboden wort te swygen, sal 't selve anstonts moeten doen op pene als boven.’ 18. ‘Het gonne inden boet en eedt of andersints | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
geresolveert wort, sullen d'heeren moeten secreet houden op de boete van vyf schellingen grooten.’ 19. ‘Alle derde sondaegen van elcke maent, sal den heer Prost in de kercke van Ste Michiels, smorgens ten thien uren, lesen ofte doen lesen eene misse ter eeren van den H. Antonius, onsen patroon, op dat Godt, door syne voorspraecke, dese Confrerie soude gelieven te protegeren ende de Confreers bewaeren van alle ongelucken, soo in het schietspel als andersints, in welcke misse de heeren van den Eedt sullen moeten compareren op de boete van zes grooten. (Sullen oock moeten compareren in den ordinairen boet en eedt, volgens resolutie van den 2 maert 1755).’ 20. ‘Alswanneer datter eenen Confrater komt te sterven, sullen alle d'heeren van den Eedt het dood lichaem moeten vergeselschappen tot de plaetse daer het sal begraeven worden, op den voet en maniere als by de andere Souveraine Gildens is geplogen, ende oock hooren den lyckdienst ofte uytvaert, sullende de non comparanten, behoorelyck door den Knaepe vermaent synde, betaelen eene boete van twaelf grooten.’ 21. ‘D'heeren van den Eedt sullen gehouden syn jaerlyckx, op den feestdag van den heyligen Antonius, naer het eyndigen van den Goddelycken dienst, te komen in de maeltyt die alsdan sal gehouden woorden, op pene van te moeten betaelen hun contingent in de bekostinge van het selve.’ 22. ‘Men sal, soo in de boet-en-eeden als andersints, geene andere excusien anveirden als sieckte, ofte absentie buyten dese Stadt, in welck geval sy sullen moeten d'advertentie doen aen den Knaepe, op pene van te incurreren de daer op gestelde boete.’ 23. ‘Den ontfanck van alle de boeten, als oock de schaele ende offerpenningen in de misse, sal genomen worden by den heer Deken van de schutters den welcken die sal moeten | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
distribueren, eerst aen den Prost, over het celebreren van de missen, tot zes Guldens, daer naer aen de kercke voor het wasch etca, acht schellingen grooten, ende het resterende sal by de heeren van den Eedt verteirt worden t'elcker veranderinge van den Eedt, sullende niet min de boeten van het schietspel etca, gementionneert inde gedeereteerde ordonnantie, komen in de gemeene kasse van den Ontfanger, ende de gonne gestatueert ten proffytte van den autaer ende van wasch geemploveert worden tot betaclinge van de solemnele misse op den feestdag van den heyligen Antonius, vercieringe van den autaer, ende alle het gonne d'heeren van den Eedt voorder sullen goetvinden ende ordonneren. 24. ‘Welcke voorschreven artickelen vooren gelesen synde aen de generaliteyt deser Confrerie, daer toe by billiette op heden behoorelyck gedagvaert, de welcke de selve eenpaerlyck hebben goetgekeurt, geapprobeert ende gelaudeert, mitsgaeders geresolveert ende vaste gestelt de selve in 't toekomende pointuelyck te sullen achtervolgen ende onderhouden, daerenboven, dat alle het gonne voorschreven sal worden geannotteert ten resolutieboecke deser Confrerie, ende by onsen Greffier onderteekent. Actum desen eersten april 1753, t'oorconden, P.-J. De Bruyne, Greffier.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1753, 3 april.De volgende brief wordt toegestuerd aen Schepenen vander Keure: ‘Supplierende verthoonen reverentelyck Heuverdeken, Deken ende Proviseerders van het nieuw erstelde Gilde van den H. Anthonius onderhouden mette busse ende andere waepenen binnen dese voorseyde Stadt, dat sy onlangs van UEd. hebben versocht om by provisie hunne exercitie te mogen nemen in den hof van Plaisance op Tichelrye, welck versoeck UEd: ghedient syn geweest aen de Supplianten te | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
ontseggen, ter causen d'arme schole deser Stadt daer aen te contegue is gelegen, ende alsoo Supplianten Gilde niet en can bestaen sonder exercitie, sauden de Supplianten de selve exercitie geerne doen in eene herberghe, daer voor teecken uytsteeckt het Zas, recht over den platten Steeger, van achter uytcomende op de Nonnemeerschen, alwaer geen peryckel en can ontmoet worden, als synde eene plaetse buyten weghe ende uyt den volcke, oorsaecke de Supplianten hun andermael keeren tot UEd.’ ‘Ootmoedelyck biddende de selve believe ghedient te wesen, by provisie te consenteren dat de Supplianten sullen mogen doen hunne exercitie in de voorseyde herberghe het Zas, op de conditien als by den regel ende ordonnantie van Supplianten Gilde vermelt. 't Welcke doende, enz. Geteekend, De Backer, Pr.’ ‘Schepenen committeren ten effecte in desen versocht, Mher Pierre Louis burghgraeve Vander Varent, benevens den onderschreven Secretaris, die dagh prefigieren op hedent ten twee uren naer middagh, omme naer examinatie van de plaetse in desen gedesigneert ende hemlieden rapport gehoort, voorder te worden gedisponeert. Actum in 't Collegie den 3 april 1753. (Ondt) G. Gobert.’ ‘Schepenen, gehoort het rapport van hemlieden gecommitteerde ende op alles geleth, accorderen dat de Supplianten, ter plaetse in desen vermelt, sullen moghen doen d'exercitie van hun schietspel, alles by provisie ende mits maeckende den schietdoel ter hooghde als de selve aen commissarissen is aengewesen, te weten dat den selven doel sal moeten hoogher wesen als Stads achterliggende vesten. Actum in 't Collegie den 4 april 1753. (Ondt) G. Gobert.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
tinge om de prysen van plaisier gejont door den heer Prost van het Souverain Hooft Gilden van den H. Antonius, binnen Ghendt. Ten voornoemden daege relateerde Joannes Cools, Knaepe, gedagvaert t' hebben geheel de generaliteyt deser Confrerie, soo wel de heeren van den Eedt, als de gonne daer buyten, de welcke gecompareert synde eenstemmig resolveerden dat het om diversche redenen noodig was, tot naerder resolutie, te doen eenige veranderinge aen de artikelen in de gedecreteerde ordonnantie gestatueert, nopende het schieten om de prysen in het blaisoen, soo ist, dat d'heeren Prost, Heuverdeken, Deken, Proviseerders en voorder heeren Confreers deser Confrerie, verklaeren hun intentie te wesen, dat tot naerder resolutie soo voorseyt is, de prysen sullen gewonnen worden inder manieren naerschreven: Den eersten prys sal geproffiteert worden by den gonnen schietende in dry scheuten het meeste getal.’ ‘Den tweeden by den gonnen schietende in gelycke scheuten het meeste getal daer naer, in beede gevallen, 't sy dat alle dry hun scheuten in het blaisoen syn ofte niet, wel verstaende nochtans dat twee scheuten binnen het blaisoen sullen geprefereert syn voor eene scheute, ende dry voor twee.’ ‘Ende den derden prys by den gonnen in dry scheuten schietende de kortste maete.’ ‘Aldus met gemeenen consente geconcipieert ende geresolveert, enz.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
somme, vinden geraedig op te lichten 100
wisselgelt op lyfrente.’
‘Nota. De lichtinge van de lyfrente, in de nevenstaende resolutie vermelt, is onderbleven.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1753, 12 juny.‘Actum in extraordinairen boet ende eedt van het Souverain Hooft-Gilden van den H. Antonius. Ten voornoemden daege synde gecompareert den meerderen deele van de heeren van den Eedt, de welcke vergaedert zynde eenstemmig resolveerden, dat het noodig was, om diversche redenen, ende wel naementlyck, tot meerder eere ende luyster deser Confrerie, dat tot de anstaende processie generale souden begroet worden alle de heeren Confreers van desen Gilde, soo wel die van den Eedt als de gonne daer buyten, daer toe noch in acht genomen hebbende d'obligatie die d'heeren Confreers hebben van te compareren t' elcken wille ende vermaene van den Eedt, volgens het dispositif van het 17e art. van onse ordonnantie, welcke gemerckt, isser goetgevonden, alle de heeren Confreers te doen dagvaerden ten fyne sy op den 21 deser, wesende den feestdag van het Alderheyligste, souden compareren, smorgens ten 9 uren, ten Hove, voorsien met behoorelyck sygeweire, op de boete van dry stuyvers, om van daer in corpore te gaen naer het Capittel van Ste Baefs, ende aldaer afwachten de komste van het venerabel, mitsgaders het selve op onsen rang te volgen den geheelen tour van de processie, op noch eene boete van vyfthien stuyvers, ende alsoo samen dry schellingen grooten, sonder dat het iemant sal georloft syn, geduerende den tour der selve processie, sonder expresse permissie, daer uyt te scheeden, ende naer het eyndigen van der selven, het Gulden Vlies te conduiseren tot den huyse van den Heuverdeken, welcke permissie nochtans, by de heeren Prost, Heuverdeken ende Deken sal mogen verleent | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
woorden aen de Confreers daer toe praemende redenen hebbende. Aldus geresolveert goetgekeurt ende geapprobeert, soo wy het selve goetkeuren ende approberen by dese, met consent dat danof aen de heeren Confreers, communicatie sal verleent woorden, in teeken der waerheyt hebben wy dese doen teekenen by onsen Greffier omme te valideren als naer behooren. (Get.) P.-J. De Bruyne.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1753, 4 july.‘Ten voornoemde daege exhibeerde den heer Heuverdeken seker missive draegende de daete van den derden july 1753, aen hem toegesonden by Hooftman Koninck, Dekens, Capiteyn etca, van het Gilden van den H. Antonius, geseyt Colvenieren der Stede van Aelst, inhoudende hoe dat sy by resolutie hadden vastgestelt, van op den vyfden ditto, binnen de voornoemde Stede van Aelst, op te rechten dry prysvogels, omme by de liefhebbers afgeschotten te worden, waer toe sy ons waeren noodende, biddende dat wy aldaer souden willen verschynen ten daege voorschreven, met onse ordinaire bussen ofte doelstocken, niet getrocken synde, en op de voordere conditien, by de selve hunne getrocken resolutie te bevinden, en ten daege van de schictinge vooren te lesen, al het welcke gemerckt, soo isser geresolveert, aen het versoeck der voornoemde heeren te voldoen, mitsgaders dat alle de gonne die het soude gelieven, lieberlyck, ongedwongen, ende 't hunner particulieren koste, sullen mogen derwaerts gaen, waer toe hun anstonts hebben gepresenteert, d'heeren Prost en Heuverdeken, de Srs P.F. Barth, Joannes De Bleecker, Gregorius Van Loo, L. Wynants, Vandereecken, F. Van Menschbrugghe en Fr. Morel, aen de welcke met gemeenen consente is mede gegeven, eenen brief van antwoorde, ende hebben de voornoemde heeren beloft hun aldaer te laten vinden ten daege ende ure geprescribeert.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Ingevolge van de voorenstaende resolutie, syn op den vyfden july, de heeren by de selve resolutie vermelt, vertrocken met eene voituere naer de Stede van Aelst, 's morgens tusschen ses en seven uren, ter presentie van diversche bystaende Confreers en my onderschreven. (Get.) P.-J. De Bruyne, Greffier.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1753, 8 july.‘Actum in de schietinge. Ten voornoemden daege, schietende naer de prysen van plaisier, twintig heeren Confreers, soo isser verschil geresen, nopende het verstant van het gonne te vooren in de eerste schietinge geresolveert was, aengaende het winnen van den derde prys, te weten, of om te hebben de kortste maete, men moest meten alle twee de scheuten, ofte maer eene, en of twee scheuten oock waeren geprefereert voor eene, gelyck in het winnen van de twee andere prysen, over de decisie van welcke d'heeren divers van sentiment synde, te meer alsoo het by de voornoemde resolutie niet precies en was uytgedruckt, soo is het selve met gemeene toestemminge geleyt in voysen, alswanneer met 17 voysen jegens 3 is vastgestelt dat den naesten aen de pinne sal profitteren den derden prys, soo wel met eene scheute blaisoen als met alle drye, vervolgens, dat maer de naeste scheute en sal mogen gemeten worden. Aldus gevoyst ende by de schietende Confreers geapprobeert, (onder de welcke waeren den meestendeel van den Eedt), mitsgaders geresolveert in 't toekomende te sullen achtervolgen.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
het selve te permitteren, ende wel namentlyck, om dat het in alle de andere steden van Vlaenderen, en Brabant gepermitteert wort ende het gebruyck is; alle het welcke overmerckt, hebben d'heeren van den Eedt goetgevonden, al eer dien aengaende iet positifs te besluytten, daer over te vraegen het advis van de generaliteyt van desen Gilden, mitsgaders de selve te convoceren jegens den 15 deser loopende maent july 1753.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1753, 12 oogst.‘Actum in extraordinairen boet ende eedt van Prost, Heuverdeken, Deken ende Proviseerders van het Souverain Hooftgilde van den H. Antonius. Ten voornoemden daege synde d'heeren van den Eedt vergaedert, heeft Sr Van Elegem, Deken van de schutters, hem beklaegt van door den Bailliu Sr Van Menschbrugghe, geinjurieert te syn op den 9 deser loopende maent augusty binnen de kamer van den Hove, ter presentie van diversche Confreers, hem tot meermaelen noemende vagabont, ende andere schandaleuse ende injurieuse termen, directelyck strydende tegen onse ordonnantie, ende goede unie deser Confrerie; alle het welcke by de vergaederde heeren gemerckt, ende op alles geleth ordonneren aen den voornoemde Sr Van Menschbrugghe, van publicquelyck voor den vollen Eedt, aen den voornoemde Doeldeken, te vraegen excusie van syne gedaene injurie, ende voor boete te betaelen tot twee schellingen groote, dit by moderatie, boven dat hy voor acht daegen van de doelen ende schietspel sal gepriveert wesen, met interdictie van in 't toekomende sulckx niet meer te doen, op pene van rigoureuser gecorigeert te worden.’ ‘Ten selven daege is oock gecompareert Sr Van Menschbrugghe den welcken adhererende aen de voorenstaende sententie, heeft aen Sr Van Elegem gevraegt excusie van syne gedaene injurie, ter presentie van de heeren van den Eedt, | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
ende heeft de voorschreven boete betaelt. Actum 12 augusty als boven.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1753, 18 oogst.Confrater Cnudde stuert aen den Eed een request inhoudende dat hy den 5 oogst 1753, geschoten heeft in de prysschieting; dat hy hetzelfde getal punten behaeld heeft als zyne Confraters, die hem belemmerd hadden mede te kampen voor prys, om reden dat hy maer twee schoten in het blazoen had, en de andere mededingers dry. Dus vraegt hy eene vergoeding. De Eed, in zyne vergadering van 18 oogst, nam daerover geen besluit. In zitting van 25 october 1753 verklaerde Cnudde afstand te doen van de gevorderde vergoeding. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1753, 16 september.‘Ten voornoemden daege relateerde Joannes Cools, Knaepe, gedagvaert t' hebben alle de heeren van den Eedt, de welcke, ten meesten getalle gecompareerd synde, resolveerden, dat aengesien d'Edel heeren Schepenen deser Stadt aen desen Gilden hadden verleent twee stucken kanon om daer mede te doen hun exercitie van kanonniers, op de reserven ende conditien breeder te bevinden by het appointement staende op de requeste tot dien eynde by de gecommitteerde Confreers aen de voornoemde Edel heeren gepresenteert, waer van de copie sal gevoegt worden by de archiven van desen Gilden, ende dat de voornoemde twee stucken noodig gerepareert waeren, als het eene synde sonder affuyt, ende het ander een nieuw laetgat noodig hebbende, omme alle het welcke te doen, mitsgaders het olieverwen van de affuyten, het nieuwmaecken van het een, en repareren van het ander, d'heeren hebben gecommitteert den Ontfanger de Bleecker ende Sr Gregorius Van Loo, Guidon, met last van het selve te doen soo haest het mogelyk is.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1753, 25 october.‘Actum in extraordinaire convocatie. Is gecompareert den heer Bailliu van desen Gilden, den welcken versocht decisif recht ten laste van Sr De Roo, Sr Barth, Sr De Bleecker, ende Sr Van Eechaute, alle vier Confreers deser Confrerie, by hem gecalengiert over de buytenspoorigheden by hun begaen binnen de kamer van den Hove, op den 21 october 1753, alle het welcke by de heeren geconsidereert, ende gehoort de getuygen, ende die voorders behooren gehoort te syn, ende op alles geleth, gemerckt dat het faiten syn directelyck strydende tegen onse ordonnantie, de goede unie, ende reputatie deser Confrerie condemneren den voornoemde Sr De Roo, ter causen voorschreven, in eene boete van twee schellingen, ses groote in gelde, een pont wasch in kerssen, te branden voor het beelt van den H. Antonius binnen de kamer van den Hove, ende interdiceren hem de doelen te frequenteren tot den 25 november naestkomende, condemneren voorders Sr Barth, ter gelycker causen in eene boete van ses grooten in gelde, ende een half pont wasch te branden alsvooren, mitsgaeders, condemneren Sr De Bleecker ter selver causen, en oock eene boete van ses grooten in gelde, alsmede een half pont wasch te branden als boven, eyndelinge condemneren Sr Van Eechaute, in eene gelycke boete van ses grooten in gelde, ende een half pont wasch te branden in der manieren als de voorgaende; interdiceren de gecondemneerde, van in 't toekomende sulcx niet meer te doen, op pene van rigoureuser te worden gecorrigeert.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
de jonge, J. Genyn, Joannes Vervenne, Gerardus Poelman, Thomas, junior, en De Gruyter, Proviseerders; P.-J. De Bruyne, Greffier; Barth, Deken van de schutters; Joannes De Bleecker, Capiteyn; Gregorius Van Loo, Guidon; Stommans, Constabel; Wynants, Baljuw; en Van Eechaute, Alpheris. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1753, 16 december.‘Actum in extraordinairen boet ende eedt van het Souverain Hooftgilden van den H. Antonius, gehouden den 16 december 1753.’ ‘Ten voornoemde daege hebben de gecompareerde heeren geresolveert den aenstaenden feestdag van den H. Antonius, onsen patroon, solemnelyck te vieren, ende tot dien eynde, ten selven daege, te doen celebreren eene Misse in 't musiecq, in de kercke van Sinte Michiels, welckers bekostinge wiert gereguleert op een pont, thien schellingen grooten, mitsgaders naer gewoonte te begroeten alle de beeren Confreers ten Hove, ende van daer in corpore, vergeselschapt met onsen keteltromel en trompetten, te gaen naer de voornoemde kercke tot het bywoonen van den Goddelycken dienst, ende daer naer weder te keeren ten banquette, indien wy in eeniger manieren met den weirt konden accorderen, tot welcken eynde, aen hem door den heer Deken gedaen synde diversche redelycke propositien, ende in geender manieren met hem konnende overeen komen, hebben d'heeren geresolveert hun tractement te leggen op een ander plaetse, ende 't selve geleyt hebbende in voysen, isser, by meerderheyt van stemmen, geresolveert te gaen naer het Brauwers-huys, ende tot dien eynde verkosen tot Commissarissen, Sr Genyn ende Sr Thomas, die tot hun assistentie versocht en bekomen hebben, Sr Van Loo, Guidon, met last van naer het voornoemde Brauwers-huys te gaen ende te accorderen tot vyf schellingen grooten par tailliore ende niet meer; daerenboven datter | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
sal gemaeckt worden een billiet, waer mede den Knaepe sal gesonden worden by alle de heeren Confreers, om het selve te teekenen, op dat de Commissarissen, wetende het getal, hun daer naer souden konnen reguleren, in het maecken van het accort van de tafel.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1753, 26 december.‘Wordt geresolveerd van op den feestdag van den H. Antonius te gebruyken de tamboers en fyfelaers, gevende daer toe last aen d'heeren Commissarissen, om zoo wel met hen als met de trompetters, timballier en de draegers van de keteltrom te accorderen om met ons te gaen uyt het Hof naer de kerck en van daer naer het Brauwers-huys sonder voorde:.’
Regel ende ordonnantie geproponeert by den actuelen Heuverdeken d'heer Noiret, van het Gilden van den H. Antonius binnen Ghendt, nopende het tractement; welcken regel ende ordonnantie, in den boet ende eedt van den 26 december 1753, by de comparerende Confreers is geagreëert ende geapprobeert.
1. Alvooren dat niemant en sal vermogen eenigen wyn te commanderen als de Hofmeesters, ende dat niet laeter als tbien uren 's avonts, op pene van te incurreren eene boete van acht schellingen grooten ten proffyte van de Kapelle. 2. Dat niemant als de Hofmeesters en is gepermitteert eenigen wyn buyten de vergaderkamer te draegen, nochte iemant wyn te geven, op pene van te incurreren eene gelycke boete van acht schellingen grooten voor ider bouteillie in proffyte alsvoren. 3. Dat niemant en sal vermogen eenige vremde persoonen in de vergaderkamer te bringen, ten sy met consent van den Heuverdeken en Deken, op pene van te incurreren | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
eene boete van vyf schellingen grooten ten proffytte alsvoren. 4. Dat de gonne eenige stooringen souden veroorsaecken, door den Heuverdeken sullen gecondemneert worden in eene boete naer bevint van de saecke. 5. Dat niemant en sal vermogen hem te bemoeyen met het geschut als den Constabel, nochte syn tafel abandonneren om het schieten by te woonen, op de boete van vyf schellingen grooten ten proffytte alsvoren. 6. Eyndelinge dat de geincurreerde boeten van stonden aen moeten betaelt worden, in handen van den Bailliu, die daer van notitie sal houden en aen den Deken overleveren, ten proffytte van de Capelle. Aldus geagreërt ende geapprobeert ten daege, maent ende jaere als in het hooft deser gementioneert 't oorconden als Greffier. (Get.) P.-J. De Bruyne. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1754, 6 january.Confrater Van Elegem verklaert dat het Gilde beleedigd is in zyne voorrechten, ter oorzake dat de heeren van den Eed hadden besloten de keteltrom van 't Gilde, op den aenstaenden feestdag van den H. Antonius, te doen dragen naer de kerk, in plaets van dezelve te doen voeren te paerd, waermede, zoo hy zeide, men daerna het privilegie zoude verliezen om dezelve te mogen voeren, scheldende geheel den Eed utt als meineedigen, met wie zich aenstonds verklaerden te vervoegen, De Grave en Willems, Proviseerders, en Barth, Doeldeken, die aenstonds, zonder bevel, de kamer geruimd hebben, op welk belachelyk voorstel de heeren hebben besloten dat zy niet anders vermogten te doen dan het geen alreeds besloten, volgens art. 16 van de resolutie getrokken den 1 april 1753. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
den H. Antonius, gecompareert Sr Van Menschbrugghe, Confrere van het selve Gilden, den welcken reïtererende de gifte, van het behangsel van de Gildekamer in het Hof, ende eene schilderye hangende aen de schauwe (mits alle het gonne aldaer voorder bevonden woort aen hem was betaelt) by hem uyt pure jonste gedaen in proffytte van desen Gilden aen Sr Van Haerde, Deken, Sr De Bleecker, Capiteyn, en Sr Van Loo, Guidon deser Confrerie, versoeckende dat het selve soude geannotteert worden ten resolutieboeke, omme aen desen Gilden te valideren als naer behooren.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1754, 17 january.‘Naer het bywonen van de solemnele Misse in de kercke van St Michiel, begaven zich, in corpore, ten bancquette, naer het Brauwers-huys, alwaer gehouden wiert eene treffelycke maeltyt onder het losbranden van eene dryvoudige salve van het kanon, schieten van vierpylen, enz., alles ter presentie van de heeren Commissarissen uyt het Collegie van myn Edele heeren Schepenen van der Keure deser Stadt, synde mynheer Della Faille d'Assenede, Voorschepen, ende mynheer Papejans de Morchoven, Schepen, geassisteert met den heer Secretaris Goeman, alle het welcke in goede ordre is geeyndigt.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1754, 17 february.‘Actum in extraordinairen boet ende eedt van Prost, Heuverdeken, Deken ende Proviseerders van desen Souveraine Gilde van den H. Antonius. Ten voornoemde daege, naerdat Joannes Cools hadde verklaert gedagvaert t' hebben, by billiette, jegens heden, alle de heeren van den Eedt, brachte den heer Deken aen de gecompareerde een extrait uyt den lantboeck van den heyligen Geest van de kercke van Ste Michiels, behelsende de lasten waermede het Hof, gecompeteert hebbende aen het oud gesupprimeert Gilden van den selven heyligen Antonius, was | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
beswaert, ende mits deselve belastinge beliep meer als ℒ 65-0-0 's jaers, boven vele reparatien die het selve noodig hadde, 't welcke met den voornoemde last groote capitaelen souden bedraegen, soo oordeelden d'heeren geraediger en voor dese Confrerie proffytiger te syn, te sien naer een huys in het Princen-hof, competerende joff. de weduwe De Regge, tot welcke eynde den heer Deken wiert gecommitteert om met Srs David Kindt en Thomas timmerman en metsers baes, te gaen naer den selven huyse omme 't selve te visiteren en daer van te doen de prysye, oock te informeren naer den naesten prys, mitsgaders danof te doen rapport aen de heeren van den Eedt ter naeste convocatie, omme by de selve, daerop voorder geresolveert te worden, als naer behooren; ende mits Sr Van Menschbrugghe op eene oneerlycke maniere was vertrocken buyten dese Stadt, soo wiert' er voorder geresolveert eenen anderen Confreer te kiesen in den Eedt in syne plaetse, 't welck geleyt synde in voysen, isser by meerderheyt van stemmen verkosen, tot lesten Proviseerder, Sr Petrus Brabant, laetende het last aen den Greffier van hem het selve by billiette 't adverteren als naer gewoonte.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1754, 21 february.‘Actum in extraordinairen boet ende eedt. Ten voornoemden daege heeft Sr Petrus Brabant, in de voorgaende vergadering benoemd Proviseerder, gedaen den eedt. Voorders dede den heer Deken rapport van syne commissie nopende het koopen van een huys in het Princen-hof, 't welcke hy, beneffens de gonne met hem by de voorenstaende resolutie gecommitteert, oversien hadde ende 't selve bevonden hebben capabel tot het doen van onse exercitien, mits daer by koopende een ander huys staende in de Silverstraete, op het welcke rypelyck gelet hebbende, isser met gemeenen consente geresolveert deselve huysen in het Princen-hof ende Silverstraete, te koopen ten | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
minsten pryse dat het doendelyck is, alles op agreatie van de heeren van den Eedt, myn Edel heeren Schepenen van der Keure, ende op het bekomen van de brieven van amortisatie van haere Majesteyt, ten welcken effecte mits desen syn gecommitteert d'heeren Heuverdeken en Deken, de Srs Genyn en Thomas, Proviseerders, ende den onderschreven Greffier, om den koop van de selve huysen op de voornoemde conditien te doen, oock om van de Edel heeren Schepenen te versoecken hun approbatie, beneffens de brieven van amortisatie van Haere Majesteyt, het ligten van de noodige penningen ende voorts te doen alle het gonne sy tot beter proffyt van desen Gilden sullen vinden te behooren.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1754, 17 maert.‘Actum in extraordinaire convocatie van de generaliteyt. Ten voornoemde daege relateerde Joannes Cools, Knaepe van desen Gilden, jegens heden by billiette t' hebben gedagvaert geheel de generaliteyt deser Confrerie, van de welcke gecompareert synde ontrent de seven deelen van achte, hebben de heeren Heuverdeken en Deken, Sr Genyn, Sr Thomas ende den onderschreven Greffier, overgebracht ende aen de generaliteyt vooren gelesen de contracten van koope, by hun in de qualiteyt van gecommitteerde van de heeren van den Eedt op ons agreatie, aengegaen, soo tusschen joffrouw Marie Baete, weduwe van Sr Jan De Regge, als Sr Jan Farazyn, meester meulenaere, beede binnen dese Stadt, van de huysen en erfven in het Princen-hof ende in de Silverstraete, respectivelyck voor de sommen van veerthien hondert ende een hondert vyf en twintig ponden grooten wisselgelt, breeder vermelt by de instrumenten gepasseert voor de Notarissen Franciscus Bauters ende Jan Ryckaert, den 13 ende 15 deser loopende maent maerte 1754, beede heden originelyck by ons gesien ende geexamineert, ende naer rype deliberatie, hebben | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
geoordeelt, dat dese plaetse niet alleen bequaem en was tot het doen van onse exercitie, maer oock seer proffytig en voordeelig voor de Confrerie soude wesen, daerom hebben wy de voorgemelde koopcontracten in al hun deelen omnium votis, geagreëert, geapprobeert ende gelaudeert, soo wy agreeren, approberen en lauderen, mits desen authoriserende de voornoemde heeren Heuverdeken en Deken, Sr Genyn, Sr Thomas ende den Greffier, om van myn Edel heeren Schepenen van der Keure te versoecken hun approbatie, beneffens de noodige brieven van amortisatie, mitsgaeders om te compareren ten respectieve lantboecken, alwaer de voorgemelde huysen, steden en erfven resorterende syn, ende aldaer uyt den naeme ende over de generaliteyt van desen Gilden van selve in erfven te gaen, ende voorts te doen alle het gonne daer toe soude konnen ofte mogen gerequireert worden, ende beth voorts om tot betalinge van de koopsommen van diere, het doen van de noodige reparatien ende veranderingen, soo tot het maecken van eene Gildekamer, schietbaene, doel, en alle het gonne soude voorder mogen noodig wesen, op te ligten tot concurrentie van eene somme van twee duysent ponden grooten wisselgelt, daervooren te verkennen eene ofte meer renten, soo sy best sullen oordeelen te convenieren de voorseyde huysen daer vooren te oppignoreren ende in seker te stellen, beneffens alle de generale middelen deser Confrerie, onder soodanige beloften ende verbonden als naer rechte, onder expresse conditie dat den heer Deken t' eynden dies danof sal doen behoorlycke rekeninge ende bewys van synen te nemen ontfanck ende administratie aen de heeren van den Eedt, als naer behooren, ende gemerckt de revenuen ofte hueren van de gekochte huysen niet suffisant genoeg en syn om te betaelen de croisen van de te ligten renten, ende dat desen Gilden niet voorsien en is van eenige inkomen ofte capitalen, in tegendeel noch beswaert was met | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
eenige schulden, soo hebben de voornoemde heeren goetgevonden ende geconsenteert, gelyck sy consenteren mits desen dat sy voor den tyt van ses achtervolgende jaeren, ende tot dat dese Confrerie meerder in getal beter in state sal syn om de geseyde lasten te draegen, sullen betaelen in de plaetse van vyf schellingen grooten 's jaers, voor redemptie, tot acht schellingen grooten wisselgelt, te beginnen van op den naestkomende feestdag van den heyligen Antonius, alles in der manieren als by, het 7e artikel van onse gedecreteerde ordonnantie breeder is uytgedruckt. Aldus geresolveert, goetgevonden ende geapprobeert gelyck gedaen wort mits desen, ende sal dese geannotteert worden ten resolutieboeke van desen Gilden, by twee heeren Proviseerders over den Eedt, ende twee heeren Confreers buyten den Eedt, beneffens onsen Greffier over de generaliteyt worden onderteekent om te valideren als naer behooren, actum date ut supra. (Get.) J.-J.-H. De Grave als eersten Proviseerder, Andreas-P. Cornelis, als Proviseerder, G. Vandereecken, en J.-Bapt. De Waghenere, 't oorconden als Greffier, P.-J. De Bruyne.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1754, 21 april.‘Actum in extraordinairen boet ende eedt. Den heer Deken, soo over hem als over den heer Heuverdeken, Sr Genyn, Sr Thomas, ende den Greffier, doet rapport van de saeke nopende het bekomen van consent ende agreatie van myn Edel heeren Schepenen van der Keure tot het maecken van een Hof ende schietplaetse in het Princen-hof, waertoe sy waeren gecommitteert, breeder by de voorenstaende resolutie te bevinden, ende mits sy dien aengaende groote swaerigheden rencontreerden door de oppositie van de heeren Secretarissen Elias, ende Gobert, d'Advocaeten Beerleere ende Cardon, de welcke hun redenen van oppositie schriftelyck waeren overgevende, ende waer jegens desen Gilden soude genootsaeckt syn te | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
antwoorden by replicque ofte andersints, 't gonne, soo te vreesen was, tot een formeel proces soude uytbersten, 't welcke de voornoemde heeren niet geradig en vonden te vervolgen, sonder alvooren daer op met de heeren van den Eedt rypelyck te delibereren ende te hooren hun advis, dienvolgende hebben de gecompareerde heeren, naer rypen raet ende examinatie, geresolveert, met de voorgeroerde saeke voorts te gaen ende de opposanten het hooft te bieden, te meer om dat men weet dat de redenen van hun oppositie maer en bestaen in een deel slechte redenen ende ongefondeerde raisonnementen, tot uytwerckinge ende vervolg van welcke saeke, de vornoemde heeren by desen worden geauthoriseert ende gecommitteert, omme die over dese Confrerie te vervolgen, tot den definitiven, oock jegens alle de gonne hun noch voorder souden verstaen te opposeren ende beth voorts om dies noodt (met advis van rechtsgeleerde) tot Brussel by de Majesteyt het selve te vervolgen, emmers om alles voorder te doen het gonne de voornoemde heeren sullen oordeelen tot beteren proffytte ende tot korter decisie deser saeke noodig te wesen. Aldus geresolveert, goetgekeurt ende de voornoemde heeren gecommitteert, soo gedaen wort by dese, ende sal dese geannoteert worden ten resolutieboeke van desen Gilden, omme te valideren als naer behooren.’ Op 17 juny van het zelfde jaer wierd uitgegeven het reglement aengaende de schieting met het kanon. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1754, 29 juny.In de vergadering werd lezing gedaen van eene missive toegezonden door het Gilde van den H. Antonius, binnen Aelst, inhoudende dat zy hadden vastgesteld op 4 july aenstaende op hunne ordinaire gaywippe op te rechten dry prysvogels en de Confreers van Ghendt vriendelyck noodende om die, met onse ongetrocken bussen te komen helpen afschieten. Nota.’ Op 4 july 1754 zyn 's morgens | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
vertrocken naer de Stadt Aelst acht heeren Confraters van desen Gilde om aldaer te gaen schieten naer de prysvogels, en zyn ten zelfden dage wedergekeerd, zonder aldaer te hebben geschoten, vermits zy benevens die van Dendermonde niet hebben willen schieten, als met Confreers van een niet vry geoctroyeerd Gilde.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1754, 8 september.‘Actum in de generaele convocatie. Ten voornoemden daege word gelesen de missive ons toegesonden by de heeren Confreers van het Gilden van den H. Andreas, geseyt Colvenieren der Stede van Dendermonde, synde den inhout van diere, dat sy met den aenstaende ommeganck, die aldaer stont gesolemniseert te worden, den 15 deser, noodig hadden vier stucxkens kanon, van welcke sy onvoorsien synde, hunnen toevlugt naemen tot ons, biddende dat wy hun de selve souden willen ter handt stellen, waer op geresolveert wiert, aen het voorgemelde versoeck te voldoen, ende aen hun te senden onse vier stucxkens, ofte wel vier andere, indien wy die konden bekomen, mits by hun presterende alle schaede en intresten daer aen te causeren, ende mits den heer Deken declareerde dat de voornoemde heeren van Dendermonde aen hem mondelinge hadden gedeclareert, dat sy, ten tyde der octave van hunne feeste, hadden geresolveert op te rechten eenige prysvogels, laetende den dag ende de maniere, der selve schietinge aen ons, als aen het Hooftgilden van Vlaenderen, soo wiert dienaengaende geresolveert ende de schietinge gereguleert in plontons van acht heeren ieder, mitsgaders dat wy ons op maendag 16 deser binnen Dendermonde souden laeten vinden met twee plontons, volgens het woort van 16 heeren onder de gecompareerde bevonden, alle het welcke aen den Greffier wiert versocht par missive aen de heeren van Dendermonde bekent te maeken, die het selve aenstonts heeft gedaen. Synde voorts | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
gecompareert, Sr François Van Menschbrugghe, den welcken versochte (mits soo hy seyde alle syne crediteuren waeren voldaen ofte stonden voldaen te worden) wederom geadmitteert te worden als Confrere van desen Gilden, waer op geresolveert ende aen hem gedeclareert wiert, dat wy ons dienaengaende souden reguleren naer de andere Confrerien, waer van hy soo wel als by ons Confrere hadde geweest, vervolgens dat hy van het Gilden van Ste Jooris ofte van Ste Sebastiaen soude brengen behoorelyck certificat, dat hy aldaer als Confrere bekent ende aengenomen was, wy hem met veel plaisier souden accepteren.’ ‘Op den 16 september 1754 syn vertrocken naer Dendermonde d'heeren Confreers, tot de gayschietinge in de vorenstaende resolutie vermelt, ende hebben aldaer op den 16 ditto geschoten naer vyf vogels, als wanneer den derden wiert afgeschoten door Sr Pieter De Smet, Confrere van desen Gilden; twelcke alhier is dienende voor memorie.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1754, 24 september.‘Actum in extraordinairen boet ende eedt van de heeren van den Eedt. Den heer Heuverdeken verklaerd dat d'heeren van het Gilden van St Michiel deser Stadt, ons door hunne Commissarissen hadden versocht van hun in corpore te willen vergeselschappen naer de Vrydagmert, ende aldaer by te woonen het spelen met het sweirt om eenen Koninck, mitsgaeders de twee volgende daegen tot het winnen van de prysen, 't welcke stont te gebeuren op den 29 en 30 deser ende 1e october 1754, het welcke de twee andere Souveraine Confrerien van Ste Jooris ende van Ste Sebastiaen oock hadden geconsenteert, voorders versoekende dry heeren van ieder Gilden aen hunne tafel, alle het welcke geconsidereert, ende mits het van outs een gebruyck is geweest, dat de Gildens in gelyck geval malkanderen conduiseren ende opleeden, soo wiert er geresolveert | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
aen het versoeck van de voornoemde heeren te voldoen ende (om diversche redenen) ten dien eynde door den Knaepe, jegens de voorgemelde dagen, te doen dagvaerden de generaliteyt van desen Gilden, d'heeren van den Eedt op eene boete van veerthien stuyvers, ende de voorder heeren Confreers sonder boete, daer en boven alsdan in corpore op te trecken met onse trompetten en timballen, tamboers en fyfelaere, in volle solemniteyt als naer gewoonte. Tot het besorgen der trompetters wiert verkosen Sr Wynants, ende den Capiteyn voor de tamboers, ende wierden verkosen als Commissarissen op het tractement den heer Heuverdeken ende d'heeren Huyttens en Couvreur.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1755, 6 february.‘Actum in extraordinairen boet ende eedt van Proost, Heuverdeken, Deken ende Proviseerders van desen Souverainen Gulden van den H. Antonius binnen Ghendt, gehouden in den nieuw gekochten huyse in het Princen-hof. Ten voornoemde daege, de gecommitteerde heeren hebben gepresenteert de modelle ende plan van de te maeken Gildekamer, schietplaets ende doelen, met alle het gonne tot de reparatie, erstellinge ende veranderingen van de gekochte huysen voorder soude mogen noodig wesen, met eene calculatie van het gonne de selve wercken souden kosten, alle het welcke by de gecompareerde heeren geconsi- | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
dereert synde, hebben, naer rype deliberatie, goetgevonden ende geconsenteert, ende aen de voorgemelde heeren gecommitteerde versocht, van op het spoedigste met de geprojecteerde wercken voorts te gaen, volgens het overgebracht plan ende modelle ofte soodanige andere, als sy ten meerderen proffytte van desen Gilde souden vinden te behooren. Daerenboven dat van stonden aen aen den Hospes in het Sas van Ghendt, by den platten Steeger, soude gedaen worden eenen opseg by laetweten, dat wy geen voorder gebruyck en verstaen te nemen van de schietplaets, kamer, enz., soo ende gelyck wy de selve tot nu toe hadden geoccupeert, dan tot den 4 maerte 1755.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
9 uren, 't gonne men in 't toekomende alsoo sal onderhouden. Word gecommitteerd tot het besorgen van diere, het rechten van de peirsse, enz. den Capiteyn, Sr De Bleecker.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1755, 6 july.‘Actum in extraordinairen boet ende eedt. Ten voornoemden daege waeren alle d'heeren van den Eedt behoorclyck by billiette gedagvaert, soo den Knaepe Joannes Cools relateerde, waer naer aen de heeren wiert vooren gelesen de missive ons andermael toegesonden by Koninck Hooftman, Deken en Eedt van het Conincklyck Gilden van Sinte Michiel tot Roesselaere, behelsende het erstellen van den dag der gayschietinge aldaer op den 7 september naestkomende, waer op d'heeren resolveerden, dat de gonne van den Eedt die genegen syn om derwaerts te gaen, sullen mogen doen dagvaerden de generaliteyt, om in cas sy konnen vinden ofte uytmaeken een ofte twee plontons, alsdan aen die van Roesselaere te antwoorden als naer raede; wordende voorder geresolveert, van op den derden sondag deser maent te schieten met het kanon, op de ordinaire plaetse, waer van den heer Heuverdeken, den last ende het besorgen op hem heeft genomen, geassisteert synde met mynheer Huyttens, de welcke voorders presenteerden een plan ofte modelle van eene tente van bequame groote, om te dienen in alle schietingen, 't welcke by den Eedt wiert geapprobeert, maer gelyck de selve al een merckelycke somme soude moeten kosten, wiert er door diversche iveraers geproponeert die te maeken sonder onkost van de Confrerie, maer ten particulieren koste, waer toe den heer Heuverdeken offereerde een stuck lynwaet, den heer Deken, beneffens Sr Cornelis, alle het hautewerck, singels ende coorden, mynheer Huyttens alle de linten tot cieraet dienende, Sr De Kimpe, Alpheris, alle het say, ende de heeren De Grave, Coppens, Willems, Genyn, Couvreur, Thomas d'aude, ende jonge, Rons, | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Jocqué, den Greffier, den Guidon Van Loo, elck tot thien schellingen in specie, 't welck met danckbaerheyt geaccepteert synde, wiert er geresolveert met het maeken der selve voorts te gaen.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1755, 24 oogst.‘Den heer Heuverdeken proponeerd van soo tot plaisier als exercitie van de Confreers, op te rechten eene schiet-lotterye, waer van een plan geformeert synde aen de hoeren wiert getoont, die het selve oversien hebbende, de te winnen prysen reguleerden in zesse, te weten drye voor het hoogh getal, ende drye voor het leeg getal, ende in 2,000 lotten van dry scheutten ieder, waer vooren soude moeten betaelt worden tot zeven groote.’ Die schietting begost den eersten zondag van september 1755. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
door die van het Gilde van den H. Antonius te Aelst, behelzende dat zy eene schietlotery hadden opgerecht. De Eed beslist er geen deel aen te nemen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1755, 28 september.‘De gecommitteerde heeren gaeven te kennen dat het huys, de Jacht, ende de loge daer nevens staende, aen desen Gilde competerende, nochte op geenen lantboeck bekent ende alsoo niet en konden belast, nochte validelyck aen de credirentiers voor hypotheque gegeven worden. Den Eedt heeft gecommitteert d'heeren Heuverdeken en Deken, de Srs Genyn en Thomas, Proviseerders, ende den Greffier omme te compareren ten lantboecke van den Groenen Briele alwaer ons groot huys ofte Hof is sorterende, ende aldaer te doen annotteren het voorgemelde huys, voortyts d'herberge de Jacht, ende de loge daer nevens staende, mitsgaeders te verkennen eene cynsrente van twee grooten 's jaers voor elcke van diere.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1755, 2 november.‘Actum in extraordinairen boet ende eedt. Ten voornoemde daege procedeerden de gecompareerde heeren tot het reguleren en distribueren van de prysen der schiet-loterye, alswanneer bevonden wierden uytgegaen te syn 650 lotten, a seven grooten ieder, bedraegende 113 guldens 15 stuyvers, die naer deductie van onkosten, gereguleert wierden in ses prysen alsvooren, te weten dry voor het hoog, en dry voor het leeg getal, synden den eersten prys in beede getallen, 20 guldens, den tweeden | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
16 guldens, ende den derden prys in beede de getallen, elck van 12 guldens, die toegewesen wierden, den eersten in beede getallen aen Sr Vander Beke de jonge, geschoten hebbende 68, en Sr Pieter De Smet, met syn leeg getal van 11, de tweede prysen in beede getallen, aen Sr Stommans, die geschoten hadde 65 ende den heer Deken Van Haerde, geschoten hebbende 13, ende om de derde prysen te preuven tusschen Sr Coppens en Sr Thomas d'aude, elck bebbende het getal van 64, ende tusschen den voornoemde Sr Vander Beke en Sr Thomas junior, geschoten elck het getal van 14. Aldus gereguleert ende gedistribueert, present de Confreers mede geschoten hebbende.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1755, 9 november.De Deken legt de algemeene rekening der Gilde ter tafel. De ontvangst beloopt tot 2,859 pond en 17 schellingen, en de uitgaef tot 2,801 pond en 10 schellingen. Confrater Stommans, den Deken uitgescholden hebbende, zal aen dezen laetste verschooning doen en wordt veroordeeld tot eene boet van zes grooten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1755, 16 november.De Gildebroeder De Bleecker doet opmerken dat in de andere Gilden de Kapitein de helft maer moet betalen in de kosten der banketten. De Eed beslist dat voortaen de Kapitein, de Doeldeken, de Standaerddrager, de Constabel, de Baljuw en de Alpheris zullen vry wezen in alle banketten voor half geld, indien zy niet medeschieten om prys. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1755, 26 november.‘Op het rapport van den heer Deken wordt geresolveert dat wy in corpore met het Gulden Vlies, standaerd, vendel, trompetten en timbal mitsgaeders tamboers en fyfelaers, in gewoone ordre, zullen marcheren naer het hotel van den heer burggraef de Nieulant, verheven tot Hoogbaljuw deser Stad, ende aldaer onse complimenten afleggen als naer behooren.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1755, 11 december.‘Actum in extraordinaire convocatie van de generaliteyt van het Souverain Hooftgilden van den H. Antonius, gebeurt den 11 december 1755.’ ‘De generaliteyt der Confreers van desen Gilden gecompareert synde, presenteerde den Greffier soo voor syn selven als voor d'heeren Heuverdeken en Deken, de Srs Genyn en Thomas junior, pertinente specificatie van de distributie van de twee duysent ponden grooten, by hun ten laste van desen Gilden opgeligt, uyt crachte van commissie van de generaliteyt, begrepen in de resolutie van den 17 maerte 1754 alhier gesien ende gelesen, waer by bevonden wiert dat de gemelde somme was gebruyckt, soo tot betalinge van de koopsomme van het Hof en de andere huysen daer mede gaende, als van de voordere onkosten daer toe relatif, ende gelyck er tot betaelinge van den bauw, de noodige reparatien ende veranderingen daer aen gedaen, noch noodig was ten minsten eene somme van veerthien hondert ponden grooten wisselgelt, soo by de billietten der wercklieden ende leveranciers was consterende, versochten sy consent tot opligtinge van genoegsaeme penningen, omme de gemelde schulden te konnen voldoen, ten waere d'heeren van de generaliteyt ander middelen wisten uyt te vinden omme de selve te konnen betaelen, alle het welcke rypelyck geexamineert synde, ende oock gesien de prysye van alle de huysen aen dese Confrerie competerende, gedaen by ses gesworen erf- | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
scheeders en prysers deser Stadt, by acte van den 27 november 1755, by welcke was blyckende dat de selve waeren bevonden weirdig te syn 23,500 guldens wisselgelt, daerenboven opgenomen ende gecalculeert synde de revenuen soo van de huysen als de gonne dese Confrerie jaerlyckx andersints was heffende, ende gemerckt aen desen Gilden alle andere middelen waeren ontbrekende om de gemelde pretentien te konnen voldoen, hebben wy, met gemeene toestemminge, geconsenteert ende voor soo vele noodt in desen geapprobeert ende gelaudeert, soo wel de voorgemelde ligtinge als de distributie van de penningen hiervooren geroert, soo wy syn approberende mits desen ende consenteren dat tot betaelinge van de meer gemelde resterende schulden, sal worden opgeligt eene somme van twaelf hondert ponden grooten wisselgelt ende alsoo te samen tot dry duysend vyf hondert ponden grooten capitaels ten minste intreste doendelyck, waertoe by desen worden gecommitteert de heeren Heuverdeken en Deken ende den Greffier, omme de gemelde somme op hunne quittantie te ontfangen, daer vooren te verkennen eene ofte meer renten, soo sy best sullen oordeelen te convenieren, het Hof met alle de voordere huysen, nieuwe wercken ende packhuysen aen dese Confrerie competerende daer vooren te oppignoreren ende in seker te stellen, beneffens alle de generale middelen van desen Gilden, onder soodanige beloften ende verbanden als sy ten meerderen proffytte sullen oordeelen noodig te wesen onder expresse conditie dat den heer Deken, t'eynden dies van synen te nemen ontfanck ende administratie, sal doen behoorelycke rekeninge aen de heeren van den Eedt als naer costume. Aldus geresolveert, goetgevonden ende geapprobeert, mitsgaeders gecommitteert gelyck gedaen wort mits desen. In teeken der waerheyt is dese by dry heeren van den Eedt over den selven ende by dry heeren Confreers beneffens den Greffier over de gene- | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
raliteyt worden onderteekent, omme te valideren als naer behooren. (Get.) Petrus Brabant, P.-F. Willems, J.-J.-H. De Graeve, Ant. Neyman, Pieter De Smet, P.-F. Barth, en P.-J. De Bruyne, Greffier.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1755, 21 december.Wordt beslist dat de feestdag van den H. Antonius op 17 january 1756 zal gevierd worden, door eene solemnele misse, in St Michiels kerk, alwaer alle Confraters zullen moeten aenwezig zyn, en daerna zullen zy ‘retourneren ten bancquette ordinaire, het welck wierd gereguleerd op acht schellingen in specie per telloor, ende gemerckt het de eerste reize was dat wy desen feestdag in het nieuw Hof zouden vieren, resolveerde men daerop te begroeten alle de heeren aen dewelke wy eenige obligatie waren hebbende, als ook den heer Prelaet van St Pieters, dengenen van Baudeloo, den heer President, d'heeren Hoogbaljuw en Onderbaljuw, den heer baron van Lovendegem, enz. Zullende (mits het profyt tgonne men van de gemelde heeren verwachte, zoude wesen aen het Gilden) 't gene zy zullen verteren, gebracht worden ten laste dezer Confrerie; om welke heeren te begroeten gecommitteerd wierden d'heeren Heuverdeken, Deken, Huyttens, en de Greffier, mitsgaeders tot de zorge van het gonne dependeert aen het traktement de Srs Genyn en Thomas Proviseerders. Voorders Sr Lauwaert onsen conchiergier niet content synde met den dag van het ingaen van zyn huyshuere by den Eedt gestelt op den 1e juny 1755, wiert den selven naer gehoort syne redenen verschoven tot op den 15 ditto.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
in ons Hof, alwaer wy tot meerderen luyster van desen feestdag, synde den eersten die wy in dit ons nieuw Hof waeren vierende, naer gewoonte hebben het middagmael genomen, ter presentie van den heer Vicomte de Nieulant, Hoogbaljuw deser Stadt, den heer Vilain XIIII, Voorschepen, d'heeren Commissarissen van beede de bancken ende andere genoode heeren, onder het losbranden van het kanon, alle het welcke in goede ordre is geeyndigt.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1756, 25 january.‘Alsoo sekeren Frans Morel, geweest hebbende Confrere van desen Gilden, ende om eenige reden gesouffreert in het tractement van den voorgaenden feestdag, den tweeden dag hem vervoordert hadde van uyt het Hof des avonts vertreckende, met den recreatif-meester te gaen naer eene oneerlycke plaetse, 't welcke aen den Eedt geraporteert synde, wiert er geresolveert den selven Morel in 't toekomende noyt meer voor Confrere te erkennen, ende den gemelden recreatif-meester, boven een goet repriment, gecasseert voor den tyd van dry maenden, omme t'eynden dies gesien syn gedrag, alsdan voorder te doen als men soude vinden te behooren.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1765, 19 april.‘Het koningschieten word uytgestelt, om de Schepenen van der Keure te versoecken de prysen ons te schenken. Karel De Gusseme versoeckt wederom erstelt te worden in syne bediening van recreatif-meester, welck versoeck d'heeren hebben toegestaen, op expresse conditie dat op de eerste klagten die 't synen laste souden mogen gedaen worden, hy voor altyt sal gecasseert worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Eyndelinge versochte zekeren Italiaenschen vierwerckmaecker de vertooningen van syne vierwercken te mogen doen op den bascour van ons Hof, mitsgaeders de groote Gildekamer voor den Edeldom, 't welcke hem wiert geconsenteert op conditie van te accorderen met den Hospes, soo voor de schaede als anderzints, ende ieder reyse te geven 24 vrye billietten omme te worden gedistribueert aen de heeren van den Eedt.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1756, 26 mey.‘Den heer Deken declareerde het woort van mede te schieten ontfangen te hebben van den heer Vicomte de Nieulant, Hoogbailliu deser Stadt, door den heer Vilain XIIII, Voorschepen van der Keure, mynheer Carpentier en mynheer de Bauffe, Schepenen, waer naer noch hun woort gaeven de Srs Couvreur, Van der Beke junior, De Gruyter, Brabant, Vandereecken, Van der Beke d'aude, den Capiteyn De Bleecker, De Waghenere, ende Sr De Kimpe, Alpheris, alle gecompareerde, synde alsdan onder de gonne mede schietende voorder geresolveert te versoeken de dry andere Souveraine Confrerien om ons naer gewoonte op te | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
leyden, mitsgaeders donderdags aen tafel vier heeren van elck Gilden te vraegen, te weten de respective Koningen, Prosten, Heuverdekens ende Dekens, als oock de heeren Commissarissen van beede de bancken, d'heeren Prelaet en Prost der abdye van Ste Pieters, d'heeren barons De Heems, en Van Lovendeghem, den heer Commandant Lefebvre ende Sr Jan Provost. Voorders resolveerde men, beede de daegen, soo in het gaen als weder keeren, te presenteren den wyn van eeren aen alle de Confreers der andere Gildens, mitsgaeders dat men om alle vermoeden van fraude te vermyden, soude kiesen twee gecommitteerde uyt den Eedt, om in de aenstaende Koninckschietinge aen het blaisoen te nemen de maete en die aen de heeren Commissarissen uyt het Collegie overdraegen, waer toe met gemeene voysen verkoren wierden den Greffier ende Sr De Gruyter; oock dat men den Constabel Sr Stommans de sorge soude laeten om achter het kanon te staen, ten tyde men soude schieten, om te beletten dat door al te hooge te pointeren ongelucken souden gebeuren. Eyndelingen syn gecoren als Commissarissen van het tractement den Doeldeken, Sr Haeck, ende den Capiteyn Sr De Bleecker, de welcke sullen vry wesen van den helft der onkosten van het tractement.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1756, 7 juny.‘Volgens de voorenstaende resolutien, isser op den 7 juny 1756, wesende den tweeden Sinxendag, geschoten, met het kanon, naer het Coningschaep van desen Souverainen Gilden, alswanneer het selve is gewonnen by den Edelen heer Falligand, geschoten hebbende eene maet van seven duymen een quart, synde in het gestelde wit, waer over den gemelden heer gefeliciteert synde door de heeren Commissarissen, is aengedaen het gulden Vlies, alles met agreatie van alle de medeschietende heeren Confreers; synde des anderdags geschoten met de busse om de dry | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
gewoonelycke Stadtsprysen van silver, de welcke gewonnen wierden, te weten, den eersten door Sr De Waghenere, Proviseerder, den tweeden by Sr De Smet junior, ende den derden door den Capiteyn Sr De Bleecker, breeder by particuliere notitie gehouden op den boeck der schietingen der prysen van plaisier ende alhier maer dienende voor memorie.’ Het volgende lettervers wierd den Koning aengeboden: | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Vers acrostiches adressés à Monsieur De Falligand Roy de la Confrairie de St Antoine.Fut-il jamais, pour nous, sort plus digne d'envie? Apeine Falligand est dans la confrairie; Le ciel favorisant nos plus ardents souhaits Le faisant notre ROY, nous illustre à jamais. Il comble nos désirs, cimente notre gloire, Guide la confrairie au temple de memoire, Assure le succès de sa restauration, Nous inspire à chaqu'un la noble émulation D'atteindre comme lui à la même victoire. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1756, 9 juny.‘Wierd voorgestelt dat het soude convenieren den Coning (Falligand) te presenteeren den wyn van eeren, soo het by de andere Souveraine Confrerien wiert geplogen, ende met gemeyne toestemminge besloten dat men naer middag, ten vyf ure, in corpore, aen den heer Coning souden presenteren eene filliette (sic) Toursse wyn, ende daertoe souden begroeten geheel de generaliteyt, mitsgaeders de filliette doen schilderen met de wapenen deser Stadt ende van dese Confrerie, alsoock dat men aen myn edel heeren Schepenen van der Keure soude presenteren requeste, ten eynde te bekomen den vrydom der Stadts rechten voor twee stucken wyn, als oock den gonnen van de provintie, indien men dien konde bekomen.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1756, 13 juny.Ter gelegenheid der intrede van hertog Karel van Lorreinen werd besloten dat de Gildebroeders van Ste Antone, met de dry andere Hoofdgilden, in ordine, achter de edele heeren Schepenen van beide banken, den Prins zouden inhalen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1756, 17 juny.‘Den heer Deken verklaert, dat den heer Hoogbailliu hem hadde versocht onse groote tente, om syne Konincklycke Hoogheyt den hertog van Lorreinen te camperen op de duynen van Blanckenberge, het welcke eenstemmig geresolveert wiert te consenteren, mitsgaeders daer anne te doen vastmaecken onse waepenen, als oock de vensters der selve tente te doen voorsien met de noodige groene zyde koordekens.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1756, 25 juny.‘Wiert geproponeert, mits men wiste dat S.K. Hoogheyt Karel Alexander hertog van Lorreynen ende van Bar, beneffens Syne Konincklycke suster in dese Stadt synde, genegen was om sig als Confrere van desen Gilden te teekenen, resolveerde men hem daertoe te gaen versoecken in corpore, even gelyck wy naer de Koninckschietinge waeren gemarcheert, ende gelyck Schepenen van der Keure hadden geordonneert aen een ieder te vieren s'avonts 26 deser, resolveerde men t'selve te doen in ons Hof met kerskens voor de vensters.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
het vierwerck, concert en den wyn van eeren, aen den Koninck gepresenteert, ten laste van desen Gilden. De algemeene onkosten beloopen tot 37 ponden en 8 schellingen grooten, de onkosten van het tractement tot 80 ponden en 4 schellingen grooten, het welcke by de Commissarissen hoofts en hoofts gelycke ten laste van de gonne mede geschoten hebbende, wiert uytgerekent. In zitting van den 4 july 1756, wierd er beslist, voor de schulden van het Gilde te verminderen, dat elck Gildebroeder sal betaelen eenen dobbelen Souverain.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1756, 18 july.‘Alsoo den heer baron de Heems, voor de doodschult van hem en synen sone, hadde gegeven d'helft van twee groote schilderyen representerende de tentatie van den H. Antonius, ende de andere de gaeyschietinge, soo wiert er geresolveert de wederhelft te koopen van de gonne daer toe gerecht; waer van het last wiert gelaeten aen den heer Deken.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1756, 15 oogst.‘Ten voornoemde daege heeft Sr De Bleecker, geschoten hebbende den derden prysvogel, overgebragt vier silvere lepels en vier forchetten altemael geteekent met de waepenen van desen Gilden ende van dese Stadt, ende insgelycx Sr De Smet junior een silveren salve voor synen tweeden prysvogel, dit om te voldoen aen de conditien daer van synde.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1756, 2 september.‘Proponeert den heer Heuverdeken, dat dewyl wy nu, soo by gifte als by koope, waeren voorsien van de twee groote schilderyen, dat men de selve als best soude doen racommoderen en plaetsen in onse groote Gildekamer jegens de mueren daer toe sy waeren gedestineert, waer op geresolveert wiert de selve van stonden aen te | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
te laeten vermaeken by Sr De Meere, en daer toe te doen maeken de noodige raemen en lysten. Waer naer verhandelt synde den offer by mynheer Sandelin gedaen, van het Constabelschap deser Stadt te cederen in proffyte van desen Gilden, heeft den heer Koning op hem genomen dese saeke met die het behoort te sullen consulteren.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1756, 5 december.‘Ten voornoemde daege den Heuverdeken proponeerde dat het alsnu convenierde den Eedt deser Confrerie te maeken conform aen de andere Souveraine Gildens deser Stadt, ende diën te augmenteren boven den heer Koning, Prost, Heuverdeken en Deken, met twee ouderlingen boven de 14 heeren Proviseerders, die sullen dienen als by de andere Gildens in gebruyck is, als oock dat de officiaelen in toekomende voor hunnen publicquen dienst, sullen vry wesen van onkosten in alle tractementen van desen Gilden, wel verstaende indien sy niet mede en schieten, ende dat sy in geene boeten en eeden en sullen moeten compareren nochte aldaer voys hebben, mitsgaeders dat den Greffier voor synen dienst sal proffitteren egaelyck als de Greffiers van de Confrerien van Ste Jooris ende van Ste Michiel binnen dese Stadt; op alle het welcke gedelibereert is met gemeyne toestemminge alsoo vastgestelt ende besloten.’ Vernieuwing van den Eed: Overdeken, Noiret; Deken, Huyttens; Proviseerders, De Beer de Beveren, Du Bois de Weghewalle, Coppens, Cornelis, Genyn, Thomas de jonge, Rons, Thomas d'oude, Van Loo, Van Melle, Haeck, De Gruyter, Neyman, Poelman; Ouderlingen, Van Haerde en De Graeve; Greffier, P.-J. De Bruyne; Deken van de schut- | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
ters, Van Elegem; Kapitein, De Castillon; Guidon, Brabant; Constabel, Stommans; Baljuw, Jocqué; Alpheris, De Kimpe. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1756, 19 december.‘Op het versoeck van den heer Prost, den heer Heuverdeken proponeert of het niet beter en soude geweest hebben dat wy, om onse diensten te doen in de kercke van St Michiel, souden versoecken eene Capelle, waer op geleth synde, wiert geresolveert, dat terwylent men den hoogen autaer in de selve kerck hadde versocht ende van pastors en kerckmeesters bekomen, men den selven als wesende den alder bequaemsten, en om vele redenen voor ons den besten, soude blyven behouden. Voorders alsoo mynheer Du Bois, als tweeden Proviseerder niet en konde dienen, als wesende in den Eedt van het Gilden van den heyligen Sebastiaen, soo wiert in syne plaetse gecoren mynheer de Heems, ende alsoo het noodig was soo aen den standaert te maecken een overtrecksel, om den selven te bevryden van den regen, als aen het vendel eenen nieuwen stock, wiert den heer Deken belast het selve te doen maecken. Eyndelinge versocht Sr Van Haerde, afgegaen Deken, datter soude dag worden gestelt, om, present twee Commissarissen uyt den Eedt, te doen de overleveringe van alle de effecten en papieren aen desen Gilden competerende ende geweest hebbende onder syne directie, aen den nieuwen Deken, waerop geleth synde, wiert daertoe dag geprefigeert op den 23 deser snaermiddags, ten dry uren, ende ten dien effecte gecommiteert de Srs Rons ende Haeck, Proviseerders.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoogbaljuw en Voorschepenen, en mynheer Sandelin, beneffens d'heeren Commissarissen van beyde de bancken, sullende by den Eedt moeten betaelt worden voor de gevraegde heeren, sonder iet te mogen brengen ten laste van desen Gilden; synde oock geaccordeert met den Hospes van desen Hove ende de tailliore gereguleert op ses schellingen grooten wisselgelt.’ ‘Den 17 january, naer het hooren der solemnele misse in de kercke van Ste Michiel, retourneerden wy naer ons Hof ten gewoonelycken banquette, 't gonne geschiede ter presentie van den heer Hoogbaljuw ende mynheer Vilain XIIII, Voorschepenen, ende andere gevraegde heeren, onder het losbranden van het kanon, synde alles in goet ordre geeyndigt.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1757, 23 january.‘Den heer Deken declareert dat diversche heeren Confreers waeren versoeckende dat men soude geven eenige ballen der Confrerie, waer op men resolveerde, dat voor aleer te doen eenige verloren onkosten, eerst souden sien of men ten getalle van 16 konde geraeken, ende dat men alsdan soude tot den bal doen begroeten de generaliteyt van desen Gilden, ten welcken eynde een project wiert opgestelt ende gegeven aen den Knaepe, om ront te gaen, ende de gonne genegen tselve te doen teekenen; voorders wierter geresolveert, om noodige affairen, te doen dagvaerden de generaliteyt jegens den 30 deser, 'snaermiddags ten 3 uren. Eyndelinge resolveerde men, dat, om te eviteren de ongelucken die twee a dry reysen gemenaceert hebben te gebeuren in het schietspel met de busste, men int toekomende sal onderhouden het naervolgende:’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Alsvooren, dat niemant in de groote Gildekamer en sal vermogen syne busse te laeden ofte gelaeden daer in te stellen, op de boete van ses grooten.’ ‘Dat alle de gonne staende om te schieten ende quaemen te fauten, niet en sullen vermogen met hunne busse te gaen uyt het schiethuyseken, voor aleer sy dry mael achtervolgende gefaut hebbende, hunne busse sal gelegen hebben op de baillie, tot dat de volgende scheute geeyndigt sal syn, op de boete van vier schellingen grooten.’ ‘Ende om te eviteren de langduerigheyt die somige naer dat sy gefaut hebben, souden mogen besteden in het repareren ofte erstellen van hunne busse, en sal de selve reparatie niet langer vermogen te dueren dan vyf minuten naer de eerste faute, op pene van te vervallen van hunnen tour ende te verliesen hunne scheute.’ ‘Sullende alle reparatien die gebeuren, naer ofte voor het fauten, moeten geschieden in de plaetse daer de vyse staet (wel verstaende indien de bussen gelaeden syn), sonder de selve te mogen doen in de laedtkamer, op de boete van twee schellingen grooten.’ ‘Aldus om de voorschreven redenen geresolveert, goetgekeurt ende geapprobeert, mitsgaders geordonneert, dat dese sal worden geannoteert ten resolutieboeke van desen Gilden, ende by copie authenticq geaffixeert in de laedt plaetse ofte schiethuys, omme te vermyden alle pretexten van ignorantie.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1757, 30 maert.‘De Gildebroeders worden by een geroepen om te beslissen wat er te doen staet aengaende de ligting van 1,400 ponden grooten tot betaelinge van de werklieden gevrocht hebbende aen de constructie van het Hof van desen Gilde. Er wordt beslist dat de voorgaende ligting zal gebeuren in kleyne rentjens onder de Confreers | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
waervan de minste soude bestaen in 12 ponden 10 schellingen grooten capitaels, waervoor de gevers souden profiteren tot 10 schellingen grooten 's jaers, mitsgaders de selve renten te besetten op ons Hof.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1757, 5 mey.‘Den Eedt beslist op te rechten eene schietloterye, tot welcke men sal nooden alle de Gildens van Vlaenderen. In boet ende eedt van 8 mey word besloten dat de schietloterye sal bestaen in 6,000 loten aen seven grooten ieder, ende in thien silvere prysen, vyf in het hoog getal ende vyf in het leeg getal.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1757, 7 juny.‘Ten voornoemde daeghe ghecompareert den heer Koninck, mynheer De Graeve, d'heeren Proviseerders Coppens, Genyn, Judocus Thomas, Van Loo, Neyman, De Gruyter, Poelman ende den Greffier aen den welcken gevraeght zynde het subject van den boet ende eedt, 't ghonne hy declareerde niet te weten, ende mits de non comparitie van den ghonnen den boet ende eedt hadde doen legghen, soo concludeerden sy gerecht te syn te pretenderen, ten laste van den boet ende eedtleggher, elck eenen schellinck in specie, synde, soo sy seyden, het gebruyck in de andere Gildens.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
ghedeputeerde heeren van de Staeten deser provintie, ter oorsaecke van de victorie door de troupen van haere Keyserlycke Majesteyt bevochten op het leger van den coninck van Pruyssen voor de stadt Praegh, hadde gejont aen de vier Gildens deser Stadt, eene premie bestaende in eene gauden medaillie, weerdigh thien dobbele souverainen, de welcke sal geproffiteert worden by den ghonnen in brant sal schieten eenen viervoghel, die ten dien eynde op den Cauter sal worden opgerecht, het welcke gehoort, wiert geresolveert het selve par billiette aen de generaliteyt kenbaer te maecken op dat de ghonne gheneghen synde mede te schieten hun daer naer souden connen reguleren. Terwylent men in twyffel was of de vier Gildens sauden moeten present syn in den Te Deum die op sondagh, in de Cathedraele kercke, sal worden ghesonghen, wierden ghecommitteert de Srs Haeck en Coppens om het selve by die van het Gilden van Ste Jooris te gaen informeren. Voorders resolveerde men te vieren met keerskens naer gewoonte, als oock dat men om reden der voornoemde rejouissance op sondagh om gheene prysen van plaisier en saude schieten ende 't selve door den Cnaepe de generaliteyt doen adverteren. Eyndelynghe dat gelyck het ghetal der loten noch niet compleet en was, men den tydt saude verlenghen tot den 15 deser, ende 't selve par missive aen alle de beschreven adverteren.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1757, 24 july.‘D'heeren gheinteresseerde in de schietloterye resolveerden dat, aenghesien den nomber van 4,000 loten gherequireert by de conditien niet voltaligh en was, men d'heeren vremdelynghen par missive saude bedancken, ende indien iederen Confreer van desen Gilde wilde blyven behauden syne ghenomen loten, dat men die onder ons saude schieten op het volghende plan, te weten: 1,225 loten synde het uytgegaen getal, a seven | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
grooten ieder, bedraegen, naer aftrecken van den sevenste pennynck............£ 31-5-3.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1757, 21 augusty.‘Wordt voorenghelesen de requeste by diversche wercklieden ghepresenteert ten laste van desen Gilden, tenderende tot betaelinghe van hunne pretentien, waer op wiert geresolveert dat men, om te vinden de penninghen daer aen dependerende, souden informeren of men iemant conde vinden die de ghemelde somme rentewys aen het Gilden soude geven, ende dat tot securiteyt van diere, iederen Confrere sigh soude borghe constitueren tot concurrentie van 10 ponden grooten wisselghelt, 't welck alsoo wiert gheapprobeert.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1757, 2 october.‘Actum in extraordinairen boet ende eedt. Ten voornoemden daege waeren alle d'heeren van den Eedt, volghens het ghonne in de conditien van de schietloterye gheconstateert, ghedaghtvaert tot het distribueeren van de prysen der selve loterye, alswanneer de vergaederde heeren den notitieboeck, daervan gehouden, hebben gheexamineert ende bevonden dat den eersten prys in het hoogh ghetal was ghewonnen by Sr Judocus-Michiel Thomas, geschoten hebbende het ghetal van 69, den tweeden by Srs Cornelis, Proviseerder, ende Stommans, Constabel, elck geschoten hebbende het ghetal van 67, ende den derden by den ghonnen die met de te doen preufscheute den | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
tweeden sal commen te verliesen, den eersten prys in het leegh ghetal, by den Greffier, geschoten hebbende het getal van 7 egael met Sr Couvreur, ende de prysscheute ghewonnen hebbende, den tweeden by den selven Couvreur, ende den derden by den voorseyde Sr Stommans, Constabel, gheschoten hebbende het ghetal van 9, aen welcke zes prysschieters toeghewesen wierden hunne ghewonnen prysen ende hun gheassigneert van den heer Deken te ontfanghen de sommen gheproveneert van den nombre van 1,275 loten, te weten: de twee eerste prysen elck £ 7-4-2 grooten, de twee tweede prysen elck £ 5-7-2 grooten, ende de twee derde prysen elck £ 3-7-5, waernaer tot het vinden van d'ontcosten nogh overbleef tot £ 5-6-3 grooten, waer van aen den Cnaepe, voor synen ghedaen dienst gheduerende de schietloterye, gegeven wiert tot £ 1-0-0 grooten. Synde voorders gheresolveert het begonst proces jeghens de wede De Regge voorts te pousseren, ende in cas van accort t'ghonne sy versocht, ons te contenteren met £ 50-0-0 grooten wisselgelt, mits by haer betaelende de costen, tot het maecken van welck accort den procureur Vandereecken wiert gheauthoriseert’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1757, 9 november.‘Den heer Heuverdeken geeft te kennen dat hy hem, over desen Gilden, betroeken was vindende, van weghe Sr De Meere, tot betaelynghe van de somme van 25 ponden 13 schellynghen en 4 grooten, over reparaetie by hem ghedaen aen de schilderyen van desen Hove, welcke vraeghe by de ghecompareerde heeren bevonden synde exorbitant, wiert gheresolveert den ghemelden De Meere te gaen spreken ende te trachten met hem in 't vriendelyck syne pretentien te adjusteren, met versoeck van syn ghedaen betreck te surceeren, ende in cas van | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
ongheneghentheyt, om affronten te eviteren, ons daer jeghens te opposeren by provisie.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1757, 30 november.‘Vernieuwing van den Eedt. Wierden verkosen voor eersten Auderlinck mynheer De Graeve, ende voor 2de Sr Coppens; voor Proviseurs, Srs Maes, P.-J. De Bruyne, Couvreur, Hanssens, Martens, Van Hoobrouck en Boone; voor Greffier, mynheer Willems; voor Capiteyn, Sr De Castillon; voor Baljuw, Sr Jocqué; voor Constabel, Sr Stommans; voor Deken van de schutters Sr De Waghenere; voor Guidon, Sr Hoogstoel, ende voor Alpheris, Sr Jacobus Van der Beken. De andere leden van den Eedt worden erkosen.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1757, 18 december.‘Wiert geresolveert de generaliteyt te doen daghtvaerden jeghens den 17 january 1758, op den neghen uren voor middag, ten Hove, omme te hooren lesen de ghedecreteerde ordonnantien van desen Gilde, ende ten elf uren tot de solemnele misse als naer gewoonte, mitsgaeders dat wy sonder trompetten ofte tamboers (om oncosten te menageren) naer de kercke van Ste Michiels souden marcheren in corpore, ende op die wyse retourneren ten bancquette, het welcke wiert ghereguleert op ses schellynghen wisselgelt par talloire.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 161]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
by den heer Coninck van het Gilden van den H. Barnabas onderhauden met de busse binnen de selve Stede, mitsgaeders de inghesloten resolutie by de heeren van den Eedt ghetrocken den 23 january te vooren, daer by sy gheresolveert hadden van Joannes de Schaut, gewesen Coninck van het voornoemde Gilden, hem in de ghemelde qualiteyt naermaels niet meer te erkennen, veele min als Confrere van diere, ten respecte dat hy omme pressante schulden vluchtigh was van de Stadt, ende het welcke aen de hoofden van het voornoemde Gilden naerder ghebleken was geweest door de judiciele vercoopynghe synder meubelen ende effecten, mitsgaeders dat aen hun oock ghebleken was dat den ghemelden Coninck met sigh ghenomen ofte erghens versteken hadde den grooten gauden gaey van eeren, gehanghen hebbende onder den halsband, denwelcken hem als Coninck toebetrauwt was, wies aengaende versocht synde, by de ghemelde missive, ons advys, te weten dat al is het saecken diergelycke persoonen ten deele erstelt zynde in hun affairens, nogh aenveerdelyck syn om te exerceren eenighe bedieninghe van eere in het Gilden ofte niet, alle het welcke by ons gheconsidereert synde ende naementlyck het vyfde artikel van ons ghedecreteert reglement, statuten luydende in verbis, ende soo wanneer iemant naer dat hy Gildebroeder geworden is infaem quaem te bedyden, dat God wille verhoeden, sal by de heeren Proviseerders synen naem ten boecke worden gheroyeert, ende daer by gestelt worden de reden waerom sulckx geschiedt, indient d'heeren van den Eedt goetdunckt, syn van sentiment dat diergelycke persoonen geensints meer admitterelyk en syn om te exerceren eenighe bedieninghe van eere in het Gilden, ofte als Confrere erkent worden, alwaert by aldien sy ten deele erstelt waeren in hun affairen, laetende het last aen onsen Greffier van hier uyt te depecheren extrait ende het selve benevens missive toetesenden aen den | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 162]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
heer Coninck van het ghemelde Gilden omme het selve te valideren als naer behooren.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1758, 1 maert.‘Actum in extraordinairen boet ende eedt. Wiert rapport ghedaen door den heer Deken, mitsgaeders ghetoont ende gheproduceert d'acte pandynghe ghedaen doen by vrouw Anna-Marie Paelinck, douairiere van Sr Leonardus-Frans Werrebrouck, in syn leven heere van Hundelghem, op alle de meubelen, goederen ende effecten, gheene uytghesteken nochte ghereserveert, die sauden moghen berusten binnen dese Stadt Ghent ende Schependom van diere aen desen Gilde competerende, omme daer aen te verhaelen eerst de somme van twee hondert vyf en twintigh ponden grooten, dry jaeren crois eerder rente van vyf en seventigh ponden grooten, 's jaers croiserende a pennynck twintig, tleste verschenen 13 february 1758, op conditie van over het leste jaer te moghen ghestaen met 60 ponden grooten courant, in cas de betaelynghe 't synen tyde gebeurt, ten tweeden omme ter ontlastynghe van de vrouw vervolgerighe voornoemt te worden afgelost de somme van vier hondert ponden grooten wisselgelt capitaels met de verschenen croisen, in proffyte van Sr Joan Volbracht, die sy bevont op het Hof van den selven Gilden anterieurelyck aen het ghedaen besette van de vervolgerigghe op het selve Hof gebeurt te syn per constitutie brief, enz., ten derden tot verhaelen van de somme van twintigh ponden grooten courant over twee jaeren crois van eene andere rente van thien ponden grooten, sjaers pennynck twintig tleste verschenen 1757, eyndelynghe ende ten vierden tot lossynge ofte breeder beseth van het capitael der selve twee renten, enz., van welcke pandynghe de lecture by den Greffier ghenomen synde, wiert by den ghemelden heer Deken gevraeght wat men daer in te doen stont, als- | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 163]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
wanneer gheresolveert wiert van devoiren te doen tot ophaelynghe van de respective sommen die eenighe Confreers geneghen waeren aen desen Gilde rentgewyse ofte andersints te geven, soo sommighe alreede hun woord voorgaendelyck hadden gegeven, mitsgaders de ghonne van vyftigh ponden grooten, die den heer Coninck, soo den geseyden heer Deken rapporteerde, aen desen Gilde saude tellen, omme met de selve ten deele ofte geheele te betaelen de voorseyde lasten, als mede tot aldelstont alle het selve gheffectueert synde, van de vermelde vrouwe vervolgerighe eenighen tydt te vraeghen, ten welcken effecte ende in alle het gonne voorders den heer Deken wiert ghecommitteert, t'eynden dies van alles rapport te doen, waer toe men eenen anderen boet en eedt sal leggen.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1758, 3den zondag van april.‘Sr Carneva, vierwerckmaecker, versoeckt consent om te moghen verthoonen, op den bascour van ons Hof, syn vuerwerck, 't welcke hem gheconsenteert wiert, op conditie dat hy voor ieder reyse aen desen Gilde saude betaelen eenen enckelen souverain in specie, boven het ghonne aen den Hospes, mitsgaders het stellen van souffisanten seker voor alle schaede die hy, soo door brant als andersints, saude commen te causeren.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1758, 10 mei.‘Naer ghemaeckt te bebben een bordereel der schulden van het Gilde, mitsgaders het ghonne waer vooren sommighe iverighe Confreers hadden verantwoort, wort er bevonden dat aen de crediteuren elck tot een derde, salvo justo, van hunne pretentien sauden connen betaelt worden, 't ghonne aen de ghecompareerde crediteuren gheproponneert synde, op conditie van tot dry jaeren te supersederen van alle judiciele vervolghen, met laste | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
nochtans van de Majesteyt te versoecken een octroy tot oprechten eener lotcrye ofte andere middelen te suggereren, hebben eenpaerelyck daer inne gheconsenteert.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1758, 21 mei.‘De Gildebroeders zullen vergezellen de processie op H. Sacramentsdagh, ende de flambeuwen alsdan te ghebruycken sullen commen ten laste van de Confrerie. De Koninck en Eedt van het Gilden van Rousselaere hebbende aen ons geschreven, ten effecte van op 24 juny naestcommende te schieten naer silvere ende thinnen prysen in plontons, wiert oock geresolveert om een getal te vinden ende tot het bywoonen der selve te daghvaerden de generaliteyt.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1758, 20 oogst.Proviseur De Bruyne brengt ter kennis van den Eed, dat confrater De Smet in de boete is geslagen geweest wegens inbreuk op het besluit van 23 january 1757, en aengezien voornoemd Confrater weigerde te betalen, werd zyn schietalm, door hem, De Bruyne, aengeslagen. Doch De Smet heeft zich verstout zyne busse weg te nemen, weigert dezelve terug te brengen, in handen van De Bruyne en verklaert dat hy de opgelegde boete nooit betalen zal. Daerom wendt zich De Bruyne tot den Eed, met verzoek denzelfden De Smet te verwyzen tot eene boete van vier schellingen, benevens zes grooten voor onkosten, en tot het terug brengen van zyne busse, in handen van den verzoeker, en in geval van weigering, denzelfden De Smet voorloopig uit te sluiten uit het Gilde, tot dat hy teenemael | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
zal voldaen hebben. Dientengevolge, na gehoord te zyn geweest in zyne verdediging, werd De Smet veroordeeld tot het terugbrengen zyner busse en veertien stuivers boete, benevens dry stuivers voor kosten. De Smet bedankt de heeren van den Eed voor hunne genadige sententie, verklaert zich aen dezelve te onderwerpen, behalve aen het terugbrengen zyner busse, tgeen hy volstrekt weigert te doen. Daerom wordt hy opgeschorst van het recht om in het Hof en in de doelen te komen, tot dat hy op alle punten voldoening zal gegeven hebben. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1759, 4 january.Vernieuwing van den Eed. Wierden gekozen voor tweeden Ouderling De Bruyne, voor Proviseerders de baron de Nevele, Kerremans, Coussens, Strobbe, Gregorius Van Loo, Poelman junior, De Smet junior, Cnudde en Brabant, en voor Greffier G. Vandereecken. De andere leden van den Eed wierden herkozen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1759, 7 january.‘Den heer baron de Nevele hem hebbende gheexcuseert, mits hy vry is van dienen, wiert in syne plaetse ghecommiteert als Proviseerder den heere baron Frans de Plotho d'Ingelmunster, ende in de plaetse van Sr Gregorius Van Loo, die hem hadde bedanckt ter causen hy maer onlanghs hadde ghedient, ghecommiteert Sr Van der Beke.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1sten january, aen den Gilde een boertig gedicht op. Wy hebben verscheidene dier stukken aengetroffen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1759, 11 maert.‘Wordt door den heer Heuverdeken gecommuniqueert ende vooren gelesen het octroy van Haere Majesteyt becommen voor den tydt van ses jaeren, tot het oprechten eene loterye in proffyte van desen Gilde, omme gedurende den selven tydt getrocken te worden, als het dese Confrerie beliefde, mits het capitael van ieder treckynge niet hooger te laeten monteren dan tot 10,000 guldens wisselghelt, met consent van collecte, geheel de provintie van Vlaenderen door, waer op geresolveert wiert dat by sommighe van de comparerende Confraters souden gemaeckt worden differente plans, op den voorseyden voet, omme, naer examinatie, daer uyt redigeren t'gonne men best soude vinden te convenieren. - De loterye sal bestaen in 4,000 billietten a G. 2-10 courant, bedraeghende in capitael 10,000 guldens courant gelt verdeelt in 1,002 prysen en 4 premien. Ziet hier het octroy:
‘L'impératrice et Reine. Chers et féaux. Nous vous faisons la présente pour vous informer que nous avons accordé aujourd'hui à ceux de la Confrerie de St Antoine dans la ville de Gand, pour subvenir aux frais de la nouvelle Maison qu'ils y ont fait construire, la permission de pouvoir établir, pendant le terme de six ans, autant de loteries qu'ils pourront en tirer, dont le capital de chacune ne pourra excéder la somme de dix mille florins de change, au bénéfice du dixième denier, comme d'ordinaire, bien entendu que la direction de ces loteries se fera gratuitement par les supplians, qui en feront signer les billets par un commis de leur Serment, et que les tirages se feront en présence de deux députés du Magistrat de la ville de | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Gand: permettant aux supplians de pouvoir faire la collecte des dites loteries dans toute la province de Flandres. A tant, chers et féaux, Dieu vous ait en sa sainte garde. De Bruxelles le 12 février 1759. Par ordonnance de Sa Majesté, (Signé) Marie. Aux conseillers fiscaux de Flandres.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1759, 17 juny.‘Actum in den ordinairen boet ende eedt. Ten voornoemden daeghe, naer dat den Cnaepe gerelateert hadde d'heeren van den Eedt behoorelyck gedaghtvaert 't hebben al ordinaire, doleerde sigh Sieur Jan De Smet de jonge ter causen Sieur Jacques Van der Beke aen hem, ter leste schietynge, hadde naergeseyt, sonder reden, differente injurien, welcken Sieur Van der Beke tsynder defentie door den Eedt oock gehoort synde, hebben den voorseyden Eedt den gemelden Van der Beke ter causen van aldies gecondemneert in eene boete van eenen schellynck ten proffytte van de Capelle, ende hem voorts geinterdiseert van sulcx in toecommende meer te pleghen, op pene van voorder gecorrigeert te worden. Synde ten selven daeghe by den Eedt geresolveert ende geordonneert aen Sieur Jan De Waghenere ende den voorseyden De Smet, aengaende het geschil op de geschoten maeten ter voorgaende schietynge tusschen hun voorgevallen, om den prys in questie te verschieten met elck eene scheute om de naeste maete.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
dat den heer Conynck van intentie is, op den 24 deser, te vereeren syne prysen, om met het canon geschoten te worden door de respective Confreers; soo wiert er geresolveert dat ieder medeschietende Confrere sal gedoogen in alle de oncosten aen de schietynge dependerende, mede oock dat elcken Confrere separaet sal betaelen syn eten ende dryncken t'gonne hy in de tente sal proffiteren; de dry prysen sullen gewonnen worden, de cortste maete, den eersten prys, de tweede maete, den tweeden, ende de derde maete, den derden prys, met conditie noghtans dat niemant meer en sal winnen dan eenen prys, alwaert dat hy twee corte maeten moghte geschoten hebben, sullende geenen langeren tydt tot het pointeren geaccordeert worden dan vyf minuten; elck sal twee scheuten schieten.’ ‘De prysen voor de canonschietinge wierden behaelt den eersten door den baron Della Faille en de twee andere door de Gildebroeders Jan Coppens en Jan De Bleecker.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1759.Het volgende bericht vindt men in de Gazette van Gent, maendag 5 september: ‘Alsoo de Directeurs van het Hooftgilden van den H. abt Antonius hunne loterye exactelyck hebben willen achtervolgen hun genomen engagement van geene intresten te zullen nemen in hunne loterye by voorgaende conditien vermelt, ende dat sy niet jegenstaende dies bevinden, dat de selven nog niet compleet en is, hebben sy liever als een deel billietten aen hun selven te houden, ende alsoo hun gedaen belofte te buyten gaen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
ende op het verzoek van diversche geinteresseerde, hun plan verandert ende verdeelt in twee classen, by de conditien te bevinden, waervan den inleg is in de eerste 20, ende in de tweede 30 stuyvers, 't saemen als voorgaendelyk 2 guldens 10 stuyvers, 't welke veel favorabelder is als het voorgaende, gemerkt dat er meer prysen als nieten syn, ende dat men voor 't selve geldt ses mael prys kan hebben, waerom sy betrouwen dat 't van een ieder zal geapprobeert worden. De collecte deser loterye zal continueren tot den 4 october 1759, om d'1ste classe getroken te worden den 8 dito, ende de 2de den 5 november daer naer, de gone alreede hunne penningen bebben gedorven zullen, indien het hun gelieft, hun billiet blyven behouden, mits het selve zal dienen voor alle twee dese classen; aen die het verzoekt, zal men syn penningen restitueren, ende zullen alle de gone hun, voor den 17 september 1759, niet en declareren gehouden worden over geconsenteert; alle breeder uytgedrukt by de conditien daer van by de respective collecteurs te bevinden.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1759, 5 october.‘Naer examinatie van de ingecommen lysten van alle de collecteurs der loterye van desen Gilde, wiert bevonden datter nogh circa 500 billietten waeren overschietende, is geresolveert, dat dewyl het credit van onse loterye danof dependeert, ende oversulckx het welvaeren van desen Gilde, de selve loterye op maendagh te trecken, ende de billietten, die naer gedaen devoiren, nogh sullen overblyven, te houden voor rekenynghe van de Confrerie.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
17 december, de tweede den 9 january 1760, ende de derde den 6 february daernaer.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1759, 23 october.Adriaen Van Haerde wordt benoemd ontvanger der loteryen van het Gilde. ‘Conditien, die Sieur Adr. Van Haerde aen de Commissarissen, by voorgaende resolutie vermelt, heeft in handt gestelt: ‘Alsoo ick onderschreven hebbe verstaen van d'heeren P.-J. De Bruyne, Pieter Thomas ende Guillaume Vandereecken, respective Auderlyngen, Proviseerder ende Greffier van het Gilden van den H. abt Antonius, onderhauden met de busse, binnen Gendt, als dat sy by resolutie van den 23 october 1759, waeren gedeputeert door d'heeren van den Eedt van het voornoemde Gilde om my onderschreven kenbaer te maecken, als dat d'heer C. Huyttens, Deken van het gemelde Gilden, sigh sonder reden hadde geexcuseert van de voordere directie der loterye, by octroy aen het Gilden verleent, ende by dien middel waeren gelast my te commen solliciteren ten eynde van te willen aenveirden de directie der gemelde loterye, even ende alsoo den gemelden heer Deken die is gehouden geweest te doen, waerop ick segge het naervolghende: 1o Dat ick aenveirde de directie van eene loterye verdeelt in dry classen sonder meer, ende dat indien den gemelden Deken hier van heeft gedesisteert. 2o Dat d'heeren van den Eedt my sullen committeren als eersten directeur van de gemelde loterye. 3o Dat d'heeren van den Eedt tot mynen onderstant sullen committeren, P.-J. De Bruyne, Pieter Thomas ende J. Thomas. 4o Dat myne directie geen gemeens en sal hebben met de directie van de Confrerie. 5o Dat de gemelde heeren my sullen committeren hier in alles te doen als naer raede, tot het eynde deser loterye, sonder den Eedt voorder te moeten consulteren, ten waere ick het selve noodig soude oordeelen | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
wanneer het my liber sal syn convocatie te leggen, sonder selfs aen eenige boeten onderworpen te syn. Actum 25 october 1759. (Ondt) A.-Franciscus Van Haerde.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1759.Bericht in de Gazette van Gendt, donderdag 1e november. ‘Alsoo de tweede classe der loterye van het Gilden van den H. Antonius binnen deze Stadt, maer op dyssendag 6 dezer getrocken wort, sullen de gonne noch moeten vernieuwen, tyt hebben tot saterdag avont, ende de verlaeten billietten, die daer naer sullen bevonden worden, sullen by de respective collecteurs te bekomen zyn tot maendag avont, voor dertig stuyvers courant, als mede billietten voor de tweede loterye bestaende in 2,000 loten ende in 1,195 prysen en premien, verdeelt in dry classen, waer van den inleg is, in de eerste, 10 stuyvers, de tweede 21, ende de derde 35 stuyvers, alles courant geldt.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1759, 30 december.‘Vernieuwing van den Eed: d'heeren Heuverdeken en Deken, Srs Coppens en De Bruyne; als Auderlyngen, d'heeren de Vaernewyck, Van Bellegem, Srs Pieter en Jud. Thomas, Coussens, Poelman ende Van der Beken; als Proviseerders den heer baron de Nevele, mynheer de Lens d'Oyghem, Srs Cornelis, Adriaen Rons, Van Loo, Haeck, Bertin, ende Beloud; als Greffier, G. Vandereecken; als Guidon, Lemercier; als Capiteyn, Sr De Castillon; als Capiteyn Deken van de schutters, Sr De Waghenere; als Constabel, Sr Stommans; als Baljuw, Sr Jocqué, ende als Alpheris, Sr Van der Beken junior.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1760, 10 january.‘De Proviseerders sullen doen den Eed conform het volghende formulier: ‘Ick sweire te syn Proviseerder van het Souverain Hooftgilden van den H. abt Anthonius onderhauden by de coluvreniers, canonniers, ende busschieters binnen dese Stadt Gendt, ende boven het onderhauden van mynen eed ten aencommen als Confrere ghedaen, oock te sullen onderhauden, ende doen onderhauden de wetten, resolutien, ordonnantien ende reglement van desen Gilde, de rechten, vryheden, preeminentien van het selve vooren te staen ende beschermen, 't goedt deser Confrerie te helpen regeren ende bewaeren als myn eyghen, dies aensocht zynde aen partyen goedt cort recht te helpen administreren, de resolutien, in de boet ende eeden gesloten, niemant te openbaeren, ende voorts al te doen dat eenen goeden ende getrauwen Proviseerder schuldigh is te doen, soo helpe my Godt, alle syn heylighen en den H. abt Anthonius.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1760, 13 january.‘Wort geprocedeert tot het sluyten ende arresteren der rekenynghe van de eerste loterye, synde by slotte van de selve, bevonden datter boni was boven d'oncosten dependerende aen het octroy enz. tot 21 ponden en 19 schellingen. De rekeninghe van het Gilden bedraegt in ontfanck 172 2 schellingen ende in uytgaef 162 12 schellingen.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1760, 25 maert.‘Proponeerde den heer Deken aen de ghecompareerde heeren, aengesien het dit jaer den tour was van desen Gilde om te hebben de Stadt silvere prysen, dat het niet alleen honorabel maer oock profitabel soude wesen voor dese Confrerie, dat men de selve jegens den aenstaenden tweeden Sinxendagh vooren uyt soude geven ende die opstellen om te laeten afschieten, ende daer op | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
begroeten alle de Gildens van Vlaenderen in der manieren als die van het Gilden van den H. Sebastiaen lestmael hebben in het werck gestelt. Wort goetghekeurt in zitting van den 29 maerte, op conditie dat, voor de dry op te stellen silvere prysen, sauden schieten dry pelotons van ses Confreers ieder, ende in gevalle dat er meer dan dry pelotons gevonden wierden, dat men alsdan gesaementlyck soude betaelen den thinne prys, enz.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1760, 7 april.‘Conditien der prysschietynghe de welcke sal plaets bebben de 26 mey: ‘Alsvooren sullen tot het helpen afschieten soo van de dry voorschreven prysvoghels als de andere op te stellen worden begroet alle de Gildens deser provintie, dit in pelotons van ses confreers ieder, ende sal ieder peloton betaelen vier ponden grooten, breeder by de uytgegeven conditien vermelt, waer naer men in dese in alles sal refereren. De dry pelotons van desen Gilde en sullen gheenen inlegh moeten doen, mits by hun worden gegeven de silvere prysen, dan in cas datter vier pelotons waeren, sal den inlegh van vier ponden grooten voor het selve peloton worden betaelt by de vier pelotons ghesaementlyck, ende sullen ten profyte van de ses schietende van elck peloton wesen alle de prysen by de selve af te schieten, dogh die eenen silveren prys afschiet, sal den selven by preferentie moghen behauden, mits aen de vyf andere Confreers opleggende d'intrinsieque weirde van het silver, ende sal ieder peloton moghen maecken soodanighe conditien als het hun sal goet duncken. De mede schietende Confreers en sullen gheen andere oncosten hebben dan dat sy sullen gehauden syn te commen aen tafel op het tractement, naer de schietynghe, ende aldaer hooft ende hooftsgelycke te betaelen hun contingent, weder dat sy daer commen ofte niet. De ghonne hun woord | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
passeren ofte dese sullen teeckenen, sullen gehouden syn te betaelen hun quote part, soo wel als sy medeschieten ofte niet, mits er gheen andere excusien als sieckte en sullen worden gheadmitteert; op welcke conditien hun hebben gheengageert desen 7 april 1860, waeren onderteekent, C. Huyttens, P. De Bruyne, voor hun en Couvreur, Daniel Poelman, Gregorius Van Loo, J. Noiret Heuverdeken, Frans Stommans, Joannes De Bleecker, C. Jocqué, B. Beloud, Joseph Bertin, J.-B. De Smet, Ludovicus-Jacobus Dhoyers, Frans Van der Beken, G. Vandereecken Greffier, Petrus Brabant, Jan Baptiste De Waghenere, Anthonius Neyman, en Jacques Van der Beke.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1760, 20 april.‘De Directeurs van onse loterye brachten het plan van eene vierde loterye over, by hun alreede om de cortheyt des tydts in den druck gegeven, bestaende in 1,200 billietten ende in 1,776 prysen en premien, waer van den inlegh was, in de eerste classe, thien stuyvers, in de tweede, twintigh, in de derde, dertigh, ende in de vierde, viertigh stuyvers courant, uytmaeckende een capitael van 11,000 guldens courant, welck plan is gheapprobeert. D'heer De Bruyne wort benoemt als directeur der ghemelde loterye.’ ‘De maniere van het schieten om de sondagsche prysen sal gereguleert worden gelyck volgt: ‘De schietynghe sal beginnen al ordinaire ten vier uren, dogh de ghonne commende met het slaen van den vyf uren sullen moghen mede schieten. De prysen en sullen niet vermoghen gewonnen te worden ten sy datter vyf schietende Confreers syn, ende met minder getal en sal de schietynghe niet valide wesen. Iederen schietende Confrere sal gehouden syn te betaelen twee stuyvers inlegh gelt, syn deel in het ghonne dat gesamentlyck by de schietende verteert | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
sal worden, dogh den ghonnen gelieft te vertrecken aleer het ghelaeghe ghesloten is, sal het selve moghen doen, mits drinckende eenen jooren wyn ende betaelende acht stuyvers boven de twee stuyvers inlegh gelt, laetende den overschot aen de blyvende Confreers.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1760, 18 mei.‘Den heer Deken brengt de brieven over van de Gilden der beschreven Confrerien bekomen, alswanneer ondervonden wiert dat die van de Confrerie van Aelst hun gheangageert hebben te commen met twee pelotons tot het afschieten van de prysvoghels van deser Stadt die aen de Confrerie gheproposeert hadden den tweeden Sinxendagh te schieten, de ghonne van Rousselaere met een peloton, de ghonne van Cortryck met een gelyck peloton; alle 't welcke gecommuniqueert gelyck oock de conditien van de selve schietynge, wiert oock aen de ghecompareerde Confraters gevraeght wie de selve schietynge mede syn vereerende alswanneer hun woort ghepasseert hebben de ghonne de selve conditien onderteekent hebben, die hun sullen verdeelen in pelotons van ses schietende Confreers, ende sullen de prysen, die elcke peloton sal afschieten wesen ten profyte van elck peloton, dan sullen de schietende tot het formeren van elck peloton onder hun moeten loten. Is nogh gheresolveert requeste te presenteren niet alleene tot de silvere Stadts prysen maer oock tot het becommen den vrydom van de Stadt ende provintie rechten voor twee stucken wyn gelyck de Confrerie van den H. Sebastiaen hebben gehadt ende geproffiteert de selve rechten ten profyte van het Gilden, waer jeghens het Gilden sal betaelen alle de oncosten tot de schietynge dependerende als rechten van de peirse ende den timbalier, trompetters, fyffelaers, tambours, peerden tot de canons, sulckx dat de schietende niet anders sullen betaelen als hun inlegh- | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
gelt ende het tractement. Is andermael gheresolveert generaelen boet ende eedt le legghen op sondagh toecommende ten 4 uren.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1760, 20 mei.‘Wiert geresolveert de prysen te schieten op den bestemden daeghe, op den meulen van onsen Confrater Neyman, in den acker, ende het tractement, ten selven daeghe, 's avonts, en de tafel te reguleren op vyf schellinghen grooten wisselgelt par tailliore, synde voor Commissarissen tot het zelve tractement gecosen, Srs De Bleecker en De Waghenere met macht in forma, ende tot het rechten van de peerse Srs Neyman ende De Smet.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1760, 26 mei.‘Actum in de tente staende by de gaeypeerse op Ackergem. Ten daeghe voorseyt 's naermiddagh heeft Jor Mestdagh, Deken van het Gilden van Rousselaere, synde in het tweede peloton, eenen swarten vogel geschoten. Judocus Boone in het eerste peloton van Aelst heeft geschoten eenen swarten vogel.’ ‘Actum den 27, in de voorseyde tente, 's morgens omtrent den 9 uren: ten selven daeghe is by de generaliteyt van de respective voorseyde pelotons geresolveert te schieten naervolghens, over noene overal, tot den ses uren des namiddags weder het regent ofte niet, ende in cas de selve vogels niet en waeren afgeschoten, hun te reguleren naer de voorengelezen gedruckte conditien.’ ‘Alsoo weinighe Confreers van het Gilden van Ghent op de ghestelde ure van achten hun ter gestelde plaetse hebben laeten vinden, soo hebben de voorseyde pelotons maer eerst begonst te schieten ten neghen uren voor den selven morgent, alswanneer het eerste peloton van Aelst heeft begonnen te schieten, ende heeft Adriaen Pauwels in het tweede peloton van Aelst eenen swarten vogel geschoten.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Item heeft Charles Jocqué in het eerste peloton van Ghent geschoten eenen swarten vogel.’ ‘Item heeft Frans Stommans in het derde peloton van Ghent geschoten eenen silveren sydevogel, staende naer den cant van de kercke van Ackerghem, synde den rooden vogel.’ ‘Item heeft den Coninck van het Gilden van Aelst, synde in het eerste peloton, geschoten den silveren eersten prys synde den vergulden vogel.’ ‘Item Pieter Mestdagh, in het eerste peloton van Rousselaere, heeft geschoten den silveren prysvogel te weten den groenen.’ ‘Item Egidius Hubertus De Vos, in het tweede peloton van Aelst, heeft geschoten eenen zwarten vogel.’ ‘Item Ferdinandus Roodenback, in het eerste peloton van Rousselaere, heeft geschoten eenen swarten vogel.’ ‘Item Frans Glorie, in het tweede peloton van Rousselaere, heeft geschoten den lesten swarten vogel.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1760, 20 july.Het Gilde van de H. Barbara tot Aelbeke wordt erkend als een vry geprivilegieerd Gilde door den Eed van het Souverein Hoofdgilde van den H. Antonius binnen Gent: ‘D'heeren Coninck, Proost, Heuverdeken, Auderlynghen ende Proviseerders van het Souverain Hooftgilden van den H. Anthonius binnen Ghent, ghesien de supplicatie aen hemlieden by requeste daertoe ghepresenteert by ende van weghen Coninck, Heuverdeken, Deken, Hooftmannen ende Proviseerders van het Gilden van de H. Barbara, onderhouden by de busschieters ende cannoniers binnen de prochie van Aelbeke, casselrye van Cortryck, daer by verthoonende dat het voorschreven hun Gilden, nu beth dan vyfentachentig jaeren, emmers van alle aude ende immemoriaele tyden | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
sigh gheexerceert ende onderhauden heeft in de conste van busschieten, gelyck alle andere vrye ende gheprivilegieerde Guldens binnen dese provintie van Vlaenderen, uytwysens de attestatien ende hun lest vernieuwt reglement daer by gevoeght, ende dat sy supplianten als nu onvoorsien waeren van de voordere bewysstucken van diere die soo door de troubelen van oorloge als andersints gediminueert syn, oorsaecke sy hun keerden tot ons, soo sy seyden, biddende dat wy ghedient sauden wesen, in aendacht te nemen de redenen voorschreven, het voorseyde supplianten Gilden, onder den titel van de heylighe Barbara, te erkennen voor een vry gheprivilegieert Gilden, ende aen hun danof te verleenen onse brieven in forma, ghesien oock den overlegh daer nevens ghedaen ende op alles geleth, hebben wy heeren Coninck, Proost, Heuverdeken, Deken, Auderlynghen ende Proviseerders voorseydt het ghemelde Gilden van de busschieters ende cannoniers onder den titel van de heylighe Barbara binnen de prochie van Aelbeke, casselrye van Cortryck, erkent, soo wy het selve erkennen by desen, voor vry ende gheprivilegieert Gilden, ende danof verleent dese onse brieven van erkentenisse in forma. In kennisse der waerheyt, hebben wy dese ghedaen segelen met den seghel van onsen Gilden, ende ghedaen teekenen door onsen Greffier. Actum in ordinairen boet ende eedt, desen 20 july 1760. (Ondt) G. Vandereecken, Greffier.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1760, 20 july.Zitting van den Eed. De Deken maekt bekend dat hy voornemens is in rechte te betrekken confrater Jan Cnudde, die sedert verscheidene jaren weigerig is het verschuldigde jaergeld en de opgelegde boeten te betalen: hy beweert slechts vyf schellingen grooten 's jaers schuldig te zyn, en hy beroept zich op de jarige prescriptie voor 't geen de boeten betreft. De Eed keurt goed al wat de | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Deken in deze zaek gedaen heeft en nog doen zal, en aengezien die van het grootste belang is, daer zy de geldmiddelen van 't Gilde raekt, zonder welke het Gilde niet kan bestaen, wordt er besloten dat de Deken dezelve zaek zal vervolgen, is het noodig, tot in appèl vóór den Raed van Vlaenderen. In zitting van 1 february 1761, is vóór den Eed verschenen, confrater Jan Cnudde, die verklaert zyne twee processen tegen het Gilde te laten varen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1761, 4 january.‘Vernieuwing van den Eedt: d'heeren Prost, Heuverdeken ende Deken als voorgaendelyck; Auderlynghen De Bruyne ende Pieter Thomas; Proviseerders marquis De Rodes, de Lens d'Oyghem, de Beer d'Hulsvelde, Coussens, Cornelis, Judocus Thomas, Rons, Couvreur, Van Loo, Poelman, Genyn, Bertin, Beloud, en Pieter De Smet; Greffier, G. Vandereecken; Deken van de schutters, Bertin; Capiteyn, De Castillon; Guidon, Lemercier; Baljuw, Beloud; Constabel, Stommans; Alpheris, J. Van der Beke. Voorders wort gheprocedeert tot het sluyten der rekenynge van den heer Deken beloopende in ontfanck 52 ponden ende in uytgaef 48 ponden.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
geweest present den heer Hoogbaljuw deser Stadt ende den heer Gudwalus Seiger, prelaet van de exempte abdye van St Pieters.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1761, 7 mei.Bericht in de Gazette van Gendt. ‘Men adverteert, dat er van stonden aen te hueren is een schoon ende wel gelegen huys, eene vrye herberge, wezende het Moderne-hof van het Souverain Hooftgilden van den H. Antonius binnen deze Stad, zoo het zelve gestaen ende gelegen is ten voorhoofde in het Princen-hof, voorsien zynde met schoone kamers ende andere gerieffelykheden bequaem voor een hostelrye, het verhueren van koetzen en peerden, etc. De gone daer toe genegen zyn konnen hun addresseren aen Sr Christiaen Huyttens, Deken van het voornoemde Gilden woonende in de Veldstraete, die van de conditien der gemelde verhueringe aen een ieder de communicatie sal verleenen.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1761, 14 juny.‘De conciergerie van het Hof wort verhuert aen Sr GorleGa naar voetnoot(1) voor 50 ponden grooten 's jaers, | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
vry van huysgelden, mitsgaders eenen patacon te betaelen aen den Cnaepe deser Confrerie.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1761, 27 oogst.Bericht in de Gazette van Gendt: ‘Alexander Joirie woonende in het Moderne-hof van den H. Antonius binnen deze Stad Gendt in het Prinsen-hof, geeft te kennen dat hy aldaer voorzien is van zeer schoone kamers ende ander commoditeyt, tracteert in alle gousten ende voor alle prysen, zoo dinéen als soupéen, houd table d'hôte, logeert alle soorten van persoonen zoo te voet als te peird, en met voituren; zynde voorzien van alle soorten van zeer goede wynen zoo wel roode als witte, ende alle andere liqueurs. Zullende tragten aen alle de gonne hem d'eere doen van t'zynen huyze te komen logeren ofte hun te laeten tracteren, te geven een volle voldoeninge, mids hy professie maekt van een ieder te dienen, ten zeer civilen en redelyken prys, hy bakt ook taerten van alle soorten, zoo groote als kleyne, en verkoopt alle soorten van bieren.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1761, 15 november.‘Rekenynge der 8e loterye. Den ontfanck was van 1,438 guldens ende 11 stuyvers, ende den uytgaef 1,060 guldens 10 stuyvers. Dus 378 guldens ende 1 stuyver voordeel voor de Confrerie.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1761, 23 december.‘Vernieuwing van den Eedt. Den heer Prost, Coninck, Heuverdeken en Deken, worden benoemd by continuatie; Auderlinghen De Bruyne ende Pieter Thomas; Proviseerders De Grave, Judocus Thomas, P. Willems, De Bleecker, Poelman, Haeck, Genyn, De Somer, Pieter De Smet, Martens en Cambier; Greffier, Vandereecken; Capiteyn, De Castillon; Guidon, Lemercier; Baljuw, Beloud; Constabel, Stommans, ende Alpheris Van der Beke.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1762, 21 february.‘Jacques Van der Beke doet rapport aen den Eedt dat Sr Cambier, hem op den 17 january 1762, alsdan geweest hebbende den feestdagh van den H. Antonius, onder andere injurien hadde noch geseyt dat hy was den domesticq van dese Confrerie, waer op binnen ontboden ende voor den Eedt compareerende den voornoemde Cambier advoueerde hy de ghemelde injurien te hebben gheprofereert. Wort geordonneert aen Sr Cambier, in presentie van den Eedt, excusie te vraghen aen den voorseyde Van der Beke, ende wort gecondempneert in eene boete van 10 stuyvers in profyte van den autaer.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 183]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1762, 18 april.‘Wiert geresolveert dat iederen schietenden Confrere, emmers die hem tot het schieten sal presenteren, gehouden sal syn te betaelen ten beginne van de selve schietynge, in plaetse van twee stuyvers, tot concurrentie van vier stuyvers, sullende het resterende door de Confrerie ghesuppleert worden, wel verstaende nochtans datter gheene schietynghen en sullen gebeuren ten sy met den nomber van vyf Confreers.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1763, 13 january.‘Den Eedt is samengestelt als volgt: Coning mynheer Falligan; Prost mynheer Van Belle; Heuverdeken mynheer Noiret; Deken mynheer Huyttens; Auderlyngen d'heeren De Bruyne ende Judocus Thomas; Proviseerders mynheer den baron Plotho d'Ingelmunster, mynheer De Grave, de heeren Willems, Coppens, De Bleecker, Rons, Poelman, De Somer, Dhoyers, De Smet, Brabant, Neyman, Boone ende Massart; Greffier, Pieter Thomas; | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 184]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
d'heeren officiaelen by continuatie; Deken van de schutters, Poelman; Capitain, De Castillon; Constabel, Stommans; Baljuw, Beloud, ende Alpheris, Van der Beke.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1763, 8 mei.‘Compareeren d'heeren gecommiteerde van de Confrerie van den H. Sebastiaen binnen dese Stadt, te kennen gevende dat den Eedt van het selven Gilden hadde geresolveert te schieten om eenen Koning, op sondagh 15e deser, versoeckende dat wy hun d'eere souden doen van hun in corpore tot de gemelde schietyngen, beede de daegen, op te leeden, als mede noodende op de twee soupeen d'heeren Koning, Prost, Heuverdeken, Deken en twee gecommiteerde uyt den Eedt, het welcke hun wiert geconsenteert.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 185]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1763, 26 december.‘Gedeeltelyke vernieuwing van den Eedt: Proviseerders mynheeren de Beer de Beveren, de Lens d'Oyghem, Cornelis, Haeck ende Frans Van Loo, ende Deken van de schutters De Somer.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1764, 17 january.‘Ten voornoemde daege door den Greffier, aen de gecompareerde heeren Confreers vooren gelesen synde de gedeereteerde ordonnantien van desen Gilden, waer naer wy tot het hooren der solemnele misse marcheerden naer de parochiaele kercke van St Michiel, naer het eyndigen van welcke wy retourneerden naer ons Hof, ten gewoonelycke banquette (aen 5 schellingen grooten wisselgelt par hooft) 't gonne geschiede onder het losbranden van het canon, synde alles geeyndigt in goet order.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1764, 19 february.‘Word gelesen eenen brief van de Confrerie van Ste Barbara, onder den titel van St Andries, tot Bixschote, ons begroetende jegens den 20e mey aenstaende, tot hunne gaeyschietinge, ende aengesien dat er niemant genegentheydt en hadde om daer naer toe te gaen, wiert geresolveert hun te antwoorden ende te bedancken.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1764, 25 maert.‘Voorders resolveerde men van de twee silvere santé coppen te laeten maecken eenen nieuwen van de selve forme en maecksel als den gonne by den heer Koning Falligan vereert aen dese Confrerie, behaudens het buytenste dryfwerck te maecken in silver, en onder het selve dryfwerck te vergulden, ende alsoo opposit aen den anderen. Aldus geresolveert ende goetgekeurt.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 186]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1764, 4 april.‘Wort in overweginge genomen of het soude convenieren dat de generaliteyt van desen Gilden in corpore soude optrecken om te assisteren in den solemnelen doop van den sevensten sone van den heer Burggrave de Nieulant, Hoogbaljuw deser Stadt, waer op wiert geresolveert, ten eynde voorschreven, te vermaenen, jegens den twee uren naermiddagh, geheel de generaliteyt deser Confrerie, op eene boete van vyf schellingen grooten, ende ons ten regaerde van de marche te reguleren naer de dry andere Souveraine Confrerien deser Stadt; wordende tot het informeren van dien gecommiteert, de Auderlingen De Bruyne en Thomas. Eodem die, des naermiddags, syn wy benevens d'andere Souveraine Confrerien, ingevolge d'orders van d'heeren van het Magistrat ons overgebracht door de voornoemde gecommiteerde, gemarcheert naer het Stadthuys, om de selve heeren af te haelen ende conduiseren naer de parochiaele kercke van Ste Michiel, ende aldaer te assisteren in den solemnelen doop van de voornoemde sevensten sone, ende, naer het eyndigen der selve solemniteyt, de voorgemelde heeren gereconduiseert naer het Stadt-huys ende van daer voorders, met de geheele cortege, tot aen het huys van den geseyden heer Hoogbaljuw, synde alsoo de gemelde solemniteyten gesloten in goet order.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
worden de dry prysvogels, de welcke gereguleert wierden op 24 ponden grooten, te weten den middelste op 9 ponden grooten, en de twee seygaeyen ieder op £ 7-10-0, ende de resteerende £ 6-0-0 blyven om sanderdags, 27 dito, geschoten te worden met het canon, om prys ofte prysen, by de schietende Confreers te reguleren; sullende alle de mede schietende, soo in het een als in het ander geval, gehouden syn te betaelen hun contingent, in het te reguleeren tractement, ingevolge het 10 artikel van de gedecreteerde ordonnantie, mitsgaders d'oncosten, aen ieder schietinge dependeerende, betaelt worden by de gonne in elcke schietinge mede sullen schieten, hooft en hooft gelycke. Alle het welcke geresolveert wiert aen de generaliteyt bekent te maecken, ende de selve daertoe te dachvaerden jegens overmorgen, ten 5 uren naer middagh, ende sondagh, ten 11 uren voor middagh, alles ten effecten als by de gedecreteerde ordonnantie vermelt.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1764, 29 oogst.‘Wiert by de gecompareerde Confreers geresolveert te achtervolgen de resolutie by de generaliteyt getrocken, soo nopende de schietinge naer de prysvogels als met het canon, van de 19 mey 1756, uytgenomen de gonne als nu niet meer applicabel en syn, ende dat niemant langer en sal mogen pointeeren dan 4 minuten, als mede dat het aen den gonne eenen prysvogel afschietende, vry sal staen van synen prys te doen maecken ende coopen, by soodanigen silversmit als het hem sal believen. Voorders wiert het tractement gereguleert op den 10 september 1764 savonds, ten advenante van 6 schellingen wisselgelt par telloore, tot het reguleren van welcke tot Commissarissen gekosen syn de Confraters De Bleecker en Haeck; synde oock besloten van beede de daegen op te trecken met de trompetters, timbal, tamboers en fyfelaers, welckers becostinge betaelt sal worden, d'een helft, by de Confrerie, ende de weder helft | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
by de schietende Confreers, de welcke oock de voordere oncosten aen beede schietingen dependeerende, sullen moeten betaelen, hooft en hooft gelycke. Eindelinge wierden de 6 ponden grooten, by voorgaende resolutie gestelt om te schieten met het canon den 10 dito, gereguleert in dry prysen, die sullen syn dry medaillen, de somme conform aen de gonne by den heer Deken geexibeert, de welcke sullen gewonnen worden by de dry Confreers schietende de dry kortste maeten.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1764, 9 september.‘De schieting naer de dry prysvogels had plaets op den meulen van Confrater De Somer in den Ham. s'Naermiddags is geschoten met de busse, synde den hoogsten vogel afgeschoten by Confrater De Waghenere, ende den eersten syvogel by Confrater De Somer, ende den anderen by Confrater Jacques Van der Beke.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1764, 10 september.‘Wiert gemarcheert buyten de Petercelle poorte ende aldaer geschoten met het canon, om de prysen in de voorgaende resolutie oock begrepen, alswanneer de kortste maete wiert geschoten by Sr Neyman, den welcken daer mede gewonnen heeft den eersten prys, den tweeden wiert gewonnen by den heer Wolff, Capitain in 't regiment van Badendurlach, insgelyckx geschoten hebbende de cortste maete, ende, met de andere cortste maete, is den derden gewonnen by den heer Baltz, Capitain in het selve regiment, waer naer wy retourneerden in 't selve order ten Hove, alwaer de gemelde prysen wierden uytgedeelt, ende gehouden den geresolveerde soupee, den welcken onder menigvuldige losbrandingen van ons canon in goet order is geeyndigt.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1764, 16 december.‘Naer afvraege en opneminge van de heeren die bleeven dienen in den Eedt, mynheer Willems persisteerde, gelyck hy alsdan hadde gedaen, van niet te blyven dienen, ten sy in qualiteyt van Auderlinck, dat alsoo niet wel en konde gebeuren om dat de plaetsen van de twee Auderlingen waeren vervolt door de Srs De Bruyne en Thomas, schoon den voornoemde De Bruyne syne plaetse presenteerde te cederen ende te blyven buyten den Eedt, 't welcke den Eed niet en wilde annemen, mits dit niet overeen en quam met syne directie van onse loterye, dit overleyt synde proponeerde den Greffier, om alle moyelyckheden 't eviteren, eenen middel, te weten dat men soude kiesen eenen perpetuelen ende altydt blyvenden Auderlinck, met rang naer den eersten Proviseerder als voorgaendelyck, mitsgaders noch twee ander Auderlingen van de welcke alle jaeren eenen soude afgaen, ende alsoo elck twee jaeren dienen; in de plaetse van welcken afgaenden altyd sal succedeeren den heer Proviscerder actuelyck in den Eedt synde, ende die langst consecutivelyck gedient heeft, sulcx dat de afgaende Auderlingen, thunnen toere, wederom sullen geobligeert syn te dienen in den Eedt als Proviseerder, als te vooren, welcke propositie by de gecompareerde heeren overmerckt synde, wiert de selve geapprobeert ende gelau deert, mitsgaders met eenparige stemmen (soo om syne gedane diensten aen dese Confrerie, als om dat hy door synen continuelen dienst in den Eedt sedert d'erectie van desen Gilden gesaisiert was van alle d'affairens van het selve) voor perpetuelen Auderlinck verkosen den voornoemden De Bruyne, ende voor eersten Auderlinck Sr Judocus Thomas, mitsgaders voor tweeden mynheer Willems, den welcken, ten toekomende jaere, in de plaetse van Sr Thomas sal opschuyven, ende den selven Thomas afgaen, soo hier vooren is geseyt, synde het formeren van de | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
voordere heeren Proviseerders verschoven tot den naesten boet en eedt.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1765, 6 january.‘Den Eedt wort vernieuwt, soo als volgt: Koning, Prost, Heuverdeken, Deken by continuatie; Auderlyngen De Bruyne, Thomas ende Willems; Proviseerders de Beer de Beveren, de Lens d'Oyghem, De Grave, Coppens, Cornelis, De Bleecker, Rons, Haeck, Poelman, De Somer, Hanssens, Huysman, Maertens ende Van Deutecom; Greffier, Pieter Thomas; Deken van de schutters, De Somer; Capitain, De Castillon; Constabel, Stommans; Baljuw, Beloud; Alpheris, Van der Beke.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1765, 21 april.‘De Confreers van het Gilden van de busschieters tot Meenen ende de gonne van Ste Andries tot Nieuport nooden de Gildebroeders van Ste Antone hunne gaeyschietingen by te woonen. Wort geresolveert, mits in de conditien van Nieuport geseyt was dat het Gilden komende met den meesten pracht ende luyster voor premie soude bekomen een gaude medaille, van aen de gonne genegen aldaer te gaen schieten mede te laeten voeren alle onse ornamenten, standaert, vindel, trompetters, kleeren, enz. Dit ten laste van de Confrerie, tot het vervoeren van welcke men soude besorgen eene voiture.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
een vry Gilden, de welcke gelesen synde, wiert, naer rype deliberatie, geresolveert het voorschreven versoek te consenteren ende hun danof te verleenen acte in forma, dogh aleer de selve te maecken, resolveerde men, mits sy oock versochten van hun bygevoegt reglement te corrigeren, aen hun te schryven om de regulative van hunne vergaderingen ten Hove ende schietingen in den doel, omme de selve, naer correctie te bringen in eenen act.’ ‘Voorders wiert noch geresolveert dat, aengesien veel Confreers hunne redemtie niet en betaelden, men aen alle de selve het Hof ende doelen soude interdiceren te frequenteren ende voorders t'hunnen laste sal agieren als naer behooren.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1765, 12 oogst.Bericht in de Gazette van Gend: ‘Alle die zig gelieven te interesseren in de XXXIe loterye van het Souvereyn Hooftgilden van den H. abt Antonius binnen deze Stad, worden verzogt 't zelve spoedig te doen, mids den tyd kort is, en d'eerste classe (welkers inleg is eenen gulden) zonder uytstel zal getrokken worden op maendag den 19 dezer maend augusty, veerthien dagen daer naer de tweede, ende andere veerthien dagen daer naer de derde classe, 't welcke alzoo voorts sal gecontinueert worden van loterye tot loterye, zullende t'elkens, voor het trekken der derde classe van ieder loterye, billieten en conditien voor de volgende loteryen te bekomen zyn by alle de collecteurs in de conditien te bevinden.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
versoeck van continuatie van onse loterye (gekomen tot de 32e) by de Majesteyt was afgeslaegen, waer omme geresolveert wiert dat het noodigh soude wesen dat wy alle de heeren, die geduerende den cours der selve loterye ons hadden dienst gedaen ende gefavoriseert, te bedancken, ende dat men, om dit in goet order te doen, een tractement soude oprechten, sondagh naestkomende 's middags, ende daer op begroeten alle de voorgemelde heeren benevens alle de heeren van den Eedt.’ ‘Maximiliaen Cambier wort benoemt page van het Gilde.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1766, 18 maerte.‘Den heer Deken geeft te kennen dat hy, op aggreatie van den Eedt, requeste hadde gepresenteert aen haere Majesteyt tot het bekomen van het Constabelschap deser Stadt, ende naerdien de selve gesonden was op het advys van myn edele heeren Schepenen van der Keure, hy onder correctie aen de selve gepresenteert naerder hadde geexprimeert d'intentie van het Gilden, mitsgaders dat hy met de voornoemde heeren Schepenen van der Keure ten dien pointen, en op het advies als vooren, was geaccordeert in der maniere als volgt, te weten dat de gemelde heeren Schepenen van der Keure aen de Confrerie sullen betaelen voor elek schietende stuck canon, voor ses scheuten, tot twee ponden grooten courant, mitsgaders onderhauden ende leveren alle de ustensilen geene gereserveert tot de schietinge noodigh, mits by de Confrerie | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
leverende het poeder tot de selve scheuten gerequireert, alle het welcke by de gecompareerde heeren van den Eedt is gelaudeert ende geapprobeert, mitsgaders in consideratie genomen synde dat tot meeste proffyt noodigh was aen elcke batterye te stellen eenen Confrere, tot het nemen van de directie van de te doen schietinge, ten welcken effecte gedaghvaert synde de generaliteyt, die het selve oock verclaerden te approberen, ende syn met gemeyne toestemminge vercosen voor Commissaris van de batterye aen de Keyserpoorte Sr Van Deutecom, aen de Ste Lievenspoorte Sr Visart, aen de Heuverpoorte Sr Stommans, aen de Petercellepoorte den heer Deken Huyttens, aen den Begynenthoren Sr Van Belle, ende aen de Muydepoorte Sr Poelman, gelyck oock tot het nemen van de generaele inspectie gecommiteert den heer Heuverdeken benevens den Auderlynck De Bruyne ende den Proviseerder De Grave.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1766, 31 april.‘Het Gilden onvoorsien synde van genoegsaeme prysen om gedurende dit somer saisoen verschoten te worden, wiert geresolveert eene schiet-loterye op te regten, op de conditien alhier volgende: ‘Alvooren sullen de prysen bestaen ende gereguleert worden ingevolge de uytgegaene ende genome loten, te weten den eersten in het hoogh getal 12, den tweeden 10, ende den derden 8 deelen, volgens dat d'ontfangen somme sal uytmaecken, ende insgelyckx de dry prysen in het leegh getal.’ ‘Ieder lot sal bestaen in dry scheuten, in het selve blaison en op de maniere als voorgaendelyck is geplogen; sullende altyd moeten onderhauden worden alle de reghels die men in de doelschietinge gewoonelyck is observerende, op de boeten ende amenden by het reglement ende resolutien geperschribeert.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Men sal betaelen voor ieder lot tot vyf grooten in handen van den gonnen daer toe gecommitteert, ende sal de betaelinge moeten gebeuren aleer de loten verschoten worden, op pene van nulliteyt, ten waere den ontfanger der selve daer vooren waere verantwoordende.’ ‘De distributie der loten en sal niet min gebeuren dan met 25, maer den gonnen een 25 genomen heeft sal noch mogen nemen met 10 seffens, en dieder 50 verschoten heeft, met soo kleyn getal als hem belieft.’ ‘Niemant en sal mogen schieten dan 's sondags ende donderdags 's naermiddags ten 3 uren, ende dit ter presentie van dry Confreers ten minsten, ende den ordinairen teekenaer, op pene van nulliteyt, boven de verbeurte van de alsoo geschoten loten. ‘Dese schietinge sal beginnen den 3 mey naestkomende ende eyndigen den 5 october s'avens ten 5 uren daer naer, alswanneer de prysen door d'heeren van den Eedt sullen worden gedistribueert, op de maniere voorschreven, ende waermede een ieder sal moeten vergenoegen sonder eenigen tegensegh, op de pene van correctie.’ ‘Het sal een ieder vry staen loten te nemen soo veel het hem belieft, en die door een ander laeten verschieten, behaudens dat het eenen Confrere is ende dat het 25 ofte minder soo die genomen syn by een en den selven Confrere verschoten worden.’ ‘Voorders sal men hem in dese schietinge reguleren soo nopende het meten ende jugeren der scheuten als andersints, naer de aude usantie van desen Gilden, ende naementlyck naer de gedruckte conditien van de schiet-loterye van den jaere 1757, ende sullen de loten gedistribueert worden aen de gonne die het belieft, tot ende met den 15 juny 1766, naer welcken tydt geene meer en sullen uytgegeven worden, als aen de gonne hun voor dien tydt geengageert hebben. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Aldus geresolveert ende geapprobeert, 't oorconden als Greffier. (Get.) P. Thomas.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1766, 2 oogst.‘Ten versoecke van d'heer Charles-Louis Angillis, Capiteyn van het Gilde der busseniers, tot Meenen, wiert gepresenteert eene requeste waer by hy hem grootelyckx was beklaegende van het ongelyck hem aengedaen binnen den Hove van het voornoemd Gilden by den Koning en andere Confreers, die hem, soo hy seyde, naer veele injurien hadden gecondemneert in eene remarquable boete, op het refus van welcke sy hem noch eene hadden opgeleyt ende daer en boven afgestelt van syn officie, alles by pure vexatie ende sonder daer over geropen te hebben de gonne die het behoort; van welcke sententie hy voor ons, als het Hooftgilden van Vlaenderen, hadde geappelleert, versoeckende dat wy hem als appellant souden admitteeren, mitsgaders stellen in synen voorigen staet ende officie, enz. op alle het welcke gelet synde, wiert op dito requeste gegeven volgende appostille: algesien, admitteeren den Suppliant als appellant, ende stellen niet min den Suppliant by provisie in synen voorigen staet, tot antwoorde van partye gesien (aen wie dese sal worden getoont) anders geordonneert sy, ordonneeren ten surpluse, alle de gonne die het aengaen magh, hun daer naer te reguleren, autoriserende tot het doen van de noodige insinuatien alle publieke persoonen. Actum in extraordinaire vergaederinge van den 2 oogst 1766, 't oorconden als Greffier onderteekent P. Thomas.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Meenen, soo wiert daer op gegeven de volgende apostille: algesien, ordonneren die van het Gilden van de busseniers der Stede van Meenen hun pointuelyck te reguleren naer appt van den 2 deser, op pene van te incurreren eene boete van 30 parisis ende oock eenswegs te verclaeren hunne redenen van oppositie binnen acht daegen peremptoirement naer d'insinuatie deser, ende consenteren dat d'insen sullen vermogen te gebeuren ut petitur. Actum in extraordinaire vergaederinge van den 7e augusty 1766, toorconden als Greffier. (Ondt) P. Thomas.’
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1766, 21 september.‘Ten voornoemden daege alle de heeren van den Eedt gedagvaert synde, waer naer in andacht genomen wiert dat tot cieraet van de Gildecamer noodig was te doen maeken twee schilderyen, en dat ten dien eynde gesproken was met den heer schilder Spruyt die over ieder stuck vraegde tot 50 grooten, op conditie dat hy op elck stuck sal stellen soo veel portraiten mogelyck en als de Confrerie goetduncken sal. Tot het vinden de selve oncosten, soo veele doendelyck, wiert voorts geresolveert dat iederen Confrere die op de selve stucken sal gelieve gestelt te worden, ten profyte van de Confrerie sal betaelen tot veerthien schellingen grooten wisselgelt.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1766, 22 september.‘D'heeren Commissarissen van de Confrerie van den Aerts-engel Ste Michiel geven te kennen dat den Eedt van het selve Gilde geresolveert hadde, op den 29 deser, te slaen om eenen Koning, ende des anderdags om de Stadts silvere prysen, waertoe sy versochten dat onse Confrerie de gemelde twee daegen in corpore hun soude opleyden van hun Hof naer de plaetse ordinaire alwaer sy hun exercitie doen, en des avonts weder ten Hove, als mede begroeten sy des avonts, de twee voornoemde daegen, ter | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
tafel, van onse Confrerie de heeren Koning, Prost, Heuverdeken, Deken, benevens twee Commissarissen, het gonne alsoo geaccordeert wiert.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1766, 5 october.‘Volgens notitie gegeven door den Proviseerder Haeck aengaende de schiet-loterye, blyckt dat er verschoten syn tot 625 loten, die a 5 grooten ieder bedraegen tot 78 guldens. Dus voor iederen hoogsten prys sal er toegewyst worden 14 guldens, voor de twee tweede 11 guldens ende voor de twee derde 9 g. 12 stuyvers. Vervolgens is den hoogsten in het hooggetal aengewesen aen Sr De Bruyne, geschoten hebbende het getal van 68, den tweeden aen Sr Coppens, met het getal van 66, naer voorgaende preuve jegens Sr De Bleecker oock hebbende gelyck getal die vervolgens heeft den 3e prys; den hoogsten in het leegh getal is geadjugeert aen Sr Poelman, geschoten hebbende hel getal van 5, den tweeden met het getal van 9, aen Sr De Somer ende den derden aen den Greffier P. Thomas met het getal van 11.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1767, 3 mei.‘Actum ter vergaederinge extraordinaire van onder Coninck, Prost, Heuverdeken, Deken ende Proviseerders van het Souvereyn Hooftgilden van den Eden Ridder mynheer St Jooris. Syn gecompareert Commissarissen van de respective Gildens van Ste Michiel, Ste Sebastiaen ende Ste Anthone ingevolge van het versoeck aen de selve Gildens van onsen t'weghe gedaen, om te delibereren ende resolveren wat dient gedaen te worden ontrent elckanderen in de respective hunne exercitien die by de vier Gildens, elck op synen tour, sullen gedaen worden om te winnen de prysen by de Stadt gegeven, ten tyde van de aenstaende feeste, alswanneer met allen luyster sal geviert | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
worden het sevenhondertjaerigh jubilé der verheffinge van de reliquien van den H. Macharius.’ ‘Wiert geresolveert dat de voorseyde vier Gildens elckanderen met alle teekenen van eere in corpore sullen opleyden ende conduiseren van aen elckx respectiven Hove naer den Cauter ofte andere plaetse, alwaer sal gebeuren elckx gaeyschietinge ofte andere exercitie, ten daeghe voor elck tot dies geprefigeert by de Ed. heeren van het Magistraet deser Stadt, om te winnen de voorseyde prysen, ende elck spel geeyndight synde, dat sy elcanderen wederom sullen geleyden naer den Hove van waer sy gecommen syn, behaudens ende met expres verstant ende eenpaerige overeencomminge, dat elck Gilde maer eens en sal moeten ende moghen presenteren den wyn van eere op den dagh cujus festum coletur, te weten in de eerste aencomste van de andere Gildens, sonder voorder obligatie omme by dien middel te spaeren alle superflue oncosten, my toorconden als Greffier (Ondt) J. Vanderbrugghen.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1767, 8 juny.‘Ter herneming der feesten van het jubilé van St Macharius, zal in het Gilde van St Antone om dry ure na middag, 8 juny, geschoten worden met de bussen naer verscheydene prysvogels t' eynden weere, door de vereenigde Confrerien van den H. Antonius, en zullen dry zilveren en 19 tinnen pryzen te winnen zyn. Des avonds om 9 1/2 ure zal geschoten worden op den Kauter naer eenen vuervogel, door de zelfde Confrerie.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
de oude mannen hetzelve, en werden vervangen door de oude vrouwen, wier getal tegenwoordig de 300 overtreft. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1786, 19 maert.‘Om te connen vinden de jaerlycksche intresten van de renten ende andere lasten ende schulden waer mede dese Confrerie bezwaert is, wiert geresolveert van de jaerlycksche contributie t'augmenteren met dry schellingen, dus dat elcken Confrater van dese Confrerie zal gehouden zyn jaerlycx te betaelen tot acht schellingen in plaetse van vyf schellingen.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1787.By het terugkeeren in Gent der Staten van Vlaenderen uit Brussel, den zondag 10 juny, na aldaer eenen goeden uitslag en gunstige schikkingen bekomen te hebben, werden zy ingehaeld door het Gilde van St Antone en de dry andere Gilden en geleid naer het Stadhuis, alwaer afgelezen werd de verklaring van hunne Hoogheden, inhoudende de herstelling der rechten van Vlaenderen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
persoonen hun mogten agregeren aen de vier Hooftgildens deser Stad om in dese tydts omstandigheden onder een committé, benevens de voorseyde vier Confrerien te beveyligen de publique ruste waer toe de ordinaire policie niet en conde vergenoegen.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1787, 5 september.Bekendmaking door Heer en Wet der Stad Gent, nopens den patrouilledienst door de vier Hoofdgilden met hunne vrywilligers te verrichten. Stads overheid maekt bekend, dat, niettegenstaende het bevel van Z.M. van 28 oogst laetstleden, de verplichtingen der vier Hoofdgilden en aengevoegde vrywilligers, ter handhaving der goede orde en openbare veiligheid, by middel van patrouilles, by dage en by nachte, te voet en te paerd, blyven voortduren. Gemelde patrouilles zyn gemachtigd al degenen, die de goede orde in eeniger manieren zouden storen, aen te houden en in het huis van arrest te brengen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1787, 22 september.Kwamen de heeren gedeputeerden der Staten van Vlaenderen uit Brussel terug, met de bekrachting der constitutie; 's namiddags wierden zy begeleid naer het Stadhuis door de vier Hoofdgilden en geagregeerden, allen in vollen uniform zoowel te voet als te paerd. Den 1sten october, nadat de leden der vier Souvereine Hoofdgilden van Gent, benevens hunne vrywillige geagregeerden, tot handhaving der ruste en goede orde, gedurende eenigen tyd, patrouillen hebben gemaekt, hebben zy zich op het Stadhuis in een prachtig avondmael vergaderd, | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 201]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
om malkander te bedanken over de goede eensgezindheid en vriendschap welke onder hen had geheerscht, tot rust en veiligheid der Stad. Des anderendaegs hebben de gedeputeerden der gemelde Gilden en het Comité der vrywillige geagregeerden aen de algemeene vergadering der Staten van Vlaenderen hunnen standaerd en hun vaendel opgedragen, benevens de lyst van alle de vrywilligers en verdere leden der vier Gilden, die patrouilles hadden gemaekt, by welke gelegenheid ridder Karel Diericx aen gemelde heeren eene aenspraek deed, welke beantwoord werd door Actuarius D'Hoop, uit naem der heeren Staten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1787, 6 october.Bekendmaking van wege Heer en Wet der Stad Gent, nopens patrouilles, door gewapende persoonen in burgers-kleederen, te maken. De Stad heeft het aen de vier Hoofdgilden met hunne vrywilligers te danken, dat de openbare rust en veiligheid volkomenlyk hersteld is. Vervolgens wordt door Heer en Wet, in nakoming der depeche van Z.E. graef de Murray, gouverneur-generael der Nederlanden ad interim, van 2 dezer, besloten een zeker getal gewapende persoonen, in burgers-kleederen en daertoe aengesteld, behalve de Stadssoldaten, by dage en by nachte, te laten patrouille maken. Alle rustverstoorders zullen aengehouden en naer het arresthuis gebragt worden. Met dezen maetregel komen de twee ordonnantien van 4 oogst en 5 september laestleden te onderblyven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
der Oostenryksche soldaten, die aen de Vierweegsche geschaerd stonden, te gemoet zagGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1789, 6 december.Afkondiging van wege het Magistraet der Stad Gent op den patrouille-dienst door de vier Hoofdgilden en aengevoegde vrywilligers te verrichten. De vier Hoofdgilden worden gemachtigd door Stads overheid, met toestemming der Collatie, der Staten van Vlaenderen en van het comité-generael der Nederlanden, zoo by dage als by nachte, te voet en te paerd, de openbare rust te handhaven, gelyk zy dit reeds met het beste gevolg, in 1787, gedaen hebben. Zy zullen mogen aenhouden en in Stadsvangenis brengen al degenen, die zy zullen bevinden de goede orde in eeniger manieren te storen. Een iegelyk zal hen moeten eerbiedigen, en daertoe aenzocht zynde, hun de hand leenen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1789.H.-C.-N. Van der Noot, dien men den Franklin van Nederland noemde, deed zyne intrede binnen Gent, den 24 december, om 6 1/2 ure 's avonds; hy werd luisterlyk, onder het losbranden van het kanon, geleid te midden van eene menigte fakkels, voorgegaen door de vier Hoofdgilden, met hunne geagregeerden, naer | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
het Stadhuis, alwaer hy verwelkomd werd door den Raedpensionnaris Diericx. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1790, 4 january.De Staten van Vlaenderen kondigen hun manifest af, by hetwelk zy, door Gods gratie, plechtig verklaren, in den naem des volks, dat deze provincie een vrye Staet is, en zy het volk ontslaen van den Eed van getrouwheid aen Josephus den tweeden. De gedeputeerde Staten reden in meer dan 72 koetsen, vergezeld van eenen allerluisterlyksten stoet en de vier Hoofdgilden, naer St Baefs en ter Vrydagmerkt, alwaer de onthulding plaets had. Generael Van der Mersch deed zyne intrede binnen Gent den 25 february, omtrent 12 ure 1/2 's morgens. Hy werd voorgegaen door de vyf Gilden, St Antone, St Joris, St Sebastiaen, St Michiel en Rhetorica, in uniform. Het was op dezen dag alleen, dat men hen, zonder één uit te zonderen, in de wapenen zag. Zy vergezelden den generael langs de voornaemste straten naer het Stadhuis, alwaer hy verwelkomd werd door den Raedpensionnaris Diericx, en vervolgens naer de abdy van St Pieters, alwaer hy ten middagmael werd onthaeld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1790, 29 mei.Tekst van den Eed door elk lid van het korps vrywilligers, aen het volk en de Gemeente van Gent afzonderlyk afgelegd, volgens bewoordingen door de Collatie voorgeschreven: ‘Ik N.N. Volontaire der Stad Gend, zweere ende belove in die qualiteyt de conservatie der roomsch katholyke religie ende getrouwigheyd aen het volk ende het Gemeente van Gend, alsmede dat ik het zelve volk ende Gemeente van Gend, zonder eenigen personnelen intrest direct ofte indirect te aenmerken, in alles zal verdedigen | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 204]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
als eenen goeden ende getrouwen volontaire behoort te doen, dit t'elkens wanneer ik daer toe zal verzocht wezen. Zoo helpt my God en al zyn Heylige.’ ‘Van wegen den onderschreven Kapiteyn der tweede Compagnie worden mids dezen geconvoceert alle de volontaire der zelve Compagnie, om te compareren in den Hof der gewezene Jesuiten op maendag 31 mey 1790, ten vyf uren naer noene precies, ten eynde van naer dies op den Kauter te ontluyken den Eed, zoo ende gelyk hy door de Collatie dezer Stad is voorgeschreven, ende wanof copie hier boven staet. Actum 29 mey 1790.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1790.De commissie, door de Hoofdgilden aen de by dezelve aengeslotene vrywilligers afgegeven, was opgesteld als volgt:
Les membres du Comité des quatre Chefs-Confrairies de la Ville de Gand étant informés de la preudhommie, capacité et moeurs de Monsieur *** l'avons commis et créé comme par les présentes le commettons et créons pour [Capitaine] de la Cavalerie des volontaires agrégés aux dites quatre Chefs-Confrairies, avec tous les honneurs y afferans, à charge néanmoins que la présente Commission devra être agréée et approuvée par le Magistrat de cette Ville. En foi de quoi nous avons fait apposer aux présentes les Armes de la Confrairie de St Georges, et fait signer par les Secrétaires dudit Comité dans leur assemblée du 1790. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
der Staten van Vlaenderen en elk lid in het byzonder, tegen alle beleediging, met woorden of handdadigheden gepleegd, te beschermen. Op dit stuk volgt het reglement van krygstucht voor het korps. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1790, 9 september.Uit de Gazette van Gend: ‘De vier Hoofdgildens deser Stad, benevens het gene van Rhetorica, en de vrywillige te voet en te peird, die hun onder de zelve Gildens hebben begeven, hebben gisteren op de Vrydagmerkt, in handen van de Hoogmogende heeren Staeten van Vlaenderen, met de grootste plechtigheyd, onder het luyden der triumph-klokken, den volgenden eed afgeleyt: ‘Dat zweire ik, Gildenbroeder te zyn van den grooten Gilden van *** binnen deze Stad Gend, de katholyke roomsche religie te onderhouden en voor te staen, de Staeten van Vlaenderen, als Representanten van het volk, mitsgaders Heer ende Wet dezer Stede goet en getrouw te zyn, de rechten, vryheyd en preëminentien van den zelven Gilde te beschermen en onderhouden, en voords te doen dat eenen goeden en getrouwen Gildenbroeder schuldig is te doen: Alzoo moet my God helpen en alle zyne Heylige.’ ‘Ten thien uren en half voormiddag vergaderden op de Gildenkamer van den H. Joris, die van den H. Michiel, H. Sebastiaen, en Rhetorica, welke vier Hoofdgildens alle gewapend en in gelyke kleedinge hun nae de Collegiale van de H. Pharaïldis begaven, alwaer zy wierden vervoegt door de Hoofdgilden van den H. Antone met des zelfs nieuwe | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 206]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
aengenomene leden; aldaer wierd eene solemneele misse gezongen, om van den Hemel af te smeeken den zegen, vrede en eensgezindheyd onder alle de inwoonders dezer Hoofdstad; ondertusschen waeren voor het Stadhuys geplaetst een escadron gesoldeerde dragonders, een detachement jagers en voetgangers van onze bezettinge, de welke de vyf Hoofdgildens aldaer afwachtten; de misse geëyndigd zynde, quamen de vyf Hoofdgildens nae het Stadhuys, terwyl de gesoldeerde troupen in parade stonden, om de leden der vergaederinge van de Staeten nae de Vrydagmerkt te vergeleyden. Den optocht wierd geopent door een half escadron dragonders van het regiment van Vlaenderen en door het geheel detachement Vaderlandsche jagers, waer naer volgden de vyf Hoofdgildens, naer welke men zag verschynen de leden der Staeten vergaderinge, en dit luysterryk gevolg wierd gesloten door twee compagniën voetgangers en een half escadron dragonders. Ter Vrydagmerkt gekomen zynde, wierd aldaer den Eed ontloken in handen van den Auditeur-Generael van Vlaenderen, den Major Van Doorselaer, onder het spelen van den beyaerd, het luyden der triumph-klokken, het losbranden van het geschut en een gedurig vreugde-geroep: Lang leve de Natie! Lang leven de Staeten van Vlaenderen! Lang leven alle waere Vaderlanders! Vervolgens keerden de gemelde Hoofdgildens en krygsvolk langs de voornaemste straeten nae het Stadhuys terug, om de heeren Staeten tot aen hunne vergaderplaetse te vergezelschappen, en terwyl hunne Hoogmogende den geheelen prachtigen stoet zagen voorby trekken, quamen eenige Opperhoofden der Gildens vraegen, om dagelyks aen de zaele der Staeten ten tyde hunder vergaderinge eene wacht van Eere te mogen plaetsen, het welk door hunne Hoogmogende met veel genoegen wierd aengenomen. De Staeten van Vlaenderen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 207]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
ten uytersten vergenoegd over den betoonden iever van die der Hoofdgildens, hebben hun den volgenden brief toegezonden: | |||||||||||||||||||||||||||||||||
De Staeten van Vlaenderen.‘Zeer getrouwe, lieve ende beminde, wy zenden UL. deze tegenwoordige om te zeggen, dat wy met veel genoegen en voldoeninge in uwe edelmoedige handelwyze de alderoprechtste gevoelens vinden van eene ware aenklevinge aen de belangen van het Vaderland en aen het welzyn der goede zaeke. Den eed, die UL. hebben ontloken, is eene nieuwe keten, de welke alle slach van inwoonders aen elkanderen vasthecht ende verbind, t'is eenen dobbelen band van vereeninge tusschen het volk ende tusschen die, de welke het zelve volk verbeelden. Wy zyn reeds volstrek telyk overtuygd, dat dezen stap eene betere verstandhoudinge tusschen alle de goede inwoonders dezer Hoofdstad heeft te wege gebragt, en wy durven verhopen, dat hy een volstrekte eendragt der gemoederen en onverbrekelyke vriendschap zal voordbrengen. Wy moeten UL. ten hoogsten dank bewyzen over de aenmerkelyke diensten, de welke UL. met eenen onvermoeyden geest aen Kerke ende Staet hebben bewezen, en wy zyn vooraf verzekerd, dat die, dewelke wy van UL. met recht mogen verwachten, niet min den grootsten lof en toejuychingen zullen verdienen. De arglistigheden van 's Lands vyanden en verraeders zyn vruchteloos; de deugd ende waerheyd verheffen hun onbeschroomd in het midden der logentaele en lasteringe; hoe wel eene donkere wolke het klaer daglicht wilt benemen, de glinsterende straelen der heldere zonne dringen door de duysterheyd en verlichten de aerde. Wy hebben met herkentenisse aengenomen de wacht, de welke UL. dage- | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
lyks voor onze vergaderings-zaele hebben aengeboden, ende wy zyn in het vast betrouwen, dat de gerustheyd onzer beraedslagingen en de veyligheyd van onze persoonen in geene kloekere handen overgegeven konnen zyn, als in die onzer mede-borgers, voor wiens geluk, welvaeren ende vryheyd wy onophoudelyk onze dagen besteden. Overigens, zeer getrouwe, lieve ende beminde, zyt den Heer bevolen. Uyt onze vergaderinge den 11 september 1790. Ter ordonnantie als Greffier. (Ondt) Joseph-F. De Bast.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1790, 16 september.Uit de Gazette van Gend: ‘Eergisteren heeft men in de kerke der abdye van Ste Pieters, nevens Gend, gewyd de vier standaerden, die door de dames en juffvrouwen dezer Stad, als een Vaderlandsche gifte, zyn gejond voor het eerste regiment der dragonders van Vlaenderen, by welke gelegendheyd in de gemelde kerke is gecelebreerd eene plechtige misse, naer welke de zelve standaerden van daer zyn terug gebragt met de zelve pracht, als zy daer nae toe waeren geleyd, verzeld door de Hoofdgildens onder de wapenen met hunne eereteekenen en met turksch musicq.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1790, 23 september.Uit de Gazette van Gend: ‘Voorleden maendag (20 september) hebben alhier den eed van trouwe aen de Hoogmogende heeren Staeten van Vlaenderen ontloken de Genootschappen van verscheyde Parochiën, welckers manschap te samen heeft beloopen tot 14,555. Naerdat zy op de Vrydagmerkt waeren verzaemeld, zyn de Hoogmogende heeren Staeten, om thien uren en half, van het Stadhuys afgehaeld door onze Hoofdgildens onder de waepenen, ende aldus vergeleyd nae den schoonen Theater op de gezeyde merkt, voor welken alle de Genoodschappen, het een naer het ander, den eed, als boven, hebben afgeleyt.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1790.Op den 28 september, na middag is uit de kathedrale kerke van St Baefs eene prachtige processie gegaen met de kasse inhoudende de overblyfselen van den H. Macharius, om door voorspraek van dezen Heilige den bystand van den Almogende voor het Vaderland af te smeeken; by welke processie tegenwoordig waren de Hoofdgilden onder de wapenen. (Gazette van Gend, 30 september 1790). | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1790, 1e october.‘D'onderschreven verclaeren hun in te schryven als Confrater van de Souvereyne Confrerie van den H. abt Anthonius binnen deze Stad, sonder nogtans verbonden te zyn aen eenige doodschult, prysen van plaisier ende jaerlykxsche redemptie, sonder ook gerecht te zyn tot het helpen winnen Stadsprysen ofte doen exercitien tusschen doelen, als mede sonder voys t'hebben in de boete en eeden, dit alles in conformiteyte van het consent ende aggreatie van hunne Hoogmoghende, ende hebben ten beteren effecte in handen van Commissarissen uyt dese Confrerie gedaen den volghenden eedt: ‘Dat zweire ik Gildebroeder te zyn van het Hooftgilden van Sinte Anthone binnen dese Stad Gend, de catholicque roomsche religie t'onderhauden ende vooren te staen, hunne Hoogmoghende heeren Staeten van Vlaenderen als Representanten van het volck van diere alsmede Heer ende Weth dezer Stad goet ende getrauwe te zyn, de rechten, vryheden ende preeminentien van den selven Gilde te beschermen ende te onderhauden, ende voorts al te doen dat eenen goeden ende getrauwen Gildenbroeder schuldig is te doen; soo moet my God helpen ende syne heylige ende den heyligen abt Anthonius. Belovende niet min ons te reguleren naer de declaratie door den Eedt getrocken ende door de Hoogmoghende heeren Staeten deser provintie, hedent eersten octo- | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
ber 1700 t'negentigh geagreëert ende geapprobeert aen ons tot twee mael vooren gelesen, waer toe in alle deelen gerefereert word, ende is dezelve ten resolutieboeke geregistreert ende door onsen Greffier gheparapheert. Ten surpluse heeft den Eedt aen ons onderschreven toegestaen van op te geven het dobbel getal persoonen, om daer uyt by den Eedt deser Confrerie, op aggreatie van hunne Hoogmoghende de Staeten van Vlaenderen, te kiesen het corps officieren, sullende de bas-officieren gekosen worden door het gemeynte. Actum 1e october 1790, J.-Bte Pycke. (Geteckent) J. De Clerck, P.-L. Fermondt, J.-L. Van Coppenole, G. Van den Berghe, D. Van Duyn, Jos. Beurskens, A. Dorez, Andreas Segaert, C.-D. De Sausin, Josephus Soudan, P.-J. Muris, Joannes Geleedts, Jud. Robert, Nicolas De Meyer, Jan Cruyeneere, Jan-Bap. De Vos, Josephus Regnaut, J. Roothaese, P.-J. Fierens, Frans-A. Primgué, Pieter Van den Abeele, Joannes Walraevens, F. Minet, Charles Jardin, Emanuel Willems, Jan De Cock, P. Lotu, Joannes Geeraert, J.-F. Vispoel, L. Le Bégue, Van Geert, P.-A. Dewilde, Josephus Simoens, Joan. Verkercke, J.-J. Vandeviverc, J. Pycke, F. Versporten, not., Joan. Cappelle, Joannes Van Cleef, Joannes Dupont, Emanuel De Schilder, Albertus Lantheere, Joannes Marisal, J.-M. Le Begue, Vanden Berghen, Ludovicus Vander Steenen, P. Goemaes, Ph. De Pauw, J. Parasie, Van Branteghem, P.-J. Walravens, J.-L. Pycke, J.-B. Fostier, J. Quickelberghe, L. Stobbelaers, Daniel Gilbo, Charles Snoeck, Petrus Pycke, Jan Van Loo, J. Canfyn, Judocus Elias, Honoré Mahis, J. Lammens, Jacobus Keuckelaer, J.-H. Mussche, Joannes Blockel, Joannes Perdaen, Antonius Casier, Frans Cuyl, Petrus Martens, Salmain, Petrus Van Haeverbeke, J.-B. Vlamynck, François Herman, Joan. Stassengnon, Carolus Coppen, J.-J. Bourse, Carel Audart, | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Teirlynck proc., Felix Pilet, François Bulcke, Jaspar Van Ophem, Van der Donck, B. Van Beneden, G. Van Bemmel, P. Sonneville, Adriaen Hoste, Renier Predom, Pieter Van de Cappelle, Joan. Van Beneden, J.-B. Watteu (?), J.-J. Comparé, J. Vandenberghen, L.-J. Fermond, C. Boutchon, Andries Van den Wiele, J. Van Geen, F.-L. Lebrocquy, Jud. Willems, Nicolaes Barbier, Henricus Ruebier, Carolus Jacobs, Francies Pernet, Livinus Cornelis, Antonius Van Loo, J.-J. Herman l'ainé, Bernard, L. Hebbelinck, L.-J. Bauwens, Aegidius de Myttenaere, De Smet proc., Ludovicus De Graeve, Pierre Marisal, J. Van Wichelen, Pieter Van Coppenole, C. De Wandel, J. De Rycke, Jacobus Godefroid, Pieter Willems, P.-J. Vandervennet, J. Van Aerde, J. Van Langeren, Anthone Pieters, Joan. Laporte, Josephus Macquin, Louis Gilquin, Jos. Van den Berghe, Frans Sonneville, Ch. De Meulemeester, J. De Poortere, J. Mortier, Norbert Gisselaire, Pieter Martens, F. Dufour, C. Van Damme, Benigne Engels, A. Hulpiau, E.-L. Brauwer juor, F.-M. Verhaeghe, J. Dillens, Josephus Van Hoogsthuyse, Jan Van Melle, J.-F. Hebbelinck, Franciscus Antheunis, Martinus Antheunis, Petrus Demolie, Francies Rooman, Pr. Van Coppenolle, G. Godefroid, Amicus Van Loofilius Ferd., Josephus Van Loo filius Bernard, Pieter Van der Haege, Jacobus Vander Linden, Bernardus Van Maldeghem, Jan-Bapt. De Smet, Ludovicus Volant, Joannes Van Loo fil. Cornelis, Pieter De Smet, Paulus Fevers, Pieter Wyckaert, Joannes Vander Linden, A. De Vinck; Fr. De Vos, Jacobus Van Loo fil. Judoci, A. Van Es, Toussaint Vercauter, Arnoldus Steur, Antonius Helinck, Pieter Valcke, Joannes Beus, Pieter De Winne, Petrus Van Locke.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
ten bywezen van Hoogmogende heeren Staten, van den Bisschop en de vyf Hoofdgilden een plechtige lykdienst verrigt voor de rust van alle degene, die in de verdeding des Vaderlands het leven hadden verloren. (Gazette van Gend, 11 november 1790). | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1790, 17 november.Is alhier met de uiterste plechtigheid gevierd de verjaerdag van het ontzet dezer Stad en van de volkomene overwinning. Hoogmogende heeren Staten wierden alom verzeld door de Hoofdgilden, welke ook onder de wapenen stonden op de Paradeplaets, Vrydagmerkt, Zandberg, Kalanderberg en Kouter. (Gazette van Gend, 17 november 1790). | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1790.In een vlugschrift uit den patriotten tyd, den titel voerende van zaemenspraek tusschen eenen patriot van Brussel en eenen Gendschen Vonckist, of Konings-gezinden, over den tegenwoordigen toestand der Stad Gent, vinden wy het volgende, (bladzyde 16): ‘Hy (Vonck) heeft een menigte Gendsche juffrouwen misleyd, die professie maekten van Voncks-gesind te wesen, wy hebben de vrouw van den gepoeyerden advokaet eens weten presideren in het Hof van Sint Antone over eene assemblée van Voncks- en Vander Mersch-gesinde vrouwen, onder het getal was de impertinente beest uyt het koffé-huys, gy kentse wel...’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1791, 20 january.G. Godfroid, H. Van der Linden, J. Verheeken en J. Elias, Gildebroeders van St Antone te Gent, vragen bevel tot betaling voor diensten, van 2 tot 7 december 1790, bewezen. Zy vertoogen dat zy vyf dagen en vyf nachten wacht gemaekt hebben voor de veiligheid der Staten en de eigendommen der provincie, zonder eenig | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
salaris ontvangen te hebben, en dat zy geene andere broodwinning bezitten dan hun handwerkGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1791, 5 july.Des namiddags, treedt het Magistraet van Gent uit, vergezeld door de vier Hoofdgilden in militaire orde, met hunne eereteekens en zygeweer opmarcherende, ter onthaling van HH. KK. Hoogheden Prins Albert van Saksen-Tesschen en Aertshertogin Marie Christine, welke naer Gent kwamen, namens Z.M. Keizer Leopoldus II, om dezen Vorst in te huldigen als Graef van Vlaenderen. Daerop begeven zy zich naer de abdy van St Pieters ten einde hunne Koninklyke Hoogheden den wyn van eere aen te bieden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1792, 31 mei.‘Ten voornoemde daege, de gecommitteerde van wegen het Souverain Hooftgilden van den H. abt Anthonius, binnen dese Stad Gend, oodmoedelyk gebeden hebbende aen de vergaederinge van de seer eerwe edele ende voorsienige heeren de gedeputeerde der Staeten van Vlaenderen, ten eynde van hunne Confrerie te vereeren met hemlieden inscriptie als Confraters van diere, hebben sulckx toegestaen ende by dien adhererende aen de reglementen, statuten ende resolutien van de selve Confrerie, hebben dese door hemlieden Raed pensionnaris ende Actuarius over de vergaederinge doen onderteekenen: (Get.) F.-D. Dhoop.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1792, 30 july.Des namiddags, treedt het Magistraet van Gent, door de vier Hoofdgilden met derzelver eereteekens vergezeld, plechtig op ter onthaling van HH. KK. Hoogheden Prins Albert van Saxen-Tesschen en Aertshertogin Marie Christine, Gouverneurs-generael der Nederlanden, welke met Z.K. Hoogheid Aertshertog Karel, naer Gent kwamen, namens Z.M. Keizer Franciscus II, als Graef van Vlaenderen. Den volgenden dag, bestemd ter plechtige inhuldiging, vergezellen de vier bovengenoemde Gilden den eerestoet naer de abdy van St Pieters, de Vrydagmerkt en St Baefskerk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1792.Het Gilde van St Antone, schenkt eene eermedalje aen P.-F. Cnockaert, Confrater, uit voldoening dat hy den 1sten prys van bouwkunde, in de Koninklyke Academie van teekenkunst te Gent bekwam. Deze medalje door P.-J.-J. Tiberghien gesneden, voert het wapen der Gilden met het opschrift: In Aemvlationem Virtvtis et Artivm, en op de keerzyde: P.F. Cnockaert. Archit. Artis Primo Renvntiato In Acad. Gand. S. Antonii Confratres Dedervnt. XXIX maii MDCCXCII. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1793.Den 13 mei, deed zyne K.H. Aertshertog Karel-Lodewyk, van Oostenryk-Lorreinen, als Gouverneur-generael der Nederlanden, zyne plechtige intrede binnen Gent, langs de Keizerpoort, voorgegaen zynde door de vier Hoofdgilden met hunne eereteekens, een detachement gewapend voetvolk van de Gilden, en twee detachementen ruitery verzellende Z.K.H. naer de kathedrale kerk van den H. Bavo, alwaer door den heer bisschop het Te Deum werd aengeheven, vervolgens naer de abdy van St Pieters, waer gemelde Hoogheid het middagmael nam. Den volgenden dag, | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
's morgens heeft het Magistraet met de gewoonlyke plechtigheden den wyn van eere aen onzen nieuwen Gouverneur-generael aengeboden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1793, 31 july.Plakkaet, nopens beleedigingen jegens de vier patrouillerende Hoofdgilden gepleegd: Het is noodzakelyk voor het behoud der goede orde dat er nog 's nachts patrouilles rondgaen; de vier Hoofdgilden hebben daerdoor reeds groote diensten bewezen, maer sedert eenigen tyd schynt derzelver iever min of meer te verflauwen ten gevolge der beleedigingen door kwaedwillige of bedronkene personen de patrouilles aengedaen; deshalve, is het strengelyk verboden, van wege Heer ende Wet der Stad Gent, de patrouillerende leden der vier Hoofdgilden te miszeggen of te misdoen, op straf van dadelyk aengetast en naer den Amigo gebragt te worden. In geval van tegenstand, zal geweld met geweld gekeerd worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
1793.Van wege de heeren Koning, Proost en andere leden van den Eed wordt bekend gemaekt dat het Gilde van St Antone zal medewerken om op zondag, 25 oogst, den heer Jan-Baptiste Hellebaut, primus der hoogeschool van Leuven in te halen. Het Gilde, willende de luisterryke zegeprael van den geleerden heer J.-B. Hellebaut vereeuwigen, schenkt aen denzelven eene medalje de eerteekens van 't Gilde voerende, met de wapenschilden van Vlaenderen en der Stad Gent omringd, en het randschrift: quae gloria palmae, nonne vides? Op de keerzyde: j.b. hellebaut gandensi in artium acad. lovan. primo ob partam suis civibus laudem. s. antoni, conf. xxv. aug. mdccxciii. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
1796, 21 mei.Besluit, waerby de Gilden afgeschaft worden, krachtens eene wet, waervan de inhoud hieronder. Dezelve wet was voorafgegaen van een dekreet van het Directoire Executif, geteekend Le Tourneur, Voorzitter, Lagarde, Geheimschryver, en bekleed met den zegel en het ministerieel handteeken, Benezech. Extrakt der wet van 5 september 1791, 't zelfde jaer, 14 october bekrachtigd: Art. XXVIII. De voormalige burgerwachten, zoo als de maetschappyen van busschieters, hand- en- kruisboogschutters en alle andere, welke hare inrichting zyn moge, worden afgeschaft. Voor gelykvormig, was geteekend Bouteville. Opgenomen in het register des bestuers van het Departement der Schelde, in zitting, gelykvormig het decreet van het Directoire executif, in datum van 18 pluviose laetstleden. Gent, 2 prairial, jaer IV der Fransche Republiek, Een en Onverdeelbaer. Geteekend Hopsomere, Voorzitter, Em. Piers, Hoofdgeheimschryver. In de maend oogst heeft het voormalig Gilde van St Antone van de in deszelfs bezitting zynde goederen rekening moeten afleggen, welke goederen bestonden in een Hof, gelegen in het oud Prinsen-hof, woonhuizen, magazynen, effecten, goud en zilverwerk. Verkooping van nationale domeingoederen, afhangende van het voormalig Gilde van St Antone, den 27 ventose, jaer V, 17 maert 1797.
Gekocht door burger De Vos, timmermans-baes. |
|