Jaarboek van het Taalverbond. Jaargang 2

[p. 21]

Waakt!⁽¹⁾

Mét. ♩ = 72.

Gedicht van G. Antheunis.

Mannelijk en breed.

(1) Den zang heb ik letterlijk aangeteekend naar de wijze van een oud kerelslied, waarvan hierbij het eenig gekende koeplet.
Mijn vader zaliger zong het lied, dat sedert onheugelijke jaren, va vader tot zoon, mondelings was overgeleverd.
Het ‘hn! hn! hn!’ driemaal wederhaald, klonk zoo vreemd en zoo wild als het ‘han’ van den boomveller, en ik dacht onwillekeurig aan de middeleeuwen, toen de landheer onbarmhartig den armen laat deed opknoopen, die zijn wild gestroopt of verjaagd had, en ik hoorde den vrijen, gespierden kerel tergend zingen tot den jachtwachter:

Jooreke, wacht uw patrijskes wel!

Ze loopen op onzen tuin;

Ze eten daar al onze waremoes op

En al onzen ajuin.

Van tiere-liere-liere

Hn! hn! hn!

Van tiere-liere

Hn!

De zang is weerd te blijven leven. Daarom heb ik hem hier opgeschreven, met mijne woorden en met de begeleiding, die de meester F.-Aug. Gevaert er welwillend heeft bijgevoegd.
G.A.

[p. 22]

1^e K. f Ke - rels der gou - wen Vlaan-derlands, Wat
slaapt of wat gaapt gij thans?
Lis - tig ter zij kruipt en
sluipt bas-taar - dij
En woe - kert los en
vrij....
Het geldt uw landaard, Waakt, waakt, waakt!
De vij - and naakt!
2^e K. f Ke - rels der gou - wen Vlaan-derlands, Wat
is er uw Dietsch nog thans?
Vreemd in zijn land, Van zijn
rech - ten ont-mand, Ten
prooi aan klauw en
tand....
Het geldt uw land-taal, Waakt, waakt, waakt!
De vij - and naakt!
3^e K. f Ke - rels der gou - wen Vlaan-derlands, Staat
op en ver-ga-dert thans?
Gordt u - we leên Met den
moed van voor-heen;
Houdt stand en wijke er
geen....
Het geldt uw zelf-zijn, Waakt, waakt, waakt!
De vij - and naakt!

[p. 23]

De vij - and naakt!