Jaarboek van het Taalverbond. Jaargang 2
(1890)– [tijdschrift] Jaarboek van het Taalverbond– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina XIX]
| |
worden tusschen de eigenlijke leden van het Taalverbond niet alleen, maar tusschen al de ieden van de tot het Taalverbond toegetreden genootschappen. Wij mogen het ons niet ontveinzen: deze vereeniging had in ruimeren zin voordeel kunnen, voordeel moeten opleveren. Hoe het zij, ontmoedigd waren we niet, en werkeloos evenmin! Geregeld elke maand werd er eene zitting gehouden, en menig belangrijk punt kwam daarbij ter sprake. De meeste uren werden gewijd aan de Critiek in de Nederlandsche pers, en de middelen om die op ernstige grondslagen te vesten. Aldus werden de verschillige recenciën over de geyter 's Keizer Karel vergeleken, en aan het persoonlijk oordeel der leden getoetst. Eene ‘Proeve van Letteroverzicht’ in een Zuid-Nederlandsch tijdschrift werd nauwkeurig gewikt en gewogen, en - jammer genoeg! - te licht bevonden. Eene zitting word besteed aan een overzicht der belangrijkste lettergewrochten uit de middeleeuwen en de noodzakelijkheid van de studie dier gewrochten voor hen, die de pen hanteeren, en dus de laatsten moesten zijn om onbekend te blijven met den taal-en letterschat uit vroegere eeuwen. Nog werd de wenschelijkheid en de mogelijkheid besproken om de beste stukken onzer hedendaagsche dichters in Duitschland algemeen bekend te maken, en wij zijn gelukkig hier te mogen aanstippen, dat een onzer leden, de heer Alfried la Graviére Jz. n.l., naar aanleiding van deze bespreking onverwijld de hand aan 't werk heeft geslagen om dit doel te verwezenlijken. Aan het Taalverbond, hem daarin eene behulpzame hand te leenen. De Tooneelbelangen werden evenmin verzuimd. Premiestelsel en Lastcohieren kwamen er meer dan eens ter tafel, wij schreven bijna ter pijnbank, doch tot hiertoe werd voor dit vraagstuk geene bevredigende oplossing gevonden. Op het gebied der Fraaie Letteren werd nu en dan eene novelette, soms een of ander gedicht voorgelezen. Een lid ontwikkelde een gedachtenmozaïk met betrekking tot Onderwijs. Zelfs de Wijsbegeerte en de Geschiedenis werden aangeraakt, en wel bepaaldelijk in twee voordrachten: De Godsdienst en de | |
[pagina XX]
| |
Zedeleer van prof. Fr. Laurent en Prof. Fr. Laurent en de Nationaliteiten. Mochten de afdeelingen Taalkunde en Folklore klagen, dat zij haar deel niet kregen, dan zouden wij haar beloven, dat zij in 't vervolg niet meer zoo stiefmoederlijk zullen behandeld worden, en - die belofte hopen wij reeds in de eerstkomende zitting te houden. Het ligt buiten ons bestek van de werkzaamheden te gewagen van De Taal is gansch het Volk, 't Zal wel gaan en Zetternamskring, waarvan een afgevaardigde tot ons ledental behoort. We zullen zeggen, dat die maatschappijen - opgenoemd in klimmende reeks hunner werkzaamheden - geregeld alles bespreken wat elken Vlaming in 't algemeen, elk en Taalverbonder in 't bijzonder, zou nauw aan 't harte ligt: het verwerven van eene eereplaats voor 't Nederlandsch in al de uitingen der kunst en der wetenschap, waar zij, bij 't krachtig willen van ons allen, eer en meer zal gelden dan daar, waar ze reeds zoolang als vorstin moest gehuldigd worden: in school, rechtzaal en bestuur! Nog éen woord. Voorloopig werden al de leden, die Oost- en West-Vlaanderen bewonen, tot de afdeeling Gent gerekend. Maandelijks ontvangen zij een omzendbriefje; van tijd tot tijd wordt hun herinnerd dat, zoo zij - wat alleszins verstaanbaar is - de zittingen niet kunnen bijwonen, zij gemachtigd zijn, studiën of voorstellen ter bespreking in te zenden. Tot hiertoe heeft niemand van dat recht gebruik gemaakt. Wij wilden ervan gewagen om hen aldus nog eens onrechtsrteeks aan te sporen, zich niet een heel jaar in hun vlek af te zonderen, maar zoo mogelijk, ook hun steentje bij te brengen tot het voltrekken van het gebouw, dat wel reeds eenen naam heeft: het Taalverbond; maar slechts bruikbaar kan worden als zij, die het moeten bewonen, er niet van buiten blijven op staan kijken - 'lijk de vos op de druiven. Gent, 20 April 1889.
De Schrijver-Penningmeester, Pol Anri. |
|