| |
Bijlagen.
I.
Taalverbond Afdeeling Fraaie Letteren. Brussel, December 1887.
Hooggeacht Medelid,
Wij hebben de eer UEd, hierbij de verordening onzer afdeeling, zooals ze aangenomen werd in algemeene vergadering van 18 December ll. te laten geworden.
Wij nemen deze gelegenheid te baat om UEd's welwillende aandacht dringend in te roepen op de schets van ons programma van werkzaamheden, dat mede hierbij gevoegd is. Ook herinneren wij onze geachte medeleden, dat het bestuur zoo spoedig moge- | |
[pagina XLIII]
[p. XLIII] | |
lijk letterkundige en andere bijdragen voor ons jaarboek 1888 verwacht.
| |
Verordening:
Art. I. - De afdeeling zal zooveel mogelijk ieder jaar eenen of meer bundels uitgeven, bevattende schriften van een of meer harer leden (art. VI der algem. verordening).
Art. II. - Het bestuur der afdeeling zal jaarlijks vóór 15 Juli eenen oproep tot al de leden der afdeeling richten, om hun te verzoeken, stukken voor de uitgave in te zenden.
Art. III. - De leden, die verlangen hunne stukken in aanmerking te zien nemen, zullen die uiter lijk vóór 1 Maart van elk jaar aan den schrijver laten geworden.
Art. IV. - Deze stukken worden vóór 1 Juni naastvolgende door eene Commissie van vijf leden onderzocht.
Art. V. - De werken, door de Commissie ter uitgave aangewezen, worden met verslag aan het algemeen bestuur overgemaakt, om aan dezes goedkeuring onderworpen te worden (art. IX alg. verord.)
Art. VI. - De afdeeling houdt ten minste jaarlijks in den loop der maand December eene algemeene vergadering.
Art. VII. - Het bestuur der afdeeling en de Commissie van onderzoek (zie art. IV) worden in deze vergadering gekozen.
Art VIII. - Het bestuur bestaat uit eenen Voorzitter, eenen Ondervoorzitter en eenen of meer schrijvers. De uittredende leden zijn herkiesbaar.
Art. IX. - Het bestuur voert de besluiten der afdeeling uit, houdt briefwisseling met het algemeen bestuur en de leden, en roept de algemeene en bijzondere vergaderingen bijeen.
Art. X. - Het is wenschelijk, dat de leden in de verschillende steden, plaatselijke vergaderingen houden. Het bestuur is gemachtigd, daar waar zulks nuttig is, een of meer briefwisselende bestuurleden te benoemen. De bestuurleden roepen de plaatselijke vergaderingen bijeen en zenden dagorde en kort verslag daarover aan den schrijver.
Art XI. - Alle officiëele stukken van de afdeeling uitgaande, worden door Voorzitter en Schrijver onderteekend.
| |
| |
Art. XII. - Op schriftelijk verzoek van minstens tien leden, zal het bestuur gehouden zijn binnen de maand eene algemeene vergadering te beleggen.
Art. XIII. - De algemeene vergaderingen der afdeeling zullen voorloopig bij beurt gehouden worden te Brussel, Antwerpen en Gent.
***
De Commissie van onderzoek (art. V) voor het jaar 1888 bestaat uit de volgende leden: D. Sleeckx, Is. Teirlinck, Pol De Mont, Pr. Van Langendonck en J.M. Brans.
| |
Lijst van vragen en voorstellen.
1o Uitgave van het jaarboek voor 1888.
a) | Werken der leden. |
b) | Nieuwe en aangekondigde uitgaven der leden. |
c) | Verslag der werkzaamheden van plaatselijke kringen en bijgetreden genootschappen. |
d) | Lijst van vragen en voorstellen uitgaande van die kringen en genootschappen. |
e) | Letterkundige bijdragen der leden, enz. enz. |
2o Lijst van Nederlandsche boeken, door de plaatselijke kringen aangeduid als geschikt tot prijsboeken a) voor lager, b) voor middelbaar onderwijs.
3o Welke middelen kunnen aangewend worden ter vermeerdering van het getal leden van het Taalverbond (met al de afdeelingen).
4o Welke middelen zijn geschikt om het debiet van Nederlandsche werken te doen stijgen? Is de stichting van een algemeen stapelhuis van Nederlandsche uitgaven wenschelijk of niet? Middelen ter uitvoering, enz.
5o Wordt het onderwijs doorgaans in een behoorlijk letterkundigen vorm gegeven? Middelen ter verbetering. Hoe staat het geschapen met het onderwijs der Nederlandsche letterkunde in 't bijzonder? (Met afdeeling onderwijs).
6o Taalzuivering. Lijst van onechte vormen en uitdrukkingen,
| |
| |
alsmede van bastaardwoorden, die veelal in Vlaamsche werken voorkomen (Met afdeeling Taalkunde).
7o Hoe komt het, dat sommige vakken (vooral in Zuid-Nederland) zoo weinig in onze taal beoefend worden: wetenschap, aesthetiek, kunstcritiek, wijsbegeerte, geschiedenis, enz. (Met afdeeling Kunstcritiek).
8o Gaat de Nederlandsche letterkunde vóór- of achteruit, bepaaldelijk in Zuid-Nederland? - Over den invloed der Fransche letterkunde op de onze. - Beredeneerd antwoord met voorstellen.
9o Aanmoediging van jonge schrijvers. - Wat dient in die richting gedaan?
Is het wenschelijk dat het Staatsbestuur eene soort prijs van Rome inrichte voor dicht en proza?
Meening der plaatselijke groepen over de aanmoediging van Staatswege, zooals die heden geschiedt.
10o Hoe dienen openbare boekerijen ingericht te wezen? Zienswijze der leden over de keus der werken.
Is het inrichten van speciale of vakbibliotheken wenschelijk?
11o Waarbij komt het, dat het volk regelmatig de voorkeur geeft aan treurige werken, in alle geval aan sentimenteele letterkunde?
Wat kan ter verbetering gedaan worden?
12o Is het wenschelijk dat het Taalverbond een tijdschrift stichte? - Zoo ja, - opgave van het program, enz. (Met al de afdeelingen).
13o Is onze huidige letterkunde eenzijdig? - Zoo ja, - oorzaken en middelen ter verbetering.
14o Wat kan gedaan worden om de oorspronkelijkheid in onze letterkunde te behouden en te bevorderen?
15o Zou de afdeeling Fraaie Letteren goed doen, lezingen in te richten in onze verschillende Vlaamsche steden?
16o Beantwoorden onze Vlaamsche dag- en weekbladen aan hunne zending (op gebied van Fraaie Letteren)?
Oorzaken; - middelen ter verbetering.
17o Lijst van Nationale gedenkdagen, hebbende een algemeen Nederlandsch karakter (Met afdeeling Geschiedenis).
18o Wat kan gedaan worden om het Nationaal gevoel bij ons volk op te wekken (Met afdeeling Geschiedenis).
| |
| |
19o Opmaken van eenen echt nationalen scheurkalender (algemeen Nederlandsch karakter) (Met afdeeling Geschiedenis).
20o Wat kan gedaan worden in den zin eener innige toenadering met Noord-Nederland?
***
Het is zeker onnoodig, UEd. te zeggen, dat het bestuur deze lijst niet als volledig of uitsluitend ter behandeling opgeeft; zulks blijkt overigens uit no 1, - d. der vragen.
Het bestuur hoopt ten slotte, dat de leden overal onze werkzaamheden met iever zullen aanvangen en met volharding zullen voortzetten, opdat het Taalverbond in onzen bangen strijd tegen miskenning en verdrukking, veel goeds ten bate van onzen volksstam moge verrichten.
Met die hoop in 't hart, bieden wij UEd. onzen Vlaamschen broedergroet.
HET BESTUUR:
De Schrijver,
J.M. BRANS.
De Voorzitter,
G. ANTHEUNIS.
De Onder-Voorzitter,
R. STIJNS.
| |
II.
Taalverbond.
Brusselsche Groep.
Bestuurzitting van 11 Maart 1888.
Voorzitter: M. Teirlinck, ondervoorzitter van het uitvoerend Comiteit.
Waren aanwezig: De heeren Sleeckx, algemeene voorzitter, J. Dodd, R. Stijns, K. Versnaeyen, H. De Queker, Pr. Van Langendonck, J. Kesler, W. de Zaine, Coremans, Stiennon en Brans, schrijver van 't Comiteit.
| |
[pagina XLVII]
[p. XLVII] | |
De heer Kesler leest het verslag der inrichtingsvergadering van de plaatselijke groep Brussel, met hare afdeelingen.
Dit verslag wordt zonder wijziging aangenomen.
De heeren Sleeckx en Dodd verklaren hunne benoeming van voorzitter: de eerste van het uitvoerend Comiteit en de afdeeling Onderwijs, de tweede van de afdeeling Tooneelkunde, slechts voorloopig te aanvaarden; wel te verstaan tot het oogenblik, waarop ze gunstig kunnen vervangen worden. Instemming onder voorbehoud van de belangen der vereeniging.
De schrijver zet het eerste punt van de dagorde uiteen, namelijk schikking der afdeelingszittingen.
De heer Sleeckx voegt daarbij het voorstel, alle maanden eene zitting van de Brusselsche groep (alle afdeelingen vereenigd) te houden, om het werk, in de verschillige afdeelingen verricht, te groepeeren en punten van algemeen belang te bespreken. Hij drukt verder den wensch uit, dat de leden van het Taalverbond, hier metter woonst gevestigd, des Zondags in 't lokaal zouden samenkomen in gezellige bijeenkomst, om daar onder vrienden een aangenaam uurtje te slijten en over 't een en ander te kouten. Deze voorstellen erlangen algemeene goedkeuring. De afdeelingszittingen worden daarna als volgt geregeld:
1e Zondag van elke maand. |
- Onderwijs en Taalkunde. |
2e Zondag van elke maand. |
Letterkunde en Critiek. |
3e Zondag van elke maand. |
Tooneelkunde. |
3e Donderdag van elke maand. |
(7 ure 's avonds) Folklore. |
Laatste Zondag van elke maand, groepvergadering.
Deze zittingen, behalve die van Folklore, beginnen ten 10 1/2 ure voormiddag en duren tot rond 1 uur.
De schrijver zet vervolgens het 2e punt der dagorde: ‘Maatregelen voor de algemeene vergadering te Gent’ uiteen. Hij drukt den wensch uit, dat elke plaatselijke afdeeling minstens één punt van haar program behandele en daarover practische voorstellen en besluiten uitbrenge om te Gent niet met ledige handen te staan.
De heer Sleeckx deelt ons mede, dat er in Gent des voormiddags afdeelingszittingen zullen gehouden worden, waarop we met onze besluiten voor den dag dienen te komen; ook zullen we goed doen,
| |
[pagina XLVIII]
[p. XLVIII] | |
voor elke kwestie eenen spreker aan te wijzen, die ze op de vergadering te Gent zal voordragen. De verschillende afdeelingen zullen dan verslaggevers bij de algemeene zitting van 's achtermiddags aanwijzen.
De heer Kesler hoopt, dat de zittingen (afdeelingen) te Gent bij aanverwante groepen, b.v. Onderwijs en Taalkunde, zullen gehouden worden om elkeen toe te laten in meer dan eene sectie aanwezig te zijn. Bijtreding,
De heer voorzitter vraagt of men het omtrent de zienswijze van den schrijver en de volgende sprekers eens is. Toestemming
Hij doet opmerken, dat het dus verstaan blijft als volgt: Elke plaatselijke afdeeling zal een of meer punten van haar program uitkiezen en die behandelen om in tijds te kunnen antwoorden op den omzendbrief van het algemeen bestuur, door M. Sleeckx aangekondigd en waarbij opgave der gewenschte dagorde en naam der sprekers zal gevraagd worden.
M. Dodd, sprekende in naam der afdeeling tooneelkunde, zegt, dat in Antwerpen op de jongste algemeene vergadering enkele punten opgeworpen werden, met welker strekking hij niet instemmen kan. De heer Sleeckx doet hem bemerken, dat hij stellig niet alleen zal staan met zijne meening.
M. Kesler herinnert, dat M Rosseels den wensch had uitgedrukt, een bibliographie van Nederlandsche tooneelwerken tot stand te zien komen; het wenschelijke daarvan wordt door allen ingezien.
Vervolgens wordt er gesproken over de algemeene belangen van Taalverbond, vooral van onze Groep.
M. De Queker deelt mede, dat we gemakkelijk de trouwzaal van 't Stadhuis te onzer beschikking zouden krijgen voor onze algemeene vergaderingen. Zulks met het oog op het aanzien, dat de vereeniging daarbij zou kunnen winnen.
De heer Sleeckx doet de wenschelijkheid en het nut uitschijnen van briefwisselende leden in enkele afdeelingen; die leden zullen voor 't meerendeel later tot het Taalverbond bijtreden en ondertusschen niet weinig bijdragen tot de aantrekkelijkheid en de hoeveelheid van den verrichten arbeid; in Antwerpen wordt het stelsel met goed gevolg toegepast.
De heer De Queker maant de afdeeling Critiek aan, zich door alle
| |
| |
mogelijke middelen met de kunstenaars in betrekking te stellen, ze in ons midden te lokken en er alzoo leden van te maken. Op die wijze zou de afdeeling Critiek wezenlijk veel nut kunnen stichten.
Ten slotte wordt besloten, eene algemeene vergadering onzer groep te beleggen, voor de zitting te Gent, alsmede het zenden van eenen omzendbrief aan al de leden om hun de genomen besluiten mede te deelen en hen uit te noodigen op de aanstaande algemeene vergadering.
De heer voorzitter verklaart de zitting geheven ten 12 1/2 ure.
De Schrijver,
J. BRANS.
| |
III.
Taalverbond.
Brusselsche Groep. Brussel, 18den Maart, 1883.
Waarde Medelid,
Zondag j.l. hebben de vereenigde besturen der onderscheiden plaatselijke afdeelingen, de zittingen als volgt geregeld:
1o Afdeel.: Onderwijs en Taalkunde, |
1en Zondag van elke maand. |
2o Afdeel.: Letterkunde en Critiek |
2en Zondag van elke maand. |
3o Afdeel.: Tooneelkunde |
3en Zondag van elke maand. |
4o Afdeel.: Folklore
(7 uren 's avonds). |
3en Donderdag van elke maand |
De algemeene vergaderingen (alle afdeelingen samen) zullen voortaan regelmatig gehouden worden den laatsten Zondag van elke maand. Op die vergadering zullen de schrijvers der plaatselijke afdeelingen een kort verslag indienen over de verrichte werkzaamheden; er zullen ook punten, door de afdeelingen voorgesteld, in bespreking kunnen gebracht worden.
Buitendien zijn de vereenigde besturen overeengekomen, in het koffiehuis waar ons genootschap gevestigd is, gezellige bijeenkom-
| |
| |
sten te houden voor de leden wier afdeeling geene zitting heeft. Op die wijze zal het Taalverbond, met het aanverwante kunstgenootschap De Distel, een wezenlijken vriendenkring vormen, wiens leden des Zondags immer zeker zullen wezen, op bepaalde uur en plaats, hunne kennissen te kunnen vinden.
Alle hoogergenoemde zittingen en bijeenkomsten beginnen ten half elf voormiddag en duren tot rond éen uur.
Het besturend Comiteit wekt te dezer gelegenheid al de leden op, om ieverig de zittingen der afdeelingen alsook de gezellige bijeenkomsten bij te wonen.
Mede wordt de wensch uitgedrukt, dat elke afdeeling minstens één punt van haar programma instudeere en daaromtrent besluiten met practische voorstellen uitbrenge, om ter gelegenheid der algemeene vergadering van het Taalverbond den 2en Paaschdag, te Gent, met afgedaan werk te kunnen optreden.
Ten einde den gang der zaken te vergemakkelijken, zal op Zondag a.s. 18en Maart, gewoon uur, eene algemeene vergadering onzer groep gehouden worden. Het Comiteit hoopt, dat elke plaatselijke afdeeling vóór dien datum hare besluiten en voorstellen zal gereed hebben, opdat de verslaggevers voor de vergadering te Gent kunnen aangewezen en mede verdere maatregelen dienaangaande kunnen beraamd worden.
Overtuigd dat elk lid het zijne zal bijdragen tot het welgelukken van ons gezamenlijk pogen, bieden wij U onzen hartelijken Vlaamschen groet.
Namens het Bestuur:
Het uitvoerend Comiteit:
De Schrijver,
J.M. BRANS.
De Voorzitter,
D. SLEECKX.
De Onder-Voorzitter,
Is. TEIRLINCK.
P.S. Het algemeen bestuur verzoekt ons, vóór 20en dezer de punten op te geven, die wij in de zittingen der afdeelingen (des voormiddags) en ook die welke wij op de algemeene vergadering
| |
| |
(des namiddags), op 2en Paaschdag, te Gent, wenschen in bespreking te brengen. Mede wordt gevraagd, dat men de namen der sprekers zoude opgeven, die belast zijn met het inleiden van bedoelde vraagpunten. Wij twijfelen geenszins of onze verschillige plaatselijke afdeelingen zullen de noodige maatregelen nemen, om aan 't verlangen van 't algemeen bestuur te beantwoorden.
| |
IV.
Taalverbond.
Brusselsche groep. - Verslag.
Zitting van 18 Maart 1888, in 't lokaal ‘Den Gouden Leeuw,’ St. Goorixplein 18.
De zitting wordt rond 12 ure geopend onder leiding van Mr Sleeckx; de pen wordt gehouden door den schrijver J.M. Brans.
Waren aanwezig: de heeren Kesler, T'sjoen, Van Langendonck, Teirlinck, K. Versnaeyen, De Queker, Stienon, Leen, H. Peeters en L. Buyst, afgevaardigde van De Distel.
De dagorde hield in: opgave der punten, die door onze groep te Gent zullen behandeld worden; alsmede de namen der sprekers, die met het inleiden en besluiten belast zullen worden. De volgende schikkingen werden genomen.
1o Afdeeling. Fraaie letteren.
|
I. | Jaarboek. Wat moet het bevatten. - Brans. |
II. | Debiet van Nederlandsche werken. - Stijns. |
III. | Aanmoediging van jonge schrijvers: Stijns en Brans. |
IV. | (Eventueel). Toenadering tot Noord-Nederland. - Kesler. |
2o Afdeeling. Tooneelkunde.
|
I. | Bibliographie van 't Nederlandsch Tooneel sinds 1830. |
3o Afdeeling. Onderwijs en Taalkunde.
|
I. | Uitgave van een Scholieren-tijdschrift. Program en voor waarden. - Kesler. |
| |
| |
II. | Volgens welke leerwijze moet het onderricht eener tweede taal gegeven worden. - T'sjoen en Kesler. |
III. | Volksnamen der inlandsche insecten. - Teirlinck. |
4o Kunstcritiek.
|
I. | Toestand der Tooneelcritiek. - K. Versnaeyen. |
II. | Uitgave en ondersteuning van een Critisck tijdschrift. Voorwaarden. - Coremans en Brans. |
5o Folklore.
|
I. | Onze oude kruidkundigen uit Folkloristisch oogpunt beschouwd. - Teirlinck. |
II. | Folkloristische bibliographie. - Van Langendonck. |
De schrijver werd gelast, dit programma aan 't algemeen bestuur over te maken.
Ten slotte handelde de schrijver over den inhoud en de mogelijke voorwaarden van uitgave van het jaarboek.
De zitting werd rond half twee geheven.
De Schrijver,
J. BRANS.
|
|