Van en over Achterberg 2000-2001
Onderstaand overzicht van publicaties van en over Achterberg zou de indruk kunnen wekken dat de ‘Achterbergistiek’ een onbewogen en weinig actieve periode achter de rug heeft. Die indruk is niet terecht, integendeel. In tal van dagen weekbladen is aan het leven en werk van de dichter veelvuldig aandacht besteed, meestal naar aanleiding van publicaties als de historisch-kritische Gedichten-uitgave, de paperbackeditie van Verzamelde Gedichten (twaalfde druk) of de ‘uitgebreide’ vierde druk van de biografie. Van geheel andere orde - maar wij willen het hier toch graag noemen - zijn de vele beschouwingen die ter herdenking van Redbad Fokkema werden geschreven, en waarin ‘R.L.K.'s’ betekenis voor de Achterbergstudie vanzelfsprekend een prominente plaats had. Daarnaast waren er diverse andere, min of meer toevallige en spontane uitingen van Achterbergreceptie. Zo bleek het gedicht ‘Fait accompli’ (vg 955) zich op mysterieuze wijze te hebben vastgezet in de ‘IJle mist’ van het geheugen van Douwe Draaisma (nrc Handelsblad 19 april en 2 mei 2001, ook verwerkt in Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt (Gr oningen 2001)), en onthulde Ruiger Kopland in een interview dat de poëzie van Achterberg van beslissende invloed was geweest voor zijn eigen ontwikkeling: ‘Hij is voor mij één van de groten van de vorige eeuw, degene die mij mijn eerste poëtische ontroeringen bezorgde.’ (nrc Handelsblad 13 oktober 2001) Deze en andere