Jaarboek Gerrit Achterberg 1

[p. 113]

Gerrit Achterberg-prijs 1999

Tijdens een symposium op 25 november jl. in Den Haag, georganiseerd door het Constantijn Huygens Instituut en het Genootschap Gerrit Achterberg, en bedoeld als voortzetting van een traditie van het genootschap, is de vijfjaarlijkse Gerrit Achterberg-prijs uitgereikt. Het Bestuur van het Achterberg-genootschap is door een testamentaire beschikking van de weduwe van de dichter gehouden en in staat gesteld om eens in de vijf jaar een prijs te verbinden aan een belangrijke publicatie over zijn poëzie. De prijs werd voor de eerste maal uitgereikt in 1994.

Het Bestuur heeft zich laten adviseren door een jury waarin zitting hadden Prof. dr. A.L. Sötemann te Utrecht, Prof. dr. Hugo Brems te Leuven en Anton Korteweg, directeur van het Letterkundig Museum te Den Haag. Uit het juryrapport, dat hieronder volledig is opgenomen, blijkt dat van de publicaties die in de jaren 1995-1999 verschenen het proefschrift van Fabian R.W. Stolk, Een kwestie van belichting. Genetisch-interpretatief commentaar bij Gerrit Achterbergs Spel van de wilde jacht het meest in aanmerking komt, maar tevens dat de jury graag een werk bekroond wil zien dat in het jaar 2000 verscheen, namelijk Peter G. de Bruijn, De tegenwereld in stelling gebracht. Historisch-kritische uitgave van de gedichten van Gerrit Achterberg.

Het Bestuur zag zich geplaatst voor een probleem, daar het Reglement niet duidelijk is over de mogelijkheden om van de voorgeschreven periode af te wijken. De argumenten

[p. 114]

voor de toekenning van de prijs aan de studie van Peter de Bruijn zijn immers zo sterk, dat het Bestuur alleen om een strikt formele reden het advies niet zou volgen.

Teneinde uit deze impasse te geraken heeft het Bestuur besloten de prijs te verdubbelen en twee prijzen uit te reiken, namelijk voor de twee studies die in het advies met waardering genoemd worden: de dissertatie van Fabian Stolk en de dissertatie van Peter de Bruijn. Het risico dat in 2004 de beste publicatie uit de volgende periode van vijf jaar opnieuw de studie van De Bruijn zal blijken te zijn, vindt het Bestuur aanvaardbaar, omdat redelijkerwijs niet van het Bestuur verwacht kan worden dat een prijs tweemaal aan dezelfde studie wordt verbonden.

Uit de commentaren achteraf bleek dat deze oplossing door het symposiumpubliek gewaardeerd werd als een voorbeeldige toepassing van het poldermodel. Voor het Bestuur was het een genoegen dat de beide prijswinnaars tijdens het symposium als sprekers optraden en de organisatie ervan vrijwel volledig voor hun rekening hadden genomen.

Jaap Breunesse, secretaris van het Genootschap Gerrit Achterberg, reikt de Gerrit Achterberg-prijs uit aan Peter de Bruijn (midden) en Fabian Stolk (rechts). Foto: P.J. van der Werff, Den Dolder.