Jaarboek Monumentenzorg 2004. Op weerstand gebouwd. Verdedigingslinies als militair erfgoed
(2004)– [tijdschrift] Jaarboek Monumentenzorg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 162]
| |
Luchtopname van Fort Steurgat in de nieuwe situatie. Met in het talud de drie walwoningen, het kruithuis met daarnaast twee garages en daarachter weer het logiesgebouw. Paul Paris, Paris Luchtfotografie.
Luchtopname van Fort Steurgat in de oude situatie. Duidelijk zichtbaar zijn de gracht en de Merwede op de achtergrond. Sectie Luchtmachthistorie, Den Haag.
| |
[pagina 163]
| |
Fort Steurgat
| |
Het civiele fortGa naar eind8De Werkendammer G. Mostert beleefde midden jaren negentig van de 20ste eeuw met zijn bedrijf Mostert Oilseeds b.v. een zwakkere tijd, reden waarom hij besloot om ook in vastgoed te gaan handelen. In een plaatselijke krant zag hij Fort Steurgat te koop staan en hij was geïnteresseerd, omdat hij een bepaalde passie voor dit fort had. Door het fort te renoveren en te restaureren, zou het niet tot ruïne vervallen. Dat was namelijk het laatste wat hij wilde. Bovendien konden de omwonenden en liefhebbers dan optimaal genieten van Fort Steurgat. Destijds waren er ook plannen om Fort 't Hemeltje bij | |
[pagina 164]
| |
Houten om te bouwen tot een megadiscotheek. Deze ramp had ook Werkendam kunnen treffen. Om dit, of een andere dergelijke bestemming te voorkomen, heeft Mostert het fort gekocht, want in zijn optiek paste ‘zoiets’ niet in Werkendam. De door idealen gedreven Mostert kocht het fort op 1 augustus 1994. Deze nobele daad was een risicovolle aankoop, want het fort verkeerde in een slechte staat en hij had nog geen herbestemming voor ogen. | |
ProcedureBij de aankoop wist Mostert nog niet welke problemen hij zou ontmoeten. De gemeente Werkendam stelde een drietal eisen bij de herbestemming, vermoedelijk heeft de gemeente zich op het geldende bestemmingsplan gebaseerd. De beoogde bestemming mocht geen ingrijpende wijziging voor het verkeer tot gevolg hebben. Een nieuw- en/of bijbouw bij het fort werd niet toegestaan. Voorts diende het fort zowel cultuurhistorisch als landschappelijk intact te worden gelaten.Ga naar eind9 Op een dag besloot hij om er luxe woningen in te realiseren. B. Knoester (1934-2002), een vriend van Mostert, zou de ontwerpen leveren. Uit een verslag van de Commissie Ruimtelijke Ordening van de provincie Noord-Brabant blijkt, dat ‘... het fort heeft echter ingevolge het ter plaatse vigerende bestemmingsplan de bestemming natuurwetenschappelijk en landschappelijk waardevol gebied. Woningbouw staat hiermee op gespannen voet.’Ga naar eind10 Na veelvuldig overleg te hebben gehad, besloten de verantwoordelijke overheden (provincie, gemeente en Rijksdienst voor de Monumentenzorg) om de projectontwikkelaar toch enigszins tegemoet te komen. Alle waren het er over eens dat het om een uniek project zou gaan. Door het fort een herbestemming te geven, werd verder verval voorkomen. Men kwam tot de conclusie dat ‘gezocht moest worden naar een evenwichtige oplossing, waarbij handhaving van de specifieke kenbaarheid en beeldkwaliteit alsmede het behoud van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteiten voorop staan en waarvan de handhaafbaarheid ook in de toekomst is veilig gesteld.’Ga naar eind11 Men wilde de initiatiefnemer niet langer laten wachten en verzocht daarom de Provinciale Planologische Commissie Noord-Brabant om haar goedkeuring te geven.Ga naar eind12 | |
WoningenOp 22 juni 1995 kwam de reactie van de provincie Noord-Brabant. Een beleidsmedewerker van het Monumenten Selectie Project, J. Michels schreef een advies aan zijn afdelingshoofd W. van Leeuwen. Het fort was inmiddels voorgedragen voor de rijksmonumentenlijst, in het kader van het Monumenten Selectie Project en indien deze plannen worden uitgevoerd zou deze voordracht kunnen vervallen. Ten eerste waren er te veel woningen geprojecteerd, zodat de aarden bekleding aan de zijgevels en zuidzijde verwijderd moest worden. En ten tweede was er geen gedurfde confrontatie tussen de nieuwe en oude vormen.Ga naar eind13 ‘Door de ingrepen die gepleegd worden kun je niet anders concluderen dat de cultuur-en architectuurhistorische waarden in hun essentie worden aangetast.’Ga naar eind14 Naar aanleiding van een bespreking op 26 september 1995 met de eigenaar en gemeente werden de eerdere plannen uit mei 1995 sterk aangepast. In dit plan werd het aantal te realiseren appartementen teruggebracht naar vijf en een deel van de aarden bekleding op de flanken intact gelaten, zodat het aangezicht van de te restaureren keelmuur bewaard bleef. Bovendien werden de oorspronkelijke ruimten in dit plan beter benut. Toch waren er nog enkele bezwaren, zoals de spiegelende en te strakke glaswand. Het spiegelende glas zou de omgeving verstoren en in de glaswand prefereerde men een glooiing. Doordat er in dit plan voldoende rekening was gehouden met de cultuur- en architectuurhistorische waarden, werd het ontwerp positief beoordeeld. Men moest wel nog aan de glaswand werken.Ga naar eind15 Het plan werd herzien en de glaswand naar wens aangepast. De Provinciale Planologische Commissie gaf de goedkeuring voor de wijziging in het bestemmingsplan en de bouw kon dus beginnen. Zij stelde wel nog enkele restricties. Naast de bakstenen dekkingen moest een gedeelte van de grondbedekking in oorspronkelijke staat geconserveerd blijven. In dit plan werd aan deze eis voldaan. Hierdoor bleef de oorspronkelijke functie ook voor de latere generaties afleesbaar. Bovendien moet een dergelijke herbestemming een uitzondering zijn.Ga naar eind16 Na de goedkeuring werd over het plan gepubliceerd in De Telegraaf. Toen was er sprake van vijf woningen en eind 1997 zouden de woningen gereed zijn.Ga naar eind17 De opleveringsdatum aan het eind van 1997 werd | |
[pagina 165]
| |
niet gehaald. Wegens de te hoge prijs werden de woningen niet verkocht. Daarom werden de plannen gewijzigd. Met als resultaat dat er in het kruithuis twee wooneenheden kwamen en in de kazerne zes woningen. Aan het exterieur werd niets gewijzigd, dus werd het plan goedgekeurd door de provincie. Helaas bleek dat ook dit vernieuwde plan niet voldoende inkomsten zou genereren. De oplossing werd gevonden in het talud, want hierin werden drie zogenaamde walwoningen gerealiseerd. Doordat het talud bewaard bleef, mochten de drie woningen gerealiseerd worden, maar ook omdat de herbestemming van de andere wooneenheden anders niet gerealiseerd kon worden. Het plan werd, inmiddels voor de derde maal, aangepast en goedgekeurd. Aangezien de aanstaande bewoners van de walwoningen het te klein vonden, heeft Knoester een grotere woonruimte ontworpen.Ga naar eind18 | |
ResultaatVia een elektrisch aangedreven hekwerk kan men de brug oversteken naar het eigelijke fort. Het gerestaureerde vooraanzicht van de kazerne is vrijwel intact gebleven. Deze vakkundige restauratie werd verricht door Aannemersbedrijf den Hertog. De gedeelde hoofdingang is in het midden van de voorgevel gesitueerd, waarachter een centrale hal met een lift en trappenhuis liggen. In deze hal is nog een deur, die toegang geeft aan de poterne die naar de appartementen in het kruithuis leidt. Alleen appartement nr. I heeft een eigen hoofdingang aan de linkerkant van de voorgevel. Enkele elementen van de kazerne zijn opgenomen in het interieur, zoals de zichtbare gemetselde gewelven. Dit in tegenstelling tot de appartementen in het kruithuis, want hier zijn de oorspronkelijke elementen nauwelijks te zien. Aan de zuidzijde van de oorspronkelijke gebouwen heeft men de aarden bekleding verwijderd en de vrijgekomen gevels geheel opengebroken. Door het kruithuis en kazerne uit te breiden met balkons, veranda's en enorme glazen puien is het woonoppervlak vergroot.Ga naar eind19 Uiteraard is er ook rekening gehouden met de auto's van de bewoners, want deze kunnen gestald worden in de garage. Rondom het voormalige kruithuis en kazernegebouw heeft men een soort brede ‘loopgraaf’ laten aanleggen. Deze weg ligt circa drie meter lager dan het schootsveld. Aan het eind hiervan zijn aan weerszijden de garages gelegen. De gevel van de garages is afgeleid van de oorspronkelijke gebouwen. Het dak is voorzien van een groenbedekking, dat zich op dezelfde hoogte bevindt als het schootsveld.Ga naar eind20 De drie waterfrontvilla's, die in het talud geprojecteerd zijn, hebben hun eigen ingang aan de ‘loopgraaf’. Qua uiterlijk zien ze er hetzelfde uit als de garages, alleen aan de waterkant zijn de gevels geheel voorzien van glas.Ga naar eind21 | |
BewonersAanvankelijk liep de verkoop niet zo positief, omdat er alleen papieren plannen waren. Toen de bouw eenmaal begon, kwamen de kopers ook.Ga naar eind22 De redenen om er te wonen zijn zeker divers te noemen. Zo was er een bewoner die de woning uit pure belegging had gekocht, maar hij heeft er nooit gewoond. Anderen zochten en vonden rust en vrijheid in het voormalige fort, maar zeker ook vanwege de exclusiviteit. Een bewoner was militair en kocht de woning uit pure nostalgie. De bewoners van de walwoningen zochten iets speciaals en authentieks, maar het moest wel supermodern zijn. In de penthouses herinnert in feite niets meer aan het oude fort, behalve dan de gegolfde noordgevel. Deze bewoners zochten dan waarschijnlijks iets unieks.Ga naar eind23 | |
ConclusieOm tot het huidige resultaat te komen zijn vele plannen gemaakt. Het heeft circa twee jaar geduurd voordat de plannen zo waren dat men kon beginnen met de bouw. Doordat Mostert verschillende wensen had met betrekking tot het nieuwe ontwerp, heeft de planfase zo lang geduurd. Maar zeker ook omdat het bestemmingsplan gewijzigd moest worden. Alvorens men met de bouw van de woningen begon, was het noodzakelijk dat het fort werd gerenoveerd en gerestaureerd. Vanaf 1999 is men begonnen met de eigelijke bouw.Ga naar eind24 Het gehele project heeft zo'n zes jaar geduurd. Door veel overleg, tijd en geld is er toch een uniek project gerealiseerd. Dat het om een uniek project ging, werd ook opgemerkt door de Provincie Noord-Brabant. Dit resulteerde in een nominatie voor de Welstandsprijs 1998, maar vooralsnog bleef het bij een nominatie.Ga naar eind25 Natuurlijk is er over dit project geschreven in de | |
[pagina 166]
| |
Dwarsdoorsnede van het kazernegebouw. Het gearceerde gedeelte geeft de oude bebouwing weer. Infofolder Hofstede Makelaardij O.G.
Indeling van het kazernegebouw. Iedere kleur staat voor een ander appartement. Het gearceerde gedeelte geeft de oude bebouwing weer. Infofolder Hofstede Makelaardij O.G. | |
[pagina 167]
| |
[pagina 168]
| |
[pagina 169]
| |
Indeling van het kruithuis. Iedere kleur staat voor een ander appartement. Het gearceerde gedeelte geeft de oude bebouwing weer. Infofolder Hofstede Makelaardij O.G.
Dwarsdoorsnede van het kruithuis. Het gearceerde gedeelte geeft de oude bebouwing weer. Infofolder Hofstede Makelaardij O.G. | |
[pagina 170]
| |
Genietekening met plattegrond van het fort uit 1882. ARA OPV H 477.
plaatselijke dagbladen. Opvallend in deze artikelen was dat de auteurs en geïnterviewden het een geslaagd project vond. Er was nergens een kritiek te lezen, zelfs niet van de Stichting Menno van Coehoorn.Ga naar eind26 Zij vonden het een goed initiatief, ondanks dat dit niet overeenstemt men hun principes, want het is niet meer openbaar toegankelijk.
Mijns inziens moet men niet elk fort een dergelijke herbestemming geven. Ten eerste is de oorspronkelijke (oncomfortabele) functie niet goed meer afleesbaar en ten tweede kost een dergelijk project meer geld dan het oplevert, dit was ook het geval bij Fort Steurgat. Bovendien liggen vele forten in ecologisch bijzondere zones. Waarom bouwen we dan niet in de toch al drukke Randstad en bestemmen we de Nieuwe Hollandse Waterlinie als een soort groene megasingel? Het Ministerie van Defensie treft als eerste blaam, want zij hebben de meeste forten van de voormalige verdedigingslinie afgestoten en vervolgens aan hun lot overgelaten. Met als resultaat dat de meeste forten in verval zijn geraakt. Natuurlijk kan men zich ook nog afvragen waarom het fort niet een beschermde status heeft gekregen, tenslotte heeft al meer dan de helft van de werken in de Nieuwe Hollandse Waterlinie een beschermde status, of staan ze genomineerd om deze status te ontvangen. Bovendien stond dit fort al op de nominatielijst, toch heeft men de procedure niet voortgezet. Of wilde men liever de projectontwikkelaar voor de restauratie- en renovatiekosten laten opdraaien? Naar mijn idee is deze vraag positief te beantwoorden. Gelukkig zijn er nog enkele instellingen en nobele initiatiefnemers, die de forten willen redden of al gered hebben onder de slogan ‘behoud door ontwikkeling’ en zij stellen hun eigen belangen, soms ongewild, daarbij op de achtergrond. In de inleiding werd de vraag gesteld of de herbestemming van een fort tegen de belangen in gaat van de monumentenzorg. Dit is echter niet het geval, want er wordt iets behouden door het verder te ontwikkelen. En dit past m.i. geheel in de visie van de Rijksoverheid. | |
[pagina 172]
| |
MAASTRICHT, ZICHT OP KAT VAN VERDEDIGINGSWERK EN STADSPOORT OP DE ACHTERGROND
| |
[pagina 173]
| |
MAASTRICHT, WIJKERPOORT, OVERZICHT STADSPOORT BUITENZIJDE
|
|