| |
| |
| |
Fort bij Spijkerboor. Zicht op het binnenfort met de bomvrije kazerne met twee verdiepingen. Dit gebouw kon tussen de 120 en 130 man herbergen. Het fort is zowel na de Eerste Wereldoorlog als tijdens en na de Tweede Wereldoorlog als gevangenis in gebruik geweest. Hieraan herinneren nog enkele tralievensters (zichtbaar rechtsonder de vlaggenmast op de foto) alsook celdeuren en muurschilderingen in het interieur, gemaakt door de gedetineerden. Foto Kina/Vereniging Natuurmonumenten.
| |
| |
| |
Forten in het groen
Natuurmonumenten als beheerder van verdedigingswerken
Michiel Purmer
Jac. P. Thijsse, de grote natuurkenner en één van de oprichters van Natuurmonumenten, beschrijft in zijn Verkade-album ‘De Vecht’ de activiteiten die hij waarnam tijdens de Eerste Wereldoorlog: ‘En overal, ook op den westoever, stonden kanonnen opgesteld achter prachtig afgewerkte borstweringen met scherfvrije schuilplaatsen, uitkijktorens en allemaal van die dingen, die wij nooit hopen te gebruiken’. Thijsse moest toegeven dat het hem wel interesseerde: ‘Ik herinner mij 1870 (toen het Nederlandse leger ook gemobiliseerd was, aut.) nog zeer goed en daardoor komt het misschien wel, dat ik thans nog veel meer liefhebberij in onze krijgsvaardigheid heb, dan van een vreedzaam leeraar in de kennis der natuur te verwachten is’.
Zelf werd hij tijdens zijn tochten langs de Vecht nog opgepakt op verdenking van spionage!
Wat Thijsse niet kon bevroeden, is dat ‘zijn’
Natuurmonumenten enkele van de forten die hij volop in bedrijf zag, zou gaan beheren. Legergroen heeft hier plaats gemaakt voor het natuurlijk groen. En ook de bezetting is veranderd: het torenfort van Nieuwersluis wordt tegenwoordig ‘bewaakt’ door overwinterende vleermuizen...
Vereniging Natuurmonumenten beheert natuurgebieden als bossen, heidevelden, veenweidegebieden en oude cultuurlandschappen. Natuurmonumenten zorgt daarbinnen voor een breed scala aan verdedigingswerken die in deze gebieden voorkomen, variërend van aarden schansen uit de 16de eeuw tot bunkers uit de 20ste eeuw.
Natuurmonumenten beheert zo'n 15 forten. Forten vormen vaak het centrum van een militair landschap, waarin elementen als beplanting, bunkers, liniedijken, sluizen, inundatiegebieden en schootsvelden voorkomen. Deze samenhang met het omringende landschap probeert Natuurmonumenten te behouden en waar mogelijk te herstellen.
| |
De kanonnen (van Fort bij) Spijkerboor
Fort bij Spijkerboor is onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Het fort, voltooid in 1913, was één van de modernste en grootste van de stelling. Het fort ligt in de zuidwesthoek van de Beemster en moest de kaden en wegen langs de Beemsterringvaart beschermen. Deze zouden boven water blijven uitsteken bij een eventuele inundatie (onderwater zetten van het landschap bij vijandelijke dreiging). Het fort is landelijk gelegen en de voormalige inundatievlakte is nog grotendeels gevrijwaard van bebouwing.
Om de strategische taak te kunnen uitvoeren kreeg het fort een pantserkoepel met twee zware kanonnen met een reikwijdte van 10 kilometer. Kanonnen en geschutskoepel zijn bewaard gebleven, wat uniek is: in andere forten is het geschut door de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog opgeblazen, zodat het metaal kon dienen tot grondstof voor munitie. De explosie die nodig was om de kanonnen van Spijkerboor te ontmantelen zou echter te zwaar zijn voor het gebouw. Zo zijn de kanonnen gered van de smeltkroes.
Kanonnen en geschutskoepel zijn onlangs gerestaureerd door het Legermuseum in het kader van een totale restauratie van het fort. De Stiching Herstelling voert de werkzaamheden uit naar plannen van restauratiearchitect Maarten Fritz. De Stichting Herstelling wil jonge werklozen voorbereiden op een baan of opleiding in de bouw of in het groen. Dit doet zij door hun de gelegenheid te geven werkervaring op te doen op de forten van de Stelling van Amsterdam.
| |
| |
De beroemde kanonnen van Fort bij Spijkerboor, geleverd door de firma Krupp-Gruson. Met deze kanonnen kon de hoge vuursnelheid van 20 tot 25 schoten per minuut per kanon gehaald worden. De panterkoepel is van 12 centimeter dik staal en weegt in totaal 60 ton. Het is het enige geschut dat in de Stelling van Amsterdam bewaard is gebleven. Foto Kina/Vereniging Natuurmonumenten.
Onder toezicht van ervaren werkmeesters worden zo allerlei restauratiewerkzaamheden uitgevoerd.
Gezien het unieke karakter van Fort bij Spijkerboor wil Natuurmonumenten het fort geschikt maken voor bezoek van haar leden en andere geïnteresseerden. Maarten Fritz kreeg de opdracht voor het maken van een restauratieplan om het fort aan te passen aan deze doelstelling. Er is een sobere en terughoudende restauratie uitgevoerd. Nieuwe elementen, zoals een koffiehoek en een nieuw trappenhuis, zijn ingetogen vormgegeven.
Ook de bijzondere details in het interieur krijgen veel aandacht. Naast de koepel en het geschut zijn er in het fort ook nog veel wandschilderingen te vinden, daterend uit de tijd dat het fort dienst deed als gevangenis. Maar ook de intacte sanitaire blokken en de telefooncentrale zijn bijzondere herinneringen aan het vroegere gebruik van het fort.
De samenhang met het omringende landschap is sterk. Vanaf de wallen van het fort gezien is de werking van de Stelling van Amsterdam goed uit te leggen. De voormalige inundatievlakten, de te verdedigen kaden en het volgende fort in de stelling zijn allemaal te overzien.
Op en rond het fort zijn naast cultuurhistorische ook belangrijke natuurwaarden te vinden. Soms zijn dit onverwachte plantensoorten. Omdat voor de aanleg van de wallen duinzand is gebruikt, komen er typische duinsoorten voor als slangenkruid, maar ook een soort als blauw walstro. Door de afwisseling van aarden wallen, grachten en struwelen zijn er op een klein oppervlak een grote verscheidenheid aan flora en fauna te vinden. Door de rustige ligging is het fort ook een toevluchtsoord voor verschillende diersoorten. Voor twee nabijgelegen forten, ook in beheer bij Natuurmonumenten, geldt dit nog sterker. Zo worden bijvoorbeeld de fortgrachten als baltsplaats gebruikt door kuifeenden in het voorjaar. Fort aan de Middenweg en Fort aan de Jisperweg zullen dan ook
| |
| |
Fort Nieuwersluis. De planmatige aanleg van de beplanting is duidelijk zichtbaar op deze luchtfoto. Vooral langs de randen van binnen- en buitenfort vallen de oorspronkelijk in een rij geplante bomen en struiken op. Foto Prov. Utrecht, RRE Flitsteam, opname H. Bol, bewerking W. Hoogendoorn.
als rustgebied beheerd worden. Op Fort bij Spijkerboor gaat de poort wel open en kunnen bezoekers met alle bijzonderheden van het fort kennismaken.
| |
Fort Nieuwersluis
1.000 wilgenstekken in 1880
Fort Nieuwersluis, onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, ligt verscholen in het groen.
De wallen van dit in hoofdzaak 19de-eeuwse fort zijn begroeid en ondanks de ligging midden in het dorpje Nieuwersluis blijft het een geheimzinnige en besloten plek.
De vaak gehoorde veronderstelling dat wallen kaal moesten zijn, is maar ten dele waar. Zeker de forten van de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie kenden beplantingsplannen. Zo waren er voor Nieuwersluis in 1880 35 iepen, 78 doornhagen en maar liefst 1.000 wilgenstekken voorzien.
Beplanting op en rond het fort had verschillende functies. Rijen bomen, meestal aan de achterzijde van het fort geplant, moesten het fort camoufleren. De wallen vielen van een afstand ‘weg’ tegen de bomenrij. Zo liepen de forten niet te veel in de gaten
| |
| |
Bezoekers op het uitzichtpunt van de bunker Wassermann. Het Wassermann-bunkertype is ook in Europees perspectief zeldzaam. De radarantenne was op de betonnen verhoging links op de foto voorzien. De antennemast is echter nooit geplaatst, waarschijnlijk omdat er sabotage is gepleegd tijdens de constructie van de mastfundering. Foto C. Soepboer.
in het vlakke land. Knotwilgen konden met hun wortels het talud van de wallen vasthouden en zijn vaak nog langs de grachten te vinden. Daarnaast zorgden wilgen voor het nodige geriefhout voor bijvoorbeeld het stoken in de keuken. Van meidoornhagen wordt wel gezegd dat die een extra hindernis moesten vormen voor de vijand, terwijl andere bomen bij oorlogsdreiging het nodige hout konden leveren voor loopgraven en hindernissen.
Van de oorspronkelijke beplanting zijn nog belangrijke restanten over op Nieuwersluis. Langs de grachten staan nog veel oude knotwilgen en hier en daar zijn nog meidoornstruwelen en oude essen. Op het terreplein (open binnenruimte van het fort) en langs de oprijlaan bepalen hoog opgaande populieren het beeld. Ook langs het buitenfort zijn naast de oude grensstenen die het militair domein afbakenden nog knotwilgen te vinden.
Natuurmonumenten streeft ernaar de beplanting op de forten zoveel mogelijk te behouden. Deze beplanting speelt een belangrijke rol voor bijvoorbeeld insecten en vogels. Op Fort Nieuwersluis broeden zangvogels als tjiftjaf, fitis en tuinfluiter maar ook fazanten en ijsvogels. Ook de wallen zelf kennen specifieke natuurwaarden. Grote delen van het grasland op het fort behoren tot het zogenaamde glanshaververbond, met kenmerkende soorten als beemdlangbloem, kropaar, scherpe boterbloem, knoopkruid en kleine klaver. Dit soort bloemrijke glanshaverhooilanden wordt in Nederland steeds zeldzamer. Het water van de fortgracht is in de zomer bedekt met waterlelie en gele plomp.
Daar waar aanwezig, kunnen de oorspronkelijke beplantingsplannen een basis vormen voor aanvullingen in de nog bestaande beplanting. De voor het fort karakteristieke boom- en struiksoorten kunnen zo op de historisch juiste plek geplant worden. Dit zonder overigens een reconstructie van de vroegere situatie na te streven. Juist ook de (latere)
| |
| |
spontane begroeiing en uitgegroeide bomen en struiken geven fort Nieuwersluis de mooie besloten en geheimzinnige sfeer, kenmerkend voor zoveel forten. Ook de restauratie van het fort wordt terughoudend uitgevoerd: het doorleefde karakter van de gebouwen moest zichtbaar blijven.
Bijzondere waarde voor de natuur van Fort Nieuwersluis zit toch voornamelijk in het torenfort: hier overwinteren elk jaar ongeveer zestig vleermuizen, waaronder baardvleermuizen, watervleermuizen en de grootoorvleermuis.
| |
Bunker Wassermann op Schiermonnikoog
Markant bouwwerk uit een beladen verleden
Ook uit recenter verleden zijn vestingbouwkundige relicten overgebleven. Bekende objecten uit de jaren 1930 en '40 zijn bunkers. Ongetwijfeld de meest grootschalige bunkerbouw in Nederland heeft plaatsgevonden tijdens de Duitse bezetting. De Atlantikwall moest een verdedigingslinie worden tussen de Zuid-Franse en Noorse kust die de geallieerde invasie zou moeten voorkomen. Ook langs de Nederlandse kust is een uitgebreid stelsel van allerlei verdedigingswerken zoals geschutsopstellingen, tankgrachten, bunkercomplexen en wegversperringen gebouwd.
Op de Waddeneilanden zijn in 1943 ter verdediging tegen geallieerde aanvliegroutes zogenaamde ‘Marineflakbatterien’ gebouwd. Daarnaast was op Schiermonnikoog een radarantenne van het type Wassermann gepland om vijandelijke vluchtbewegingen vroegtijdig te detecteren. Als basis voor de 60 meter hoge radarantenne diende een standaard model bunker. In de bunker waren ruimtes voorzien voor het bedienend personeel en diverse aggregaten en transformatoren. Het is één van de best bewaarde voorbeelden van een dergelijk bunkercomplex in Nederland. Het betonnen bouwwerk is markant gelegen in de duinen maar was al sinds 1976 gesloten voor publiek. Er kwamen de laatste jaren steeds meer verzoeken om het gebouw weer open te stellen. De cultuurhistorische waarde en de bijzondere ligging van de bunker waren reden om samen met gemeente en de lokale cultuurhistorische vereniging plannen te maken voor openstelling. Samen met een groep vrijwilligers is er 21 ton puin uit de bunker afgevoerd. Naast het aanleggen van een pad en een nieuwe toegang werden ook veiligheidsvoorzieningen aangebracht, zoals roosters voor gaten. Sinds mei 2003 is de bunker weer geopend voor publiek. Vanaf de top van de bunker kan genoten worden van een weids uitzicht over het prachtige duinlandschap van Schiermonnikoog. Een aantal informatiepanelen geeft uitleg over de Atlantikwall en de geschiedenis van de Wasserman-bunker.
| |
Fort De Schans op Texel
Een half fort met toekomst
Omstreeks 1574 werd op Texel aan het Marsdiep een schans opgeworpen op bevel van Diederik Sonoy, luitenant-gouverneur van prins Willem van Oranje. Dit eenvoudige verdedigingswerk zou in de eeuwen daarna uitgroeien tot een uitgebreid fort. Voornaamste taak was het verdedigen van de Rede van Texel en de vaarroute door het Marsdiep. Op de Rede van Texel lagen onder andere de VOC-schepen te wachten op gunstige omstandigheden om de lange reis naar Indië te maken.
Napoleon had nog grootse plannen en liet het fort moderniseren, maar na de Franse tijd trad het verval in: de bebouwing verdween en rond 1930 is de helft van het fort zelfs afgegraven voor dijkverzwaring.
De resterende helft, een stelsel van aarden wallen en grachten met restanten van gemetselde kruitkelders en poort, zijn eind jaren '90 gerestaureerd.
Fort De Schans is sinds de restauratie opengesteld. Vanaf de wallen heeft de bezoeker een prachtig uitzicht over de omringende graslanden, van belang voor de weidevogels. Maar ook het cultuurhistorische verhaal van het Texelse landschap kan hier verteld worden: achter de nabijgelegen zeedijk ligt de Rede van Texel, waarvoor dit vestingwerk ooit is aangelegd. Wat verder landinwaarts zijn nog de oude zoetwaterputten te vinden, die de schepen van water moesten voorzien. Ook het beroemde Texelse tuunwallenlandschap is hier vlakbij te vinden. De Schans is een markant onderdeel in dit landschap. De verwevenheid van cultuurhistorie, landschap en natuur zijn op deze locatie goed te beleven.
| |
Conclusie
Natuurmonumenten probeert in het beheer van verdedigingswerken een zorgvuldige afweging te maken tussen de diverse thema's die een rol spelen, zoals natuur, cultuurhistorie en recreatie. In de meeste gevallen blijken cultuurhistorische waarden
| |
| |
Huidige plattegrond van De Schans. Goed is te zien dat de helft van het fort ontbreekt sinds het afgraven van de wallen voor dijkverzwaring begin jaren '30. De paarse blokken geven de locaties van (inmiddels verdwenen) kazernegebouwen aan. De rode cirkeltjes en blokjes op het binnenterrein van het fort zijn de teruggevonden (en daarna gerestaureerde) waterputten en waterkelder. Foto Architectenbureau Van Traa/G. Gerrits.
| |
| |
De gerestaureerde poterne (poortdoorgang) en de wallen van Fort de Schans, met op de voorgrond twee waterputten. In het rechter bastion is de ingang van de vroegere kruitopslagplaats zichtbaar. Het fort wordt omringd door graslanden en in de verte is het Hoge Land van Texel te zien. Foto Kina/Vereniging Natuurmonumenten.
en natuur goed samen te gaan. Forten zijn bekend als kleine reservaten van rust voor de fauna, bijvoorbeeld voor de vleermuizen in de gebouwen. Soms betekent beheer ook keuzes maken. In dat geval moeten de verschillende waarden zorgvuldig afgewogen worden. Beleving van de voormalige militaire objecten is een aspect dat binnen Natuurmonumenten steeds meer aandacht krijgt. De vorm van beleving hangt samen met de aanwezige natuurwaarden en cultuurhistorische betekenis van het verdedigingswerk én de omgeving. Soms kiest Natuurmonumenten voor restauratie en openstelling, zoals bij Fort bij Spijkerboor. In andere gevallen blijven de forten de geheimzinnige, besloten oases van rust voor de natuur. Beleving van het landschap rondom een verdedigingswerk is altijd belangrijk: niet alleen de samenhang met het verleden, maar ook met natuur en landschap maken verdedigingswerken zo interessant. Behoud en herstel van (landschappelijke) elementen in de omgeving van een fort die deel uit maken van het voormalige militaire landschap verdienen dan ook de aandacht. Samenwerking met andere forteigenaren en betrokken organisaties is hierbij belangrijk. Zo krijgen forten opnieuw een verdedigende rol, nu bij het beschermen van natuur en landschap in Nederland.
| |
Literatuur
Carmiggelt, A. (1998), Een fort aan de Waddenzee. Geschiedenis en archeologie van De Schans op Texel, Archeologische publicatie Provincie Noord-Holland 3, Haarlem. |
Purmer, M. en S. van Lochem (2001), Beplanting op fort Nieuwersluis, interne notitie Vereniging Natuurmonumenten, 's-Graveland. |
Rolf, R. (1982), Bunkers in Nederland, Den Helder. |
Thijsse, Jac. P. (1915, De Vecht, Zaandam. |
Vereniging Natuurmonumenten (2001), Cultuurhistorie in natuur en landschap. Cultuurhistoriebeleid bij Natuurmonumenten, 's-Graveland. |
Vesters, P. (red.) (2003), De Stelling van Amsterdam. Harnas voor de hoofdstad, Utrecht. |
| |
| |
BREDA, HAAGPOORT, ZICHT OP BRUG EN STADSPOORT BUITENZIJDE IN OMWALLING
| |
| |
MAASTRICHT, ZICHT OP STADSMUUR MET TORENS
|
|