| |
| |
| |
Oostvoorne, vuurtoren de Stenen Baak met links de kogelgloeioven. Oostvoorne, Kogelgloeioven. Foto's auteur, 2003.
| |
| |
| |
Werk in uitvoering
Dimitra Hierck
Toen op 12 april 1961 de Rus Joeri Gagarin als eerste mens in de ruimte rond de aarde vloog, werden in Nederland de eerste monumenten geregistreerd. Per dienstfiets en in hoog tempo want de monumentenwet was net van kracht geworden. Van alle bijzondere panden ouder dan 50 jaar moest in korte tijd een omschrijving worden gemaakt en die was daarom ook kort en bondig: ‘17de-eeuws grachtenpand’, ‘boerderij’ of ‘restanten van stadsmuur’ waren eerder regel dan uitzondering. Omdat in de loop van de tijd de behoefte aan een ‘up-to-date’ register groter werd, startte de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) samen met de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) in 1999 met het project Actualisering Monumentenregister (AMR).
De naam zegt het al, een project dat het monumentenregister actualiseert. Geografen stellen van alle monumenten de exacte locatie en adres vast en kunsthistorici en archeologen maken aanvullende beschrijvingen. Ook voeren ze van alle panden en terreinen het dossier in een database in. Als dit allemaal gedaan is hebben we van elk monument de actuele monumenteninformatie.
Rijksmonumenten zijn er in soorten en maten en daarom worden ze in verschillende categorieën ingedeeld, zoals woonhuizen, kerken, molens, wegen waterwerken, kastelen of vestingwerken. Voor de vestingwerken maakte ik in het voorjaar van 2003 een begin met het actualiseren. Vooraf stelde ik twee simpele vragen: hoeveel vestingwerken hebben we in ons register en hoe liggen ze er bij op dit moment? De eerste vraag leverde een lijst met zo'n 1400 treffers op maar wie nu denkt dat er 1400 forten in Nederland zijn heeft het mis: getallen zeggen niet zoveel in dit verband. In het ene geval zitten onder één rijksnummer verschillende vestingwerken verborgen en in het andere geval maken vele rijksnummers één vestingwerk. Het antwoord op de tweede vraag zou in de praktijk wel duidelijk worden. Vestingwerken die qua omschrijving het meest dubieus waren bezocht ik als eerste en de stappen vooraf waren van logistieke aard: welke van de genoemde werken liggen bij elkaar en hoeveel kan ik er op een dag doen? Het leverde een opmerkelijke lijst van plaatsen op. Vijf voorbeelden passeren hier in vogelvlucht de revue.
| |
Oostvoorne
Op zoek naar een oven. Niet iets wat je bij de term vestingwerk verwacht en al helemaal niet in een monumentenregister. Toch bleek zich tussen de 1400 treffers een kogelgloeioven te bevinden, volgens de terminologielijst verdedigingswerken een oven ‘voor het verhitten van kogels, met als doel daarmee brand te stichten’. Met deze wetenschap vertrok ik naar het Zuid-Hollandse eiland Voorne, waar ik - behalve de middeleeuwse burcht van Oostvoorne, het 19de eeuws fort bij Tinte en de vestingstad Brielle - ook dit merkwaardige object zou bezoeken. Geholpen door een vriendelijke medewerkster van de VVV, die vertelde dat de burcht sinds de dag ervoor gesloten was omdat de stenen naar beneden kwamen vallen, reed ik het dorp uit noordwaarts. Net voorbij de camping die zich in de lengte uitstrekte richting water, moest ik te voet verder gaan. Over de Heijndijk, in de zon en moederziel alleen. Halverwege de wandeltocht rees een heuvel op. Overwoekerd door struiken en bomen stond daar een betonnen uitkijkpost die ruim voorzien was van graffiti. Deze post stond niet op mijn lijst, maar had onmiskenbaar met de verdediging van Nederland te maken. Ik vervolgde mijn weg tot zich een bakstenen toren tegen de horizon aftekende, met overduidelijke schietgaten. Hier stond de Stenen Baak, een stoere 17de-eeuwse
| |
| |
Den Burg van Matenes, anno 1300. Schiedam. Foto RDMZ.
Schiedam, ruïne van Huis te Mathenesse. Foto auteur. 2003.
| |
| |
Stadsmuur met rondeel en woontorens. Leerdam. Foto auteur, 2003.
vuurtoren met in haar kielzog een klein stenen gebouwtje, formaat hondenhok. De oven bleek herbouwd na het vinden van restanten van een voorganger op deze plaats. Het principe werkte als volgt: aan de ene kant rol je de kogels over een hellingbaan naar binnen en aan de andere kant komen ze er gloeiend heet weer uit. Het vuur wordt van binnen opgestookt via een luik. Hoe de kogels daarna zonder brandwonden in een kanon moeten zijn gestopt stond er niet bij. In elk geval kon er gemakkelijk een schip mee in brand worden geschoten. Nu zitten wandelaars nietsvermoedend op een bankje van het uitzicht te genieten. Waar vroeger schepen aan de horizon verschenen staan windmolens met op de achtergrond de rokende pijpen van de Maasvlakte.
| |
Schiedam
Huis te Mathenesse, een robuuste 13de-eeuwse donjon, bevond zich ooit midden in een leeg verlaten landschap. Het was een met dikke muren versterkt huis dat menigmaal werd afgebroken en herbouwd. Naamgever en bouwer van het laatste middeleeuwse huis was Daniel van Mathenesse, maar lang zou het zo niet blijven: zijn riante onderkomen werd in de 16de eeuw voorgoed ontmanteld. Wat overbleef was een ruïne en een registratie als voormalig verdedigingswerk. Geen fort of schans maar wel een plek die een romantisch decor vormde waar menig kunstenaar zich in verliezen zou. Aan het begin van de 21ste eeuw tref ik een bouwval aan, omarmd door modern Schiedam waar trams en auto's voorbij razen. Het duurt een kwartier voor ik kan parkeren. Pal naast de ruïne staat een enorm nieuwbouwpand wat een vreemd contrast oplevert: kale brokken baksteen tegenover postmodern pleisterwerk. Moeilijk voor te stellen dat hier ooit een eenzaam, indrukwekkend kasteel stond.
| |
Leerdam
Bekend van de glasfabriek maar ook vanwege vestingwerken: Leerdam bezit een middeleeuwse stadsmuur met drie bijzondere woontorens. Ten
| |
| |
Beverwijk, lunet aan de Creutzberglaan. Foto auteur, 2003.
zuiden van de stad, gelegen aan de rivier de Linge, Niet verkeerd om in te wonen en dat dachten ze een paar eeuwen geleden ook: op de rondelen werden eerst torens gebouwd, daarna kwamen er woningen in. Toen in de 19de eeuw de vestingwet werd opgeheven en in rap tempo in heel Nederland het ene na het andere verdedigingswerk werd gesloopt, bleven in Leerdam de stadsmuur en woontorens gespaard, simpelweg omdat erin gewoond werd (en wordt). Muur en torens zijn gerestaureerd en de ronde onderbouw van de torens herinnert nog aan de functie als rondeel. De lange afstandswandelaar, die een welkome gast is gezien de rood-witte streepjes die ik overal tegenkom, heeft een mooi uitzicht op de stad en de rivier. Een terrasje aan de steiger maakt het beeld compleet.
| |
Beverwijk
De uitdraai uit het register vermeldde dat er vier lunetten van de linie van Beverwijk als rijksmonumenten waren beschermd, meer niet. Een kolfje naar de hand van AMR.
Het zoeken naar de lunetten bleek een kwestie van rondrijden, kaart lezen en goed kijken. In een gebied waar de verstedelijking oprukt en waar de veiling de dienst uitmaakt lagen de eerste twee lunetten er vergeten bij, alsof iemand ze er achteloos had neergelegd. Overwoekerd en begroeid was het moeilijk voor te stellen dat ze 200 jaar geleden een belangrijke schakel vormden in de verdedigingslinie die zo zorgvuldig door Krayenhoff was ontworpen. De derde lunet liet zich niet zo makkelijk vinden. Pas na een aantal keer heen een weer rijden viel op dat die koeien ginds in het weiland wel erg hoog stonden: lunet nummer drie vormde een podium in een plat weidelandschap, waar jongvee in alle rust stond te herkauwen. Lunet nummer vier was snel gevonden, het lag aan het eind van de weg. Twee paarden keken mij nieuwsgierig aan terwijl ik mijn aantekeningen maakte. De linie van Beverwijk blijkt zo goed als teruggegeven aan de natuur, alleen wie goed kijkt herkent in de bulten aarde de eens zo karakteristieke halvemaan vormen.
| |
Bodegraven
De Wierickerschans, gelegen aan de Oude Rijn tussen Woerden en Bodegraven, is een fort zoals je je een fort voorstelt. Het vormde ooit een belangrijke schakel in de Oude Hollandse Waterlinie in tijden dat Holland reddeloos, redeloos en radeloos was. Lange tijd was de schans een geheimzinnige ontoegankelijke plek in het Groene Hart, die tot de verbeelding sprak van menigeen die er langs fietste. Sinds een paar jaar is het echter mogelijk het fort te bezoeken en is het een plek voor kunst, cultuur en natuur. Zo kan tijdens festival De Langste Dag (rond 21 juni) van zonsopgang tot zonsondergang naar hartelust muziek worden gemaakt, iets wat in een rijtjeshuis doorgaans niet gewenst is. Restauratie van het fort is echter hard nodig en op dit moment worden nieuwe plannen ontwikkeld in verband met de herbestemming. Tot zolang is het een oase van rust in een onveranderd polderlandschap.
| |
Conclusie
Er staat niet wat er staat en niets zo veranderlijk als een vestingwerk. Kort gezegd was dat de conclusie na een half jaar veldwerk. De verdedigingswerken die ik heb bezocht hebben allemaal een eigen plek in de geschiedenis van Nederland en ze blinken vooral uit in diversiteit. Hun oorspronkelijke functie bestaat niet meer, toch worden ze op heel verschillende manieren in stand gehouden: als natuurgebied, als toeristische trekpleister, als multifunctionele ontmoetingsplaats of als woning. Sommigen zijn in prima staat, anderen zullen op korte termijn gerestaureerd moeten worden.
Anno 2004 vliegt de Nederlandse astronaut André Kuipers in een capsule op weg naar het ruimtestation ISS. Op aarde wordt hard gewerkt aan de afronding van het project AMR waarna een deel van de
| |
| |
Wierickerschans vanuit de lucht. Foto RDMZ.
Wierickerschans, toegang tot opslaggebouw. Foto auteur, 2003.
verdedigingswerken in kaart zal zijn gebracht. Vanuit de ruimte helaas niet zichtbaar, maar wel op je computerscherm.
Niet dat monumentenzorgers rustig achterover kunnen leunen: een actueel register is nooit af.
Wierickerschans, oorspronkelijke toegangspoort. Foto auteur, 2003.
| |
| |
SCHIEDAM, RUÏNE VAN HUIS TE MATHENESSE, CA. 1900
| |
| |
HATTEM, ZICHT OP EEN GEDEELTE VAN DE STADSWALLEN, 1907
|
|