deze. Als het snijwerk op de wand uit Booneschans wordt weggedacht, blijft er een eenvoudige en gangbare betimmering over. Het is niet ondenkbaar dat de wand pas enkele decennia na zijn ontstaan van de opvallende decoratie en verflaag is voorzien. Mogelijk is dat na een verplaatsing geweest, waarbij ook de bovenste paneelrand is toegevoegd om het geheel passend te maken.
De vraag naar het lot van deze bijzondere wand was gemakkelijk gesteld, maar minder eenvoudig beantwoord. Duidelijk was in ieder geval dat van de oude boerderij Hamdijk 12 te Booneschans niets meer terug te vinden was. Er bleek nog één, zij het onscherpe, foto van het exterieur te zijn die met enkele opmetingstekeningen laten zien dat het gebouw een schoolvoorbeeld van een Oldambtster boerderij was. Het woonhuis bezat een gevelsteen met het jaartal 1771 en had een bij vroege typen veel voorkomende tuitgevel. Het huis bestond uit twee aan de voorgevel gelegen vertrekken, waarvan er één de opkamer was met daarin de bedstedenwand.
Volgens Ozinga was de bijzondere betimmering door het Groninger Museum aangekocht en dat vermeldde ook het opschrift op het origineel van de foto in de collectie van de RDMZ. Geen enkele reden dus om aan te nemen dat de wand zich nog ergens in de collecties van het Groninger Museum zou bevinden. In de jaarverslagen, de boeken van eerste inschrijving en het depot van het museum was echter niets te vinden dat erop wees dat de wand ooit door het museum was aangekocht. De bedstedenbetimmering leek,
Booneschans, Hamdijk 12, boerderij Renken. Bedstedewand in situ vóór de sloop van de boerderij in 1942. Foto RDMZ, P.B. Kramer, 1937.
zoals zo vaak, mét de boerderij verdwenen. ‘Huidige verblijfplaats onbekend’, noteerde ik op een kopie van de foto. Met potlood weliswaar, zodat het altijd weer uit te gummen was. En dat was maar goed ook.
De ontdekking van een particulier archief bracht namelijk onlangs uitkomst. Hierin was een afbeelding van de wand opgenomen, keurig op een systeemkaart geplakt en voorzien van een met balpen geschreven opmerking: ‘nu in coll. Openluchtmuseum Arnhem’. Een medewerker van dit museum kon mij desgevraagd en volgens eigen zeggen ‘na enig speurwerk’ vertellen dat de wand zich inderdaad in de verzameling van het Openluchtmuseum bevond. Het was na de sloop van Hamdijk 12 in 1942 met het complete voorhuis in een loods op het terrein van het Openluchtmuseum opgeslagen en doorstond de granaatinslag die in 1944 vrijwel alles in de loods en ook het materiaal van het voorhuis vernietigde.
Niet stuk te krijgen dus, deze bedstedenwand uit Booneschans, die in meerdere opzichten opmerkelijk is, niet in de laatste plaats omdat hij bewaard bleef. Voor Groningen is de herontdekking van de wand in het jaar van de Boerderij in ieder geval een toepasselijke vondst.