al snel af: museale exploitatie werd als onhaalbaar en radicale opruiming met alleen behoud van het casco werd als onwenselijk beschouwd.
Hoge prioriteit kreeg het vastleggen van de aangetroffen situatie. In samenwerking met de Stichting Historisch Boerderij-Onderzoek en het Nederlands Openluchtmuseum zijn opmetingstekeningen, foto- en videodocumentaires gemaakt, is onderzoek naar het erf verricht en zijn interviews in voorbereiding. Op verzoek heeft de RMDZ het in- en exterieur gefotografeerd. De tweede fase omvatte de ontruiming en de schoonmaak en conservering van de collectie in het voorhuis, opgedragen aan Helicon Conservation Support. Alvorens de inventaris met vermelding van aangetroffen standplaats te verpakken, zijn elke lade, elke plank gefotografeerd. Grote voorwerpen, schilderijen, prenten en ernstig aangetaste voorwerpen van organisch materiaal zijn inmiddels getransporteerd en behandeld tegen ongedierte. Teven zijn er drie categorieën onderscheiden met als doel alle opties voor een toekomstige inrichting open te houden.
Categorie A: direct aan de familie en/of boerderij gerelateerde voorwerpen, waaronder archivalia en boeken, dan wel voorwerpen met een hoge kwaliteit gezien de context.
Categorie B: cultuurhistorisch interessante voorwerpen, niet specifiek aan de bewoners/boerderij gerelateerd en mogelijk ook interessant voor derden.
Categorie C: voorwerpen waarvan behoud alleen van belang is,
Boerderij Boeijink, Winterswijk-Huppel. De naast de boerderij gelegen houten schuur. Foto RDMZ, A.J. van der Wal, 2003.
wanneer wordt gekozen voor een stolp over de huidige situatie. Als voorbeeld: een plastic cyclaam in de vensterbank, lege parfumflesjes en hedendaagse producten.
Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen hebben in 2002 in een gemeenschappelijke doelstellingennota vastgelegd dat er onder meer aandacht zal worden besteed aan de presentatie en toegankelijkheid van een aantal voorbeelden van landelijke bouwkunst inclusief het behoud van daartoe behorende roerende goederen in hun oorspronkelijke context. In het geval van de boerderij Boeijink gaat de voorkeur uit naar bewoning met behoud van de belangrijkste vertrekken, die opnieuw zullen worden ingericht zoals ze zijn aangetroffen. Zo mogelijk zal de deel met koeienstal onaangetast behouden blijven.
Een woningbouwcoöperatie heeft - rekening houdend met deze uitgangspunten - reeds belangstelling voor het complex getoond met de bedoeling er een ‘zorgboerderij’ te vestigen. In het gekozen concept zal de kwaliteit van het historisch ensemble richtinggevend zijn voor de leef- en woonomgeving van degenen die in de toekomst op het Boeijink zullen verblijven.
Wanneer de stichtingen en de toekomstige gebruiker daarin zullen slagen, wordt een reeds uit 1929 daterend statutair doel van Geldersch Landschap gediend: ‘het behoud van en de zorg voor [...] belangrijke terreinen in de provincie Gelderland met de zich daarop bevindende monumenten van geschiedenis en kunst’. De familie Berenschot had zich dat vermoedelijk niet beter kunnen wensen.