gebouw met zijn oorspronkelijke bestemming is immers zo veel groter. Een boerderij zonder vee of agrarische producten is in feite nauwelijks anders dan een fabriek zonder machines, een kerk zonder gelovigen of een woonhuis zonder bewoners. De boerderij verwordt daarmee tot een bouwkundig relict, een casco dat nog slechts aan vervlogen tijden herinnert. Door herbestemming kunnen boerderijen weliswaar een nieuw leven krijgen, maar dat het karakter daardoor in de meeste gevallen sterk verandert, is een feit. Het vee en de opslag van voer en gewassen verdwijnt, en daarmee ook de bijbehorende geluiden en geuren. De erfinrichting wordt aangepast aan de nieuwe bestemming, waarbij het aantal opstallen doorgaans aanzienlijk vermindert en de traditionele erfindeling verdwijnt. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg is dan ook een vurig pleitbezorger van functiebehoud, ook voor boerderijen. Dat is immers de beste garantie voor instandhouding. Op het gebied van herbestemming van industrieel erfgoed is de RDMZ volop actief. De dienst is hierbij regelmatig op een zeer positieve manier betrokken.
Weliswaar wordt een beperkt aantal van de belangrijkste en meest toonaangevende boerderijen door de Monumentenwet beschermd, maar dit geldt niet voor de ‘bedrijvigheid’. Over de manier waarop het leven en werken op historische boerderijen is te behouden, en over de vraag of behoud wel mogelijk is, daarover verschillen de meningen. Vast staat wel dat een overvloed van lokale en nationale wet- en regelgeving de bewegingsruimte van de boeren drastisch aan banden legt en daarmee in veel gevallen verstikkend werkt, met als direct gevolg het in toenemende mate wegvallen van de agrarische bestemming.
In deze thema-uitgave
Boerenbedrijvigheid, voortgang en behoud komt deze problematiek volop aan de orde. In maar liefst dertig verschillende bijdragen wordt de historische boerderij en de boerenbedrijvigheid vanuit allerlei gezichtshoeken en op verschillende schaalniveaus belicht. De landschappelijke context, de boerderijen zelf en de verschillende boerderij-onderdelen komen aan de orde, evenals de bewoners en het leven op de boerderij. Gedreven wetenschappers, politici en bestuurders komen aan het woord, evenals natuurbeschermers, monumentenzorgers en andere cultuurhoeders, en niet te vergeten ook enkele bevlogen eigenaren en bewoners. Ieder
Affiche van de Stichting 2003 Jaarboek van de boerderij. Ontwerp Brains Unlimited, Amsterdam.
van hen benadert deze materie vanuit zijn of haar eigen kennis en ervaring, waarvan een aantal met een sterk persoonlijke visie.
De redactie is verheugd dat de directie van de RDMZ het eerste exemplaar van Boerenbedrijvigheid, voortgang en behoud aan de Vereniging Natuurmonumenten aanbiedt. Door haar bezit van tweehonderd historische boerderijen behoort Natuurmonumenten zonder meer tot de grootste eigenaren van boerderijen in ons land. Natuurmonumenten hanteert de stelling dat ‘de liefde van de bewoners onmisbaar [is] voor het behoud daarvan.’ Dit vertaalt zich in toenemende mate in de bijzondere manier van omgang door de vereniging met haar panden en hun omgeving, zelfs wanneer het geen geregistreerde monumenten betreft.
Namens de redactie,
Eloy Koldeweij