| |
| |
| |
Galle. De Nederlands Gereformeerde kerk. Tekening J.F. Kalenberg van Dorl, 1888.
| |
| |
| |
De VOC-schatten van Sri Lanka
Harry Boerema en Frédérique Canneman
Wie aan de VOC denkt, associeert dat misschien niet direct met Sri Lanka. Toch was Galle, de tweede grote stad van Sri Lanka, in de 17de en 18de eeuw een van de belangrijkste pleisterplaatsen van de VOC in Zuidoost-Azië. Galle verkeert, wat betreft de structuur van de stad, nog helemaal in originele toestand en verwierf daarmee een plaats op de Lijst van het Werelderfgoed. Helaas dreigden enkele typische bouwwerken te bezwijken aan de tand des tijds. Op verzoek van de RDMZ reisde Harry Boerema tweemaal naar Galle om de Sri Lankanen te adviseren bij de restauraties.
Voordat de Nederlanders in de 17de eeuw voet aan wal zetten op het eiland Ceylon (het huidige Sri Lanka), hadden de Portugezen er de handel in handen. Toen deze een te grote veroveringsdrang tentoonspreidden, riep de koning de hulp van de Nederlanders in. Zij schoten inderdaad te hulp, maar namen geen genoegen met de handelsvoordelen die de koning hen als beloning bood. De VOC wilde alle handel van de Portugezen afnemen, hetgeen resulteerde in een jarenlange strijd om de beste handelspositie. Uiteindelijk in 1658 wonnen de Nederlanders, waarmee zij de hele oostkust in handen kregen. Het eiland kreeg een nieuwe, Hollandse naam: Zeylan (ook wel Zeylon), hetgeen later zou veranderen in Ceylon. Vanuit Zeylon exporteerde de VOC kaneel, peper, koffie en olifanten naar Europa.
| |
Galle
De VOC bracht Galle tot economische bloei. De houten Portugese fortificaties werden uitgebreid en versteend, de haven groeide uit tot een van de belangrijkste pleisterplaatsen van de VOC (alleen Batavia was van meer gewicht) en de stad ontwikkelde zich tot het bestuurlijk centrum van het Nederlandse gebied in Sri Lanka. De ligging van Galle was perfect: aan de ene kant van de stad een koraalrif dat natuurlijke bescherming en verdediging bood, aan de andere kant diep water waardoor een haven kon worden aangelegd. De Nederlanders bouwden rond de stad een enorme vestingmuur, die onderbroken werd door veertien massieve bastions.
Wie tegenwoordig door de stad loopt, komt overal souvenirs tegen van de Nederlandse periode: straatnamen als ‘Leynbaanstreet’, de verschillende vestingwerken met namen als het Zwart Bastion, het Akersloot Bastion en Punt Utrecht Bastion, maar ook pakhuizen, kerken en zelfs een scheepswrak in de havenmond. Niet verwonderlijk dus dat Galle een plaats kreeg op de Lijst van het Werelderfgoed.
| |
Masterplan
Dankzij de plek op de Lijst van het Werelderfgoed geniet Galle bijzondere, internationale belangstelling. Maar door het slechte economische perspectief in Sri Lanka liepen de inkomens terug, marginaliseerde de functionaliteit van de stad en verpauperde de gebouwde omgeving. Inclusief de monumenten. Instandhouding van het cultureel erfgoed was hard nodig. Gezien de situatie in Sri Lanka moet deze dan ook vooral gezien worden tegen de achtergrond van de verbetering van het algemene woon- en werkklimaat. Voor de restauratie van de stad Galle werd een masterplan ontwikkeld met als pilotproject het herstel van de Dutch Reformed Church. De verschillende bastions zouden daarna aan de beurt zijn.
| |
HGIS-cultuurgelden
De restauraties werden en worden medegefinancierd met HGIS-cultuurgelden (Homogene Groep voor Internationale Samenwerking). Dit project is de verwezenlijking van het voornemen van de Nederlandse
| |
| |
Galle. Zicht op de kerk van het bastion de Maan. Foto F.J.L. van Dulm, 1995.
regering in 1997 om meer geld uit te trekken voor het buitenlandse cultuurbeleid. De ministers van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid van de HGIS. Centraal hierin staat het idee dat het buitenlandbeleid en het internationale cultuurbeleid elkaar kunnen versterken.
| |
Gemeenschappelijk cultureel erfgoed
Om in aanmerking te komen voor ondersteuning door de HGIS-cultuurmiddelen, moet een project een bijdrage leveren aan de profilering van de Nederlandse cultuur. Daarbij is een indeling gemaakt van vier programma's. Wil een project voor subsidie in aanmerking komen, dan moet het onder een van de programma's vallen. De RDMZ heeft vooral bemoeienis met de categorie ‘gemeenschappelijk cultureel erfgoed’. En dan gaat het voornamelijk om het Nederlands erfgoed overzee. Dit is een verzamelbegrip voor het erfgoed uit de tijd van de VOC, de WIC en het koloniale verleden in Azie, Afrika en Zuid-Amerika. De beoordeling van de projectaanvragen ligt in handen van het Gemeenschappelijk Erfgoed Overleg (GEO). Hierin hebben naast de RDMZ tevens zitting het Algemeen Rijksarchief, de Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek, het Rijksmuseum en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het overleg staat onder voorzitterschap van de Directie Cultureel Erfgoed van het ministerie van OC en W.
| |
Technische missie
In de zomer van 2001 en in februari 2002 bracht Harry Boerema, op verzoek van de RDMZ, een tweetal bezoeken aan Galle in verband met het herstel van de Nederlandse Gereformeerde Kerk. Het General Central Cultural Fund had een subsidieverzoek ingediend voor de HGIS-cultuurgelden. Omdat het GEO op basis van de verstrekte gegevens niet in staat was tot een oordeel te komen, zond het een technische missie naar Galle. Het gedegen rapport dat hieruit volgde, wist het GEO te overtuigen tot actie over te gaan.
| |
De Nederlandse Gereformeerde Kerk
De Nederlandse Gereformeerde Kerk werd in de periode 1751-1753 gebouwd in opdracht van de toenmalige
| |
| |
Galle. De Nederlands Gereformeerde kerk in restauratie. Foto P.van Dee, 1994.
commandant Casparus de Jong, uit dankbaarheid voor de geboorte van zijn dochter. De kerk met haar kerkhof en de ommuring daarvan, valt op door het ontwerp en de fraaie detaillering.
De Sri Lankaanse overheid vroeg Nederland om ondersteuning met technische kennis, met name op het gebied van glas-in-loodconstructies. Sri Lanka blijkt een groot aantal gebouwen te hebben met glas-in-loodvensters, daterend uit de koloniale periodes. Veel van deze vensters zijn op dit moment aan restauratie toe. Men wil in Sri Lanka de restauratietechnieken voor deze onderdelen in de vingers krijgen en zelf over kennis beschikken om het koloniale erfgoed op vakkundige wijze te onderhouden en restaureren. Gelukkig gaf de voorgestelde conserveringsmethode van de Sri Lankanen voldoende garanties voor een restauratie van hoge kwaliteit.
| |
Bastions
In februari 2002 bracht Boerema opnieuw een bezoek aan de stad Galle, ditmaal om een herstelplan op te stellen voor het Akersloot Bastion. Het General Central Cultural Fund in Sri Lanka had gevraagd om technische expertise bij het maken van een restauratieplan voor delen van de verdedigingswallen van het fort. Ook werd Boerema gevraagd om - naast het Akersloot Bastion - een onderzoek in te stellen naar de gebreken bij het Star Bastion en het Zwart Bastion.
| |
Akersloot Bastion
Het Akersloot Bastion is genoemd naar de Nederlandse geboorteplaats van Willem Jacobsz. Coster, die Galle in 1640 overnam van de Portugezen. Nu, 360 jaar later, is de onderste punt van het bastion bezweken, waardoor het niet meer voldoende steun krijgt. Dit levert een gevaarlijke situatie op, waarbij de bovenbouw zou kunnen instorten. Waarschijnlijk zijn de gebreken ontstaan door de zware golfslag tegen het bastion. Rondom de stad ligt het brede koraalrif dat de vestingmuren bescherming biedt tegen
| |
| |
Galle. Ansichtkaart Fort Galle. Foto D. Sansoni.
Matara. Redoute van Eck. Foto F.J.L. van Dulm, 1995.
de beukende golven. Omdat voor het Akersloot Bastion geen rif ligt lijkt de meest geëigende oplossing een golfbrekerdam op ongeveer acht tot tien meter uit de kust. Voor het herstel van het bastion is een inwendige betonfundering voorgesteld, waarmee de ondersteuning wordt hersteld. Daarna kunnen aan de buitenkant de natuursteenblokken er weer opgemetseld worden, zodat het Akersloot Bastion haar oorspronkelijke aanblik terugkrijgt.
| |
Star Bastion en Zwart Bastion
Bij het Star Bastion is de vestingmuur aan de westzijde over een lengte van achttien meter ingestort. De ongeveer veertien meter hoge muur is onderuitgezakt, waarschijnlijk al meer dan een halve eeuw geleden. Voor het herstel zijn verschillende technieken denkbaar, zowel traditioneel als modern. In ieder geval was het uitgangspunt dat de muur zijn oorspronkelijke uiterlijk weer terug moest krijgen. Uiteindelijk is gekozen voor herstel op conventionele wijze: een zware massieve muur, die puur door zijn gewicht op zijn plek blijft staan. Een belangrijk argument dat pleit voor deze oplossing is dat het werk uitgevoerd kan worden door lokale arbeidskrachten.
| |
| |
Scheepswrak ‘De Avondster’. Uit: http://cf.hum.uva.nl/galle/avondster/site.html.
Het Zwart Bastion heeft een vestingmuur die is gebouwd met koraalsteen en granietblokken. Boven op deze constructie bevinden zich gevangeniscellen. Er zijn cellen ingestort en ernstig gedeformeerd. Ook is een deel van de gemetselde funderingsmuur ingestort. Een deel van de oorzaak van de instorting ligt vermoedelijk bij de woekerende plantengroei. Het Zwart Bastion is te herstellen door de vestingmuur waar de cellen op zijn gebouwd, ingrijpend te restaureren.
| |
De Avondster
De HGIS-cultuurmiddelen worden ook aangewend voor het project van het VOC-schip de Avondster. Het schip dat in 1659 verging in de haven van Galle, dreigde verloren te gaan. Dankzij de subsidie is het mogelijk het schip op te graven (het wrak ligt diep onder de modder), te conserveren, te onderzoeken en te presenteren. Sri Lankaanse archeologen, conservatoren en museummedewerkers krijgen een training-on-the-job en kunnen hierdoor in de toekomst zelfstandig dergelijke maritiemarcheologische projecten uitvoeren. De vondsten die bij dit project naar boven komen, worden tentoongesteld in het National Maritime Museum in Galle. Hiermee krijgt Sri Lanka er een toeristische attractie van formaat bij.
| |
Toerisme
Mede dankzij de hulp uit Nederland gaat het dus goed met het cultureel erfgoed in Sri Lanka De diverse souvenirs uit de VOC-tijd worden vakkundig gerestaureerd en zodoende behouden voor de komende generaties. En omdat er voor elk wat wils is (stoere vestingmuren, bijzonder glas-in-lood, scheepswrakken), wordt Sri Lanka aantrekkelijker voor toeristen. En dat betekent weer een economische impuls voor het eiland en de bevolking.
| |
Literatuur
H. Boerema, ‘The fortified city of Galle in Sri Lanka’, Workplan for the repair of the Ramparts, 2002. |
O. Faber, ‘HGIS-Cultuurmiddelen’, RDMZ Nieuwsbrief 6 1998. |
H. Boerema, ‘Nederlands restauratieadvies voor VOC-stad in Sri Lanka’, RDMZ Nieuwsbrief 1 2002. |
P. van Dun, ‘Werelderfgoed in de branding’, RDMZ Nieuwsbrief 6 2002. |
‘Sri Lanka blij met berging schip’, Volkskrant 17 november 2001. |
|
|