de fijne specerij in de afgelopen jaren aanmerkelijk gestegen. Banda biedt nog altijd de beste omstandigheden voor de teelt van nootmuskaat. De vruchtbaarheid van de vulkanische grond, de onvervuilde zeelucht en de 3.000 millimeter regenval per jaar maken dat de oorspronkelijke geboortegrond nog altijd de best smakende, ronde nootmuskaat voortbrengt. Dat rechtvaardigt een revitalisering van de perken.
Een van de beste plaatsen voor de verbouw van nootmuskaat is nog altijd het oude perk Spantje By, gelegen op Banda Besar. Door de unieke locatie, in de luwte van de Baai van Banda, blijft de plantage uit de wind. Tot in de 20ste eeuw was dit verreweg de mooiste en meest productieve plantage op Banda Besar. In 1904 verkocht de door schulden geplaagde perkenier A.M. Herrebrughs zijn perk en kwam het evenals veel andere perken in handen van de N.V. Kok. Bij de nationalisering van 1958 werd het eigendom van Spantje By door de Indonesische staat overgenomen. Inmiddels zijn grond en gebouwen in handen gesteld van de
Bandaneira. Perkenierswoning. Foto Barbara Mensink, 1991.
Bandaneira. Oudhollandse kerk. Foto Barbara Mensink, 1991.
stichting Banda Permai (‘Mooi Banda’), die op zijn beurt eigendom is van de provincie Molukken en de stichting ter behoud van het culturele erfgoed van Banda, Yayasan Warisan dan Budaya Banda.
De stichting zet zich in voor de revistalisering van de nootmuskaatproductie op Spantje By en de verbetering van de teeltmethoden. Onderdeel daarvan vormt de introductie van de nieuwe techniek van warmtebestraling van de noot, ter vervanging van het traditionele roken van de noot. Tevens is een programma van rasverdeling opgezet en worden de nootmuskaatbomen alleen in de beginjaren onder de schaduw van een grote kanarieboom geplaatst. Anders dan vroeger werd verondersteld, brengt de volwassen boom die direct wordt blootgesteld aan de zon, aanzienlijk meer nootmuskaat op.
Met deze revitalisering is weer een toekomstperspectief geschapen voor het indrukwekkende perkenierscomplex van Spantje By, dat inmiddels tot een ruïne is vervallen. Binnen het ommuurde complex liggen nog de restanten van de voormalige perkenierswoning, de droogschuur en productieruimten en de oude slavenverblijven.
Met Nederlandse hulp is een restauratieplan voor het complex opgesteld. Vooruitlopend op de uitvoering daarvan is in 1999 een 110 meter lange damwand langs de waterlijn geplaatst, die het complex tegen verdere aantasting door de zee moet beschermen.