De Ghanees-Hollandse Connectie
George Olympio
In dit artikel wordt ingegaan op de actuele problematiek van de stad Elmina en haar historische achtergronden. Verder wordt uiteengezet hoe haar gebouwde erfgoed kan worden behouden binnen een ontwikkelingskader dat gebaseerd is op een gezonde economie, een schone en toegankelijke omgeving en betrokkenheid van de gemeenschap. Het artikel gaat ook in op het ‘Elmina Cultural Heritage and Management Program’ (ECHMP) en de rol van de ‘Ghana Museums and Monuments Board’ (GMMB) daarbij.
De stad Elmina werd ruim zevenhonderd jaar geleden gesticht aan de kust van West- Afrika, die later bekend zou worden als de Goudkust. Het is de locatie van een van de vroegste - en bovendien een van de meest langdurige en diepgaande - contacten tussen de Europese volken en de Afrikaanse volken bezuiden de Sahara. De naam Elmina komt van het Portugese ‘La Mina’, wat staat voor ‘De Mijn’. De Portugezen gaven de stad deze naam, nadat zij er in 1482 het Kasteel São Jorge da Mina hadden gebouwd, omdat de stad het belangrijkste handelscentrum voor goud was. Gedurende de 15de en 16de eeuw wisten de Portugezen praktisch een handelsmonopolie op de Goudkust te behouden.
In de 17de eeuw werd dit monopolie echter doorbroken door andere Europese mogendheden. In 1637 dwong de Nederlandse West-Indische Compagnie de Portugezen Elmina te verlaten, na aanhoudende beschietingen vanaf de landinwaarts gelegen St. Jago-heuvel, die uitkijkt over het kasteel. Om ervoor te zorgen dat niemand hun voorbeeld zou volgen, bouwden de Nederlanders Fort Coenraadsburg bovenop deze heuvel, het enige nietcommerciële fort aan de Goudkust. De Nederlanders bleven in Elmina tot 1872, toen zij hun bezittingen verkochten aan de Britten. Gedurende hun verblijf hebben de Nederlanders het landschap van de stad, de sociaaleconomische infrastructuur en de cultuur blijvend beïnvloed. Ze gaven vorm aan de stad, bouwden er een aantal verdedigingswerken omheen, en onderhielden intensieve relaties met de lokale gemeenschap en hun leiders.
Elmina trok handelaren van uiteenlopende origine aan. De meesten vestigden zich op het nauwe schiereiland tussen de zee en de Benya-lagune, waar zich de oorspronkelijke stad bevond. In de 19de eeuw, vanaf 1812, begonnen veel succesvolle handelaren, vooral de ‘Vryburgers’, een groep van gemengde afkomst, zich te vestigen op het vasteland, weg van de drukte van het hopeloos overbevolkte en vervuilde Elmina. Nadat deze oude stad in 1873 werd verwoest in een Britse militaire actie tegen de opstandige stadsbewoners, vestigden alle inwoners zich op het vasteland.
In het huidige Elmina is nog veel van de gezamenlijke geschiedenis terug te vinden. Dat betreft niet alleen de stedenbouwkundige structuur, maar ook belangrijke gebouwen als het Kasteel St. George (in de Portugese tijd São Jorge genoemd), Fort St. Jago (voorheen Coenraadsburg), het Nederlandse kerkhof, de Schomerusheuvel - waar Ghana's eerste katholieke kerk is gebouwd - de regeringstuinen en een groot aantal koopmanswoningen, onder meer de huizen Bartels, Van Dyck en Viala.