Jaarboek Monumentenzorg 2001. Interieurs belicht
(2001)– [tijdschrift] Jaarboek Monumentenzorg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 170]
| |
Retraitehuizen: terzijde van de wereld - ingericht voor stilte en bezinning
| |
Inspanning en ontspanningHet leven kent momenten van inspanning en ontspanning. Vanouds probeert de mens een evenwicht tussen beide uitersten aan te brengen. De Romeinen zwoeren bij brood en spelen. Vergilius dichtte over de rust en lieflijkheid van het platteland in zijn Georgica.Ga naar eind1 Johannes de Doper zocht rust en afzondering in de woestijn om zodoende tijd en aandacht te kunnen besteden aan niet aardse zaken en ook Christus zocht daar onthechting in eenzaamheid.Ga naar eind2 Ontspanning balsemt blijkbaar lichaam, geest en ziel. In het boek Genesis wordt de zevende dag als rustdag bestempeld.Ga naar eind3 Anno 2001 is de traditionele rustdag onder invloed van het profijtbeginsel komen te staan. Ontspanning biedt een noodzakelijk tegenwicht aan de drukte en verwarring van het dagelijks bestaan. Inspanning zonder ontspanning leidt onherroepelijk tot een onevenwichtig bestaan en ontneemt het leven zijn menselijke kanten. De kerk, bij uitstek hoeder van de menselijke waarden, maakt bezwaar tegen uniformerende, commerciële invloed en de zucht naar materialisme of aanhoudend streven naar toename van bezit.Ga naar eind4 Een dergelijke vorm van kerkelijke waakzaamheid voor het welbevinden van de mens is niet nieuw. Aan het einde van de 19de eeuw en aan het begin van de 20ste eeuw gaf de roomskatholieke kerk herhaaldelijk opdracht tot de bouw van retraitehuizen. Onder leiding van een geestelijke zonderden gelovigen zich voor enkele dagen van de drukke, bewoonde wereld af in een retraitehuis. Deelname aan retraites werd door parochie en beroepsgroep gestimuleerd: verblijf in een retraitehuis zou het besef voor geestelijke en religieuze waarden verbreden en verdiepen. Retraite vond in rust en stilte plaats, veelal in een fraaie natuurlijke omgeving. Na het midden van de 20ste eeuw, parallel aan het proces van ontzuiling, nam de belangstelling voor retraites af.Ga naar eind5 Retraitehuizen kwamen evenals kerken leeg te staan of kregen een andere bestemming; enkele werden verbouwd, andere gesloopt. In slechts enkele (voormalige) retraitehuizen wordt nog afstand genomen van het dagelijkse leven ten gunste van devotie en | |
[pagina 171]
| |
Zenderen, Retraitehuisweg 6, voormalig retraitehuis Sint Jozef. Achterzijde met links de kapel. Foto RDMZ, IJ.Th. Heins, 2001.
overweging. Blijkbaar hebben beslommering, sleur en labeur de moderne mens in de greep en is de traditionele bestaansgrond aan de meeste retraitehuizen ontvallen.Ga naar eind6 Deze bijdrage gaat dieper op het verschijnsel retraitehuis in. Waar zijn in Nederland retraitehuizen gebouwd? Welke bleven behouden? Hoe zagen retraitehuizen eruit? Welke kenmerkende ruimten en vertrekken waren er en wat is daar nu nog van over? Alvorens op deze vragen in te kunnen gaan, verdient het verschijnsel retraitehuis een bredere historische presentatie. | |
Retraitehuizen: achtergronden en oorsprongRetraitehuizen zijn ontstaan uit zorg voor het welbevinden van de mens. Door het houden van een retraite kon een mens tot God komen. Gebed en beschouwing waren daartoe beproefde methoden. De heilige Ignatius van Loyola (1491-1556) beschreef in zijn Exercitia Spiritualia (1522) een methode voor het houden van een retraite. Een retraite kon dertig dagen duren, maar ook een kortere periode beslaan. De Exercitia Spiritualia bieden een praktische handreiking tot gedragsverandering. Het doel is navolging van Christus en te dienen als voorbeeld voor anderen. De jezuïeten hielden de retraites aanvankelijk in hun kloosters voor groepen van drie tot zes personen. Naast de jezuïeten zetten de franciscanen en de redemptoristen zich op bijzondere wijze in voor het retraitewerk. Ook de eudisten en lazaristen legden zich op retraites toe. In de 18de eeuw was het retraitewerk in geheel Europa bekend. De Franse Revolutie (1789) leidde tot een forse terugval. Pas in de tweede helft van de 19de eeuw kwam een opleving tot stand. Vanuit Frankrijk bereikte het retraitewerk via België ook Nederland (1877, het Missiehuis te Steyl). Retraitanten werden steeds groepsgewijs ingedeeld, mannen gescheiden van vrouwen, al werden vanaf omstreeks 1930 ook retraites voor verloofde en gehuwde paren georganiseerd. Verder waren er retraites voor ambtenaren, directeuren, fabrikanten, jonge meisjes, militairen, mijnwerkers, onderwijzers, studenten en studentes. Priesters en religieuze vrouwen gingen ook op retraite, meestal éénmaal per jaar; deze vorm werd met ‘gesloten retraite’ aangeduid in tegenstelling tot de lekenretraite, die als ‘open’ werd aangemerkt. De retraite stond onder leiding van een of meer geestelijken, in veel gevallen afkomstig uit de orde van de jezuïeten, franciscanen of redemptoristen. De dagindeling van een retraitant bood een vast patroon | |
[pagina 172]
| |
Zenderen, Retraitehuisweg 6, voormalig retraitehuis Sint Jozef. Hal met trappenhuis. Foto RDMZ, IJ.Th. Heins, 2001.
waarin ruimte was voor inleidingen, meditatie, deelname aan de eucharistie, biecht en maaltijden, terwijl ook vrije tijd beschikbaar werd gesteld. De retraitanten konden zich dan verpozen in de bibliotheek en recreatiezaal of wandelden in het park van het retraitehuis. Na afloop van een retraite verloor men elkaar niet uit het oog. Oudretraitanten ontmoetten elkaar opnieuw bij de zogeheten recollectie. Aldus voorzag de kerk in een samenhangend stelsel van zielzorg en maatschappelijke binding. | |
Terzijde van de drukte, nabij de hemelHoewel dit Jaarboek Monumentenzorg zich in hoofdzaak richt op het interieur van historische gebouwen, kan niet aan de omgeving van retraitehuizen voorbij worden gegaan. De locatie van retraitehuizen diende rust en stilte te garanderen. De retraitanten konden zich volledig en ongestoord op de geestelijke oefeningen richten, tot inkeer komen en de weg naar God vrijmaken. Om deze redenen verrezen retraitehuizen bijna zonder uitzondering op het platteland, in ieder geval buiten de bebouwde kom. Lawaai en afleiding van een nabij gelegen stad werden als onwenselijk beschouwd. | |
[pagina 173]
| |
‘Het Cenakel’, een retraitehuis voor vrouwen in Tilburg, werd ten zuidoosten van de stad in 1908 naar een ontwerp van architect C.F. van Hoof opgetrokken temidden van open landschap en kweekveldjes. Het riviertje De Leij stroomde op korte afstand aan de zuidgrens van het park dat het Cenakel omgaf. ‘Ofschoon dicht bij de belangrijke en gemakkelijk te bereiken stad Tilburg, ligt het Retraitehuis niettemin geheel buiten, aan den straatweg naar Eindhoven; wanneer weldra de dienst der stadsbussen tot daar zal zijn doorgetrokken, staat het elke 20 minuten in directe verbinding met het station.’Ga naar eind7 In Vught stond sinds 1913 retraitehuis Loyola, een ontwerp van Eduard Cuypers. Het was ‘omringd door een park, bosschages, wandellanen, vijvers, stille hoekjes en akkerlanden, met een totale oppervlakte van ruim 7 ha’. In die ambiance vond ‘de retraitant de ideale sfeer om in deze woelige tijden, vooral geestelijk, maar ook lichamelijk, eenige dagen uit te rusten en daarbij zedelijken steun en godsdienstige sterkte voor een jaar te verzamelen.’Ga naar eind8 In de zomer van 1979 werd ‘Loyola’ gesloopt. Het puin van de afbraak diende als fundament voor de aan te leggen Van Broghelstraat en Van Kesselstraat. Oude bomen en struiken werden zo veel mogelijk gespaard. Een hooggelegen situering, voorzover in Nederland mogelijk, treffen wij meer dan eens aan. De jezuïeten bouwden op de rand van de Maagdenberg ten zuidoosten van Venlo huize Manresa, een retraitehuis voor mannen uit 1908. ‘Manresa’, afgeleid van de Spaanse plaatsnaam Manresa, werd ontworpen door Eduard Cuypers en lag op korte afstand van de Duitse grens in een natuurlijke omgeving met uitgestrekte heidevelden. ‘Verscheidene beekjes bronden uit de hellingen en vormden beneden een kleine reeks van vijvers: een lief lommerrijk stuk natuur, waarvan nog enkele overgebleven brokjes doen gissen, hoe heerlijk het er moet zijn geweest.’Ga naar eind9 ‘Manresa’ is in de winter van 2000-2001 gesloopt. Enige tientallen kilometers zuidelijker stichtte de Mgr. L. Schrijnenstichting nabij het Aambos, hoog op de Molenberg te Heerlen, in 1932 een retraitehuis. De architect was F.P.J. Peutz. Het gebouw beschikt nog steeds over een vrije en markante situering en beheerst met zijn lineariteit en orthogonale, witte bouwvolumina de nabije omgeving op onmiskenbare wijze. Even verderop, ten westen van Heerlen staat bij Sweikhuizen en pal ten noorden van rijksweg A76 een uit 1946 daterend retraitehuis. Momenteel is het in
Tilburg, Kempenbaan ongenummerd, voormalig retraitehuis Het Cenakel. Trap met bordes. Foto RDMZ, L. Tangel, 2001.
gebruik als opvangcentrum voor vluchtelingen. Architect A. Swinkels uit Maastricht verving het retraitehuis Sint Ignatius van de jezuïeten uit 1923 naar ontwerp van Eduard Cuypers dat door een bombardement in de Tweede Wereldoorlog werd verwoest. Het retraitehuis is omgeven door een parkachtige aanleg en geniet een hoge situering temidden van hellingen met beukenbossen. Ten zuiden van het voormalige retraitehuis stroomt de Geleenbeek. De rust die het huidige gebouw en zijn voorganger Sint Ignatius moet hebben beheerst, is met de aanleg van de A76 volledig verdwenen. Retraitehuizen te Amersfoort, Roermond en Zenderen werden alle buiten de bebouwde kom aan een uitvalsweg gebouwd. In Uden kwam het retraitehuis langs de weg naar Volkel op de Molenheide te staan, te Zenderen op te ontginnen heidegrond.Ga naar eind10 Een retraitant moest blijkbaar enige moeite doen om het retraitehuis te bereiken. Buiten het bezinningsoord kondigden ervaringen van rust en stilte zich al aan, tijdens het laatste deel van de reis. De landelijke omgeving inspireerde de retraitantenziel en diende als mentale opmaat tot een goede geestes- | |
[pagina 174]
| |
gesteldheid die onontbeerlijk voor een geslaagde retraite werd geacht. En ging het laatste stuk van de reis omhoog, de heuvel op, dan kon de retraitant zich al enigszins op weg naar de hemel wanen.Ga naar eind11 | |
De naaste omgevingHet isolement van een retraitehuis manifesteerde zich in een omheining tussen het gebouw en zijn naaste omgeving. Door een poort of inrit kwam de retraitant de enclave van het retraitehuis binnen. Een volumineus en breed uitgestrekt bakstenen gebouw met verschillende verdiepingen presenteerde zich. De verschillende vleugels waren in de vorm van een L of U geschikt en gedekt met zadeldaken. De rijzigheid, de centrale geprononceerde ingangspartij, de lange vensterreeksen en de kapel met klokkentorentje riepen bij de retraitant terstond associaties met internaten, kloostergebouwen en seminaries op. De ‘Filles de la Sainte Vierge’ kochten in 1911 Villa Malman aan de Kapellerlaan te Roermond. Het gebouw was toen 21 jaar oud en werd in de loop van de 20ste eeuw geschikt gemaakt als retraitehuis en daartoe uitgebreid. Een dubbel smeedijzeren hek tussen twee gemetselde bakstenen pijlers sluit sinds 1911 het bezinningsoord van de buitenwereld af. Het hekwerk wordt bekroond door een gesmeed kruis en bevat in het midden van beide hekvleugels een kunstzinnig gesmeed cirkelvormig motief met concentrische patronen waar in sierlijke vormen de letters L en V zijn weergegeven als verwijzingen naar La Vierge. In 2000 werd voor dit retraitehuis een sloopvergunning verleend. ‘Manresa’ in Venlo was omsloten door een meer dan manshoge bakstenen muur en bestond uit een kolossaal en massief bouwwerk op gewijd terrein. Rond het retraitehuis Sint Alphonsus (1910) nabij de Vlasakkers aan de Barchman Wuytierslaan te Amersfoort bleef een groot stuk van de oude afscheiding bewaard en werd de oude scheidingsmuur tussen Sint Alphonsus en het aangrenzende zusterhuis Sint Jozef gedeeltelijk afgebroken. Aan de straatzijde vormt een kniehoge, gele bakstenen muur met afgeknotte pijlers de grens tussen de openbare weg en het terrein van het voormalige retraitehuis dat op enige afstand van de rooilijn is gesitueerd. Het grind knerpt niet langer onder de voeten van de retraitant. De toegang is inmiddels geplaveid met klinkers en de huidige bewoners verblijven niet als retraitant, maar als vluchteling in Sint Alphonsus, in afwachting van een juridische uitspraak die beschikt over hun toekomst hier of elders. | |
HalEenmaal gearriveerd in de hal van het retraitehuis, maakte de retraitant kennis met het inwendige van het bezinningsoord. De hal was vrijwel altijd belegd met duurzame materialen in de vorm van tegels of een terrazzovloer. De muren waren met een eiken of betegelde lambrisering bezet. In Amersfoort beheerste een geschilderde afbeelding van Christus de hal. In het boogveld boven de toegangsdeur tot de kapel die in het verlengde van de hal was gesitueerd, spreidde Christus beide armen uit als teken van een warme ontvangst. ‘Komt allen tot mij’ stond in hoofdletters boven deze welkomstfiguur wiens hart brandde. Links en rechts van de deur liepen drie schapen op Christus af. Daaronder was geschreven: ‘Jezus zeide: ik ben de deur als iemand door mij binnengaat zal hij behouden worden en de weiden vinden.’Ga naar eind12 Vanuit de hal leidde een dubbele kwartslag trap naar de verdieping. In Heerlen kwam de retraitant na het overluifelde bordes te zijn gepasseerd via de hoofdingang in de vestibule. Vervolgens voerde een brede, met parket belegde staatsietrap naar een ruime en diepe hal. Deze grote ruimte had meer dan één functie: zij kon bij de kapel worden getrokken of bij de aangrenzende recreatiezaal. De vloeren van vestibule en hal vertoonden een regelmatig patroon van glazen tegels, zogenoemde prisma-tegels, waardoor daglicht uit de hal het souterrain verlichtte. Bij duisternis trad vanuit het souterrain kunstlicht de hal binnen. Een Heilig Hartbeeld op hoge sokkel verwelkomde met open armen de retraitant. | |
KapelZonder overdrijving kan worden gesteld dat de kapel het religieuze en architectonische pièce de résistance van elk retraiteoord vormde. Het Cenakel in Tilburg vervulde tussen 1908 en 1970 een rol als retraitehuis voor vrouwen en meisjes.Ga naar eind13 In de periode 1971-1996 vond het Brabants Conservatorium voor Muziek en Dans onderdak in het Cenakel. Een in 1977 gestarte verbouwing en restauratie boden het voormalige retraitehuis een dubbel toekomstperspectief. De kapel kreeg een culturele functie en de overige ruimten en vertrekken werden verbouwd ten behoeve van appartementen en een kunstenaarsatelier. Architectenbureau Bedaux-De Brouwer uit Goirle tekende voor deze herbestemming. De kapel werd ontdaan van inrichting en inventaris. Oude foto's tonen een rijkingerichte driebeukige ruimte met losse stoelen, communiebank, een beeld van Maria | |
[pagina 175]
| |
Zenderen, Retraitehuisweg 6, voormalig retraitehuis Sint Jozef. Gang op de verdieping met links de aanzet van het trappenhuis. Foto RDMZ, IJ.Th. Heins, 2001.
met Kind, een beeld van Sint Jozef, smeedijzeren lamparmaturen en in het koor een neogotisch altaar met daarboven spitsboogvensters met glas in lood. Tegen de kapel is als een soort zuidelijke transeptarm een tweede driebeukige kapel gebouwd. Tussen beide ruimten stond een smeedijzeren hekwerk dat reikte tot aan de kapitelen van de zuilen in de viering. Achter dit hekwerk verbleven de zusters van het Cenakel, voluit Congregatie der Religieuzen van O.L. Vrouw van het Cenakel die, tenzij voor verplaatsing, het retraitehuis nooit verlieten. De zusters zijn niettemin verhuisd. Een bouwspoor verraadt de plaats waar het hekwerk stond.Ga naar eind14 In de leken- en zusterkapel bleef de vloer ongewijzigd. De lelies van de in zachtgeel uitgevoerde vloerplavuizen verwijzen naar Frankrijk, het moederland van de Congregatie. Een messing plaat in de koorvloer geeft de plaats aan waar het altaar heeft gestaan en toont op de schaal 1:40 de plattegrond van het Cenakel. De gesloopte delen zijn met dunne lijnen aangegeven. Huib Fens vervaardigde deze plattegrond in 1999. In de vroegere zusterkapel van het voormalig retraitehuis Sint Jozef te Zenderen bevindt zich nog een restant van een muurschildering van de bijbelscène met Christus in het huis van Maria en Martha. De witkwast bedekte inmiddels niet alleen de schilderingen van Christus en Maria, waardoor alleen Martha zichtbaar bleef, maar ook vier andere muurschilderingen uit het midden van de 20ste eeuw.Ga naar eind15 De kapel van het retraitehuis te Uden werd in 1926 e.v. beschilderd door Constanze Berentz uit Steyl. Zij was aan het retraitehuis verbonden en droeg de naam zuster Alacoque. De schilderingen op de triomfboog en in de apsis hadden felle kleuren en waren beïnvloed door het werk van Jan Toorop. De schilderingen zijn in 1954 verwijderd. De huidige ramen van de kapel dateren uit 1957 en dragen de signatuur Luc van Hoek. In 1957 zijn de laat-neogotische beelden van Aloysius, Anna, Gerardus Majella, Jozef, Maria en Theresia weggenomen.Ga naar eind16 Het vlakke cassettenplafond met stervormige ornamenten is in vereenvoudigde vorm gehandhaafd. Wat ook in Uden bewaard bleef, is het beeld van Sint Jozef met het kind Jezus. Vroeger stond het in de kapel, tegenwoordig staat het in de gang op de verdieping en ondervindt het nog steeds gepaste verering van de zusters-bewoonsters. | |
GangRetraitehuizen beschikten over lange gangen. De gangen vormden met de trappenhuizen de voornaamste verbindings- en ontsluitingsroutes van het gebouw en boden de retraitant houvast en richtinggevoel of verstoorden die, wanneer uniformiteit op verschillende verdiepingen regeerde. In de gang met de retraitantenkamers overheerste het repeterend dubbelzijdig ritme van zich schier eindeloos herhalende kamerdeuren dat op het eind in een beeld van een heilige of in een religieuze schildering het perspectivische verdwijnpunt bereikte. De vloeren van de gangen in het voormalige retraitehuis van de Congregatie Missiezusters Dienaressen van de Heilige Geest te Uden bestaan uit terrazzo, een oerdegelijk en eenvoudig te reinigen materiaal met als een van de weinige nadelen een galmrijk effect dat rust en inkeer van de retraitant kon bezwaren. Het retraitehuis in Uden is in drie fasen tussen 1913 en 1931 tot stand gekomen naar ontwerp van architect C. Franssen. In het voormalige retraitehuis Sint Jozef te Zenderen - gebouwd in 1925-1927 naar ontwerp van architect | |
[pagina 176]
| |
Uden, Volkelseweg 30, voormalig retraitehuis van de Congregatie Missiezusters Dienaressen van de Heilige Geest. Glas-in-loodraam in de kapel, gesigneerd linksonder ‘Luc van Hoek’.
Foto RDMZ, IJ.Th. Heins, 2001. H.H. Sleiderink uit Delden - is de gang op de begane grond betegeld met dubbelhard gebakken tegeltjes van 10 bij 10 cm in de kleuren bordeaux-rood, wit en gemêleerd grijs.Ga naar eind17 Ook deze betegelde vloer doorbrak de stilte wanneer retraitanten en hun begeleiders eroverheen liepen, op weg naar recreatieruimte, refter of retraitantenkamer. Stilte diende in acht te worden genomen. Spreken was beperkt. De jezuïeten hielden voor de eigen orde retraites waar aanhoudend zwijgen was voorgeschreven. Berichten op briefjes, in het Latijn, brachten uitkomst. Pater B. Bijvoet S.J. memoreerde over stilte in retraitehuizen: ‘In 't kort zij gezegd dat het stilzwijgen slechts in dezen zin gevorderd wordt, dat buiten noodzaak niemand spreke buiten de voor ontspanning aangegeven uren. Op het tegendeel zou geen enkele retraitant gesteld zijn, terwijl de drie spreektijden: 's morgens na 't ontbijt, 's middags en 's avonds respectievelijk na middag- en avondmaal hem bijzonder voegen: het vooruitzicht op de ontspanning houdt er dan moed in. De wisseling van gedachten, voorzoover die communicabel zijn, biedt menigeen stof tot vergelijking en verdieping van indrukken. Het spel verzet den geest, verlicht of verdrijft misschien al te sombere gedachten. De rust in 't algemeen bereidt weer voor tot vuriger aanvang en gretiger opname van hetgeen na de ontspanning wederom ter verwerking wordt aangeboden.’Ga naar eind18 Voor zogeheten lekenretraites gold de strenge stilte-eis in mindere mate en was spreken in de recreatiezaal of tijdens de maaltijd toegestaan. Naarmate de 20ste eeuw vorderde, werd het gebod op silentium soepeler gehanteerd. | |
RefterDe eetzaal of refter bood de retraitanten verschillende keren per dag de kans de inwendige mens te versterken. Een slag op de gong of belsignaal gaf aan wanneer het zover was. Ontbijt (7.30-8.30 uur), diner met voorlezing (12.30 uur), goûter, thee met boterham (17.00 uur) en avondmaaltijd (20.00 uur) vonden alle in de refter plaats.Ga naar eind19 ‘Men moet ze zien bikken en in alle stilte (er mag immers tijdens den maaltijd niet gesproken worden) zien smullen van den smakelijken en gezonden kost die hun door oplettende bedienden vriendelijk en in ruime mate wordt voorgezet.’Ga naar eind20 Een eiken lambrisering vormt nog steeds de wandbetimmering van de oude refter in het voormalige retraitehuis te Sweikhuizen. Inmiddels is de refter omgevormd tot kindercrèche, maar de lambrisering bleef grotendeels behouden. De refter bood aan circa honderd gasten verblijfsruimte en was aan de zuidzijde van het retraitehuis gesitueerd. Vandaar hadden de retraitanten uitzicht op de tuin met vijverpartij en de oprijlaan. De zwarte leisteen van de vloer is met de jongste verbouwing ten dele afgedekt, het plafond bestaande uit door houten consoles gedragen dekbalken bleef zichtbaar. Een vensterwand tussen de eetzaal en de aangrenzende gang is grotendeels behouden. De eetzaal van het Cenakel in Tilburg was een lang, rechthoekig vertrek, aan één lange zijde voorzien van brede vensters, de andere lange zijde was met een houten lambrisering uitgevoerd. In het midden van deze laatste wand stond een brede open haard waarvan de consoles een geprofileerde houten lijst met hogels droegen. Op die lijst stond het kruisbeeld. De zaal had een vlak, houten plafond en dekbalken die de ruimte in drie vakken verdeelden. De dekbalken waren onderling met lichtere balkjes verbonden. In het midden van de | |
[pagina 177]
| |
refter stond één lange tafel waar dertig personen aan plaats konden nemen. Een blik in de refter in het retraitehuis Sint Jozef te Zenderen toonde dertien gedekte tafels. Slechts aan één zijde van de tafel stonden vier stoelen. De retraitanten zaten ruggelings naar het kruisbeeld dat boven de deur hing aan de korte zijde van de rechthoekige eetzaal. Het boekje dat elke retraitant na afloop als herinnering mee naar huis kreeg, bevat foto's van het bezinningsoord en bijbehorende tekst. Bij de foto van de refter is vermeld: ‘(...) we wisten, dat u niet alleen 'n ziel, maar ook een lichaam heeft (...). Wel noemt Sint Franciscus het lichaam “Broeder Ezel”, maar voor dat ezeltje werd toch goed gezorgd!’Ga naar eind21 | |
KeukenAl die verrukkelijke maaltijden werden in de keuken bereid. Waar het merendeel van de retraitehuizen zowel de keuken als de inventaris zag verdwijnen, behield ‘het Mgr. Laurentius Schrijnenhuis, bisdommelijk retraitehuis voor vrouwen en meisjes’ te Heerlen beide. De bouw vond plaats in 1932-1933. Liftjes transporteerden de gerechten vanuit de keuken in het souterrain naar de eetzaal op de begane grond. De buffetkasten bleven op hun plaats en bevatten nog steeds tafelgerei als roestvrijstalen kannen, bestek en stenen vaatwerk. De theedoeken konden na gebruik over de metalen buizen
Heerlen, Oliemolenstraat 60, voormalig retraitehuis. Keuken met o.a. warmhoudkast (links), lift (midden) en servieskast (rechts). Foto RDMZ, K. Roderburg, 2001 (met toestemming van AGS Architecten en Planners B.V. te Heerlen).
Amersfoort, Barchman Wuytierslaan 53, voormalig retraitehuis Sint Alphonsus. Houten trap naar zolder. Foto RDMZ, A.J. van der Wal.
van een nog steeds functionerende warmwatervoorziening worden gehangen. In de keuken staan twee door gas gestookte, zogeheten warmhoudkasten. De voorraadkamers lijken op diepe provisiekasten en zijn met ventilerende vloeren en spouwmuren uitgevoerd. In de deur is een rooster aangebracht. Twee pekelbakken herinneren aan conserveringswijzen van vóór de introductie van de koelkast. F.P.J. Peutz voorzag in toetreding van daglicht door middel van hooggeplaatste vensters in de noordgevel. De keukens ondervonden in de loop van de 20ste eeuw weliswaar enkele moderniseringen, maar behielden de sfeer en de inrichting uit de tijd van het retraitehuis, temeer daar het gebouw na zijn oorspronkelijke functie vergelijkbare bestemmingen kreeg als Filosoficum en Hogeschool voor Theologie en Pastoraat. Sinds 2000 is het architectenbureau AGS in het voormalige retraitehuis gevestigd. In dat opzicht is ook sprake van bestendiging van de traditie: AGS geldt als nazaat van het bureau van Peutz. De keuken van het voormalige retraitehuis te Zenderen is gemoderniseerd. In de huidige eetzaal herinnert de | |
[pagina 178]
| |
Heerlen, Oliemolenstraat 60, voormalig retraitehuis. Retraitenkamer met wastafel. Foto RDMZ, K. Roderburg, 2001 (met toestemming van AGS Architecten en Planners B.V. te Heerlen).
inhoud van een buffetkast aan de oude keukeninventaris met bak- en puddingvormen, borstels, kannen, lepels en schalen. | |
RetraitantenkamerIn deze kamer werd na het avondgebed geslapen. Overdag bood de kamer de retraitant gelegenheid tot individuele meditatie na afloop van een bijbellezing, conferentie of toespraak. De afmetingen van de kamers waren beperkt (doorgaans 2 × 2 meter) en de inrichting was sober: bed, bidstoel, handdoekenrekje, nachtkastje, stoel, wastafel met spiegel en aan de muur een kruisbeeld en wijwaterbakje, soms ook een afbeelding van een heiligenfiguur of een religieuze voorstelling. ‘Heel eenvoudig, maar netjes. Alles kraak-kraak helder!’Ga naar eind22 In de voormalige retraitehuizen te Heerlen en Zenderen kan de inrichting van een retraitantenkamer nog worden ervaren, omdat (een groot deel van) de inventaris ter plaatse bewaard bleef. In Bergen (N.H.), Uden en Zenderen was de beukenhouten Thonetstoel nr. 56
Bergen, (N.H.), retraitehuis Sint Petrus Canisius. Veranda. Vergelijk de betegelde vloer met die van het retraitehuis te Zenderen (afb. p. 172). Foto uit: W. Nolet (ed.), Katholiek Nederland-Encyclopaedie, deel 1, 's-Gravenhage 1930, p. 297. Reproductie RDMZ, J.P. de Koning, 2001.
gangbaar; dit type werd sedert circa 1885 geproduceerd. Oude foto's tonen dat ook andere retraitehuizen dit stoeltype tot de vaste inventaris konden rekenen. Het nachtkastje was in Zenderen van eikenhout, met een wit marmeren bovenblad (40 × 35 cm) en beslag van koper (h × b × d = 75 × 34,5 × 29,5 cm). Het scharnier van het deurtje zat dermate verzonken, dat het van buiten onzichtbaar was. De eikenhouten tafel had een bladmaat van 80 × 52,5 cm en de hoogte bedroeg 72,5 cm. Op de kamer lag voor de retraitant een klein dun schriftje gereed om te noteren wat hem of haar het meest geraakt had tijdens de bezinningsdagen. Dat schriftje ging na afloop mee naar huis. Het diende als herinnering aan de retraite. ‘We moeten naar bed. Gezamenlijk avondgebed gehad en nu stilletjes naar onze cabine's. 'k Ben echt tevreden over deze dag. Je komt echt op je gemak en kunt zoo heerlijk over geestelijke zaken denken heelemaal los van alles.’Ga naar eind23 In deze ambiance verbleef de | |
[pagina 179]
| |
retraitant in het bezinningsoord: alleen, want het was niet toegestaan bij elkaar op de kamer te komen.Ga naar eind24 | |
VerandaHet dagrooster voorzag in ontspanning. Het aangehaalde citaat van pater Bijvoet nuanceerde de betekenis van ontspanning binnen de doelstelling van de retraite. Een wandeling in de tuin of het park was een van de recreatiemogelijkheden, de veranda een andere. Met een uit de bibliotheek van het retraitehuis geleend boek of tijdschrift kon men zich terugtrekken. De veranda is een herhaaldelijk terugkerend architectonisch motief in retraitehuizen. Per definitie aan de zuidzijde van het gebouw gesitueerd, vormde deze ruimte een overgangszone tussen buiten en binnen en kon de aangrenzende tuin in enkele passen worden bereikt. Veranda's waren veelal beglaasd, het grillige Nederlandse klimaat bood de architect geen andere mogelijkheid. In retraitehuis Manresa te Venlo was de veranda met een arcade van rondbogen uitgevoerd en in die zin te vergelijken met retraitehuizen te Sweikhuizen, Vught en Zenderen. In Zenderen is de veranda in december 2000 gewijzigd en werd gelijktijdig de achterliggende recreatiezaal in
Uden, Volkelseweg 30, voormalig retraitehuis van de Congregatie Missiezusters Dienaressen van de Heilige Geest. Lourdesgrot. Foto RDMZ, IJ.Th. Heins, 2001.
twee afzonderlijke ruimten verdeeld. Oude foto's tonen Thonetstoelen en kleine houten tafels, juist voldoende voor vier personen. Er waren gezelschapsspelen beschikbaar: Een jeugdige retraitant noteerde meteen na aankomst te Bosschenhoofd in zijn dagboek: ‘(...) 't Begint al met recreatie tot half acht. Valt dat even mee! 'n Heerlijk groen-laken, 'n sjoelbak, dam-, schaak- en dominospelen, kaarten en pijp! Wat verlang je nog meér?’Ga naar eind25 | |
WinkeltjeTijdens de beschikbare vrije tijd was het winkeltje in het retraitehuis geopend. Een pater of zuster beheerde het winkeltje dat de retraitant voorzag van verschillende devotionalia als bidplaatjes, heiligenbeelden, kaarsen, kerkboeken en rozenkransen. De verkrijgbare ansichtkaarten vormden een zeer gewild artikel. Voor de retraitant was dit het enige middel tot communicatie met de buitenwereld. Ansichtkaarten waren dan ook ruimschoots voorhanden: afbeeldingen van het retraitehuis, hal, kapel, refter, tuin of veranda konden naar huis en verloofde worden gestuurd en droegen op indirecte wijze bij aan de doelstelling van de retraite: verspreiding van ‘het retraite-gevoel’ onder de thuisblijvers.Ga naar eind26 In het voormalige retraitehuis Sint Jozef te Zenderen bleef het winkeltje tot in januari 2001 behouden. Daarna is het verwijderd. Het winkeltje paste niet meer binnen het programma van eisen van de huidige | |
[pagina 180]
| |
gebruiker van het gebouw, Conferentie- en bezinningscentrum De Zwanenhof.Ga naar eind27 | |
GrottenDe tuin rond het retraitehuis voorzag niet alleen in afscheiding van de naaste omgeving, maar bood de retraitant en leiders ook de mogelijkheid tot vertreden. De tuinpaden hadden een slingerend verloop en voerden langs gazons en waterpartijen, onder de bomen en tot aan de bosrand. Op verspreid staande banken kon worden gerust. In Amersfoort werd in de tuin achter het retraitehuis een aan de Heilige Alphonsus gewijde grot gebouwd, ‘(...) het intiemste plekje van ons huis na de kapel.’Ga naar eind28 De grot is een imitatie van de grot te Scala (op het schiereiland van Sorrento in Campanië, Italië) waar Alphonsus de Liguori, stichter van de redemptoristen, zich voor gebed en Mariadevotie terugtrok. In de grot te Amersfoort was een Mariabeeld geplaatst en stonden bidstoelen voor retraitanten gereed. De grot is inmiddels afgesloten en niet meer toegankelijk. De tuin achter het voormalige retraitehuis te Uden beschikt anno 2001 nog steeds over een Lourdesgrot. Een beeld van Maria met gevouwen handen staat hoog in een nis van een kunstmatige grot die werd opgetrokken uit breuksteen. Beneden, op de grond, is Bernadette knielend weergegeven. Terwijl de retraitant wandelend in het park de rozenkrans bad, kon bij de Lourdesgrot een persoonlijke overweging worden ingelast. Groepen retraitanten lieten zich graag met hun begeleiders bij de grot fotograferen als de retraite eenmaal was volbracht. Op een schoolbord stonden de dagen en het jaar van de retraite vermeld alsook de samenstelling van de groep (‘ongehuwde dames middenstand’ of ‘jonge dames deftige stand’ of ‘huismoeders’ of ‘gehuwde leden van de Boerinnenbond’ of ‘verloofden’). | |
VoortlevenNederland telde in 1930 vijftien retraitehuizen; dat aantal is aan het begin van de 21ste eeuw beduidend lager.Ga naar eind29 Retraitehuizen in Amersfoort, Bosschenhoofd, Heerlen, Sweikhuizen, Tilburg, Uden en Zenderen bleven geheel of gedeeltelijk bestaan maar kregen een andere bestemming. Voor het retraitehuis te Roermond werd een sloopvergunning afgegeven. In Venlo en Vught vond sloop plaats. Anno 2001 bestaat net als vroeger behoefte aan inkeer en stilte. De drukte van het bestaan met zijn vele verantwoordelijkheden noopt de moderne mens tot rust en perioden van overweging. Behoefte aan stilte kan voortkomen uit het lawaai dat steeds nadrukkelijker wordt ervaren, of uit een behoefte aan spiritualiteit met ruimte voor meditatie en overweging.Ga naar eind30 Voor de op religieuze leest geschoeide ziel bestaat tegenwoordig meer dan één mogelijkheid tot bezinning. Verschillende bejaardencentra en ziekenhuizen beschikken over een stiltecentrum. Het stiltecentrum in het Utrechts Medisch Centrum (UMC) werd door Jack de Valk ontworpen en ligt in het hart van het gebouwencomplex. Er is aan verschillende godsdiensten gedacht. Temidden van hoogwaardige medische bedrijvigheid biedt het stiltecentrum aan bezoeker, patiënt en verzorger een kans om op adem te komen. Verspreid over het gehele land bieden kloosters en andere religieuze instellingen bezinningsmogelijkheden die in duur variëren van één tot enkele dagen of een langere periode. De thema's voor bezinning kunnen ontleend zijn aan de bijbel of geïnspireerd op andere levensovertuigingen. In dit verband bieden gidsen de de rustzoekende 21ste-eeuwer een handreiking met een passend adres en adequaat programma.Ga naar eind31 De aanduiding retraitehuis wordt nauwelijks gehanteerd; die is mét de voortrekkersrol van kerk en beroepsgroep op de achtergrond geraakt. De bevlogenheid van de huidige deelnemers lijkt in vergelijking met vroeger te zijn vergroot nu de individuele keuze het primaat in de geloofsbeleving heeft verworven.Ga naar eind32 |
|