Een verborgen Russische schat in 's-Gravenhage
De Russisch-orthodoxe kerk van de H. Maria Magdalena
Nicolaas Conijn
Verborgen in het Haagse Statenkwartier, een wijk die in de tweede helft van de 19de eeuw is ontstaan op de terreinen van het landgoed Sorgvliet, bevindt zich achter een herenhuis aan de Eerste Sweelinckstraat een Russische schat. Niet ver van de plek waar koningin Anna Pavlovna (1795-1865), de echtgenote van koning Willem II (1792-1849), is overleden staat een kleine kerk met daarin de inventaris van haar Grieks-(Russisch-)orthodoxe kapel, gewijd aan de Heilige Maria Magdalena. Elke zondag komen gelovigen hier bij elkaar en herdenken dan deze Russische Oranje. Schilderijen met afbeeldingen van heiligen, iconen en veel kandelaars met die typisch dunne kaarsjes creëren een onverwacht stuk levende Russische traditie en emotie.
Tsaar Peter de Grote stichtte reeds aan het eind van de 17de eeuw in Amsterdam een Russisch-orthodox kerkje voor schepelingen die ons land aandeden, en ook is bekend dat omstreeks het jaar 1763 een Grieks-Russische kerk van de Heilige Catharina in een huis aan de Amsterdamse Oudezijds Voorburgwal gevestigd was. Maar de Russische Kerk heeft eigenlijk blijvend zijn intrede in Nederland gedaan sinds 1816, als gevolg van het huwelijk van grootvorstin Anna Pavlovna, de dochter van tsaar Paul I, met de Prins van Oranje, omdat de traditie wilde dat de grootvorstinnen van de Romanovs hun geloof ook na hun huwelijk en tot in hun dood, trouw bleven.
De kapel in Den Haag viel vóór de Russische Revolutie onder de jurisdictie van de metropoliet van Sint Petersburg. Deze zorgde voor dekking van de onkosten, het levensonderhoud van de archimandriet en het voor de Russisch-orthodoxe eredienst zo van belang zijnde koor. Biechtregisters vertellen ons over de omvang van dit koor, alsook over gelovigen die onderdeel uitmaakten van deze kerkgemeenschap. Nu valt de archimandriet van de parochie van de H. Maria Magdalena onder de jurisdictie van Parijs, welk gezag wederom is onderworpen aan dat van de patriarch van Moskou.
Anna Pavlovna had in al haar paleizen een Russisch-orthodoxe, of zoals het toen genoemd werd een Grieks-orthodoxe, kapel: tot 1830 in het paleis te Brussel, maar ook in het Paleis Kneuterdijk in Den Haag en op Paleis Soestdijk, en later, na de dood van koning Willem II, in het huis Rustenburg in de directe nabijheid van haar Haagse winterresidentie Buitenrust op het landgoed Sorgvliet. Het is de inventaris van de Griekse kapel op Rustenburg die, op de uitdrukkelijke wens van koningin Anna Pavlovna, blijvend beschikbaar diende te blijven voor de eredienst. In haar testament is te lezen:
‘Article 8 Dispositions relatives à ma chapelle et à ma sépulture.
Il a toujours été d'usage qu'il a eut une Eglise du rit Greco-Russe près de la tombe des Grandes-Duchesses de Russie mortes et ensevelies à l'étranger. C'est donc dans la chapelle qui restera après moi dans les Pays-Bas, que je désire que soient conservés les vases sacrés et autres objets destinés au culte divin, de même que les chasubles, sans en pouvoir jamais rien distraire, ni considérer comme objets d'héritages.’
Ook in het testament van haar dochter prinses Sophie, de groothertogin van Saksen-Weimar-