Verantwoording
Sinds de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in 1990 besloot een jaarboek te gaan uitgeven is het daarmee crescendo gegaan. Elk jaar nam het jaarboek in omvang toe: van zo'n 150 bladzijden in den beginne tot 360 bladzijden in 1997. Er is kennelijk nog steeds monumentenstof te over! De eerste vier delen in wat langzamerhand gerust een reeks mag worden genoemd waren - wat oneerbiedig gezegd - gevuld met varia. In de daarna verschenen vier delen zat een lijn, een thema: jongere monumenten, monumenten in oorlogstijd, bouwhistorie en de geschiedenis van de RDMZ vanaf 1947. Voor 1998 luidde het parool: weer terug naar een bescheidener omvang: zo'n 200 bladzijden mocht het worden. Maar de thematische invulling wordt voortgezet en ditmaal in samenwerking met een (jubilerende) monumentenorganisatie in de particuliere sfeer: de in 1973 totstandgekomen en dus in 1998 25 jaar bestaande Stichting tot Behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen (PHB). Het thema van dit jaarboek is dus: historische buitenplaatsen.
Sinds in samenhang met het ontstaan van PHB 25 jaar geleden de vraag hoe historische buitenplaatsen behouden en waar nodig hersteld zouden moeten worden, aan de orde werd gesteld en langzamerhand een overheidsbeleid op dit punt tot ontwikkeling werd gebracht, is er over de ontwikkeling en de betekenis, de cultuurhistorische waarde, van historische buitenplaatsen veel geschreven. Dat blijkt uit de literatuur waarnaar in de artikelen in dit jaarboek wordt verwezen. Toch bestaat in een wat bredere kring nog weinig kennis van en inzicht in de betekenis van deze monumenten, die bij uitstek de relatie tussen ‘cultuur’ en ‘natuur’ laten zien. In dit jaarboek komen uiteraard de juridische, financiële en (technisch) inhoudelijke aspecten aan de orde, die een rol spelen bij de bescherming en instandhouding van historische buitenplaatsen. De kern wordt echter gevormd door de bijdragen, die werden geleverd aan het tweedaagse symposium ‘Werken aan Arcadië’, dat ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van PHB in samenwerking met Museum Beeckestijn, het Tuinhistorisch Genootschap Cascade en de Nederlandse Tuinenstichting op 7 en 8 oktober j.l. werd georganiseerd. Daar omheen zijn artikelen gegroepeerd, waarin wordt ingegaan op de actuele problematiek, zoals in de bijdragen over het beleid, over het ‘omgaan’ met buitenplaatsen (Mehrtens), over de planologische aspecten (Vesters), de relatie tussen stad en landschap (Blom) en de ecologische aspecten (Bakker). Hoewel ernaar gestreefd is in dit jaarboek het verschijnsel ‘historische buitenplaats’ in een generale contekst te plaatsen, wordt ook de geschiedenis en ontwikkeling van enkele specifieke buitenplaatsen niet buiten beschouwing gelaten: Wassenaar (Scheffer) en Sluishoef (Van Groningen).
Aan de huizen en hun interieurs is in dit jaarboek geen speciale aandacht besteed. Het interieur komt ruimschoots aan zijn trekken in de fraai uitgevoerde publicatie/catalogus ‘Wonen in Arcadië’, die de gelijknamige PHB-jubileumtentoonstelling in het Noordbrabants Museum in 's-Hertogenbosch begeleidde. Wel hebben in deze publicatie artikelen de verplaatsing van interieurs en interieuronderdelen en burgermansfollies tot onderwerp.
Particuliere buitenplaatsen kunnen niet in standgehouden en goed beheerd worden zonder de continue en liefdevolle inspanningen van hun eigenaren. In een jaarboek, dat over deze categorie monumenten gaat, dienen zij bij uitstek aan het woord te komen om ons te laten weten wat het als eigenaar/beheerder in de praktijk nu werkelijk betekent de plicht te hebben een historische buitenplaats instand te moeten houden. De overheid helpt hen daarbij, maar is dat voldoende? Wordt de overheidsdoelstelling: behoud door wettelijke bescherming en het inzetten van financiële instrumenten, ook werkelijk bereikt? In hoeverre is sprake van een samenhangend overheidsbeleid? De (rijks)overheid is voorstander van het geven van zijn juiste plaats van ‘het verleden’ in ‘het heden’, waartoe het zgn. interdepartementale Belvedereproject wordt ontwikkeld. Maar wat zijn daarvan de effecten in de dagelijkse praktijk? Wij vroegen enkele eigenaren naar hun ervaringen en zijn hen