Voorwoord
Voor u ligt het nieuwe jaarboek van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, dat geheel is gewijd aan het thema van historische buitenplaatsen. Ik hoop dat de lezer zich door deze uitgave actief betrokken voelt bij de zorg voor dit waardevolle Nederlandse cultuurbezit, dat door de eeuwen heen van groot belang is geweest voor de inrichting en de herkenbaarheid van ons landschap.
Alhoewel de mythe nog steeds leeft dat het landschap van de buitenplaatsen louter bijdraagt aan het in Nederland zo kwetsbare natuurschoon, dringt nu toch het bewustzijn door dat dit landschap het gevolg is van een geheel eigen karakteristiek en hoogstaand landschapsarchitectonisch gedachtengoed, hetgeen alles te maken heeft met het feit dat kennis over dit onderwerp snel toeneemt.
Dit boek is in samenwerking met onze partner de Stichting tot Behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen gerealiseerd, met wie de Rijksdienst voor de Monumentenzorg intensief samenwerkt aan de inventarisatie van de cultuurhistorische waarden van de buitenplaatsen en aan de instandhouding ervan.
Door de ontwikkeling van de kennis over dit onderwerp hebben wij geleerd dat een organische groei door de eeuwen heen de Nederlandse buitenplaatsen tot complexe monumenten hebben gemaakt en dat ontwikkeling van waarden een kenmerk van deze monumenten vormt.
De bestudering van dit groeiproces, die het aanzien van buitenplaatsen nu bepaalt, verschaft ons een toetststeen bij het vaststellen van de best mogelijke benaderingswijze bij restauratie en beheer.
Zorgvuldigheid in besluitvorming is hierbij geboden, want de buitenplaatsen blijken in de laatste eeuw ernstig te zijn beschadigd, zoals u in dit boek kunt lezen.
De complexe verwevenheid van waarden en de aantrekkingskracht die buitenplaatsen vanouds bezitten, maakt de ontwikkeling van instrumentaria tot behoud en instandhouding noodzakelijk.
Een van deze instrumenten is de rangschikking van de buitenplaatsen onder de Monumentenwet.
De Rijksdienst streeft er naar om vóór de aanvang van het derde millennium de beschermingsprocedure van 450 historische buitenplaatsen te hebben gestart. Samen met de Stichting tot Behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen zal het kenniscentrum van Nederlandse historische buitenplaatsen verder worden uitgebouwd.
Ik hoop dat dit jaarboek de interesse bij de lezer voor dit bijzondere werkterrein binnen de monumentenzorg levendig houdt en dat het boek bijdraagt aan het behoud van deze buitenplaatsen.
De directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg,
Drs A.L.L.M. Asselbergs